1 / 31

Onderzoekend leren in de klas met de taalcanon

Onderzoekend leren in de klas met de taalcanon. Ad van der Logt. Good Practice Day talen. 31 januari 2014. Mogelijkheden. Vakinhoudelijk Taalkundestof toegankelijk en wetenschappelijk aanvaardbaar (correct, actueel , illustratief ) Vakdidactisch

ceana
Download Presentation

Onderzoekend leren in de klas met de taalcanon

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Onderzoekendleren in de klas met de taalcanon Ad van der Logt Good Practice Day talen 31 januari 2014

  2. Mogelijkheden Vakinhoudelijk • Taalkundestoftoegankelijk en wetenschappelijkaanvaardbaar (correct, actueel, illustratief) Vakdidactisch • Uitdagendvakonderwijs, geïntegreerd en/of autonoom, didactischemodellen, stemvork, hele-taak-eerst, hogereordedenkvaardigheden, socratischemethode, differentiatie

  3. Didactisch gereedschap Denkvaardigheden • Vragen bij teksten (gereviseerde taxonomie Bloom) • Vragen in de klas (de socratische methode) Lesopbouw • OVUR-principe, met hele taak/vraag eerst • Thematisch-cursorische aanpak • Differentiatie naar toenemende complexiteit

  4. Lesfasering/didactische modellen* • Stapsgewijze benadering: OVUR. • Uitgaan van verwondering en vraagstelling. • Uitgaan van tekst(en). • Onderzoekend leren met schrijf- of spreekvaardigheidsproduct. * Hans Hulshof & Ad van der Logt (2010). Didactische modellen voor taalkunde. In: Hulshof & Hendrix (red.), Taalkunde en het schoolvak Nederlands. Special Levende Talen.

  5. 1. Stapsgewijze benadering: OVUR. • Oriëntatie: Instaptoets op methodesite Op niveau. • Voorbereiding: Vragen over de theorie. • Uitvoeren: Tekst lezen, deelvragen maken (tekstsoort, onderwerp, hoofdgedachte, kernzin per alinea en geleide samenvatting). • Reflectie: Bespreking problemen, keuzes en oplossingen + nakijken samenvatting. Op Niveau Tweede Fase. Verwerkingsboek 5/6 vwo, pg. 154-157.

  6. 2. Uitgaan van verwondering en vraagstelling.

  7. Dirk Jan

  8. Dirk Jan ?

  9. Dirk Jan

  10. Verwonderende vragen, selectie per domein • Praten dieren, net als mensen? (Taal leren) • Is het erg dat taal verandert? (Taal gebruiken) • Staan alle woorden in Van Dale? (Taal beschrijven) • Is hun hebben zeggen echt zo dom? (Taal maken) • Kleurt taal je wereldbeeld? (Taal en betekenis)

  11. 3. Uitgaan van tekst(en). Procedure leesvaardigheid plus • Voorbereiding op tekst en thema. • Oriënterend lezen. Toegankelijkheid. • Begrijpend lezen en samenvatten. Doordringen in de wereld van de tekst. Lezen volgens CE Nederlands. • Verwerking en beoordeling: toepassen van kennis en standpunt bepalen. Doordringen in de thematiek. Studeren. • Inhoudelijke verdieping (afronding) via gedocumenteerd schrijven en spreken.

  12. 4. Onderzoekend leren taalkunde • Leerlingen krijgen over een taalkundig onderwerp data voorgeschoteld, • Ze gaan gedurende enkele lessen aan de slag met die data om de (gegeven) onderzoeksvraag te beantwoorden en • schrijven daarna een uiteenzetting / houden daarna een presentatie over hun ontdekkingen.

