1 / 56

MALNUTRITIE

MALNUTRITIE. Annelies Walgraeve Diëtiste & voedingsdeskundige. MALNUTRITIE. Definitie ondervoeding Ondervoeding  onderschat gevaar! Risicofactoren ondervoeding Voedingsaanbevelingen (bejaarden) Bepaling voedingsstatus Screeningsinstrumenten voor ondervoeding

sandra_john
Download Presentation

MALNUTRITIE

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. MALNUTRITIE Annelies Walgraeve Diëtiste & voedingsdeskundige

  2. MALNUTRITIE • Definitie ondervoeding • Ondervoeding  onderschat gevaar! • Risicofactoren ondervoeding • Voedingsaanbevelingen (bejaarden) • Bepaling voedingsstatus • Screeningsinstrumenten voor ondervoeding • Aandachtspunten om de voedselintake te optimaliseren • Ondervoeding ook bij … • Gevolgen van eenzijdige voeding

  3. Malnutritie = Wanvoeding Beiden houden gezondheidsrisico’s in!!

  4. ONDERVOEDING • Definitie ondervoeding: • Bij ondervoeding of depletie kunnen bepaalde biologische functies in het gedrang komen (in fysieke én psychische zin) door een tekort aan essentiële voedingsstoffen en/of door een ontoereikende energie-inname

  5. Ondervoeding in rusthuizenMythe of Waarheid? • ONDERSCHAT GEVAAR! • In nov 2008 werden 5334 senioren ouder dan 70 jaar in het kader van de studie “NutriAction2008” onderzocht op ondervoeding. De resultaten waren ontnuchterend. • 57% (bijna 6 op 10)  reëel risico op ondervoeding • 16%  bleek ondervoed • Meer info? • Bron: Vandewoude M, Van Gossum A. Preliminary results of Nutriaction, XXIste Belgian Week of Gastro-Enterology, Antwerpen, 12-14/02/2009

  6. Risicofactoren voor ondervoeding bij ouderen • Socio-economische factoren • Eenzaamheid Soms komt daar een ander eetpatroon uit voort, veel zoet als troost (alcohol) • Isolement • Ontoereikende financiële middelen Sommige mensen moeten verder kunnen met een klein pensioen, medische kosten  bezuiniging in voeding  minder volwaardig • Onnodig strenge of zinloze diëten Een minder restrictief dieet verbetert de levenskwaliteit en heeft weinig nadelig effect op de glycemiecontrole • Slechts twee maaltijden per dag

  7. Risicofactoren voor ondervoeding bij ouderen • Somatische factoren • Neuropsychiatrische aandoeningen • Dementie • Depressie • Ziekte van Parkinson • Chronische ziekten • Diabetes • Tumoren • Cardio-pulmonaire problemen

  8. Risicofactoren voor ondervoeding bij ouderen • Somatische factoren • Gestoorde sensoriële functies • Smaak- en reukveranderingen • Verslechterde visus • Toestand van het gebit • Atrofie van de speekselklieren  verminderde speekselvloed • De speekselsamenstelling verandert  groter risico op cariësvorming • Tanddegradatie  wegglijden van het tandvlees, het loskomen en uiteindelijk verliezen van de tanden

  9. Risicofactoren voor ondervoeding bij ouderen • Somatische factoren • Veranderingen in maagdarmkanaal • MAAG: Verminderde HCl-productie  daling van calcium-absorptie, nonheam-Fe, foliumzuur, vit B6 en B12 • DARM: Functionele* darmproblemen, darmklachten verergeren met de leeftijd en worden steeds minder goed verdragen • Meestal treedt er constipatie (lage vochtinname, vezelarme voeding, onvoldoende beweging) op maar dit komt meestal overeen met IBD (prikkelbare darmsyndroom of spastisch colon) • 25% vd bejaarden kampt ermee  buikpijn, opgeblazen gevoel, periodes van diarree • * immobilisering, depressie, gebrek aan vezelrijke voeding, … bij ondervoeding vertraagt de transit door vermindering van de reststoffen en door een gebrekkige stimulatie van de peristaltiek.

