1 / 26

Allergologie: er is meer dan antihistaminica Huub Willems 1-2-2011

Allergologie: er is meer dan antihistaminica Huub Willems 1-2-2011. Welke patient kunt u verwijzen naar de polikliniek allergologie?. Rhinitis +- astma Urticaria Angio-oedeem Voedingsallergie ë n Medicatiereacties Anafylaxie Eczeem. Rhinitis. Niet allergisch vs. Allergisch

linus
Download Presentation

Allergologie: er is meer dan antihistaminica Huub Willems 1-2-2011

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Allergologie: er is meer dan antihistaminica Huub Willems 1-2-2011

  2. Welke patient kunt u verwijzen naar de polikliniek allergologie? • Rhinitis +- astma • Urticaria • Angio-oedeem • Voedingsallergieën • Medicatiereacties • Anafylaxie • Eczeem

  3. Rhinitis • Niet allergisch vs. Allergisch • Diagnostiek anamnese, rhinoscopie en evt. Phadiatop / Alatop • Therapie met anti-H1 en nasaal steroïd

  4. Wanneer nu door te verwijzen? • Nadere diagnostiek: naar allergeen middels skintesten of nasale provocatietesten • Falen van therapie • Evt. toevoegen cromoglicinezuur of lokale antihistaminica • Leukotrieenantagonisten: Montelukast • Immuuntherapie • Subcutaan pre-seizoenaal, peranneaal • Oraal: graspollen

  5. Subcutane immuuntherapieCochrane Database 2009 • 51 randomized controlled trials • Reductie in symptomen • Reductie in medicatiegebruik • Verbetering PEF bij astma • Stijging specifiek IgG4 • Bijwerking: anafylaxie (3%)

  6. Astma • Via longarts • Veel astmatische symptomen tijdens hooikoortsseizoen • Op de polikliniek wordt spirometrie verricht en bronchiale histamine provocatietesten

  7. Urticaria • Acuut (< 6 weken ) • Allergisch: meestal bij atopici. M.n. door voeding, latex, inhalatieallergenen • Virale infectie • Fysische stimuli: inspanningsurticaria, drukurticaria, dermografie • Medicatie: morfine, aspirine/NSAID’s • Anderzins

  8. Urticaria • Chronisch (> 6 weken ) • Vrijwel nooit allergisch • Fysische stimuli: inspanningsurticaria, drukurticaria, dermografie • Immuungemedieerd: bv. bij anti-TPO antistoffen, parasitaire infectie, urticariële vasculitis (Muckle Wells syndroom, AHA, HUVS, Schnitzler). • Niet-immuun gemedieerd: voedingsintolerantie, medicatie, mastocytose • Indien aanwezig worden ze vaak beïnvloed door voeding of NSAID’s

  9. Urticaria • Therapie: • Anti-H1 • Anti-H2 • Topicale steroïden • Leukotrieen-antagonisten • Systemische steroïden • Ciclosporine of methotrexaat

  10. Wanneer te verwijzen: • Acuut: vrijwel nooit • Chronisch: ja • Analyse: oa • autologe serum skin test • anti-TPO antistoffen • Complement • paraproteïne

  11. Angio-oedeem • Vaak i.c.m. urticaria • Etiologie zeer divers: • Mestcel gemedieerd, al dan niet met anafylaxie • Allergisch • Niet-allergisch • NSAID gemedieerd • Bradykinine gemedieerd • ACE remmers, AT2 antagonisten • Hereditair • Verworven: auto-immuunziekte, lymfomen • Idiopathisch

  12. Therapie • Afhankelijk van de etiologie: • Antihistaminica • Steroïden • Epinefrine • C1 esterase inhibitor • Icatibant: bradykinine receptor-antagonist • Danazol

  13. Wanneer te verwijzen? • Indien er een verdenking is op een niet-allergische genese • Indien geen reactie op antihistaminica of steroïden • Indien twijfel over anafylaxie !!

  14. Voedingallergieën • IgE gemedieerd • Diagnostiek • anamnese • RAST • skintesten

  15. Voedingsallergieën • Allergisch: cellulair gemedieerd • Coeliakie • Anderszins • Niet-allergisch: • Intoleranties • Lactose • Sulfieten • Histamines • Salicylaten  dietiste

  16. Wanneer te verwijzen • Bij een reële verdenking op een IgE gemedieerde allergie of intolerantie, m.n. bij anafylaxie: • Diëtiste • Voorlichting • Epipen

  17. Medicatieallergie • Medicatiereacties: • Allergisch IgE gemedieerd (type I) • Allergisch anderszins • Type IV rash • Anderszins • Bijwerkingen • Idiosyncratisch (zoals angiooedeem na ACE-i)

  18. Wanneer te verwijzen • Diagnostiek: • Anamnese • Skintesten • Provocatietesten, evt. op IC • Antibiotica-allergie • NSAID overgevoeligheid • Desensibilisatie • Peri-operatieve reacties

  19. Anafylaxie • Definitie: systemische reactie, IgE gemedieerd (wesp, bij, pinda’s etc.) • Echter er zijn ook anafylactoide reacties • Mestcelgemedieerd doch niet via IgE geactiveerde mestcellen • Doorverwijzen !!

  20. Raynaud polikliniek • Fenomeen van Raynaud: • Primair • Secundair

  21. Secundaire Raynaud • Kan optreden bij • systeemsclerose (sclerodermie) • SLE • MCTD • UCTD • Dermatomyositis • Kenmerkt zich door nagelriemafwijkingen

  22. normaal systeemsclerose

  23. Waarom is het onderscheid belangrijk? • Primair: minder complicaties dan secundair • Secundair: kan een vroege manifestatie zijn van een systeemziekte. • Tijdige behandeling is mogelijk van het Raynaud fenomeen en eventueel van de systeemziekte. • NB tot 20% van de patiënten met een primair Raynaud fenomeen blijkt toch een secundair Raynaud fenomeen te krijgen !

  24. Plan: • aanmelding Raynaud polikliniek via Zorgdomein • Vooraf ANA • Tijdens eerste poliklinische bezoek nagelriemmicroscopie • Afhankelijk van uitslagen therapie, aanvullende diagnostiek en follow-up.

More Related