1 / 27

Je kleuter begeleiden op weg naar schoolrijpheid

Je kleuter begeleiden op weg naar schoolrijpheid. WOORDJE VOORAF. De ontwikkeling verloopt op verschillende domeinen. Eigen tempo. Bevestiging geven – succeservaringen opdoen Voldoende uitdaging. Ontwikkeling – meer dan resultaat op papier alleen. MISVERSTANDEN.

tybalt
Download Presentation

Je kleuter begeleiden op weg naar schoolrijpheid

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Je kleuter begeleiden op weg naar schoolrijpheid

  2. WOORDJE VOORAF • De ontwikkeling verloopt op verschillende domeinen. • Eigen tempo. • Bevestiging geven – succeservaringen opdoen • Voldoende uitdaging. • Ontwikkeling – meer dan resultaat op papier alleen.

  3. MISVERSTANDEN • Mijn kind kan het goed uitleggen dus is het schoolrijp. • Kinderen trainen op een bepaald domein helpt altijd.

  4. ontwikkelingsdomeinen • Zelfredzaamheid • Motorische ontwikkeling - Grove en fijne motoriek voorbereiden op schrijven • Omgaan met ruimte • Omgaan met tijd • Rekenvaardigheid • Taalvaardigheid • Werkhouding • Sociale en emotionele ontwikkeling

  5. zelfredzaamheid • Het kind moet zelfstandig een aantal activiteiten kunnen doen: geen aangeleerde hulpeloosheid. Het kind moet: - kunnen zorg dragen voor persoonlijk gerief (boekentas, brooddoos, tussendoortje,…) - een aantal vaste gewoontes aanleren : leren opruimen, een vaste plaats geven aan allerlei materiaal zoals schooltas, kledij, ineetzakje, … ● Voor zichzelf kunnen zorgen: - alleen naar toilet gaan - alleen de handen wassen - alleen de jas aandoen (jas sluiten) - alleen de neus snuiten als het nodig is

  6. TIPS OM ALS OUDER TE HELPEN • Stimuleer je kind om steeds meer dingen zelf te doen: - jas aandoen, jas sluiten - neus snuiten - naar toilet gaan - handen en gezicht wassen - alleen tanden poetsen ● Wat jouw kind wil proberen, laat het ook proberen. ● Wat jouw kind zelf kan, laat je ook doen.

  7. MOTORISCHE ONTWIKKELING • Kan het kind gedurende een langere tijd stilzitten? • Heeft het kind een goede zithouding? • Heeft het kind een goede pengreep? - beheerst het kind vloeiend de schrijfpatronen? - begrijpt het kind een aantal belangrijke begrippen? ● We kunnen dit onderverdelen in 2 domeinen: - GROVE motoriek - FIJNE motoriek

  8. Motorische ontwikkeling: GROVE motoriek • Ruw bewegen, grove bewegingen zoals: lopen, gaan, kruipen, springen, klimmen, fietsen, gooien, springtouwen, balspelen, … • Kan het kind een tijdje stilzitten? • Heeft het kind een goede zithouding? ˃ zit het kind rechtop en niet voorover gebogen? ˃ staan de voeten plat op de grond of op een voetsteun? ˃rusten beide ellebogen op tafel?

  9. Motorische ontwikkeling: FIJNE motoriek • Scheuren – knippen – schrijven - … • Heeft het kind een vlotte arm-, hand- en vingerbeheersing? • Is de samenwerking tussen beide handen goed? • Heeft het kind een goede pengreep?