  10. Risicofactoren voor ondervoeding bij ouderen • Somatische factoren • Operatieve ingrepen • Verminderde mobiliteit, verlies van fysieke autonomie  volgende zaken komen hierdoor in gedrang: • Inkopen doen (goeie gezondheid start bij gezond inkopen doen) • Koken • Buiten wandelen, …  weinig blootstelling aan zonlicht Vit D ↓ Risico op OSTEOPOROSE

  11. Risicofactoren osteoporose • Calciumarme voeding • Weinig beweging • Onvoldoende buitenlucht (Vit D) • Laag lichaamsgewicht • Hoog alcoholgebruik • Veel roken

  12. Voedingsaanbevelingen (bejaarden) • Men neemt aan dat een voedingsinname van minimaal 1500 kcal/dag nodig is om de aanbreng van voldoende micronutriënten (mineralen & vitaminen) te kunnen waarborgen! • Uit Seneca-studie bleek dat 28% van de vrouwen en 10% van de mannen een energie-inname heeft die lager ligt. In een RVT zal vaak meer dan de helft van de bewoners geen 1500 kcal/dag innemen. Een lage energie-inname komt vooral voor bij hoogbejaarden (75+) en bij immobiliteit.

  13. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Lichaamsbeweging • Lichaamsbeweging of Fysieke Activiteit is gezond voor bejaarden en zorgt ervoor dat de spiermassa en spierkracht op peil blijven. • In een studie bij 10 mannen ouder dan 70 jaar tonen zij aan dat een wekelijkse sessie van spierversterkende oefeningen gedurende 6 maanden volstond om een vermindering van de spiermassa en -kracht te voorkomen. Belangrijk is dus niet intense, maar wel regelmatige lichaamsbeweging! • Bejaarden immobiel?  verhoogde eiwitbehoefte!

  14. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Vochtgebruik • Bij (jong)volwassene bestaat het lichaam uit 60% water • Bij ouderen is dit minder, nl. 50%, spierweefsel is relatief waterrijk en ouderen hebben minder spiermassa.

  15. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Bejaarden – kwetsbaar voor dehydratatie: • Afgenomen watergehalte in het lichaam • Verminderde nierfunctie • Afgenomen dorstgevoel  stimuleren! • Dunnere huid • Bepaalde farmaca • Risico op dehydratatie neemt toe bij beperkte vochtinname en verhoogde vochtuitscheiding: • Koorts, diarree, braken, diuretica- en laxantiagebruik, verblijf in warme droge kamers… • VOLDOENDE VOCHTINNAME (min. 1,5l)

  16. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Graanproducten en aardappelen • Leveranciers van vooral: • Meervoudige koolhydraten • Voedingsvezels • Plantaardige eiwitten • Voedingsvezels • Vitaminen en mineralen • Aanbevelingen • 5 tot 9 sneden brood • 3 tot 4 stuks aardappelen

  17. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Groenten • Leveranciers van: • Meervoudige en enkelvoudige koolhydraten • Voedingsvezels • Mineralen en vitaminen • Omdat niet alle groenten dezelfde vitaminen en mineralen bevatten, is afwisseling heel belangrijk • Aanbeveling: 300g

  18. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Fruit • Leverancier van: • Vooral enkelvoudige koolhydraten • Voedingsvezels • Mineralen en vitaminen • Omdat niet alle fruitsoorten dezelfde vitaminen en mineralen bevatten, is afwisseling heel belangrijk • Aanbeveling: 2 tot 3 stuks

  19. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Melk en melkproducten, Ca+ sojaproducten • Leveranciers van: • Eiwitten • Calcium  belangrijk voor botopbouw! • B-vitaminen • Ouderen moeten worden aangemoedigd om voldoende melk en melkproducten te nemen. Een glas melk kan worden vervangen door een glas karnemelk of yoghurt. Eventueel een deel verwerken in puree, pudding, milkshake. Kies bij voorkeur voor halfvolle soorten. • Aanbeveling: 4 glazen (600ml), 1 à 2 sneden kaas

  20. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Vlees, vis, eieren & vervangproducten • Leverancier van: • Eiwitten • Mineralen (vooral ijzer) en vitaminen • Ons lichaam heeft ijzer nodig voor de groei, opbouw en herstel van ons lichaam • Aanbeveling: 100g vlees, 125g vis  best 2x/week! Bij voorkeur vette vis  gezonde visvetzuren en vit D!

