1 / 28

Nicole Fasquelle , Saskia Weemaes Secrétariat CEV – Secretariaat SCvV

fagan
Download Presentation

Nicole Fasquelle , Saskia Weemaes Secrétariat CEV – Secretariaat SCvV

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Demi-journée d’études IBFP - 29 juin 2009“Après la crise: quelles nouvelles stratégies pour faire face au coût budgétaire du vieillissement?”Halve studiedag BIOF – 29 juni 2009“Na de crisis: welke nieuwe strategie om de budgettaire kosten van de vergrijzing op te vangen?”Le coût budgétaire du vieillissement réactualisé en contexte de crise: Méthodologie, hypothèses et perspectives Herramingen van de budgettaire kosten van de vergrijzing in het licht van de crisis: Methodologie, hypothesen en vooruitzichten Nicole Fasquelle, SaskiaWeemaes Secrétariat CEV – SecretariaatSCvV

  2. Structure – Inhoud • Introduction – Inleiding • Méthodologie – Methodologie • Hypothèses – Hypothesen • De arbeidsmarkt – Le marché du travail • De budgettaire kosten van de vergrijzing – Le coût budgétaire du vieillissement • Gevoeligheidsanalyses – Analyses de sensibilité • De sociale gevolgen – Les conséquences sociales

  3. 1. Introduction • En 1987, suite à une demande gouvernementale, le Bureau fédéral du Plan élabore le système de modèles MALTESE dans le but de fournir une estimation des dépenses sociales à très long terme dans un contexte de finances publiques globales. De 1987 à 2001, ce système de modèles MALTESE est utilisé à de nombreuses reprises, soit d’initiative soit dans un cadre d’aide à la décision gouvernementale (notamment pour tester les impacts de différentes réformes des pensions en Belgique: 1990, 1996). • En 2001, loi portant garantie d’une réduction continue de la dette publique et création d’un Fonds de vieillissement:  création du Comité d’étude sur le vieillissement: rapport annuel sur les conséquences budgétaires et sociales du vieillissement (estimation du coût budgétaire du vieillissement et études spécifiques) - secrétariat technique et administratif assuré par le Bureau fédéral du Plan - premier rapport en 2002 • Au niveau international, l’Ageing Working Group, créé en décembre 1999 par le Comité de Politique Economique de la Commission européenne, réalise des exercices internationaux de projection de long terme des dépenses sociales où chaque pays fournit ses estimations pour les dépenses de pensions selon des hypothèses communes (système de modèles MALTESE du Bureau fédéral du Plan pour la Belgique).

  4. 2. MéthodologieMALTESE -Model for Analysis of Long-Term Evolution of Social Expenditure • Système de modèles mécaniques permettant d’obtenir le coût budgétaire du vieillissement dans un contexte global de finances publiques • Projection de référence réalisée à législation et politique inchangées • Des perspectives à vocation exploratoire jusque 2060

  5. 2. Méthodologie (suite)MALTESE -Model for Analysis of Long-Term Evolution of Social Expenditure • Système de modèles: un modèle central avec de nombreux modèles périphériques axés sur la modélisation des dépenses sociales • selon leurs modes de calcul (législation) • par régime, sexe et âge • nombre de bénéficiaires: nouveaux et autres • allocations moyennes: plafond salarial, minima, règles d’indexation… • excepté pour les dépenses de soins de santé: • soins de long terme: modèle hiérarchique avec des probabilités • soins aigus: équation économétrique avec des déterminants démographiques et non-démographiques (profils observés de dépenses de santé par tête, âge et sexe, perspectives de population, indicateur de l’effet de la structure de la population sur les dépenses de santé, PIB par tête)

  6. 2. Méthodologie (suite)MALTESE -Model for Analysis of Long-Term Evolution of Social Expenditure Perspectives de population par sexe et âge Catégories socio-économiques par sexe et groupe d’âge Projection macroéconomique (productivité, emploi, PIB) Dépenses par branche Nombre de bénéficiaires Montant moyen Dépenses de soins de santé aigus Dépenses de soins de long terme Coût budgétaire du vieillissement (CEV) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Comptes des sous-secteurs publics

  7. 3. Les hypothèses: une large incertitude

  8. 3. Les hypothèsesLe scénario macroéconomique à moyen terme • Les hypothèses à moyen terme • Crise marquée en 2009 (PIB: -3,8%) • Croissance nulle en 2010 • Et après? Scénario basé sur un ensemble d’études analysant les effets des crises financières passées: • Les taux de croissance du PIB au cours des 10 années qui suivent la fin des crises ne sont pas différents, en moyenne, des taux de croissance des 10 années qui précédent la crise. • Le niveau de l’output potentiel est altéré de manière permanente (pas de rattrapage).