  10. TIPS OM ALS OUDER TE HELPEN • Geef jouw kind veel kansen om te bewegen: werpen, zwemmen, rollen, klimmen,… • Laat het zelf zijn boterhammen smeren of vlees snijden, drank uitschenken, … • Laat het zich zo zelfstandig mogelijk aan- en uitkleden, ritsen sluiten, knopen toedoen,… • Laat het kind binnen en buiten helpen bij activiteiten die de vaardigheden van de handen en de samenwerking van beide handen te stimuleren. (harken, roeren, wringen,…) • Doe samen met jouw kind allerlei knutseltaakjes: hamertje tik, plasticine, steeknagels, strijkparels, …

  11. OMGAAN MET RUIMTE • Kinderen hebben nood aan structuur en houvast. De begrippen die met tijd en ruimte te maken hebben, ordenen hun wereld en maken deze wereld veilig en voorspelbaar. Kinderen moeten deze ordening kunnen ERVAREN. • Begrippen i.v.m. ruimtelijke oriëntatie: plaats en rangorde - 4 jarigen : achteraan, vooraan, middelste, laatste, tweede, juist na, juist voor, … - 5 jarigen : vijfde, derde, voorlaatste, tussen 2de en 4de ,… - eerste leerjaar: herhaling van aangeleerde begrippen

  12. OMGAAN MET TIJD • De kleuter moet de volgende begrippen van tijd beheersen: - 4 jarigen: avond, begin, binnenkort, gisteren, jonger, lang geleden, later, later dan, middag, morgen, ochtend, ouder, soms, trager, vlugger, vroeger, de dagen van de week herkennen. - 5 jarigen: namiddag, voormiddag, dagen van de week opnoemen, de maanden en seizoenen herkennen

  13. TIPS OM ALS OUDER TE HELPEN • Met jouw kind spreken over tijd en ruimte. • Koppel begrippen van tijd en ruimte aan dagelijkse activiteiten. • Gebruik zandloper, kookwekker, chronometer,… • Gebruik ankerpunten: Nieuwjaar, Sinterklaas, …

  14. VOORBEREIDEN OP REKENEN BASISBEGRIPPEN DIE NODIG ZIJN OM IN HET EERSTE LEERJAAR BEWERKINGEN UIT TE VOEREN ●TELLEN ˃ rijtje opzeggen t/m 10 ˃ terugtellen vanaf 6 ˃ tellen met wisselende beginpunten, vb vanaf 4 verder tellen ˃ rekenverhaaltjes: 3 + 2 ˃ erbij tot 10 ● OMGAAN MET HOEVEELHEDEN ˃ begrippen: een paar, evenveel, niet evenveel, ongeveer, sommige, één meer, één minder, …

  15. TIPS OM ALS OUDER TE HELPENervaren – handelen - verwoorden • Betrek jouw kind bij allerlei “telbare”situaties: de tafel dekken, koken, winkeltje spelen, torens bouwen met blokken, eerlijk verdelen, … • Speel spelletjes waarbij een dobbelsteen moet gebruikt worden. • Laat jouw kind voorwerpen sorteren: de grote borden bij de grote, de kleine borden bij de kleine • Gebruik de begrippen waar het kan: ˃ veel – weinig ˃ meer – minder ˃ minst – meest

  16. VOORBEREIDEN OP LEZEN BEWUST WORDEN VAN SYMBOLEN ● Stilaan wordt het kind zich bewust dat de taal die we spreken omgezet kan worden in symbolen (letters). Die bewustwording vindt meestal plaats in de loop van de tweede en derde kleuterklas. ● De tweede kleuterklas is een taalbadklas. Ze zijn heel ontvankelijk voor nieuwe woordenschat. Ze leren vlot praten en de uitspraak is over het algemeen redelijk juist. Het is dus de ideale leeftijd om de kleuters talig te stimuleren.

  17. TIPS OM ALS OUDER TE HELPEN • Ga met je kind naar de bib • Wek interesse op voor boeken en lezen. • Toon dat je zelf ook leest. • Voorlezen en vertellen uit (prent)boeken. • Vragen stellen over het verhaaltje dat je voorgelezen hebt. • Liedjes zingen, versje opzeggen.

