1 / 19

SOCIALISATIE IN KUNST EN CULTUUR Ineke Nagel Vrije Universiteit Socologie Amsterdam

SOCIALISATIE IN KUNST EN CULTUUR Ineke Nagel Vrije Universiteit Socologie Amsterdam. Cultuur in Beeld Utrecht, 25 november 2013 Gebaseerd op Art and Socialization Ineke Nagel Harry Ganzeboom International Encyclopedia of Social and Behavioral Sciences, second edition. INTRODUCTIE.

rob
Download Presentation

SOCIALISATIE IN KUNST EN CULTUUR Ineke Nagel Vrije Universiteit Socologie Amsterdam

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. SOCIALISATIE IN KUNST EN CULTUURIneke NagelVrijeUniversiteitSocologieAmsterdam Cultuurin BeeldUtrecht, 25 november 2013 Gebaseerd op Art and Socialization Ineke Nagel Harry Ganzeboom International Encyclopedia of Social and Behavioral Sciences, second edition

  2. INTRODUCTIE • Is deelnameaankunst en cultuureenkwestie van persoonlijkesmaak? • Ja • Maar nietalleen: • De deelnameaankunst en cultuur is ooksterkgerelateerdaansocialepositie, met name opleidingsniveau. • Opleidingsverschillenzijngroterdangeneratieverschillen.

  3. PODIUMKUNSTEN: VERSCHILLEN NAAR OPLEIDING ↑ Participatiepodiumkunsten hogeropgeleiden lager opgeleiden Geboortejaar→ Bron: AVO (SCP, 1979-2007)

  4. Cultureelerfgoed: VERSCHILLEN NAAR OPLEIDING ↑ Participatieerfgoed hogeropgeleiden lager opgeleiden Geboortejaar→ Bron: AVO (SCP, 1979-2007)

  5. POPULAIRE CULTUUR: VERSCHILLEN NAAR OPLEIDING ↑ Participatiepopulairecultuur hogeropgeleiden lager opgeleiden Geboortejaar→ Bron: AVO (SCP, 1979-2007)

  6. OUDERLIJK MILIEU • De belangstellingvoorcultuurontstaatvooreenbelangrijkdeel in het ouderlijkgezin.

  7. OUDERLIJK MILIEU Analyses Nagel (2002) Bron: AVO (SCP, 1979-1999)

  8. OUDERLIJK MILIEU Analyses Nagel (2002) Bron: AVO (SCP, 1979-1999)

  9. PROBLEEMSTELLING • Belangstellingvoorkunst en cultuurontstaatvroeg in het leven! • Socialisatie: • door ouders, • door school? • door peers, socialenetwerken? • Belangrijkevraag: • In hoeverrekanbelangstellingvoorkunst en cultuurontstaanbuiten de oudersom?

  10. CULTURELE REPRODUCTIE OF CULTURELE MOBILITEIT? Culturelereproductie Culturelemobiliteit Consequenties (gunstige) socialepositieszijnbereikbaarbuitenouderlijk milieu om Stimulerenvan kunst en cultuurkanook via school en anderekanalendanouders Consequenties • (gunstige) socialepositieswordenovergedragen van ouders op kinderen • Stimuleren van kunst en cultuurkanalleen via ouders • Bourdieu, De Jager • Belangstellingvoorkunst en cultuurkanalleen maar onstaan in het ouderlijkgezin • Belangstellingvoorkunst en cultuurheeftmaatschappelijkevoordelen • DiMaggio • Belangstellingvoorkunst en cultuurkanookbuiten het ouderlijkgezinontstaan: op school of via social netwerken • Belangstellingvoorkunst en cultuurheeftmaatschappelijkevoordelen

  11. HOE WERKT HET? TWEE THEORIEËN • Status theory: • Deelnameaankunst en cultuurlevert status of gedragsbevestiging op • Deelnameaankunsten cultuurwordtgestuurd door socialenormen • De norm “kunst en cultuur is belangrijk” : • Wordt in verschillende mate overgedragen door ouders, school en socialenetwerken, vrienden • Is in verschillende mate gangbaar in socialenetwerken • Informatietheorie: • Kunst en cultuur is complexevorm van informatie • Deelnameaankunst en cultuurvereistcognitievervaardigheden: • Algemenecognitievevaardigeheden • Kennis over kunst en cultuur

