1 / 10

Nationale grootheden

Nationale grootheden. Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg?. Je kunt in deze presentatie ‘ bladeren ’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit ga je met de pijltjestoets  (of ). Werk alle sheets en voorbeelden rustig door.

amy
Download Presentation

Nationale grootheden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Nationale grootheden Klik om verder te gaan

  2. Hoe gebruik je deze uitleg? • Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. • Vooruit ga je met de pijltjestoets  (of ). • Werk alle sheets en voorbeelden rustig door. • Als je iets niet meteen snapt kun je terug gaan naar een vorige uitleg met de pijltjestoets  (of ). Klik om verder te gaan.

  3. Nationale grootheden Nationaal inkomen = Y = inkomen dat de bevolking van één land in één jaar samen verdient. Nationaal product = W = totale productie van een land in één jaar. Toegevoegde waarde = TGW = toegevoegde waarde van bedrijven + overheid. Y = W = TGW = TGW bedrijven + TGW overheid

  4. Nationale grootheden Nationaal inkomen/product tegen factorkosten (= loon + pacht + interest + huur + winst) + kostprijsverhogende belastingen (o.a.: BTW, accijnzen) • kostprijsverlagende subsidies Nationaal inkomen/product tegen marktprijzen

  5. Nationale grootheden Binnenlands inkomen/product + saldo inkomens buitenland (ontvangen - betaalde inkomens buitenland) Nationaal inkomen/product

  6. Nationale grootheden Toegevoegde waarde van bedrijven: Verkoopwaarde - verbruikte grond- en hulpstoffen (= inkoopwaarde) - diensten van derden (bijv. transport, verzekering) Toegevoegde waarde van bedrijven Toegevoegde waarde van de overheid: = ambtenarensalarissen

  7. Nationale grootheden Berekening van het nationaal product/inkomen: a)ObjectieveMethode: De toegevoegde waarden van alle bedrijven en de overheid moeten bij elkaar worden opgeteld. (Netto) nationaal = toegevoegde waarde bedrijven + toegevoegde waarde overheid b)Subjectievemethode: De beloningen voor het ter beschikking stellen van de productiefactoren moeten bij elkaar worden opgeteld. (Netto) nationaal = loon + pacht + interest + huur + winst 

  8. Nationale grootheden Netto …………… (nationaal inkomen, product, toegevoegde waarde….) + afschrijvingen Bruto …………… (nationaal inkomen, product, toegevoegde waarde….)

  9. Nationale grootheden Consumptie: = C het kopen van goederen (en diensten ) door gezinnen, consumenten. Besparingen: = S het deel van het inkomen dat niet wordt geconsumeerd (S = Y – B - C). Investeringen: = I het aanschaffen van kapitaalgoederen (door bedrijven/overheid). 

  10. Overheidsfinanciën EINDE

More Related