  13. Taalkundige dataverzamelingen Nederlandse Liederenbank

  14. Ontwerpregels • Leerlingen doen een ontdekking; • De dataset is authentiek, overzichtelijk en toegankelijk; • De onderzoeksopdrachten helpen leerlingen geleid (‘gegidst’) ontdekken; • De onderzoeksvraag wordt ingekaderd en gemotiveerd; • Er zijn differentiatiemogelijkheden

  15. Aanbiedingsvormen • Tekstbegrip (zoals in examen, tot en met samenvatting). • Tekstbegrip plus verwerking en beoordeling (met aanvullend tekstmateriaal). • Andere taalactiviteiten binnen het thema (na basiscursus). Thematisch-cursorisch: instrumenteel én inhoudelijk traject.

  16. Verwerkingsvormen (ook SE) • Tekst met tekstbegripsvragen. • Tekst met inhoudelijke vragen en opdrachten. • Leesverslag, gedocumenteerd opstel, gedocumenteerde voordracht (uiteenzetting, beschouwing, betoog), forumdiscussie, commentaar op casus, werkstuk. Smalle aanpak met aanvullend materiaal: 1 en 2. Brede aanpak met extra materiaal of basiscursus: 2 en 3.

  17. Bruikbare bronnen Taalvariatie.nl

  18. Praten dieren, net als mensen? Voorbeeld 1 (Taalcanon) • Vraag ‘Praten dieren, net als mensen?’ • Fragment uit film over Kanzi en/of documentaire Project Nim. • Lezen tekst Landsbergen in de taalcanon. • Beantwoorden van vragen bij de tekst. • Klassikale bespreking van de vragen en terugkoppeling naar de beginvraag.

  19. Praten dieren, net als mensen? Voorbeeld 2 (Taalcanon en Taalkunde voor de tweede fase vwo) Oriëntatie 'Praten dieren, net als mensen?' (Frank Landsbergen, De taalcanon p. 69-71). Voorbereiding Vraag opwerpen, korte bespreekronde; tekst lezen, vragen beantwoorden, bespreken. Uitvoering Verdiepingsopdracht. Op basis van Taalkunde voor de tweede fase van het vwo. Twee groepen richten zich resp. op: • Mensentaal en communicatie bij dieren; • Hoe leren kinderen taal? Theorieën over taalverwerving. Beide groepen presenteren bevindingen. Reflectie Onderzoeksopdrachten: (1) Huisdieren (Tlk. voor de tweede fase, p. 30-31): presentatie; (2) Kritische periode (Tlk. voor de tweede fase, p. 94): betoog schrijven. Bespreking. Terug naar de vraag 'Praten dieren, net als mensen?' Plenaire discussie.

  20. Vragen bij Praten dieren, net als mensen? • In de tekst worden ook namen genoemd: Darwin, Hockett, Tomasello, Chomsky. Zeg kort wat er over hen wordt gezegd in het kader van de definitie van taal. • Wat hebben bijen, meerkatten en vinken met de definitie van taal te maken? • Ga na wie de Oostenrijkse bioloog was en leg uit wat zijn bijdrage is geweest aan het onderwerp van dit artikel. • Geef voorbeelden van enkele unieke eigenschappen van de menselijke taal.

  21. Vragen bij Praten dieren, net als mensen? • Waarom staat het werk van Hockett (1916-2000) weer in de belangstelling? • Wat zijn de standpunten van Tomasello en Chomsky over het aangeboren taalvermogen? • Wat blijkt uit de experimenten met Nim Chimpsky en Kanzi? • Ga op Kennislink.nl na wat je over communicatie bij dieren kunt vinden en schrijf daar een kort verslag over.

  22. Sorteertaak bij Praten dieren, net als mensen? Sleutelbegrippen: taalvermogen, aangeboren module, algemene menselijke cognitie, andere plaats, iconisch systeem, onomatopeeën, arbitrariteit, geleerde systemen, kenmerken van communicatiesystemen, dubbele articulatie, uniek systeem, dierentaal, menselijke taal, ontstaan van taal, evolutionaire stappen, mensapen, samenwerken, recursiviteit, Droste-effect.