  12. ONDERZOEK EFFECTEN OUDERS • Uitkomsten (alleonderzoek): • Grote effectencultuurparticipatieouders op cultuurparticipatieonderkinderen en volwassenen Ondervolwassenen: Ganzeboom, 1982 De Graaf& De Graaf, 1988 Van Eijck 1997 Nagel & Ganzeboom, 2002 De Vries& De Graaf, 2008 Kraaykamp & Nieuwbeerta, 2000; Kraaykamp & Van Eijck, 2010 Yaish & Katz-Gerro, 2010 Onderjongeren: Crook 1997 Sullivan 2001 Van Wel, Couwenbergh-Soeterboek, Couwenbergh, Ter Bogt, Raaijmakers2006 Jaeger 2009 Damen, Nagel & Haanstra 2010 Nagel, Damen & Haanstra 2010 Lezen: Kraaykamp 2003 Verboord& Van Rees 2003 Notten 2011 Nagel & Verboord 2012

  13. ONDERZOEK CULTUUREDUCATIE 1: retrospectief • Deelnameaancultuureducatievroeger is aanrespondentengevraagd: • Voordeel: effectencultuureducatie over heleonderwijsloopbaan • Nadeel: retrospectievevertekening • Uitkomsten: • Relatiefgroteeffectencultuureducatieondervolwassenen • Maar nietaltijdrekeninggehouden met ouders (Kracman, Chistin) … duseffectenmogelijkoverschat Ondervolwassenen: Kracman 1996 Christin 2008 Lezen: Kraaykamp 2003

  14. ONDERZOEK CULTUUREDUCATIE 2: prospectief • Deelnameaancultuureducatie is via administratiesvastgesteld: • Voordeel: onafhankelijke meting (geenretrospectievevertekening) • Nadeel: slechtsmogelijkvoorspecifiekecultuureducatie (CKV) • Uitkomsten: • Relatiefkleine (of geen) effectencultuureducatieondervolwassenen • Positieveeffectenvaakbinnendezelfdekunstvorm Ondervolwassenen: Ranshuysen & Ganzeboom 1993 (Kunst -kijkuren en muziekluisterlessen) Nagel, Ganzeboom, Haanstra & Oud 1997 (examenskunstvakken) Nagel, Damen & Haanstra 2010 (CKV) Lezen (literatuurlessen): Verboord& Van Rees (2003) Verboord (2005)

  15. ONDERZOEK OPLEIDINGSNIVEAU 1: cross-sectioneel • Uitkomsten (alleonderzoek): • Grote effectenopleidingsniveau op cultuurparticipatieonderkinderen en volwassenen • Effectenzijnvergelijkbaar met die van ouderlijk milieu • Maar: • Opleidingsniveaureflecteertookcognitievevaardigheden, die al vóór de schoolperiodeaanwezigzijn • Het effect van opleidingsniveaukunnen we nietzomaarinterpreterenals de bijdrage van school Zonderrekeningtehouden met ouders: DiMaggio & Useem 1978 Kracman 1996 Christin 2008 Rekening met ouders: Ganzeboom 1982 Nagel & Ganzeboom 2002 De Graaf&De Graaf, 1988 De Vries& De Graaf 2008 Kraaykamp &Nieuwbeerta 2000 Kraaykamp & Van Eijck 2010 Yaish & Katz-Gerro 2010

  16. ONDERZOEK OPLEIDINGSNIVEAU 2: dynamischontwerp • De bijdrage van opleidingsniveauvastellen • oplossing 1: cognitievevaardigheden (vooraf) meten) • oplossing 2: cultureleparticipatievoorafmeten en na de schoolperiodeopnieuw • Uitkomsten: • Opleidingsverschillenbestaandeels al in het begin van het voortgezetonderwijs • Opleidingsverschillennemen toe van adolescentie tot jongvolwassenheid • Ditgeldtalleenvoorcultuurparticipatie, nietvoorleesfequentie Met meting cognitievevaardigheden: Dynamischontwerp: Nagel & Ganzeboom 2002 Nagel 2010 Nagel, Damen & Haanstra 2010 (CKV) Nagel & Verboord 2012

  17. OUDERS VERSUS SCHOOL IN DYNAMISCH PERSPECTIEF • Ouders en school zijnbelangrijkedeterminanten van deelnameaankunst en cultuur. • Nietalleen in de jeugd, maar ook in de volwassenheid • Opleidingsverschillenwordenrelatiefbelangrijker. Nagel en Ganzeboom (2002)

  18. CONCLUSIE • Cultuurparticipatieontstaatvroeg in het leven, vooral in het ouderlijkgezin • School is minder belangrijk • Opleidingsverschillenontstaannietallemaal op school • Kunsteducatiedraagtrelatiefweinigbijaancultuurparticipatie • Maar: School draagtwelbijaancultuurparticipatie • Opleidingsverschillenontstaandeelstijdens de onderwijsloopbaan • Is normoverdracht de verklaring?

  19. VRAGEN? • Contact: • Ineke Nagel • VrijeUniversiteit Amsterdam • AfdelingSociologie • www.inekenagel.com • f.a.nagel@vu.nl • Bedanktvooruwbelangstelling!

More Related