  18. VISUELE ONTWIKKELINGalles wat te maken heeft met “zien” • Discriminatie ˃ 4 jarigen: zij ontdekken grote en kleine verschillen, nemen details waar op een prent. ˃ 5 jarigen: zij nemen details waar: p / b d / b ● Geheugen onthouden en reproduceren wat visueel werd waargenomen: - van weinig naar veel: kimspel, memory, … - van gemakkelijk naar moeilijker ! → belangrijk voor het leren lezen: letters herkennen en weten op welke plaats ze staan. ● Analyse en synthese Een geheel splitsen in delen en weer terug een geheel vormen. → losse letters vormen woorden → woorden vormen zinnen

  19. TIPS OM ALS OUDER TE HELPEN • Rijmspelletjes, lotto, kimspelen (zintuigen), memory, domino, ik zie ik zie wat jij niet ziet, … • Zoek de verschillen • Tangrammen • Mozaïekpuzzels • Puzzelen

  20. AUDITIEVE ONTWIKKELINGAlles wat te maken heeft met “HOREN” • Discriminatie Verschillen tussen klanken herkennen, herkennen van korte en lange zinnen. ● Geheugen Onthouden en reproduceren wat auditief werd waargenomen. ˃ 5 jarigen: aftelrijmpjes en versjes tot 12 regels onthouden. Zij kunnen mondelinge kettingopdrachten met een logische volgorde uitvoeren: neem je potlood, draai je blad om en kleur de prent. ! Belangrijk dat kleuters auditief aangeboden informatie kunnen onthouden! ● Analyse en synthese stukken uit een lied en versje herkennen, delen van namen zeggen,…

  21. TIPS OM ALS OUDER TE HELPEN • Rijmspelletjes spelen • Versjes en liedjes • Opdrachten laten uitvoeren • Opdrachten laten herhalen • Navertellen van verhaaltjes en gebeurtenissen

  22. WERKHOUDINGzich concentreren - doorzetten tot het taakje afgewerkt is - werken volgens een plan • Concentratie - langere tijd met iets bezig zijn - kiezen uit een aanbod van prikkels ● Werkhouding - stap voor stap werken - systematisch werken - volhouden tot iets afgewerkt is ● Probleemoplossend denken - de kleuter zelf naar een oplossing laten zoeken, bevordert de zelfstandigheid.

  23. TIPS OM ALS OUDER TE HELPEN • Zoek samen met je kind waarmee het kan spelen of wat je met bepaald speelgoed kan doen. Probeer rekening te houden met de interesses van je kind. • Speel even mee als je kind dreigt af te haken. • Een opgeruimde omgeving helpt je kind zich te concentreren. • Bij een probleem je kind oplossingen laten bedenken. Lukt dit niet, stel vragen om het op weg te helpen. • Bij een activiteit samen plannen wat er moet gedaan worden.

  24. SOCIALE EN EMOTIONELE ONTWIKKELING • Voldoende zelfvertrouwen • opkomen voor zichzelf • vlot contact leggen met anderen • weerbaar zijn • kunnen omgaan met regels en afspraken • opmerkingen kunnen aanvaarden • conflicten leren oplossen • tegen zijn verlies kunnen • zich betrokken voelen in de klas en thuis

  25. TIPS OM ALS OUDER TE HELPEN • Geef positieve aandacht aan wat je kind al kan, help je kind en bemoedig waar nodig. • Steun je kind bij het zoeken van een eigen mening. • Steun je kind om samen te spelen met leeftijdsgenootjes. • Leer je kind omgaan met duidelijke afspraken en met de gevolgen hiervan. • Bij conflictjes is het raadzaam om je kind aan te moedigen zelf een oplossing te zoeken. • Toon interesse voor het schoolgebeuren.

  26. PRAKTISCHE INFORMATIE • Stevige boekentas ( geen boekentassen op wieltjes, rugzakken ) • Kleuterschort = schilderschort • Uniform • Ineetzakje • Zwemles • Rust en orde: bedtijd op hetzelfde uur!

More Related