1 / 136

tr anspo rt

hoofdstuk 3. tr anspo rt. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47. Conjuncties (vraag onderaan p. 47). help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47. Conjuncties (vraag onderaan p. 47) a. Nee, zodat geeft het gevolg aan en doordat geeft de oorzaak aan.

Download Presentation

tr anspo rt

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. hoofdstuk 3 transport

  2. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • Conjuncties (vraag onderaan p. 47)

  3. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • Conjuncties (vraag onderaan p. 47) a. Nee, zodat geeft het gevolg aan en doordat geeft de oorzaak aan.

  4. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • Conjuncties (vraag onderaan p. 47) a. Nee, zodat geeft het gevolg aan en doordat geeft de oorzaak aan. b. “Man of paard konden slechts geringe hoeveelheden van de zware ertsen vervoeren, daardoor nam de noodzaak het vervoer te verbeteren toe.” Nee, er is geen verschil in betekenis.

  5. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • Conjuncties • zodatgevolg • opdatdoel • daardooroorzaak • omdatreden

  6. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • Conjuncties • zodatgevolg • opdatdoel http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/629 • daardooroorzaak • omdatreden http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/598

  7. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47

  8. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 Antwoord: • Meestal niet: opdat wordt gebruikt in bijzinnen die een doel uitdrukken, en zodat in bijzinnen die een gevolg aangeven. • Alleen in bepaalde gevallen kan zowel opdat als zodat gebruikt worden.

  9. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 Antwoord: • Meestal niet: opdat wordt gebruikt in bijzinnen die een doel uitdrukken, en zodat in bijzinnen die een gevolg aangeven. • Alleen in bepaalde gevallen kan zowel opdat als zodat gebruikt worden. • Opm.: Het voegwoord opdat behoort (volgens de ANS) tot het formele taalgebruik; het woord komt niet vaak voor.

  10. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Er werd een nieuwe motie ingediend, _______ een kamerbeslissing kon worden geforceerd.”

  11. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Er werd een nieuwe motie ingediend, opdat een kamerbeslissing kon worden geforceerd. • Doel (“met het doel dat”, “teneinde dat”)

  12. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Er werd een nieuwe motie ingediend _______ een kamerbeslissing te forceren.” • Een andere manier om doel uit te drukken • Gewoner, minder formeel

  13. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Er werd een nieuwe motie ingediend om een kamerbeslissing te forceren.” • Een andere manier om doel uit te drukken • Gewoner, minder formeel

  14. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “De brand heeft de fabriek verwoest, ________ er voorlopig niet gewerkt kan worden.”

  15. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “De brand heeft de fabriek verwoest, zodat er voorlopig niet gewerkt kan worden.” • Gevolg (“met het gevolg dat”)

  16. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Zijn leraar gaf hem strafwerk, ____________ hij zou beseffen wat hij gedaan had.”

  17. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Zijn leraar gaf hem strafwerk, opdat hij zou beseffen wat hij gedaan had.” • doel (“met het doel dat”, “teneinde dat”) • “Zijn leraar gaf hem strafwerk, zodat hij zou beseffen wat hij gedaan had.” • gevolg (“met het gevolg dat”)

  18. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Zijn leraar gaf hem strafwerk, opdat/zodat hij zou beseffen wat hij gedaan had.” • Doel en gevolg zijn niet altijd hetzelfde; een doel is iets wat men met een bepaalde handeling nastreeft; een gevolg is (bijvoorbeeld) het daadwerkelijke resultaat van die handeling. Soms echter kan een doel gezien worden als een gewenst gevolg. Dan kan zowel opdat als zodat gebruikt worden

  19. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47

  20. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 Antwoord: • Nee. Omdat geeft een reden of een oorzaak aan; doordat geeft een oorzaak aan.

  21. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 Antwoord: • Nee. Omdat geeft een reden of een oorzaak aan; doordat geeft een oorzaak aan. • Opm.: Het onderscheid tussen omdat (= redengevend) en doordat (= oorzaakaanduidend) wordt in het hedendaagse taalgebruik niet meer scherp in acht genomen. Omdat kan nu zowel een reden als een oorzaak aangeven. Doordat kan alleen een oorzaak aangeven.

  22. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • oorzaak = omstandigheid die noodzakelijk en voldoende is om een zeker gevolg te hebben DOORDAT/ OMDAT • reden = datgene waarmee iemand zijn daden of zijn overtuiging motiveert OMDAT

  23. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Het feest kon niet doorgaan _____________ de kok ziek was geworden.”

  24. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Het feest kon niet doorgaan omdat/doordat de kok ziek was geworden.” • oorzaak (“door het feit dat”)

  25. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Er is een boete verschuldigd _____________ de betaling te laat is uitgevoerd.”

  26. help 3 hoofdstuk 3 transport  tekst p. 47 • “Er is een boete verschuldigd omdat de betaling te laat is uitgevoerd.” • reden (“om reden dat”, “aangezien”)

  27. help 3 hoofdstuk 3 transport  vocabulaire p.48 Open vragen

  28. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 1. ingrijpend

  29. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 1. ingrijpend 2. verwonderlijk

  30. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 1. ingrijpend 2. verwonderlijk 3. leidt

  31. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 1. ingrijpend 2. verwonderlijk 3. leidt 4. afzonderlijke

  32. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 1. ingrijpend 2. verwonderlijk 3. leidt 4. afzonderlijke 5. ontstaan

  33. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 1. ingrijpend 2. verwonderlijk 3. leidt 4. afzonderlijke 5. ontstaan 6. gering

  34. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 1. ingrijpend 2. verwonderlijk 3. leidt 4. afzonderlijke 5. ontstaan 6. gering 7. daardoor

  35. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 1. ingrijpend 2. verwonderlijk 3. leidt 4. afzonderlijke 5. ontstaan 6. gering 7. daardoor 8. kostbare

  36. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 9. Naarmate

  37. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 9. Naarmate 10. onhandig

  38. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 9. Naarmate 10. onhandig 11. ledematen

  39. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 9. Naarmate 10. onhandig 11. ledematen 12. allerlei

  40. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 9. Naarmate 10. onhandig 11. ledematen 12. allerlei 13. eis(en)

  41. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 9. Naarmate 10. onhandig 11. ledematen 12. allerlei 13. eis(en) 14. verbindt

  42. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 15. vrijwel

  43. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 15. vrijwel 16. omstandigheden

  44. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 15. vrijwel 16. omstandigheden 17. nodig heeft

  45. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 15. vrijwel 16. omstandigheden 17. nodig heeft 18. veroorzaakt

  46. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 15. vrijwel 16. omstandigheden 17. nodig heeft 18. veroorzaakt 19. besteedde

  47. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 15. vrijwel 16. omstandigheden 17. nodig heeft 18. veroorzaakt 19. besteedde 20. wezenlijk

  48. help 3 hoofdstuk 3 transport  vragen p.48 15. vrijwel 16. omstandigheden 17. nodig heeft 18. veroorzaakt 19. besteedde 20. wezenlijk 21. verschil

  49. help 3 hoofdstuk 3 transport  vocabulaire p.48 • Ik word een beetje ziek van die dijkbewoners die mijn mooie uitzicht wegkochten door op de dijk te gaan wonen en nu weer kankerenover een fabriek mijlenver van hun huis. • Het is tegenwoordig bon ton om te kankerenop de NMBS. Mensen, als u per se wil kankeren, doe het dan over een probleem met hoge maatschappelijke relevantie.

  50. help 3 hoofdstuk 3 transport  vocabulaire p.48 • Kankeren • Kankeren op • Kankeren over • [hevig klagen,mopperen]

More Related