  21. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Smeer- en bereidingsvet • Leverancier van: • Energie • Essentiële vetzuren • Vetoplosbare vitaminen • Aanbeveling: • Dun smeren • 15g voor de bereiding

  22. Actieve voedingsdriehoek voor (bejaarden) • Restgroep … een afzonderlijk zwevend gedeelte, los van de andere groepen, in het wit. Daarin kunnen we alle voedingsmiddelen plaatsen die strikt genomen NIET nodig zijn in een evenwichtige voeding Een beperkt gebruik van alcohol, als aperitief, kan eetlustbevorderend werken

  23. Bepaling van de voedingsstatus • Waarom? • Om patiënten op te sporen die een risico hebben op het ontwikkelen van depletie • Om de mate van depletie te kunnen vaststellen en daarop het voedingsbeleid af te stemmen • Om het gevoerde voedingsbeleid te evalueren (follow-up van de voedingstoestand)

  24. Bepaling van de voedingsstatus • Wie? • Nutritieteam (multidiscipilinair ‘voedingsteam’) • Arts(en) • Diëtist(en) • Verpleegkundigen • Management beleid (Coördinatie team)

  25. Bepaling van de voedingsstatus • Hoe? • Geen enkele parameter op zich heeft een volledig beeld van de voedingsstatus • Beoordeling van verschillende parameters is nodig om (beginnende) ondervoeding te kunnen opsporen • Twee parameters: • Objectieve • Subjectieve

  26. Bepaling van de voedingsstatus • Objectieve parameters • Antropometrische gegevens • Lengte, armlengte(1), onderbeenlengte, gewicht, huidplooimetingen, bovenarmspieromtrek, BMI (Body Mass Index in kg/m²(2)), … • Gemakkelijk uit te voeren bij bedlegerige patiënten • Bij ouderen is dit een overschatting, de klassieke cut-off-waarde van 18,5 wordt beter verhoogd naar 20! Een hoge of normale BMI is GEEN garantie voor een goede voedingsstatus!!

  27. Bepaling van de voedingsstatus • Objectieve parameters • Labogegevens • Serumeiwitten (vb. albumine(1), prealbumine(2)) • 24-uurs creatinine-excretie • 24-uurs totale stikstofexcretie • Het serumalbuminegehalte daalt traag bij eiwittekorten en stijgt traag bij herstel, GEEN goeie parameter om na te gaan of de voedingstherapie aanslaat! (invloed: gestoorde levertesten, stress, ziekte, …) • Ter detectie van een proteïne-ondervoeding wordt in de praktijk beter gekeken naar het pre-albuminegehalte Deze parameter geeft wel een indicatie of de voedingsinterventie aanslaat

  28. Bepaling van de voedingsstatus • Objectieve parameters • Functionele bepalingen • Spiermassabepaling • DEXA (Dual Energy X-Ray Absporptiometry) • BIA (bio-impedantiemeting) • Spierkrachtevaluatie • Longfunctie en respiratoire spierkracht (COPD) • Inspanningsonderzoek

  29. Bepaling van de voedingsstatus • Subjectieve parameters • Anamnese • Er wordt gepeild naar het voedingsmiddelengebruik • De voedingsstoffenaanbrengst wordt berekend • Voedingsgerelateerde klachten dienen bevraagd te worden • Ziektegerelateerde klachten dienen bevraagd te worden • Het gebruik van voedingssupplementen en de mogelijke impact van medicijngebruik op de VT worden geëvalueerd

  30. Bepaling van de voedingsstatus • Subjectieve parameters • Anamnese • > 5% onbedoeld gewichtsverlies in 1maand • > 10% onbedoeld gewichtsverlies in 6maand Significant gewichtsverlies meer risico op ondervoeding!

