1 / 7

Een biologisch onderzoek

Een biologisch onderzoek. Bij practica was meestal precies omschreven wat je moest doen. Nu ga je zelf een proef met een bruine boon verzinnen. Je moet de proef thuis uitvoeren, je waarnemingen vastleggen en een conclusie trekken. Dit lever je in d.m.v. een verslag

Download Presentation

Een biologisch onderzoek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Een biologisch onderzoek • Bij practica was meestal precies omschreven wat je moest doen. • Nu ga je zelf een proef met een bruine boon verzinnen. • Je moet de proef thuis uitvoeren, je waarnemingen vastleggen en een conclusie trekken.

  2. Dit lever je in d.m.v. een verslag • Dit verslag moet netjes getypt zijn,voorzien van een voorblad met je naam, klas en datum en onderwerp. Je maakt ook een voorblad en stopt alles in een mapje. • Je mag je verslag aankleden met plaatjes, foto’s van je proef enz. enz.

  3. De voorbereiding. • Je proef start altijd met een probleemstelling. • Dat kan bijv. zijn : wat is de invloed van licht op de groei van een plant. • Daarna volgt de veronderstelling of hypothese. • Dit betekent dat je antwoord gaat geven op de vraag die je in je probleemstelling hebt gesteld.

  4. Het antwoord op de probleemstelling probeer je geven d.m.v. alle biologische kennis die je ooit hebt opgedaan. Denk aan voorgaande leerjaren.

  5. Uitvoeren van de proef. • De proef wordt altijd met grote aantallen uitgevoerd. ( meer betrouwbaar.) • Je onderzoekt 1 factor. Bijvoorbeeld licht. • Je werkt altijd met een controle – en proefgroep. • Bijv. je zet 20 bonen in het licht en 20 bonen in het donker. • Je schrijft elke dag de waarnemingen op. • Trek je conclusie.

  6. Het verslag • Wat wil ik onderzoeken ? • In dit onderdeel omschrijf je je probleemstelling. • Wat veronderstel ik ? • Hier geef je antwoord op de probleemstelling • Wat ga ik doen ? • Hier in schrijf je alles op, wat je allemaal hebt gedaan om het experiment uit te voeren.

  7. Wat heb ik nodig? • Hier vermeldt je de benodigdheden voor het onderzoek. • Wat neem ik waar ? • Je beschrijft hier je waarneming per dag.Dit kan je ook verwerken in een grafiek. • Welke conclusie kan ik trekken ? • Hier geef je de conclusie uit je onderzoek weer.

More Related