1 / 29

ARBEIDSRECHT MER DUAAL 3 e JAAR

ARBEIDSRECHT MER DUAAL 3 e JAAR. Mr. Eppo van Koldam. Docent. www.vankoldam.com. Mr. Eppo van Koldam P.t. docent Hanzehogeschool sinds 1983 Docent in vakken: Inleiding recht, Staatsrecht, Europees recht, Bestuursrecht, Privaatrecht en Arbeidsrecht. Begeleider stages en ao’s.

meagan
Download Presentation

ARBEIDSRECHT MER DUAAL 3 e JAAR

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. ARBEIDSRECHTMER DUAAL 3e JAAR Mr. Eppo van Koldam

  2. Docent www.vankoldam.com • Mr. Eppo van Koldam • P.t. docent Hanzehogeschool sinds 1983 • Docent in vakken: Inleiding recht, Staatsrecht, Europees recht, Bestuursrecht, Privaatrecht en Arbeidsrecht. Begeleider stages en ao’s. • Hoofdfunctie: projectadviseur gemeente Haren (van 1996-2011 gemeentesecretaris en directeur bestuursdienst) • E-MAIL: e.m.van.koldam@pl.hanze.nl en eppo@vankoldam.com

  3. Info op BlackBoard Werkwijze Literatuur Tentamen Planning lessen Beschikbaarheid docent

  4. Lesprogramma Les 2 De arbeidsovereenkomst Hoofdstuk 8 Les 3 Rechten en plichten bij de arbeidsovereenkomst Hoofdstuk 9 Les 4 Ontslagrecht Hoofdstuk 10 tm par. 10.5 Les 5 Ontslagrecht Hoofdstuk 10 vanaf par. 10.5 Les 6 Collectief arbeidsrecht en staking Hoofdstuk 11

  5. Systeem van het recht Rechtsbron Interpretatie Objectief recht Rechtsfeit Subjectief recht

  6. Rechtspraak 1 HOGE RAAD Arrest RECHT CASSATIE 5 Arrest GERECHTSHOVEN HOGER BEROEP RECHT EN FEITEN Vonnis RECHTBANKEN 18 SECTOR KANTON

  7. Organisatie rechtspraak HOGE RAAD CBB NATIONALE OMBUDSMAN ABRS CRvB HOF RECHTBANK BESTUURLIJKE HEROVERWEGING GEDRAGINGEN BURGERS GEDRAGINGEN BESTUURSORGANEN

  8. Onderscheidingen objectief recht PUBLIEKRECHT PRIVAATRECHT MATERIEEL RECHT REGELEND RECHT DWINGEND RECHT FORMEEL RECHT

  9. Mensen komen en gaan….. Definitie Arbeidsrecht: Het geheel van (on)geschreven rechtsregels dat betrekking heeft op de arbeidsverhouding van de onzelfstandige beroepsbevolking

  10. Betrokkenen bij arbeids-ovk en hun belangen Werknemer Werkgever Arbeidsovereenkomst Overheid

  11. Verdelende gerechtigheid Gelijkheid als eis Ongelijke gevallen gelijk maken Rechtvaardigheid Normstelling afmaken naar concrete geval toe Veel uitzonderingen Duur Veel politieke sturing Vergeldende gerechtigheid Gelijkheid als gegeven Gelijke gevallen gelijk houden Rechtszekerheid Normstelling voltooid in de abstracte fase Eenduidig Goedkoop Weinig politieke sturing Normstelling

  12. Eerste oriëntatie Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd Proeftijd Arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd Deeltijdwerk Uitzendkrachten Oproepkrachten Thuiswerk • Instroom • Hoe gaan we vacatures vervullen? • Doorstroom • Welke verplichtingen hebben werkgever en werknemer tegenover elkaar? • Uitstroom • Hoe kan de arbeids-overeenkomst worden beëindigd? Zich als goed werkgever gedragen Zich als goed werknemer gedragen Loon Belastingvrije vergoedingen Verlof Doorbetaling loon bij ziekte Arbeidsongeschiktheid Arbeidsomstandigheden Beëindiging met wederzijds goedvinden Opzegging Ontbinding door kantonrechter Ontslag op staande voet Collectief ontslag Rol van het CWI

