1 / 19

RISICO

RISICO. VCA - Hoofdstuk 2. Wat is een gevaar / risico. GEVAAR : is een intrinsieke eigenschap van producten of situaties waardoor schade kan worden veroorzaakt Mes Giftige stof Pers. Wat is een gevaar / risico. RISICO :

blithe
Download Presentation

RISICO

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. RISICO VCA - Hoofdstuk 2

  2. Wat is een gevaar / risico • GEVAAR : is een intrinsieke eigenschap van producten of situaties waardoor schade kan worden veroorzaakt • Mes • Giftige stof • Pers

  3. Wat is een gevaar / risico • RISICO : • een gevaar wordt een risico als er blootstelling mogelijk is. Risico is de mate van waarschijnlijkheid dat een gevaar zal leiden tot een ongewenste gebeurtenis met schade

  4. Wat is een gevaar / risico - Voorbeeld • Losliggende leiding op de vloer. • Er lopen dagelijks veel mensen over • Er bestaat kans dat iemand zal struikelen. Deze kans is vrij groot. • Er bestaat kans dat iemand valt. Deze kans is kleiner • RISICO = KANS X EFFECT (ERNST)

  5. ONGEVALLEN • De ijsbergtheorie Ernstig ongeval 1 Letsel met verzuim 300 3000 (bijna)ongeval 30000 Risico’s

  6. RISICO’S OP DE WERKPLEK • INVLOEDSFACTOREN • De activiteiten • De werkplek • De gebruikte arbeidsmiddelen • De kennis en de bekwaamheid v.d. werknemer • De psychosociale belasting v.d. werknemer (vb. tijdsdruk) • De complexiteit van het werk

  7. DE WERKPLEK • Hier zijn er veel risico’s • Opsomming (zie handboek blz 19 + 20)

  8. ACTIVITEITEN • Specifieke taken zijn risicoverhogend – extra waakzaamheid en voorzichtigheid is nodig • Werken op hoogte, • Werken met gevaarlijke producten, • Werken met zware lasten, • Werken met gevaarlijk gereedschap/machines, • Werken met hoge drukken, • Werken met stralingsbronnen, • Graafwerkzaamheden, • Werken met elektriciteit.

  9. KENNIS EN BEKWAAMHEID • Goede kennis, juiste opleiding zijn nodig voor: • Goed werk, • Veilig werk. • Werkgever is verplicht de nodige veiligheidsinstructies te geven • Praktijk en vakbekwaamheid zijn belangrijke factoren om risico’s en onveilige situaties te kunnen inschatten en er gepast op te reageren

  10. GEDRAG • Haast en spoed is zelden goed! • Veiligheidsregels zijn er om je te beschermen

  11. PSYCHOSOCIALE BELASTING • Is alles wat invloed heeft op het goed gevoel, het welzijn van de werknemer • Alleen werken, ruzie met collega’s of je meerdere kunnen je een slecht gevoel geven • Tijdsdruk kan voor ongezonde stress zorgen • Problemen uit je persoonlijk leven hebben een invloed op je werkprestaties

  12. PREVENTIE • Preventie zijn alle bepalingen en maatregelen die genomen worden om risico’s te voorkomen of te verminderen • Preventie is ook het voorkomen van onveilige handelingen en situaties

  13. PREVENTIE _ MAATREGELEN • Verplichte volgorde • Gevaar uitschakelen • Risico beperken of verminderen • Persoonlijke beschermingsmiddelen • Begeleidende maatregelen

  14. RISICO WERKNEMER: GEDRAG, KENNIS OMGEVING PREVENTIE PSYCHOSO- CIALE BELASTING WERK

  15. VOORBEELDVRAAG 1 • Wat is risico? • a) het aantal keren dat een ongeval gebeurt • b) het gevaar dat je niet ziet • c) de kans op een ongewenste gebeurtenis met schade • ANTWOORD • c

  16. VOORBEELDVRAAG 2 • Wat is een mogelijke bron van gevaar op het werk? • a) de hoeveelheid werk • b) de grootte van het bedrijf • c) de arbeidsomstandigheden • ANTWOORD • c

  17. VOORBEELDVRAAG 3 • Wat verhoogt het risico van de werkplek? • a) afgeschermde zone • b) vuil en rommel • c) verluchting • ANTWOORD • b

  18. VOORBEELDVRAAG 4 • Welke omstandigheid verhoogt het risico op mentale of geestelijke belasting? • a) geen contact met collega’s of andere personen • b) gedurende de hele dag staand werken • c) zware fysieke arbeid • ANTWOORD • a

  19. VOORBEELDVRAAG 5 • Wat is preventie? • a) het uitbesteden van gevaarlijke taken • b) het voorkomen van onveilige handelingen en onveilige situaties • c) het onderzoeken van ongevallen • ANTWOORD • b

More Related