  31. Bepaling van de voedingsstatus • HET PROBLEEM MOET ERKEND WORDEN! • De zorgverstrekkers dienen ALERT te zijn en een regelmatige follow-up bij de patiënten is zeer belangrijk! • Uit de literatuur blijkt dat zorgverstrekkers in het algemeen de hoeveelheid voedsel die patiënten innemen met ongeveer 22% overschatten.

  32. Screeningsinstrumenten voor ondervoeding • MUST (Malnutrition universal screening tool) • NRS (Nutritional Risk Score) • SNAQ (Short Nutritional Assessment Questionnaire) • MNA (Mini Nutritional Assessment) • SGA (Subjective Global Assessment) • Meer info over deze instrumenten zie bronnen op volgende dia

  33. Screeningsinstrumenten voor ondervoeding • MUST Henderson S, Moore N, Lee E, Witham MD. Do the malnutrition universal screening tool and Birmingham nutrition risk score predict mortality in older hospitalised patiënts? BMC Geriatr. 2008,8:26 • NRS Kondrup J, Rasmussen HH, Hamber O, Stanga Z. Nutritional risk screening (NRS 2002): a new method based on an analysis of controlled clinical trials. Clin Nutr. 2003,22:321-336 • SNAQ Kruizenga HM e.a. Development and validation of a hospital screening tool for malnutrition outpatiënts. Can the SNAQ malnutrition screening tool also be applied to this population? Clin Nutr. 2008,27:439-446 • MNA Guigoz Y, Vellas B, Garry P. MNA: a practical assessment tool for grading the nutritional state of eldery patiënts. Facts Res Gerontol.1994;4:15-59 • SGA Detsky AS e.a., What is subjective global assessment of nutritional status? JPEN.1998;11:8-13

  34. Aandachtspunten om de voedselintake te optimaliseren • Algemeen • Zorgen voor een aangename eet- en omgevingssfeer (scherpt de appetijt aan) • Op regelmatige tijdstippen trachten te eten (3 hoofdmaaltijden, 2 tussendoortjes) • Op regelmatige tijdstippen (VOLDOENDE) drinken • De voeding moet evenwichtig, gevarieerd en vooral lekker zijn!

  35. Aandachtspunten om de voedselintake te optimaliseren • Vast voedsel • Minimum 4 maaltijden voorzien, w.o. een volwaardige warme maaltijd! • Maaltijden voldoende op smaak brengen met allerhande kruiden & specerijen i.p.v. zout • Registratie van slechte eters • Sociale aspecten zijn belangrijk • Niet alleen eten • Speciale menu’s op feestdagen

  36. Aandachtspunten om de voedselintake te optimaliseren • Vast voedsel • Kauwproblemen • Gebitsprothese laten controleren (indien nodig aanpassen) • Vers fruit vervangen door verse zachte fruitsla • Gepureerde gerechten gescheiden op het bord serveren • Trage eters • Een voorverwarmd bord voorzien • Hulpmiddelen, aangepast bestek voorzien

  37. Aandachtspunten om de voedselintake te optimaliseren • Vast voedsel • Dementerenden • Brunch • Finger-foods • Het is gebleken dat ‘finger-foods’ de voedselinname positief beïnvloedt Def. “Finger-food: Het eten wordt met de vingers naar de mond gebracht

  38. Aandachtspunten om de voedselintake te optimaliseren • Drank • Steeds 2 soorten drank binnen handbereik houden • Tussen de maaltijden drinken (drankrondes voorzien) • Bij slikproblemen • Vloeistoffen indikken (zie voordracht slikstoornissen 24/02/’10)

  39. Aandachtspunten om de voedselintake te optimaliseren Voedingsassistentie vergroot de voedsel - & vochtinname beduidend! Meer info? Bron: Simmons SF, Keeler E, Zhuo X, Hickey KA, Sato HW, Schnelle JF. Prevention of unitentional weight loss in nursing home residents: a controlled trial of feeding assistance. J Am Geriatr Soc. 2008;56:1466-1473

  40. Ondervoeding kan ook voorkomen… • … bij chronische pancreatitis • … bij ziekte van Crohn • … bij coeliakie • … bij ethylabusus • … na bariatrische chirurgie • …

  41. Ondervoeding bij chronische pancreatitis • Chronische pancreatitis kan ontstaan door het gebruik van alcohol, cystic fibrosis, hypercalciëmie, hyperparathyreoïdie, hyperlipoproteïnemie, … • Ruim de helft van alle gevallen (mogelijk 60-80%) zou veroorzaakt worden door alcoholmisbruik, mogelijk in combinatie met voedingsgewoonten, roken en erfelijke factoren.