  13. Positionering arbeidsrecht PUBLIEKRECHT PRIVAATRECHT MATERIEEL RECHT REGELEND RECHT DWINGEND RECHT FORMEEL RECHT

  14. Afwijken rechtsartikelen Contractruimte voor partijen in het arbeidsrecht: • Aanvullend recht: voor het geval partijen zelf niets hebben geregeld (individueel mag dus). • semidwingend: (individuele) afwijking schriftelijk mogelijk • ¾ - dwingend: afwijking mogelijk in CAO (collectief dus) • 5/8 dwingend: afwijking mogelijk op basis afspraak OR • Dwingend recht: Regels waarvan niet mag worden afgeweken: elke afwijking maakt afspraak ongeldig (nietig) Arbeidsrecht - bijeenkomst 1

  15. Schema rechtsfeiten

  16. Opbouw BW • Het BW heeft een gelaagde structuur. Per rechtsgebied zijn eerst algemene regels opgenomen en vervolgens meer specifieke regels. • De indeling in boeken is als volgt: • Personen- en familierecht • Rechtspersonen (Nederlands rechtspersonenrecht) • Vermogensrecht in het algemeen • Erfrecht • Zakelijke rechten • Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht • Bijzondere overeenkomsten • 7A. Bijzondere overeenkomsten; vervolg • 8. Verkeersmiddelen en vervoer • 10. Internationaal privaatrecht • De arbeidsovereenkomst heeft een eigen zeer uitgebreide wettelijke regeling in titel 10 van Boek 7. Het is ook een overeenkomst, dus zijn, voor zover daar in titel 10 van boek 7 niet van wordt afgeweken, ook de regels met betrekking tot de overeenkomst in het algemeen, titel 5 van Boek 6, van toepassing. De overeenkomst is een rechtshandeling. Dus heeft ook de regeling van de rechtshandeling in titel 2 van Boek 3 invloed op de arbeidsovereenkomst. Verder schept de arbeidsovereenkomst verbintenissen, dus ook de eerste titel van Boek 6, het algemene gedeelte van het verbintenissenrecht is van toepassing. • Een aanduiding als "Artikel 3:92 BW" betekent: artikel 92 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

  17. Overeenkomst tot het verrichten van werk Aanneming van werk (art.7:750-769 BW) Overeenkomst tot opdracht (art.7:400-413 BW) Arbeidsovereenkomst Wel gezagsverhouding Duurzame relatie Persoonlijk arbeid verrichten Betaling van loon Geen gezagsverhouding Geen duurzame relatie Niet persoonlijk Vooraf bepaalde prijs =Resultaatsverplichting Geen gezagsverhouding Geen duurzame relatie Vooraf afgesproken prijs =Inspanningsverplichting Soorten overeenkomsten verrichten werk

  18. Essentialia arbeidsovereenkomst • Gezagsverhouding werkgever/werknemer • Werknemer verplicht arbeid persoonlijk te verrichten • Gedurende zekere tijd • Werkgever verplicht tot betaling van loon • Fooi is geen tegenprestatie, dus geen loon • Fiscaal en Civiel loon is niet identiek • Niet van belang hoe partijen zelf hun overeenkomst benoemen

  19. Rechtsvermoedens Het vermoeden van arbeidsovereenkomst bestaat indien iemand gedurende 3 opeenvolgende maanden, wekelijks dan wel gedurende 20 uur per maand, tegen beloning arbeid voor een ander verricht • Indien de arbeidsovereenkomst tenminste 3 maanden heeft geduurd, wordt de omvang vermoed gelijk te zijn aan de gemiddelde omvang in de voorafgaande 3 maanden. Rechtsvermoeden van het zijn/hebben van een arbeidsovereenkomst, art. 7: 610a BW Rechtsvermoedenomvang van de arbeidsovereenkomst, art. 7:610b BW: Rechtsvermoedenshebbengevolgen voor de bewijslast in een proces

