700 likes | 891 Views
Inleiding. H1: Basiskenmerken. H2: Fin. calculatie. H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen. Investeringsanalyse. Investeringsanalyse. Inleiding. Inleiding. H1: Basiskenmerken. H2: Fin. calculatie. H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen. projectverantwoordelijke.
E N D
Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen Investeringsanalyse
Investeringsanalyse Inleiding Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen projectverantwoordelijke manager
vervanging expansie modernisering strategisch 1. Basiskenmerken van een investering Doel van een investering: Inleiding H1: Basiskenmerken 1.1. Horizon 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. 1.4. Nood actualis. H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen
min {fysische, economische en productlevensduur} ll horizon 1.1. De horizon Inleiding H1: Basiskenmerken 1.1. Horizon 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. 1.4. Nood actualis. H2: Fin. calculatie 0 tijd H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen NU
Vrij onzeker o.w.v. • Externe factoren: • Interne factoren: 1.2. De inkomstenstroom Inleiding H1: Basiskenmerken horizon 1.1. Horizon 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. 1.4. Nood actualis. H2: Fin. calculatie 0 tijd H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen concurrentie, marktvraag, regelgeving,… # shifts, # overuren, gamma, seriegrootte,…
Vrij zeker: 1.3. De uitgavenstroom Inleiding H1: Basiskenmerken horizon 1.1. Horizon 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. 1.4. Nood actualis. H2: Fin. calculatie 0 tijd H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen catalogi, beurzen, internet, leveranciers,…
netto kasstroom = inclusief belastingen Opmerking 1 Inleiding H1: Basiskenmerken 1.1. Horizon 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. 1.4. Nood actualis. H2: Fin. calculatie 0 tijd H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen bruto kasstroom belasting = belastingsvoet x (inv.opbrengsten – inv.kosten)
bepaalt de kasstroom bepaalt de winst Opmerking 1 inkomsten opbrengsten Inleiding H1: Basiskenmerken Contante verkoop 1.1. Horizon Aangaan lening Verkoop op krediet Belastings- vermindering 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. 1.4. Nood actualis. H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Personeels- kosten Oefeningen Terugbetaling lening Afschrijvingen Extra belasting uitgaven kosten
Opmerking 2 34% van de interest betaald op lening wordt gerecupereerd! Inleiding H1: Basiskenmerken 1.1. Horizon 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. 1.4. Nood actualis. +10 H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen -6,6 +3,4 Gerecupereerd: 34% van 10 =
Niet-kwantificeerbare voordelen Niet-kwantificeerbare nadelen + + Opmerking 3: Inleiding H1: Basiskenmerken 1.1. Horizon 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. Inkomstenstroom Uitgavenstroom 1.4. Nood actualis. H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen
= ≠ 100 102 100 100 i = 2% i 0 1 jaar 0 1 jaar i i i i 0 1 jaar 2 0 1 jaar 2 1.4. De noodzaak van actualisatie Inleiding H1: Basiskenmerken 1.1. Horizon 1.2. Inkomstenstr. 1.3. Uitgavenstr. 1.4. Nood actualis. Beste? H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen
2. Financiële calculatie Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie 2.1. Samengest. i. 2.2. Actualisatie 2.3. Annuïteit 2.4. Inflatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen
i % K1 i % jaar 2 2 n 0 1 jaar Kn-1 Kn=K0(1+i)n i % jaar n n-1 n 0 1 jaar 2.1. Samengestelde interest K0 K1=K0+iK0=K0(1+i) Inleiding H1: Basiskenmerken jaar 1 H2: Fin. calculatie 2.1. Samengest. i. 2 n 0 1 jaar 2.2. Actualisatie K2=K1+iK1=K1(1+i)=K0(1+i)2 2.3. Annuïteit 2.4. Inflatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen Kn=Kn-1+iKn-1=Kn-1(1+i)=K0(1+i)n
Kn i % n 0 1 jaar 2.2. Actualisatie K0 Kn=Kn-1+iKn-1=Kn-1(1+i)=K0(1+i)n Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie i % 2.1. Samengest. i. 2.2. Actualisatie n 0 1 jaar 2.3. Annuïteit dus 2.4. Inflatie H3: Beoordelingscrit. K0=Kn/(1+i)n Uitgewerkte vbn. Oefeningen
PVa € 1 € 1 € 1 2.3. Annuïteit Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie 2.1. Samengest. i. 2.2. Actualisatie 2.3. Annuïteit A A A 2.4. Inflatie H3: Beoordelingscrit. i % Uitgewerkte vbn. ….. Oefeningen 2 n 1 jaar
FVa € 1 € 1 € 1 2.3. Annuïteit Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie 2.1. Samengest. i. 2.2. Actualisatie 2.3. Annuïteit A A A 2.4. Inflatie H3: Beoordelingscrit. i % Uitgewerkte vbn. ….. Oefeningen n-1 n 1 jaar
1,5 € 1,65 € Inflatie = 10% 2.4. Inflatie Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie 2.1. Samengest. i. 2.2. Actualisatie 2 0 1 2.3. Annuïteit jaar 2.4. Inflatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Oefeningen