  42. Ondervoeding bij chronische pancreatitis • Complicaties • Klinische tekenen van malabsorptie treden pas op als minder dan 10% van de maximale spijsverteringsenzymen worden geproduceerd, er ontstaat dan onder andere steatorroe  Gewichtsverlies en een slechte voedingstoestand • Diabetes Mellitus (Door chronische ontsteking en fibrose gaat pancreasweefsel verloren) • Verlies eilandjes van Langerhans  insulinetekort • Verlies α-cellen  glucagontekort

  43. Ondervoeding bij chronische pancreatitis • Behandeling • Absoluut alcoholverbod • Suppletie van pancreasenzymen bij exocriene PA-insuff. • Voldoende vocht = zeer belangrijk • Insuline bij verhoogd bloedglucose, dieet als bij DM • Vetbeperkt dieet • Suppletie (indien nodig) van vetoplosbare vitamines • Suppletie van vit B1 (thiamine), foliumzuur, magnesium en zink (als alcoholmisbruik de oorzaak is)

  44. Ondervoeding bij ziekte van Crohn • Chronische ontsteking van een deel van de darm, meestal gelokaliseerd in het laatste deel van het ileum of in het colon • Symptomen die plotseling kunnen verergeren en daarna weer verminderen: • Buikpijn • Secretoire diarree • Vermagering • Anemie • Koorts

  45. Ondervoeding bij ziekte van Crohn • Door MALABSOPRTIE gaan er veel voedingsstoffen en vocht verloren! • Voeding moet rijk zijn aan eiwitten, mineralen en vocht (het verlies hiervan, via de ontlasting is groot) • Vaak sprake van slechte eetlust • Angst voor veel voedingsmiddelen  vermijdingsgedrag • Indien slechte voedingstoestand  En- & eiwit+ voeding niet voldoende? • Aanvullende drinkvoeding, nachtelijke sondevoeding

  46. Ondervoeding bij ziekte van Crohn • Suppletie van vitamines & mineralen is vaak nodig • Tekorten door: • Verminderde resorptie • Vitamine B12, ijzer • Medicijnen • Glucocorticoïden  remmen de resorptie van calcium en foliumzuur • Steatorroe • Verminderde resorptie van vetoplosbare vitamines, calcium, zink & magnesium

  47. Ondervoeding bij coeliakie • Wordt veroorzaakt door overgevoeligheid voor gluten (eiwitbestanddeel van tarwe, rogge, gerst, spelt en kamut) • Veroorzaakt aantasting aan darmslijmvlies en darmvlokatrofie  MALABSORPTIE • Calcium- en vitamine D tekort  osteoporose • Glutenvrij dieet en suppletie van calcium en vit D

  48. Ondervoeding bij coeliakie • Bijkomende voedingsadviezen zijn afhankelijk van de mate van verteringsstoornissen en van de VT van de patiënt: • Bij gistingsdiarree  lactosebeperkt dieet en vocht! • Bij vetdiarree  vetbeperking • Bij slechte VT  voedingsstofverrijkt dieet • Zo nodig suppletie van vitamines en mineralen • Glutenvrij dieet geldt voor het leven!

  49. Ondervoeding bij ethylabusus • Langdurig gebruik  ≥ 8 gl/dag  Ethylabusus • Symptomen: • Ochtendmisselijkheid en braken • Maagslijmvlies & darmslijmvlies raken aangetast • Bloedarmoede door chronisch bloedverlies in MDS • Darmslijmvlies aangetast  ↓ resorptie voedingsstof. • Alcohol = antagonist voor sommige vitamines

More Related