  23. Praten dieren, net als mensen? Voorbeeld 2 (Taalcanon en Taxonomie van Bloom) • Onthouden: Lijstje van begrippen noteren die je kent over (dieren)taal. • Begrijpen: De tekst (‘Praten dieren, net als mensen?’) samenvatten, navertellen. • Toepassen: Korte uitleg over dit onderwerp geven voor anderen. • Analyseren: Onderzoekje uitvoeren ter onderbouwing van een aspect uit de tekst met verslag (bijv. over Karl vonFrisch en de taal van de bijen). • Evalueren: Betoog schrijven over aangeboren taalvermogen. • Creëren: Gedocumenteerde presentatie over het leren van taal aan apen. Karl von Frisch

  24. Jan Stroop Is ‘hun hebben’ zeggen echt zo dom? Over taalfouten, taalnormen en taalkwesties.

  25. Jan Stroop Is ‘hun hebben’ zeggen echt zo dom? • O: vraag in de taalcanon. Leraren keuren het af, taalkundigen niet. Verwondering, discussie. • V: lezen tekst Jan Stroop + bespreking. • U1: vragen en opdrachten bij tekst Stroop + tekst Mieke Zijlmans en vragen uit Taalkunde voor de tweede fase, p. 221-223. (havo en vwo) • U2: (schrijf- of spreek)opdracht naar aanleiding van het artikel 'Leve hun! Waarom hun nog steeds hun zeggen' in Nederlandse Taalkunde 2011-1, 2-29 en artikelen op Kennislink (vwo). Of naar aanleiding van 'Taalverandering is taalverloedering‘ uit Verandering en verloedering (2004) (havo). • R: bespreking opdrachten qua proces en product.

  26. Jan Stroop Is ‘hun hebben’ zeggen echt zo dom? • O: Koot en Bie over taalverloedering, gevolgd door canonvraag Jan Stroop. • V: Tekst Stroop lezen (+ vragen). • U: Onderzoeksopdracht. Bijv. op basis van artikel 'Leve hun!‘ • R: Bespreking onderzoeksopdracht. Terugkoppeling naar beginvraag.

  27. Hun/ zij • OnzeTaal: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/hun-hebben-zij-hebben • Taalschrift: http://taalschrift.org/discussie/005520.html • De Telegraaf: http://www.telegraaf.nl/binnenland/article20406805.ece • Kennislink: http://www.kennislink.nl/publicaties/moet-alles-maar-kunnen • Kennislink: http://www.kennislink.nl/publicaties/hun-ergeren-zich • Kennislink: http://www.kennislink.nl/publicaties/ons-nederlands-verloedert • Kunststof: http://programma.ntr.nl/424/kunststof/archief/detail/aflevering/11858757/Jan-Stroop---neerlandicus(interview Jan Stoop) • Poldernederlands: http://cf.hum.uva.nl/poldernederlands/externe_links/columns_j_l_%20heldring.htm • Taalvariatie.nl: http://www.taalvariatie.nl/2010/02/09/zij-zijn-goed-maar-hun-ook/ • Blogspot Dion van Meel, docent Nederlands: http://dionvanmeel.blogspot.nl/2012/10/hun-hebben-het-gedaan.html • De Liedjeskrant: http://www.deliedjeskrant.nl/liedje.php?recordID=50

  28. Bevindingen • Niet met uitleg beginnen. • Interesse kweken, vragen stimuleren. • ‘Uitdagend’ is iets anders dan ‘leuk’. • Eigen initiatief vereist. • Genoeg geschikt tekstmateriaal. • Tekstbegrip is begin, geen doel. • Schoolvak Nederlands is ook een ‘inhoudelijk’ vak. Imago. • Werk docent wordt interessanter.

  29. Dank voor uw aandacht Dr. Ad van der Logt Logt@iclon.leidenuniv.nl

More Related