  9. 3. Les hypothèsesLes scénarios macroéconomiques à long terme • Un nouveau modèlemacroéconomique de long terme (S3BE), développé par le Bureau fédéral du Plan Si les prix relatifs et la para-fiscalité ne se modifient pas, à long terme, la croissance de l’emploi est donnée par l’évolution de la population active et celle de la productivité du travail par la productivité totale des facteurs qui est exogène.

  10. 3. Les hypothèses Les scénarios macroéconomiques à long terme • Les hypothèses de long terme • 3 scénarios de croissance de la productivité: • référence 1,50% • scénario 1,25% • scénario 1,75% Taux de chômagestructurel de long terme: 8%

  11. 3. Les hypothèses Les scénarios macroéconomiques à long terme Déterminants de la croissance à long terme, taux de croissanceannuelmoyen en %

  12. 4. De arbeidsmarkt4.1. Werkgelegenheidsgraad in het referentiescenario van 2009 in vergelijking met de SCvV-projecties van 2008(in % van de bevolking van 15-64 jaar)

  13. 4. De arbeidsmarkt4.2. Globale werkgelegenheidsgraad en werkgelegenheidsgraad van 55-plussers in het referentiescenario van 2009 (in % van de bevolking van respectievelijk 15-64 jaar en 55-64 jaar)

  14. 4. De arbeidsmarkt4.3. Werkloosheidsgraad en aantal werklozen (beiden inclusief oudere werklozen) in het referentiescenario van 2009 in vergelijking met de SCvV-projecties van 2008

  15. 5. De budgettaire kosten van de vergrijzing5.1. Opwaartse herziening van de kosten Tussen 2008 en 2060: opwaartseherziening met 2,3 procentpunt van hetbbptenopzichte van de SCvV-projecties van mei 2008 • Impact van de economischecrisis: 1,2 procentpunt van hetbbp • Impact van de neerwaartseherziening van de hypothese over de productiviteitsgroei (1,50 tegenover 1,75): 0,9 procentpunt van hetbbp • Verlenging van de projectieperiodetot 2060: 0,2 procentpunt van hetbbp => Budgettairekosten van de vergrijzing : 8,2 % van hetbbptussen 2008 en 2060

  16. 5. De budgettaire kosten van de vergrijzing5.2. De toename van de sociale uitgaven tussen 2008 en 2014 en tussen 2008 en 2060 in % van het bbp - Referentiescenario

  17. 5. De budgettaire kosten van de vergrijzing5.3. Verklarende factoren van de pensioenuitgaven Werkgelegenheids-graad Vergrijzing Benefitratio Pensioneringsgraad

  18. 5. De budgettaire kosten van de vergrijzing5.4. Verklarende factoren van de pensioenuitgaven in gemiddelde jaarlijkse groeivoeten - Referentiescenario

  19. 5. De budgettaire kosten van de vergrijzing5.5. in het laag en het hoog productiviteitsscenario in vergelijking met het referentiescenario - in % van het bbp

  20. 6.Gevoeligheidsanalyses6.1. minder welvaartsaanpassingen Resultatenbijongewijzigdbeleid, dus in de veronderstellingdat wet op generatiepactwordtuitgevoerd tot 2060. Maar: beperking in de wet: “Ditadvies [van de sociale partners aan de regeringomtrent de financiëleenveloppevoorwelvaartsaanpassingen, n.v.d.r.] houdtrekening met de ontwikkeling van de werkgelegenheidsgraad, de noodzaak tot eenduurzaamfinancieelevenwicht in de socialezekerheid (...). Daarbijwordtookaandachtbesteedaan de economischegroei, (...).” 1 • Kan van toepassingzijn in huidigeeconomischetoestand • Daarom: gevoeligheidsanalyse met minder welvaartsaanpassingen (terugkeernaarSCvV-hypothesen van vóór het generatiepact met loskoppelingtussenloonevolutie en welvaartsaanpassingen) 1. Wet op het generatiepact van 23 december 2005, artikel 5 (voorzelfstandigen) en artikel 72 (voorwerknemers)

  21. 6. Gevoeligheidsanalyses6.2. De budgettaire kosten van de vergrijzing in de gevoeligheidsanalyse met minder welvaartsaanpassingen in vergelijking met het referentiescenario - in % van het bbp Dus lagere budgettaire kosten. Maar ! Minder wenselijk op vlak van sociale houdbaarheid: leidt tot sterkere daling van de vervangingsratio.

