1 / 20

Sociaal isolement voorkomen en bestrijden: problemen in de interventiepraktijk

Wat gebeurt er zoal in Nederland?. Verschillende soorten organisaties ouderenwerkwelzijnswerkmaatschappelijk werksociaal-cultureel werkopbouwwerkvrijwilligersorganisatiesrentegratie-organisatiesGGD/GGZorganisaties verslavingszorg, etc.Verschillende methodie

rigg
Download Presentation

Sociaal isolement voorkomen en bestrijden: problemen in de interventiepraktijk

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


    1. 3 oktober 2006 Sociaal isolement voorkomen en bestrijden: problemen in de interventiepraktijk Anja Machielse

    2. Wat gebeurt er zoal in Nederland? Verschillende soorten organisaties ouderenwerk welzijnswerk maatschappelijk werk sociaal-cultureel werk opbouwwerk vrijwilligersorganisaties reïntegratie-organisaties GGD/GGZ organisaties verslavingszorg, etc. Verschillende methodieken huisbezoeken outreachend werken bemoeizorg casemanagement cliëntenvolgsystemen, etc.

    3. Interventies op micro-niveau* Intra-individuele oorzaken Persoonlijkheidskenmerken, zoals een gebrek aan sociale vaardigheden, zelfvertrouwen en probleemoplossend vermogen Gezondheid: lichamelijke en psychische problemen, mobiliteitsproblemen Zingeving Interventies Gericht op de cliënten zelf. Oplossing is gericht op de oorzaak van het isolement Cursussen, gespreksgroepen, zorg en hulpverlening *Bron: Nidi-rapport

    4. Interventies op meso-niveau* Inter-individuele oorzaken Verlies van contacten door ingrijpende levensgebeurtenissen: ziekte of overlijden van de partner, goede vrienden en familie; scheiding, verhuizing of emigratie; verlies van werk Afname van het cognitieve vermogen waardoor anderen geneigd zijn contacten te vermijden Interventies Gericht op het sociale netwerk Vergroten en/of verbeteren van het sociale netwerk Verbeteren van de omstandigheden waaronder het sociaal netwerk kan groeien Ontmoetingsactiviteiten, sociale activering *Bron: Nidi-rapport

    5. Interventies op macro-niveau* Maatschappelijke factoren Individualisering: traditionele sociale verbanden hebben minder betekenis gekregen Hogere arbeidsparticipatie: vrouwen zijn minder beschikbaar voor zorg en sociale contacten Minder vrije tijd: gaat ten koste van het onderhouden van sociale contacten Zelfredzaamheid veronderstelt sociale competenties Verzakelijking van de zorg: minder oog voor de menselijke contacten Interventies Gericht op de omgeving Verbetering van het woon- en leefklimaat Campagnes m.b.t. beeldvorming (ouderen, eenzaamheid, etc) *Bron: Nidi-rapport

    6. Redenen voor het niet-slagen van interventies Doelgroep te ruim: interventies zijn effectiever als de doelgroep kleiner en gelijksoortiger is. Er wordt te weinig rekening gehouden met variëteit in oorzaken, mate en vorm van eenzaamheid en sociaal isolement. Vaak is de kennis hierover gering. Vermoedens of signalen uit de hulpverlening fungeren als leidraad. Eenzijdige aandacht voor interventies die gericht zijn op het verhogen van de sociale participatie. Er worden minder cliënten bereikt dan verwacht. Met name de extreem eenzamen en sociaal geisoleerden worden niet bereikt. ` Bron: Nidi-rapport

    7. Wat maakt interventies zo moeilijk? De doelgroep is moeilijk te bereiken: pseudo-individualiteit en onzichtbaarheid De passieve handelingsstrategie van sociaal geisoleerden (negatief zelfbeeld, schaamte, berusting en ontkenning, weinig contact met professionals Zeer complexe problematiek: probleemcumulatie en probleemverstrengeling Vraagverheldering is cruciaal (meerdere gesprekken/professionele deskundigheid) Na de intake: doorverwijzing en overdracht Heterogeniteit van de groep Sociaal isolement als beleidsthema Sociaal contact is cruciaal voor individueel welzijn Privé-netwerk is voedingsbodem voor maatschappelijke betrokkenheid en lokale sociale cohesie Sociaal isolement werkt belemmerend bij de aanpak van andere individuele problemen Hoe kun je interventies dan vormgeven???Sociaal isolement als beleidsthema Sociaal contact is cruciaal voor individueel welzijn Privé-netwerk is voedingsbodem voor maatschappelijke betrokkenheid en lokale sociale cohesie Sociaal isolement werkt belemmerend bij de aanpak van andere individuele problemen Hoe kun je interventies dan vormgeven???

