1 / 30

Weer en klimaat

Weer en klimaat. Paragraaf 6 en verder. Weer en klimaat Het weer is: de toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaald moment. Het klimaat is: het gemiddelde weer over 30 jaar berekend. Weerkaart van Europa. Luchtdruk?. Luchtcirculatie.

Download Presentation

Weer en klimaat

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Weer en klimaat Paragraaf 6 en verder

  2. Weer en klimaat • Het weer is:de toestand van de lucht op een bepaalde plaats en een bepaald moment. • Het klimaat is:het gemiddelde weer over 30 jaar berekend.

  3. Weerkaart van Europa

  4. Luchtdruk?

  5. Luchtcirculatie - Hoe zat het ook alweer met dat weer? • Warme lucht stijgt/daalt • Hoe hoger, hoe warmer/kouder • Warme lucht kan meer/minder waterdamp bevatten dan koude lucht • Wind gaat altijd richting een hoge/lage drukgebied

  6. Depressies Westenwinden Passaten Westenwinden Depressies Dit zijn de meest voorkomende minima en maxima, het is niet altijd zo.

  7. Waarom is de wind nooit uitgewaaid ondanks dat de wind van hoge, naar lage drukgebieden waait?

  8. Zie je een depressie en het equatoriale minimum?

  9. Wet van Buys Ballot Lucht beweegt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied, waarbij met de wind in de rug geldt dat op het noordelijk halfrond de wind een afwijking heeft naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links. De aanhoudende zuid-oostenwinden bij de evenaar heten passaten. Wat is de oorzaak van dit verschijnsel?

  10. Draaiing van de aardeverklaartdeze wet • Aarde: ronddraaiendebol • Snelheiddraaiing van de aarde is bij de evenaargroterdanbij Nederland • Ookluchtrond de evenaarstroomtsneller! • Luchtbovenevenaarhogeresnelheiddanbij de polen • Raaktvoor op de lucht op hogerebreedtes • En andersom!

  11. Corioliseffect • Voorwerpen krijgen door de draaiing van de aarde een afwijkende baan, op het noordelijk halfrond draaien ze tegen de klok in, op het zuidelijk halfrond met de klok mee

  12. Zeestromen (driften) • Aangedreven door de wind • Water beweegt vooral horizontaal Golfstroom Zeestromen o.i.v. passaten Westenwinddrift

  13. Warmteopname van de Golfstroom

  14. Zeestromen • Driftstromen  aan de oppervlakte  aangedreven door de wind • Doordat het water verdampt blijft er meer zout over in zee  het wordt zwaarder en gaat zinken • Compensatiestromen  diep in zee  het water stroomt terug om voor het weggestroomde water te compenseren

  15. Klimaatzones Paragraaf 7

  16. Köppen klimaatsysteem • Wladimir Köppen bedacht in 1918 een systeem om klimaten (in het Duits) te classificeren aan de hand van: • Temperatuur • Neerslag • Vegetatie

  17. Mondiale klimaatgebieden volgens Köppen

  18. Basisregels • Hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer • Hoe verder van de kust, hoe groter het verschil tussen de zomer en de wintertemperatuur • Hoe verder van de kust, hoe droger • Hoe hoger, hoe kouder • Klimaten lopen geleidelijk in elkaar over

  19. Zeeklimaat vergeleken met landklimaat Wat zijn de verschillen en hoe kun je die verklaren?

  20. http://www.weernetwerk.nl/

  21. Köppen klimaatsysteem • Eerst een hoofdletter voor de hoofdgroep A = Tropische klimaten B = Droge klimaten C = Zeeklimaten D = Landklimaten E = Koude klimaten

  22. Köppen klimaatsysteem • B en E klimaten krijgen een extra hoofdletter: BS = Steppeklimaat (Steppe = steppe) BW = Woestijnklimaat (Wüste = woestijn) ET = Toendraklimaat (Tundra = toendra)  EF = Vorstklimaat (Frost = vorst)

  23. Köppen klimaatsysteem • De A, C en D klimaten krijgen een extra kleine letter die de aanwezigheid van een droge periode aangeeft: s = droge zomers (sommertrocken) w = droge winters (wintertrocken) f = geen droge periode (fehlt) m = moesson (monsun)

  24. Klimaatgebieden volgens Köppen Natuurlijke vegetatiezones Waardoor lijken ze zo op elkaar?

  25. Het reliëf • Klimaatgebieden worden niet alleen beïnvloed door de breedteligging • Het reliëf speelt ook een rol Loefzijde Lijzijde

  26. Invloed van de zee • Hoe zat dat ook alweer? • Klimaatsverschillen tussen Nederland en Rusland

  27. Moessons • Droge moesson = Lange droge periode (winter) • Natte moesson = regentijd met extreem veel neerslag (zomer)

  28. Moessons • Hoe werkt het? • De windrichting wisselt per half jaar • In de zomer is er boven het land een lage drukgebied en op zee een hoge drukgebied • In de winter precies andersom

  29. Moessons • Zomer • De vochtige, koele lucht van zee wordt het land op geblazen • Het land is heet, waardoor de lucht snel gaat stijgen • De steeds kouder wordende lucht kan zijn vocht niet meer vasthouden • Winter • Het water is nu warmer dan het land, waardoor het proces nu precies omgekeerd verloopt • http://nos.nl/video/210787-water-bedreigt-australische-stad-brisbane.html

  30. Klimaat in het geologischeverleden • Er is altijd een afwisseling geweest van interglacialen (warme perioden) en glacialen (koude perioden) • Glacialen worden ook wel ijstijden genoemd

More Related