  22. 6.Gevoeligheidsanalyses6.3. meer werkgelegenheid Driepijlerstrategie van Europa: • Overheidsschuld afbouwen (prefinanciering) • Werkgelegenheidsgraad opkrikken • Pensioen- en gezondheidszorgstelstels hervormen • piste van de werkgelegenheidsverhoging onderzocht • Zuiver technische oefening (verhoging oudere werkgelegenheidsgraad met 14 pctpt van 48,9% tot 62,9%, wat leidt tot daling structurele werkloosheidsgraad van 8% naar 6,5%)

  23. 6. Gevoeligheidsanalyses6.4. Werkgelegenheidsgraad en budgettaire vergrijzingskosten in de gevoeligheidsanalyse met meer werkgelegenheid in vergelijking met het referentiescenario

  24. 7. De sociale gevolgen van de vergrijzingOnderzoek naar de toereikendheid van de pensioenen via prospectieve benadering (model MIDAS van het FPB) - [bruto gegevens] – Evolutie van het armoederisico

  25. 7. De sociale gevolgen van de vergrijzingOnderzoek naar de toereikendheid van de pensioenen via prospectieve benadering (model MIDAS van het FPB) - [bruto gegevens] Armoederisico Sterkedalingarmoederisico van gepensioneerden tot 2030, daarna +/- stabiel • Toenemendeactiviteitsgraadvrouwen • Sterkeverhogingensindseind 2006 van IGO (+14% op 1/12/2006) en minimumrecht per loopbaanjaar (+17% op 1/10/2006, +2% op 1/9/2007) Beideeffectenwerken tot +/- 2030; daarnaspeeltloskoppelingtssloongroei en aanpassing van de minima (leidt tot stijgingarmoederisico) maarwordtgecompenseerd door toenemendgewicht van de pensioenen in het totaleinkomenwaarop de armoededrempelberekendwordt (dusarmoededrempelgroeitnietechtsnellerdan de pensioenen)

  26. BESLUIT (I) Referentiescenario (1,50): opwaartseherziening van de budgettairekosten van de vergrijzing (BKV) (periode 2008-2060) met 2,3 procentpunt van hetbbptenopzichte van de SCvV-projecties van mei 2008 door: • economischecrisis (1,2 pcpt) • neerwaartseherziening van de hypothese over de productiviteitsgroei (1,50 tegenover 1,75): (0,9 pcpt) • verlenging van de projectieperiodetot 2060 (0,2 pcpt) => BKV = 8,2% van hetbbp (periode 2008-2060) Alternatievescenario’s: • 1,25-scenario: BKV +1,2 pcpt • 1,75-scenario: BKV – 1,2 pcpt Gevoeligheidsanalyses: • Minderwelvaart: BKV -0,9 pcpt • Meerwerkgelegenheid: BKV -1,2 pcpt

  27. BESLUIT (II)Overzicht van de budgettaire kosten van de vergrijzing in het referentiescenario, in het laag en hoog productiviteitsscenario, in de gevoeligheidsanalyses – in % van het bbp

  28. BESLUIT (III) Daling van het armoederisicobijgepensioneerden door • Toenemendeactiviteitsgraadvrouwen • Sterkeverhogingensindseind 2006: • IGO :+14% op 1/12/2006 • minimumrecht per loopbaanjaar :+17% op 1/10/2006 ,+2% op 1/9/2007 Maar ! Weldalendevervangingsratio over volledigeprojectieperiode door loskoppelingtssloonevolutie en welvaartsaanpassingen van minima en loongrenzen (maarwordtbijvrouwen tot +/- 2020 gecompenseerd door verhogingen minima en minimumrecht per loopbaanjaar en door verlengingloopbaan => lichtestijging)

More Related