    8. Sociale contacten in Nederland* * Bron: Hortulanus, R., Machielse A. & L. Meeuwesen (2003). Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal isolement in Nederland. Den Haag: Elsevier Overheid. Wat is sociaal isolement? Veel verwarring over begrippen en terminologie Hoewel er de laatste jaren vaak wordt gesproken over sociaal isolement, met name in beleidsdocumenten, is het maar zelden duidelijk wat er nou precies met die term bedoeld wordt. In de meeste gevallen verwijst sociaal isolement naar mensen die in hun persoonlijke leven geen betekenisvolle contacten hebben. De vraag is dan natuurlijk wat betekenisvolle contacten zijn en hoe je die in kaart kunt brengen. Twee aspecten zijn belangrijk: de omvang van het netwerk: hoeveel mensen heeft iemand voor steun. de beleving van het netwerk: voelt iemand zich al dan niet eenzaam Het zijn twee verschillende aspecten - Je kunt veel vrienden en familie hebben maar je toch eenzaam voelen als de contacten niet aan je behoefte voldoen. - Je kunt weinig vrienden en familie hebben maar je toch niet eenzaam voelen. Typologie van sociale contacten Verdeling Nederlanders van 18 jaar en ouder: Sociaal weerbaar (groot netwerk, niet eenzaam): 64% Contactarm (klein netwerk, niet eenzaam): 8% Eenzaam (groot netwerk, wel eenzaam): 22% Sociaal geïsoleerd (klein netwerk, wel eenzaam) 6% Wat is sociaal isolement? Veel verwarring over begrippen en terminologie Hoewel er de laatste jaren vaak wordt gesproken over sociaal isolement, met name in beleidsdocumenten, is het maar zelden duidelijk wat er nou precies met die term bedoeld wordt. In de meeste gevallen verwijst sociaal isolement naar mensen die in hun persoonlijke leven geen betekenisvolle contacten hebben. De vraag is dan natuurlijk wat betekenisvolle contacten zijn en hoe je die in kaart kunt brengen. Twee aspecten zijn belangrijk: de omvang van het netwerk: hoeveel mensen heeft iemand voor steun. de beleving van het netwerk: voelt iemand zich al dan niet eenzaam Het zijn twee verschillende aspecten - Je kunt veel vrienden en familie hebben maar je toch eenzaam voelen als de contacten niet aan je behoefte voldoen. - Je kunt weinig vrienden en familie hebben maar je toch niet eenzaam voelen. Typologie van sociale contacten Verdeling Nederlanders van 18 jaar en ouder: Sociaal weerbaar (groot netwerk, niet eenzaam): 64% Contactarm (klein netwerk, niet eenzaam): 8% Eenzaam (groot netwerk, wel eenzaam): 22% Sociaal geïsoleerd (klein netwerk, wel eenzaam) 6%

    9. Aangrijpingspunten voor interventies Participatie: Sociaal en/of maatschappelijk Sociale competenties Functionele sociale competenties Handelingsperspectief Ambities en inschatting van de eigen mogelijkheden Typologie De typologie van sociaal geisoleerden is gebaseerd op deze indicatoren. De typologie is een hulpmiddel om meer gerichte interventies op te zetten (die aansluiten bij de specifieke situatie en mogelijkheden van de cliënt)

