1 / 54

Paulus' eerste brief aan Korinthe (15)

Paulus' eerste brief aan Korinthe (15). 24 oktober 2013 Bodegraven. voorgaande keer (hoofdstuk 8) het eten van afgodenoffers: bevoegd, jazeker; liefde denkt aan de anders' belang en daarom... = afzien van recht en bevoegdheid. hfst. 8. hfst. 9. 1Korinthe 9. 1 Ben ik niet vrij?

Download Presentation

Paulus' eerste brief aan Korinthe (15)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Paulus' eerste brief aan Korinthe (15) 24 oktober 2013 Bodegraven

  2. voorgaande keer (hoofdstuk 8) • het eten van afgodenoffers: • bevoegd, jazeker; • liefde denkt aan de anders' belang • en daarom... = afzien van recht en bevoegdheid hfst. 8 hfst. 9

  3. 1Korinthe 9 1Ben ik niet vrij? Ben ik geen apostel? Heb ik niet Jezus, onze Here, gezien? Zijt gij niet mijn werk in de Here? = jullie wel en ik niet?

  4. 1Korinthe 9 1Ben ik niet vrij? Ben ik geen apostel? Heb ik niet Jezus, onze Here, gezien? Zijt gij niet mijn werk in de Here? niet één van "de twaalf" MAAR... "het allerlaatst ook aan mij verschenen" (15:8)

  5. 1Korinthe 9 1Ben ik niet vrij? Ben ik geen apostel? Heb ik niet Jezus, onze Here, gezien? Zijt gij niet mijn werk in de Here? = het werk van de Heer door mij zie 15:10,58

  6. 10 Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, DOCH NIET IK, maar de genade Gods, die met mij is. -1Korinthe 15-

  7. 1Korinthe 9 2 Indien ik voor anderen geen apostel ben, voor u toch zeker wel; want het zegel op mijn apostelschap zijt gij in de Here.

  8. 1Korinthe 9 2Indien ik voor anderen geen apostel ben, voor u toch zeker wel; want het zegel op mijn apostelschap zijt gij in de Here.

  9. 1Korinthe 9 3Ditis mijn verdediging tegen hen, die zich een oordeel over mij aanmatigen. = het voorgaande

  10. 1Korinthe 9 4 Hebben wij geen bevoegdheid om te eten en te drinken? .... (ellips)= van anderen

  11. 1Korinthe 9 5 Hebben wij geen bevoegdheid om een zuster als vrouw mede te nemengelijk ook de andere apostelen en de broeders des Heren en Kefas? om samen support te ontvangen

  12. 1Korinthe 9 5Hebben wij geen bevoegdheid om een zuster als vrouw mede te nemen gelijk ook de andere apostelen en DE BROEDERS DES HERENen Kefas?

  13. 3Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria, en de broeder van JAKOBUS en Jozef en JUDASen Simon? En behoren zijn zusters hier niet bij ons? -Marcus 6- schrijvers van de gelijknamige brieven

  14. 1Korinthe 9 5Hebben wij geen bevoegdheid om een zuster als vrouw mede te nemen gelijk ook de andere apostelen en de broeders des Heren en KEFAS?

  15. 14En Jezus kwam in het huis van Petrus en zag diens schoonmoedermet koorts te bed liggen. -Matteüs 8-

  16. 1Korinthe 9 6 Of hebben alleen ik en Barnabas geen bevoegdheid om vrij te blijven van handenarbeid? lett. niet te werken?

  17. 1Korinthe 9 7 Wie doet ooit dienst in het leger en betaalt zijn eigen soldij? Wie plant een wijngaard zonder van de vrucht daarvan te eten? Of wie weidt een kudde en geniet niet van de melk der kudde? 1. de evangelist als soldaat

  18. 4Tijdens de veldtocht wordt geen soldaat gemoeid in de zorg voor zijn onderhoud; hij heeft slechts hem te voldoen, door wie hij aangeworven is. -2Timotheüs 2-

  19. 1Korinthe 9 7Wie doet ooit dienst in het leger en betaalt zijn eigen soldij? Wie plant een wijngaard zonder van de vrucht daarvan te eten? Of wie weidt een kudde en geniet niet van de melk der kudde? 2. de evangelist als planter zie ook Deut.20:6

  20. 6Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de wasdom. -1Korinthe 3-

  21. 1Korinthe 9 7Wie doet ooit dienst in het leger en betaalt zijn eigen soldij? Wie plant een wijngaard zonder van de vrucht daarvan te eten? Of wie weidt een kudde en geniet niet van de melk der kudde? 3. de evangelist als herder

  22. 28Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. -Handelingen 20-

  23. 1Korinthe 9 8 Spreek ik hier soms van menselijk standpunt, of spreekt ook de wet niet van deze dingen?

  24. 1Korinthe 9 9 Want in de wet van Mozes staat geschreven: "Gij zult een dorsende os niet muilbanden." Bemoeit God Zich soms met de ossen? Deuteronomium 25:4

  25. 1Korinthe 9 9Want in de wet van Mozes staat geschreven: "Gij zult een dorsende os niet muilbanden." Bemoeit God Zich soms met de ossen? de graankorrel van de aar ontdoen:dorsen en wannen

  26. 1Korinthe 9 9Want in de wet van Mozes staat geschreven: "Gij zult een dorsende OS niet muilbanden." Bemoeit God Zich soms met de ossen? = gecastreerde stier

  27. 17 De oudsten, die goede leiding geven, komt dubbel eerbewijs toe, vooral hun, die zich belasten met prediking en onderricht. 18 Immers, de Schrift zegt: Gij zult een dorsende os niet muilbanden, en: De arbeider is zijn loon waard. -1Timotheüs 5-

  28. 1Korinthe 9 9Want in de wet van Mozes staat geschreven: "Gij zult een dorsende os niet muilbanden."Bemoeit God Zich soms met de ossen?