0,16 x 1,02 2 x 1,023 Bvb: besparing = 4375 kWh x 0,16 EUR/kWh = 700 EUR Bvb: extra omzet = 250 st x 2 EUR/st = 500 EUR 50 x 1,022 Bvb: onderhoud = 6 u x 50 EUR/u = 300 EUR Bvb: uitgaven voor aanpassingswerken 2.4. Inflatie Inleiding H1: Basiskenmerken x 1,02 700 H2: Fin. calculatie x 1,023 500 2.1. Samengest. i. Inflatie 2% 2.2. Actualisatie 2.3. Annuïteit 2.4. Inflatie 3 2 jaar 0 1 H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. 300 x 1,022 Oefeningen 1 000
i = 5% K0 = -144,7 2.4. Inflatie Inleiding H1: Basiskenmerken x 1,02 700 H2: Fin. calculatie x 1,023 500 2.1. Samengest. i. 2.2. Actualisatie 2.3. Annuïteit 2.4. Inflatie 3 2 jaar 0 1 H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. 300 x 1,022 Oefeningen 1 000
Χ is beter dan 3. Beoordelingscriteria voor investeringen Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB Selectie: 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI Uitgewerkte vbn. Oefeningen Klassificatie:
PB = 3 jaar 3.1. De terugbetalingstermijn (PB) Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 30 000 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI 0 1 2 3 4 5 jaar Uitgewerkte vbn. Oefeningen 80 000
DPB = 4 jaar PB = 3 jaar 3.1. De verdisconteerde PB (DPB) Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 30 000 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI 0 1 2 3 4 5 jaar Uitgewerkte vbn. Oefeningen 80 000
3.1. De terugbetalingstermijn (PB) Inleiding Selectie: Als PB < PB0 dan H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 0 PB0 PB 3.3. IRR 3.4. PI Klassificatie: Als PBA < PBB is A beter dan B Uitgewerkte vbn. Oefeningen 0 PBA PB PBB
PBA = 2 jaar PBB = 3 jaar 3.1. De terugbetalingstermijn (PB) Inleiding Project A Beste? Project B H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI 0 1 2 3 jaar 0 1 2 3 jaar Uitgewerkte vbn. Oefeningen
3.2. De Huidige Waarde PV Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI ….. Uitgewerkte vbn. 0 tijd Oefeningen
3.2. De Huidige Waarde PV Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. PV 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI ….. Uitgewerkte vbn. 0 tijd Oefeningen
3.2. De Netto Huidige Waarde NPV Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. PV 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI ….. Uitgewerkte vbn. NPV 0 tijd Oefeningen
i = 10% Dit project brengt evenveel op als de risicoloze investering van €100 tegen 10% 3.2. De Netto Huidige Waarde NPV Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 1 0 tijd 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI Betekenis? Uitgewerkte vbn. Oefeningen
3.2. De Netto Huidige Waarde NPV Inleiding Selectie: Als NPV > 0 dan H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 0 NPV 3.3. IRR 3.4. PI Klassificatie: Als NPVA > NPVB is A beter dan B Uitgewerkte vbn. Oefeningen 0 NPVB PB NPVA
NPV IRR i 3.3. De Inwendige Rendementsgraad IRR Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI Uitgewerkte vbn. Oefeningen
Dit project brengt zoveel geactualiseerde € meer op dan een risicoloze investering van hetzelfde investeringsbedrag tegen i’% Dit project brengt evenveel op als een risicoloze investering van hetzelfde investeringsbedrag tegen IRR% i’’ i’ Dit project brengt zoveel geactualiseerde € minder op dan een risicoloze investering van hetzelfde investeringsbedrag tegen i’’% 3.3. De Inwendige Rendementsgraad IRR Inleiding NPV H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI IRR Uitgewerkte vbn. i Oefeningen
3.3. De Inwendige Rendementsgraad IRR Inleiding Selectie: Als IRR > IRR0 dan H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 0 IRR0 IRR 3.3. IRR 3.4. PI Klassificatie: Als IRRA > IRRB is A beter dan B Uitgewerkte vbn. Oefeningen 0 IRRB IRRA IRR
3% 3.3. De Inwendige Rendementsgraad IRR Inleiding NPV H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI Uitgewerkte vbn. Oefeningen IRRB IRRA i Project A Beste? Project B
3.4. De Winstgevendheidsindex PI Inleiding H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 3.3. IRR 3.4. PI Uitgewerkte vbn. Oefeningen
3.4. De Winstgevendheidsindex PI Inleiding Selectie: Als PI > 1 dan H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. 3.1. PB en DPB 3.2. PV en NPV 0 1 PI 3.3. IRR 3.4. PI Klassificatie: Als PIA > PIB is A beter dan B Uitgewerkte vbn. Oefeningen 0 PIB PIA PI
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 1: Halfjaarlijkse vs maandelijkse afbetaling H1: Basiskenmerken Gegeven: Men kan bij twee banken 50 000 EUR lenen aan 10% op jaarbasis. De afbetaling gebeurt in beide gevallen over 15 jaar. Bij instelling A gebeurt de afbetaling halfjaarlijks tegen een interest van = 4,88% per semester. Bij instelling B gebeurt de afbetaling maandelijks tegen een interest van = 0,8% per maand. Gevraagd: Hoeveel zou halfjaarlijks aan bank A moeten betaald worden en hoeveel zou maandelijks aan bank B moeten betaald worden? Wat stel je vast? H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 1: Halfjaarlijkse vs maandelijkse afbetaling H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie Bank A € 50 000 H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i is = 4,88 % Vb 4: PB en DPB 2 30 1 t (semesters) Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp ….. Oefeningen As