    10. Maatschappelijk actief

    11. Zelfredzamen “Toen ik thuis kwam te lopen, heb ik er zelf voor gezorgd dat ik niet uit het werkritme raakte, dat ik niet op de bank ging hangen. Ik ben vrijwilliger geworden en ik heb hele dagen staan werken. Ben je toch bezig... en zit je niet de hele dag thuis.” (man, 42 jaar) De zelfredzamen Maatschappelijk actief, wel sociale competenties (voor functionele contexten) Sociale vaardigheden: - Geen moeite met contacten, niet verlegen, redelijk assertief. - Graag onder de mensen, genieten van aanspraak en gezelligheid. - Zien werk vooral als een mogelijkheid om onder de mensen te komen. - Werk is belangrijk omdat die een sociale context biedt die het gemis aan sociale contacten in het persoonlijke leven voor een belangrijk deel kan compenseren. Probleemoplossend vermogen: Zoeken actief naar oplossingen Hulpbronnen: - Nauwelijks sociale hulpbronnen, wel met twee benen in de samenleving. - Zijn goed op de hoogte van maatregelen en ontwikkelingen die belangrijk zijn om zijn doelen te realiseren. - Als het nodig is weten ze de weg naar professionele instanties te vinden, maar ze proberen dat zoveel mogelijk te vermijden.   - Belangrijkste is dat ze aan het werk blijven. Maatschappelijk succes, kan ook vrijwilligerswerk zijn. - Werk is compensatie voor gebrek aan persoonlijke contacten - Als ze hun werk verliezen, zijn ze daarmee ook hun sociale leven kwijt. De zelfredzamen Maatschappelijk actief, wel sociale competenties (voor functionele contexten) Sociale vaardigheden: - Geen moeite met contacten, niet verlegen, redelijk assertief. - Graag onder de mensen, genieten van aanspraak en gezelligheid. - Zien werk vooral als een mogelijkheid om onder de mensen te komen. - Werk is belangrijk omdat die een sociale context biedt die het gemis aan sociale contacten in het persoonlijke leven voor een belangrijk deel kan compenseren. Probleemoplossend vermogen: Zoeken actief naar oplossingen Hulpbronnen: - Nauwelijks sociale hulpbronnen, wel met twee benen in de samenleving. - Zijn goed op de hoogte van maatregelen en ontwikkelingen die belangrijk zijn om zijn doelen te realiseren. - Als het nodig is weten ze de weg naar professionele instanties te vinden, maar ze proberen dat zoveel mogelijk te vermijden.   - Belangrijkste is dat ze aan het werk blijven. Maatschappelijk succes, kan ook vrijwilligerswerk zijn. - Werk is compensatie voor gebrek aan persoonlijke contacten - Als ze hun werk verliezen, zijn ze daarmee ook hun sociale leven kwijt.

    12. Afhankelijken “Bij problemen met collega’s op mijn werk, dan kan ik soms helemaal in een dip raken. Dan los ik mijn problemen meestal op door gewoon heel veel met mijn moeder te praten. Toen mama in het ziekenhuis lag, was dat natuurlijk een groot probleem… dan ben ik toch alleen thuis.” (vrouw, 26 jaar) De afhankelijken Maatschappelijk actief, geringe sociale competenties (ook voor functionele contexten) Hulpbronnen: - Enkele wederzijds afhankelijke relaties. - Afhankelijk van 1 persoon, zeer hechte (beklemmende) band, grote afhankelijkheid - Werk is alleen mogelijk vanwege deze persoon Sociale vaardigheden: - Moeite met contacten, anderen liggen hen niet, vaak ruzie, voelen zich snel bedreigd. - Geen ruimte voor anderen. - Het omgaan met vreemden is voor personen in deze groep een noodzakelijk kwaad. - Hun afkeer van vreemden strekt zich uit tot de hele samenleving. - Groot wantrouwen ten opzichte van anderen. Ontkenning van het probleem Veel te overwinnen voor ze hulp van professionele hulpverleners accepteren. Nodig: psychische/medische hulp om meer zelfstandigheid te krijgen De afhankelijken Maatschappelijk actief, geringe sociale competenties (ook voor functionele contexten) Hulpbronnen: - Enkele wederzijds afhankelijke relaties. - Afhankelijk van 1 persoon, zeer hechte (beklemmende) band, grote afhankelijkheid - Werk is alleen mogelijk vanwege deze persoon Sociale vaardigheden: - Moeite met contacten, anderen liggen hen niet, vaak ruzie, voelen zich snel bedreigd. - Geen ruimte voor anderen. - Het omgaan met vreemden is voor personen in deze groep een noodzakelijk kwaad. - Hun afkeer van vreemden strekt zich uit tot de hele samenleving. - Groot wantrouwen ten opzichte van anderen. Ontkenning van het probleem Veel te overwinnen voor ze hulp van professionele hulpverleners accepteren. Nodig: psychische/medische hulp om meer zelfstandigheid te krijgen