  20. Werkgevers willen flexibiteit Vaste en tijdelijke arbeidsovereenkomsten Oproepovereenkomst (nuluren, min-max, doza) Overeenkomst tot aanneming van werk (thuiswerker, freelancer, zzp-er) Overeenkomst tot opdracht (freelancer, zzp-er) Uitzendovereenkomst (uitzendkracht door inlener aangestuurd) Detacheringsovereenkomst (specifieke deskundigheid, aansturing door detacheringsbedrijf)

  21. Relaties uitzendkracht Uitzendarbeid is normaal instrument geworden op de arbeidsmarkt. Voordelen/Nadelen Arbeidsovereenkomst uitzendkracht met de uitlener (uitzendbureau) Zie art. 7:690 BW e.v. en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) Opdrachtovereenkomst uitzendbureau en inlenende bedrijf Geen juridische relatie uitzendkracht en inlenende bedrijf Wel gevolgen voor WOR en Arbo

  22. Verlenging ao voor bepaalde tijd? Ketenconstructie arbeidsovereenkomsten (art. 7: 668a BW) Maximaal 3 contracten voor bepaalde tijd Maximaal 36 maanden, inclusief onderbrekingen van korter dan 3 maanden Afwijking in CAO mogelijk Keten geldt ook bij meerdere werkgevers, mits hetzelfde werk

  23. Wetten (on)gelijke behandeling Algemene wet gelijke behandeling Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen Art. 7:646 e.v. BW Wet verboden onderscheid op grond van leeftijd Wet gelijke behandeling tijdelijke en vaste arbeidscontracten Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte

  24. Vraag 1.1 • Maria Kerrie (22 jaar) wordt na haar studie Bedrijfskunde MER als junior beleidsmedewerker aangesteld bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). In verband met plaatsgebrek op de afdeling mag zij thuis werken aan de redactie en lay-out van concept beleidsstukken. Zij moet wekelijks op maandag – en woensdagochtend aanwezig zijn om haar werk door te spreken met haar leidinggevende. Verder moet zij dagelijks van 09.00 uur tot 17.00 uur per mail en telefoon bereikbaar zijn voor opdrachten en aanwijzingen van haar leidinggevende. • Maria Kerrie kan worden beschouwd als een free-lancer die activiteiten verricht voor de RUG • Tussen Maria Kerrie en de RUG bestaat een overeenkomst van opdracht • Maria Kerrie heeft een arbeidsovereenkomst met de RUG • Maria Kerrie behoeft zich niet aan de arbeids- en rusttijden te houden conform de Arbeidstijdenwet.

  25. Vraag 1.2 • In welk van de onderstaande gevallen is niet sprake van een arbeidsovereenkomst. • De overeenkomst tussen de muziekschool en een docent die gedurende een cursusjaar aan twintig leerlingen vioolles zal geven. • De overeenkomst tussen het Gronings Mannenkoor en Jan Smit dat hij gedurende het winterseizoen 2012/2013 zal optreden als dirigent • De overeenkomst tussen TruusNaber en het Sportcentrum Zwemlust op basis waarvan Truus in voorkomende gevallen tegen een afgesproken loon zal worden ingezet kassamedewerkster • De overeenkomst tussen Hans Mersbergen en uitzendbureau FIXKLUS op basis waarvan Hans werkzaamheden verricht als schoonmaker in het Martiniziekenhuis.