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 1: Halfjaarlijkse vs maandelijkse afbetaling H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie Bank B € 50 000 H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB im = 0,8 % 2 180 1 t (maanden) Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV ….. Vb 7: fin. met VV Am Vb 8: spaarlamp Oefeningen
Terugbetaald aan bank A: 30 x 3208,5 = 96 255 EUR Terugbetaald aan bank B: 180 x 524,2 = 94 356 EUR verschil = 1 899 EUR Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 1: Halfjaarlijkse vs maandelijkse afbetaling H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 2: De trimestriële afbetaling van een lening H1: Basiskenmerken Gegeven: Je leent bij een bank 1 000 EUR aan een trimestriële interestvoet van 2%. De afbetaling wordt gespreid over 4 trimesters. Gevraagd: Hoe groot is het constante bedrag dat je per trimester terugbetaalt en hoe is dat bedrag samengesteld uit afbetaling van het geleend bedrag en interest? H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 2: De trimestriële afbetaling van een lening H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie € 1 000 H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB i = 2 % 2 3 4 1 t (trimesters) Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen A
- 2% - = = Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 2: De trimestriële afbetaling van een lening H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 3: De schijnbare en werkelijke interestvoet H1: Basiskenmerken Gegeven: Voor de aankoop van je eerste wagen heb je vol enthousiasme besloten een autolening van 10 000 EUR af te sluiten bij een bank. Immers, de interestvoet bedraagt ‘slechts’ 0,5%* en de afbetaling wordt gespreid over 42 maanden. * op maandbasis Gevraagd: Hoeveel zal je maandelijks moeten betalen? Welke interestvoet werd in werkelijkheid aangerekend? H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen
Te veel! Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 3: De schijnbare en werkelijke interestvoet H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B interest = 42 . 0,5% . 10 000 = 2 100 EUR Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen De gebruikte formules voor consumentenkrediet zijn eenvoudig maar fout!
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 3: De schijnbare en werkelijke interestvoet H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie € 10 000 H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR im = ? % Vb 6: fin. met EV 1 2 42 t (maanden) Vb 7: fin. met VV ….. Vb 8: spaarlamp Oefeningen 288,1 288,1
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 3: De schijnbare en werkelijke interestvoet H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie Werkelijke interest: H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB JKP = Jaarlijks kostenpercentage = equivalente interest op jaarbasis Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV K K JKP Vb 8: spaarlamp im Oefeningen ….. 0 1 t (j) t (m) 0 1 2 12
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 4: De PB en DPB H1: Basiskenmerken Gegeven: De aanschaf en plaatsing van een bijkomende warmtewisselaar in een stookinstallatie kost 150 000 EUR. Men verwacht enerzijds een verhoging van de jaarlijkse onderhoudskosten met 15 000 EUR maar anderzijds een vermindering van de jaarlijkse stookkosten met 40 000 EUR. De interest op jaarbasis is i = 9%. Gevraagd: (zonder rekening te houden met belastingen) a) Bereken de terugbetalingstermijn PB. b) Bereken de verdisconteerde terugbetalingstermijn DPB. H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen
DPB = 9 jaar PB = 6 jaar Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 4: De PB en DPB H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B 25 000 Vb 2: lening 0 t Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV 150 000 Vb 8: spaarlamp Oefeningen
Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 5: Het NPV- en IRR-criterium H1: Basiskenmerken Gegeven: Van 2 voorgestelde projecten worden in de tabel de investerings-uitgaven en de verwachte inkomsten (na belasting) gegeven. Vanaf de vierde periode brengt project A geen inkomsten meer op terwijl project B blijvende inkomsten oplevert. De rentevoet is 5%. Gevraagd: Vergelijk beide projecten m.b.v. het NPV- en het IRR-criterium. H2: Fin. calculatie H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Vb 8: spaarlamp Oefeningen
10 000 3 793 + + IRRA = 27,6% 5% IRRB = 10% Uitgewerkte voorbeelden Inleiding Vb 5: Het NPV- en IRR-criterium H1: Basiskenmerken H2: Fin. calculatie NPV H3: Beoordelingscrit. Uitgewerkte vbn. + Vb 1: bank A en B Vb 2: lening Vb 3: werkelijke i Project B Vb 4: PB en DPB Vb 5: NPV en IRR + Vb 6: fin. met EV Vb 7: fin. met VV Project A Vb 8: spaarlamp Oefeningen i