    13. Maatschappelijk passief

    14. Eenzamen “De problemen waar ik mee zit, vertel ik niet aan mensen, ik probeer het zelf op te lossen. Kijk, tegen u kan ik het wel vertellen. Nou ben ik weer een beetje opgelucht, ik ben het nou weer kwijt. Maar over een paar maanden, als ik u niet meer zie, dan begint het misschien weer.” (man, 79 jaar) De eenzamen Wel sociale competenties, zoekt aansluiting bij de samenleving (grote groep, met name ouderen) Sociale vaardigheden; - geen moeite met (functionele) contacten - vinden het leuk om mensen te ontmoeten en een praatje te maken. - hun behoefte aan aanspraak vullen ze meestal in met losse en oppervlakkige contacten, op straat in het winkelcentrum of in de supermarkt. Hulpbronnen: - Sociale netwerk is geleidelijk verdwenen (het was nooit groot) - Gezin en werk zorgden voor het sociale aspect, dat is weggevallen, wereld is nu klein Psychische en lichamelijke klachten - Als de nood te hoog wordt, wenden ze zich tot professionals (medicijnen). - zijn ervan overtuigd dat niemand hen kan helpen. - zijn zelf niet in staat iets aan hun probleem te doen. - Wenden zich als het nodig is wel tot professionals - Zijn opgelucht als ze hun verhaal aan een vreemde kunnen vertellen. - Hebben wel echte ondersteuning nodig. - Moeten leren meer afhankelijkheid toe te staan. Ontmoeting is hier een goede interventie.   De eenzamen Wel sociale competenties, zoekt aansluiting bij de samenleving (grote groep, met name ouderen) Sociale vaardigheden; - geen moeite met (functionele) contacten - vinden het leuk om mensen te ontmoeten en een praatje te maken. - hun behoefte aan aanspraak vullen ze meestal in met losse en oppervlakkige contacten, op straat in het winkelcentrum of in de supermarkt. Hulpbronnen: - Sociale netwerk is geleidelijk verdwenen (het was nooit groot) - Gezin en werk zorgden voor het sociale aspect, dat is weggevallen, wereld is nu klein Psychische en lichamelijke klachten - Als de nood te hoog wordt, wenden ze zich tot professionals (medicijnen). - zijn ervan overtuigd dat niemand hen kan helpen. - zijn zelf niet in staat iets aan hun probleem te doen. - Wenden zich als het nodig is wel tot professionals - Zijn opgelucht als ze hun verhaal aan een vreemde kunnen vertellen. - Hebben wel echte ondersteuning nodig. - Moeten leren meer afhankelijkheid toe te staan. Ontmoeting is hier een goede interventie.  

    15. Buitenstaanders “Ik voel me zelf als iemand die aan de rand van het zwembad staat toe te kijken.....terwijl iedereen lustig rond spartelt. Ik volg het allemaal wel, niet allemaal met genoegen moet ik zeggen. Dat toekijken, daar kun je niet omheen... je kunt je ogen niet sluiten voor wat er gebeurt allemaal.” (man, 53 jaar) De buitenstaanders Wel sociale competenties voor functionele contexten, zoekt geen aansluiting bij de samenleving Wijken af van de sociale omgeving en leggen zich daar bij neer Nooit een groot sociaal netwerk gehad. Nooit echt deelgenomen aan het maatschappelijke leven. Nooit bewust naar vrienden gezocht, maar isolement is niet echt zelf gekozen. Voelen zich vaak eenzaam en zouden graag meer mensen om zich heen willen hebben. Het probleem is dat ze erg kritisch zijn en het gevoel hebben dat ze met de meeste mensen weinig delen. Hebben wel enige ondersteuning nodig om wat gelukkiger te zijn. De buitenstaanders Wel sociale competenties voor functionele contexten, zoekt geen aansluiting bij de samenleving Wijken af van de sociale omgeving en leggen zich daar bij neer Nooit een groot sociaal netwerk gehad. Nooit echt deelgenomen aan het maatschappelijke leven. Nooit bewust naar vrienden gezocht, maar isolement is niet echt zelf gekozen. Voelen zich vaak eenzaam en zouden graag meer mensen om zich heen willen hebben. Het probleem is dat ze erg kritisch zijn en het gevoel hebben dat ze met de meeste mensen weinig delen. Hebben wel enige ondersteuning nodig om wat gelukkiger te zijn.

    16. Hoopvollen “Ik ben nog steeds een mens dat moeilijk contacten maakt. Ik heb er wel behoefte aan, maar dan moet je wel mensen vinden waar het mee klikt… en dat is moeilijk, want die kom je niet op straat tegen… dan moet je op plekken komen waar anderen zijn.” (vrouw, 59 jaar) De hoopvollen Geringe sociale competenties, zoeken wel aansluiting bij de samenleving Sociale vaardigheden: - Moeite met contacten - weinig zelfvertrouwen - verlegen, niet assertief Hulpbronnen: - soms werk gehad dat voorzag in het sociale, compenseerde isolement - nooit een groot netwerk gehad Tijdsbesteding - Problemen met tijdsbesteding. Grote behoefte aan sociale contacten - Ze nemen zelf geen initiatieven - Zoeken niet naar mogelijkheden om andere mensen te ontmoeten. - steeds minder aansluiting - gezondheid gaat achteruit Begeleiding nodig - Houden hoop dat het goed komt, maar doen zelf niks, weten niet wat - Oplossing vrijwilligerswerk of laagdrempelige ontmoetingsgelegenheid - Zoeken een kring waardoor ze weer mensen tegenkomen.De hoopvollen Geringe sociale competenties, zoeken wel aansluiting bij de samenleving Sociale vaardigheden: - Moeite met contacten - weinig zelfvertrouwen - verlegen, niet assertief Hulpbronnen: - soms werk gehad dat voorzag in het sociale, compenseerde isolement - nooit een groot netwerk gehad Tijdsbesteding - Problemen met tijdsbesteding. Grote behoefte aan sociale contacten - Ze nemen zelf geen initiatieven - Zoeken niet naar mogelijkheden om andere mensen te ontmoeten. - steeds minder aansluiting - gezondheid gaat achteruit Begeleiding nodig - Houden hoop dat het goed komt, maar doen zelf niks, weten niet wat - Oplossing vrijwilligerswerk of laagdrempelige ontmoetingsgelegenheid - Zoeken een kring waardoor ze weer mensen tegenkomen.