  26. Vraag 1.3 U werkt op de afdeling personeelszaken van een onderneming die zich toelegt op de fabricage van computergestuurde landbouwapparatuur. In deze onderneming werken 130 mensen: 110 daarvan verrichten arbeid achter de lopende band in de fabriek. Daarnaast zijn er een afdeling verkoop,een afdeling inkoop, een afdeling administratie en de afdeling personeelszaken. Op deze afdelingen werken in totaal 18 mensen. De directie wil van u weten hoe het aanstellingsbeleid met betrekking tot de vervangers van de volgende personen moet worden vormgegeven. De directie vraagt u om advies ten aanzien van de volgende punten: Mevrouw Diepkens - een werkneemster uit de fabriek - deelt mee dat zij zwanger is en dat haar zwangerschaps- en bevallingsverlof over drie maanden ingaat. Het betreft hier een periode van 16 weken. Op de afdeling verkoop (met vier verkopers en een chef-verkoper) is één van de verkopers al drie weken ziek. Naar het zich laat aanzien zal de betrokken werknemer de komende zes weken nog niet op het werk verschijnen. Tot nu toe hebben de andere drie verkopers het werk van de vierde man erbij genomen, maar dat zal snel moeten zijn afgelopen. De 'rek' is er zo langzaamaan uit. Vervanging is nodig. Vermoedelijk zal er over twee weken een extra drukke periode aanbreken omdat dan enkele soepeler gemaakte regels op het niveau van de Europese Unie in werking treden. Gedurende een maand - zo luidt de prognose - zal de omzet 10 procent hoger zijn dan normaal. U geeft per geval aan wat de beste soort overeenkomst is voor het invullen van de open plaatsen. Uw beste voorstel is (zie voor alternatieven volgende sheet).

  27. Vervolg vraag 1.3 Voor I vervanger met overeenkomst voor bepaalde tijd of uitzendkracht. Voor II vervanger met aanstelling voor onbepaalde tijd. Voor III gebruik van oproepkrachten Voor I vervanger met overeenkomst voor bepaalde tijd of uitzendkracht. Voor II vervanger met aanstelling voor bepaalde tijd of uitzendkracht. Voor III oproepkrachten of uitzendkrachten. Voor I een uitzendkracht,. Voor II een kracht op basis arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht. Voor III vervangers op basis van een dienstverband voor onbepaalde tijd. . Voor I vervanger met overeenkomst voor onbepaalde tijd of uitzendkracht. Voor II vervanger met aanstelling voor onbepaalde tijd. Voor III gebruik van oproepkrachten

  28. Vraag 1.4 Arnoud heeft bij CTV bv de volgende tijdelijke ao’s gehad: 1-1-2009 t/m 30-6-2009 bij CTV bv 1-8-2009 t/m 30-6-2010 bij CTV bv 1-9-2010 t/m 30-6-2011 bij CTV bv De directeur Legal van CTV bvvraagt in mei 2011 aan jou wat er aansluitendnogmogelijk is. ZijwilArnoudgraagaanhouden tot 1 januari 2012, maar zewil hem nogniet in vastedienst. CTV bv heeft geen CAO. In totaal heeft Arnoud 6+11+10 maanden bij CTV bvgewerkt. Er is dusnogruimte voor een tijdelijk contract tot 1 januari 2012. De tijdelijke contracten sluiten niet op elkaaraan. Er kanduszonderproblemen een nieuw contract voor een periode van 6 maandenwordenafgesloten. (van 1 juli 2011 tot 1 januari 2012) Arnoudkanna 30 juni 2011 wordeningehuurd via een uitzendbureau. Per 1 oktober 2011 kanhijdanweer een contract krijgen voor 3 maanden. Er is geen nieuwconractmogeljkzonder het risico van een aanstelling voor onbepaaldetijd.

  29. Vraag 1.5 Ron is oproepkracht bij Haandersbv, op basis van een voorovereenkomst. Hij heeft gewerkt op de volgende dagen: 12 augustus 2011, 19 augustus 2011 en 18 september 2011 Per wanneer kun je hem weeroproepen, zonderdat je aan een vast contract vastzit? Per 12 oktober 2011 Per 13 november 2011 Per 1 november 2011 Per 1 oktober 2011

More Related