1 / 34

Het oog

Het oog. Het oog. Met het oog kunnen we waarnemingen doen in het zichtbare gebied van het elektromagnetisch spektrum. Het oog verandert lichtstralen in elektrische signalen De hersenen “maken” van deze signalen een beeld Lichtstralen moeten precies op het netvlies achter in het oog vallen

hanae-ross
Download Presentation

Het oog

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Het oog

  2. Het oog • Met het oog kunnen we waarnemingen doen in het zichtbare gebied van het elektromagnetisch spektrum. • Het oog verandert lichtstralen in elektrische signalen • De hersenen “maken” van deze signalen een beeld • Lichtstralen moeten precies op het netvlies achter in het oog vallen • De lichtstralen worden afgebogen door de lens.

  3. Er is een heel groot gebied van straling. Wij zien met ons oog maar een klein deel van het spectrum. Dit komt overeen met het stukje van het spectrum dat onze zon voornamelijk uitzendt. Het spectrum

  4. Het oog Het oog heeft de vorm van een bol met een diameter van ongeveer 2 cm. Het oog bestaat uit de volgende onderdelen. • Netvlies. De achterzijde van het oog is bedekt met het netvlies. Deze bestaat uit lichtgevoelige cellen.

  5. Hoornvlies • Hoornvlies. Het hoornvlies is een doorzichtige schijf met een gebogen oppervlakte en werkt als een bolle lens.

  6. Pupil • Pupil. Je pupil is een gat in de iris. Hierdoor valt het licht naar binnen. Hij is groot bij weinig licht en klein bij veel licht • Je pupil regelt de lichtsterkte

  7. Ooglens • Ooglens. Kapsel, gevuld met een geleiachtige massa. Je ooglens zorgt ervoor dat je een scherp beeld kunt maken.

  8. Kringspier • Kringspier. De bolling van de ooglens kan veranderd worden door de kringspier

  9. Oogzenuw • Oogzenuw. Zorgt voor transport van informatie naar de hersenen.

  10. Gele vlek • Gele vlek (v).De gele vlek bezit een maximum aan kegelcellen (vooral voor kleuren) en staafcellen (geringe lichtsterkte geen kleuren).

  11. Blinde vlek • Blinde vlek V. Hier bevinden zich geen lichtgevoelige cellen. Hier gaat de oogzenuw naar de hersenen

  12. Adaptatie en accommodatie • Aanpassen oog:- adaptatie, lichtintensiteitregeling met de pupil.-accommodatie, aanpassing van de lens aan de afstand waarop een voorwerp zich bevindt.

  13. Accommodatie • Accommodatie is de toename van de sterkte van de ooglens door samentrekking van de oogspier. • Het vertepunt is de plaats waar ons oog een voorwerp zonder accommodatie nog scherp kan waarnemen. (Oog is geheel ontspannen) • Het nabijheidspunt is de plaatswaar het oog met maximale inspanning nog een voorwerp kan waarnemen. (ongeveer op 25 cm)

  14. Bijziendheid • dichtbij goed zicht • verweg niet scherp • lenzen blijven te bol (ooglens te elastisch) of de lengte van de oogbol is te groot. • Oplossing: bril met negatieve glazen.

  15. Verziendheid • ver goed zicht • dichtbij niet scherp • ooglens wordt niet bol genoeg (ooglens niet elastisch genoeg) of de oogbol is te kort. • Oplossing: bril met positieve glazen.

  16. Ouderdomsverziendheid • Lenzen worden niet bol genoeg door slijtage van kringspier en ooglens. Daardoor kan je minder gemakkelijk lezen. • Oplossing: bril met positieve glazen (leesbril)

  17. netvlies licht oogzenuw zenuwcel schakelcel kegeltje staafje Bouw van het netvlies • In het netvlies liggen zintuigcellen: staafjes en kegeltjes

  18. Staafjes en kegeltjes • Bij werking van de staafjes en kegeltjes spelen de lichtgevoelige pigmenten een belangrijke rol • Door licht wordt pigment afgebroken • Door afbraak ontstaan impulsen • Pigment wordt daarna weer aangemaakt • Dan is pigment even niet gevoelig voor licht

  19. Staafjes Zien van contrast Lage drempelwaarde: weinig licht nodig om een impuls op te wekken dus met name bij zien in het donker Meerdere staafjes zijn verbonden met 1 zenuwcel Liggen verspreid over het hele netvlies, alleen niet in gele vlek en blinde vlek Kegeltjes Zien van kleur Hoge drempelwaarde: veel licht nodig om een impuls op te wekken dus niet in donker In gele vlek is elk kegeltje apart verbonden met 1 zenuwcel Liggen er veel van in de gele vlek Staafjes en kegeltjes

  20. Vraag • Als je ‘s avonds een lichtzwakke ster wilt zien, dan moet je er niet recht naar toe kijken, maar er net naast. Waarom is dat? • Antwoord: omdat je staafjes nodig zijn om bij weinig licht wat te zien en die liggen niet centraal, maar meer aan de zijkant van het netvlies.

  21. Diepte zien Het beeld van linkergedeelte van linkeroog en linkergedeelte van rechteroog (dat wat dus rechts gezien wordt) gaat naar je linker gezichtscentrum. Het beeld van het rechtergedeelte van je rechteroog en het rechtergedeelte van je linkeroog (dat wat dus links gezien wordt) gaat naar je rechter gezichtscentrum.

  22. Je ogen bedrogen…..

  23. Kijk naar de zwarte stip. Na een tijdje lijkt de grijze cirkel te krimpen.

  24. Zoek de baby

  25. Kijk naar het zwarte puntje in het midden en beweeg je hoofd van voren naar achteren

  26. Welke middelste cirkel is groter?

  27. Kijk 30 seconden naar de blauwe vis en dan naar de zwarte stip

  28. Hoeveel poten heeft deze olifant?

  29. Heks of prinses?

More Related