    17. Overlevers “Je went er ook aan natuurlijk. Het is heel moeilijk om iets te veranderen. Ik ben toch anders dan andere mensen. Maar soms grijpt het je dan een beetje aan, zo van wat ben ik toch alleen en ... waarom maak ik er geen eind aan, maar ja ... waarom wel?” (vrouw, 41 jaar) De overlevers Geen sociale competenties, zoekt geen aansluiting bij de samenleving Hulpbronnen: - geen sociaal netwerk, meestal ook nooit gehad. - voldoende kennis van maatschappelijke ontwikkelingen om te weten hoe ze dingen moeten aanpakken en waar ze voor bepaalde zaken moeten zijn. leven al lange tijd in een sociaal isolement (al op school). Passieve levensstijl - Geen initiatieven, geen duidelijk beeld van de toekomst, geen echte wensen. Berusting en overleven. - Bijstelling van behoeften, sociale contacten en maatschappelijke activiteiten zoveel mogelijk uit de weg gaan.   Veel ondersteuning nodig, complexe hulpvraag Intensieve, complexe hulpvraag. Psychische problemen vormen meestal de oorzaak van hun isolement. De overlevers Geen sociale competenties, zoekt geen aansluiting bij de samenleving Hulpbronnen: - geen sociaal netwerk, meestal ook nooit gehad. - voldoende kennis van maatschappelijke ontwikkelingen om te weten hoe ze dingen moeten aanpakken en waar ze voor bepaalde zaken moeten zijn. leven al lange tijd in een sociaal isolement (al op school). Passieve levensstijl - Geen initiatieven, geen duidelijk beeld van de toekomst, geen echte wensen. Berusting en overleven. - Bijstelling van behoeften, sociale contacten en maatschappelijke activiteiten zoveel mogelijk uit de weg gaan.   Veel ondersteuning nodig, complexe hulpvraag Intensieve, complexe hulpvraag. Psychische problemen vormen meestal de oorzaak van hun isolement.

    18. Conclusies Het voorkomen en bestrijden van sociaal isolement is een ingewikkelde en complexe zaak Sociaal isolement is een probleem dat sterk samenhangt met de manier waarop onze samenleving zich heeft ontwikkeld Sociaal geïsoleerden vragen niet om hulp omdat ze bang zijn om vertrouwde routines te doorbreken, niet omdat ze geen hulp willen. Er zijn geen algemene oplossingen die alle sociaal geïsoleerden kunnen helpen. Aansluiten bij de specifieke behoefte en mogelijkheden is cruciaal voor het slagen van succesvolle interventies.

    19. Bruikbaarheid typologie in de werkpraktijk Aandachtpunten Twee invalshoeken: preventie en probleemreductie Drie interventieniveaus: lokaliseren/signaleren, typeren, interveniëren Organisatorische randvoorwaarden Professionele en relationele vaardigheden Menskracht/capaciteit Samenwerking met andere partijen

    20. Literatuur Hortulanus, R., A. Machielse & L. Meeuwesen (2003). Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal isolement in Nederland. Den Haag: Elsevier Overheid. Machielse, A. (2003). Niets doen, niemand kennen. De leefwereld van sociaal geïsoleerde mensen. Den Haag: Elsevier Overheid. Machielse, A. (2006). Onkundig en onaangepast. Een theoretisch perspectief op sociaal isolement. Utrecht: Jan van Arkel. NIDI (2005). Eenzaam en dan? De (on)mogelijkheden van interventies bij ouderen). Amsterdam/Utrecht: NIDI/Vrije Universiteit Amsterdam.

More Related