  29. 1Korinthe 9 10 Of zegt Hij dit in elk geval om onzentwil? Ja, om onzentwil werd het geschreven, omdat de ploeger moet ploegen in hope, en wie dorst moet dorsen in de hoop zijn deel te ontvangen.

  30. 1Korinthe 9 10Of zegt Hij dit in elk geval om onzentwil? Ja, om onzentwil werd het geschreven, omdat de ploeger moet ploegen in hope, en wie dorst moet dorsen in de hoop zijn deel te ontvangen. lett.zou ploegen op verwachting

  31. 1Korinthe 9 10Of zegt Hij dit in elk geval om onzentwil? Ja, om onzentwil werd het geschreven, omdat de ploeger moet ploegen in hope, en wie dorst moet dorsen in de hoop zijn deel te ontvangen. lett.op verwachting

  32. 1Korinthe 9 11 Indien wij het zijn, die voor u het geestelijke gezaaid hebben, is het dan te veel, dat wij van u het stoffelijke zouden oogsten? aorist = tijdloos

  33. 1Korinthe 9 11 Indien wij het zijn, die voor u het geestelijke gezaaid hebben, is het dan te veel, dat wij van u het stoffelijke zouden oogsten? > is het geestelijke niet veel meer dan het vleselijke?

  34. 1Korinthe 9 12 Indien anderen deel hebben aan de bevoegdheid over u, wij niet veel meer?... arbeiders die door de Korinthiërsgesupport werden

  35. 1Korinthe 9 12Indien anderen deel hebben aan de bevoegdheid over u, wij niet veel meer? Doch wij hebben van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt, maar wij verdragen alles om geen hindernis voor het evangelie van Christus op te werpen.

  36. 1Korinthe 9 12.... Doch wij hebben van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt, maar wij verdragen alles om geen hindernis voor het evangelie van Christus op te werpen.

  37. 1Korinthe 9 13 Weet gij niet, dat zij, die in het heiligdom de dienst verrichten, van het heiligdom eten, en zij, die het altaar bedienen, hun deel ontvangen van het altaar? lett. in heilige [dingen]

  38. 1Korinthe 9 13Weet gij niet, dat zij, die in het heiligdom de dienst verrichten, van het heiligdom eten, en zij, die het altaar bedienen, hun deel ontvangen van het altaar? = de Levieten

  39. 1Korinthe 9 13Weet gij niet, dat zij, die in het heiligdom de dienst verrichten, van het heiligdom eten, en zij, die het altaar bedienen, hun deel ontvangen van het altaar? lett. uit het heiligdomd.w.z. afgestaan voor het heiligdom

  40. 1Korinthe 9 13Weet gij niet, dat zij, die in het heiligdom de dienst verrichten, van het heiligdom eten, en zij, die het altaar bedienen, hun deel ontvangen van het altaar? = de priesters

  41. 1Korinthe 9 14 Zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld, dat zij van het evangelie leven. lett. schrijft voor (aorist)

  42. 1Korinthe 9 14Zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld, dat zij van het evangelie leven.

  43. 1Korinthe 9 15Ik voor mij heb hiervan echter niet het minste gebruik gemaakt. Dit schrijf ik echter niet, opdat het zo op mij toegepast zou worden, want het ware mij beter te sterven dan. Neen, mijn roem zal niemand verijdelen!

  44. 1Korinthe 9 15Ik voor mij heb hiervan echter niet het minste gebruik gemaakt. Dit schrijf ik echter niet, opdat het zo op mij toegepast zou worden, want het ware mij beter te sterven dan. Neen, mijn roem zal niemand verijdelen! alsof de Korinthiërs hem zouden moeten supporten

  45. 1Korinthe 9 15Ik voor mij heb hiervan echter niet het minste gebruik gemaakt. Dit schrijf ik echter niet, opdat het zo op mij toegepast zou worden, want het ware mij beter te sterven dan. Neen, mijn roem zal niemand verijdelen!

  46. 1Korinthe 9 16 Want indien ik het evangelie verkondig, heb ik geen stof tot roemen. Immers ik ben ertoe genoodzaakt. Want wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig!

  47. 1Korinthe 9 16Want indien ik het evangelie verkondig, heb ik geen stof tot roemen. Immers ik ben ertoe genoodzaakt. Want wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig!

  48. 1Korinthe 9 17 Want doe ik dit gewillig, dan heb ik aanspraak op loon; maar doe ik het niet uit eigen beweging, de taak blijft mij toch opgedragen. = uit eigen beweging

  49. 1Korinthe 9 17Want doe ik dit gewillig, dan heb ik aanspraak op loon; maar doe ik het niet uit eigen beweging, de taak blijft mij toch opgedragen. = ik doe slechts wat me is opgedragen

  50. 1Korinthe 9 18 Wat is dan mijn loon? Dit: door mijn evangelieprediking het evangelie om niet te mogen brengen, en zo van mijn bevoegdheid als evangelieprediker geen gebruik te maken.

More Related