
Ondernemer in de btw René N.G. van der Paardt
Met Fuchs is de grens van het ondernemerschap wel bereikt? • De vaste inrichting in de btw zou hetzelfde behandeld moeten worden als een dochtervennootschap
Stelling 1 • Met Fuchs is grens bereikt? • Ja, want het onderscheid met particuliere consument is diffuus • Consumenten collectief als één entiteit • Bewaarder (Stak) samen met economisch eigenaar één persoon (ondernemer of consument • Nee, want begrip ondernemer moet zo ruim mogelijk zijn
Stelling 2 • Vaste inrichting behandelen als zelfstandige ondernemer net zoals dochtervennootschap • Zie hierna: gevolgen FCE en LCL en voorstel OECD
Case 1 Costs VAT 20 BANK HQ EU: 60 FR non-EU: 40 FE Costs FE Costs BE NL VAT: 2 VAT: 1 EU 16 non-EU 2 EU 9 non-EU 1
Case 2 Costs VAT 23 BANK HQ EU: 60 FR non-EU: 40 FE FE US HK p.m. p.m. non-EU 10 non-EU 20
FCE-bank vs. OECD-proposal • FCE-bank: no taxable events between HQ and FE • HQ or FE can be part of VAT-group • Some countries: effectively a VAT-group in more EU-countries • VAT-free purchase of IT-services, marketing etc. • OECD-proposal: taxable services between HQ and FE • VAT-group only within territory of Member State • VAT on internal services, level playing field
Costs VAT 23 Case 3 EU BANK HQ 60 FR non-EU 40 FE Costs FE Costs HK US p.m. p.m. interest income from FE to HQ, US-FR: 20 and HK-FR: 10 non-EU 20 non-EU 10
Case 4 BANK HQ NL pro-rata: 40% deductible 90 FE IT-services US 100 No VAT
FCE-bank • No internal supply: FE → HQ • VAT-burden: 0
OECD-proposal • Internal supply of IT-services: FE → HQ • VAT-burden: 21% x 90 x 60% = 11,34