1 / 15

Evolutie en ordening

Evolutie en ordening. HET ONTSTAAN DER SOORTEN. Een aantal termen. Organische stoffen: bevatten de elementen C, H en O Anorganische stoffen: maximaal 2 van deze elementen Autotroof: organismen die in staat zijn organische stoffen te vormen uit anorganische stoffen

Download Presentation

Evolutie en ordening

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Evolutie en ordening HET ONTSTAAN DER SOORTEN

  2. Een aantal termen • Organische stoffen: bevatten de elementen C, H en O • Anorganische stoffen: maximaal 2 van deze elementen • Autotroof: organismen die in staat zijn organische stoffen te vormen uit anorganische stoffen • Heterotroof: organismen die andere organismen nodig hebben om aan organische stoffen te komen

  3. In den beginne • 4,6 miljard jaar geleden is de aarde ontstaan • 3,8 miljard jaar geleden ontstonden de eerste organismen. (oersoep + elektriciteit) Dit waren zeer eenvoudige organismen • Vraag: Wat verstaan we eigenlijk onder een organisme?

  4. En verder… • 2,3 miljard jaar geleden ontstonden de eerste bacteriën en cyanobacteriën. Dit zijn eencellige, prokaryote (zonder celkern) organismen • 1,5 miljard jaar geleden ontstonden de eerste eukaryoten (met celkern). Dit waarschijnlijk door endosymbiose

  5. Meercellige organismen • Rond 600 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste eenvoudige meercellige organismen. • Wat zouden voordelen kunnen zijn van meercellige organismen ten opzichte van eencelligen? • En nadelen?

  6. Fylogenetische boom van het leven

  7. Meercelligen • Uit de eerste eenvoudige meercellige organismen ontstonden steeds ingewikkeldere organisme • Is een ingewikkeld gebouwd organisme per definitie “beter” dan een eenvoudig gebouwd organisme?

  8. Ontstaan van nieuwe soorten • Hoe ontstaan nieuwe soorten? • Ontstaan ze eigenlijk wel?

  9. Drie hoofdstromingen • De evolutietheorie: Leven is in de loop van miljoenen jaren ontstaan door natuurlijke selectie. Evolutie heeft geen doel! • Creationisme: God heeft de wereld in korte tijd geschapen (6000 jaar geleden o.i.d.) • Intelligent design: God heeft de wereld geschapen maar deze ontwikkelt zich wel volgens de principes van de evolutietheorie. Evolutie heeft volgens I.D. een doel.

  10. Bewijs • Alleen voor de evolutietheorie zijn bewijzen. Beide andere theorieën hebben geen wetenschappelijke onderbouwing. Ze berusten op geloof.

  11. Evolutie is… • Bedacht door Charles Darwin en in de 20ste eeuw verder uitgewerkt tot de moderne synthese door o.a. Haldane, Huxley en Fisher. • Moderne synthese (neodarwinisme) is de combinatie van de evolutietheorie van Darwin en de wetten van Mendel.

  12. Natuurlijke selectie • Organismen planten zich voort • Er ontstaan veel nakomelingen • Nakomelingen variëren in eigenschappen (o.a. Door mutaties) • Nakomelingen met de meest gunstige eigenschappen (hoge fitness) planten zich het meest voort • Eigenschappen die erfelijk zijn worden doorgegeven aan het nageslacht, welke dus ook deze gunstige eigenschappen zullen bezitten • Gevolg: populatie evolueert

  13. Het ontstaan van soorten • Als een populatie gesplitst wordt door bijv. geologische gebeurtenissen dan kunnen beide subpopulaties anders evolueren. (Mogelijk) gevolg: Soortvorming • Soortvorming gaat sneller als kleine populaties gescheiden raken met onevenredig verdeelde genen.

  14. Een populatie vogels leeft in een gebied en heeft zich hieraan aangepast. Er is wel enige variatie! Door een storm wordt een deel van de vogels naar een naarburig gebied toegeblazen. De populatie past zich in de loop van de tijd aan aan de nieuwe omgeving. Gevolg is dat de populaties van elkaar gaan verschillen. Gevolg  soortvorming.

More Related