1 / 59

Thema 1

Thema 1. Het landje is van ons. Les 1.1. opvatting bijenkorf moeilijkheden pony’s koppeling. Les 1 tong. In het ankerverhaal staat dat de kinderen het niet eens zijn met de plannen van de gemeente. → Hoe maken de kinderen hun opvatting kenbaar? Mondeling via de moeder van Odette.

orpah
Download Presentation

Thema 1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Thema 1 Het landje is van ons

  2. Les 1.1 • opvatting • bijenkorf • moeilijkheden • pony’s • koppeling

  3. Les 1 tong • In het ankerverhaal staat dat de kinderen het niet eens zijn met de plannen van de gemeente. → Hoe maken de kinderen hun opvatting kenbaar? Mondeling via de moeder van Odette. → Op welke manier zou je dit ook kunnen doen? Schriftelijk → Wat is een opvatting? → Wie kent er een ander woord voor?

  4. opvatting → Welke spellingproblemen komen er in het woord voor? • Verdubbeling van de medeklinker na een korte klank • Je hoort aan het eind in, maar je schrijft ing. → Welk grondwoord heb je geleerd voor woorden met ng? We leren vandaag woorden schrijven met ng aan het eind die bijna hetzelfde klinkt als n.

  5. koning → Welke klankgroep hoor je aan het eind van het woord? ing →Hoe schrijf je deze klankgroep? → Kun je meer woorden noemen die eindigen op ing? → Verdeel het woord in klankgroepen en geef aan op welke klankgroep het woord eindigt.→

  6. goedkeuring

  7. hervorming

  8. hulpverlening

  9. medewerking

  10. opvatting

  11. overtuiging

  12. tegenstelling

  13. uitdrukking

  14. uitwerking

  15. voldoening

  16. vordering

  17. vormgeving

  18. waardering

  19. waarneming

  20. Reflectie: • Welke klank hoor je in een woord met ng? • Hoe moet je die klank schrijven? • Wie kan de regel vertellen die we vandaag geleerd hebben? • Aan welke woorden moet je denken? (tong en koning) • Waar moet je volgende keer op letten bij het schrijven van deze woorden?

  21. Les 1.2 • Italië • woordenboek • mogelijkheden • programma’s • middelbaar

  22. Les 2 kleuren, werken • In het ankerverhaal staat dat mevrouw Lamers zegt: “Nou, nou, nou,u hoeft niet zo te dreigen”. → Wat betekent dreigen? → Wie kan voorbeelden geven? → Wie kan er een zin maken met het woord dreigen? De leerkracht noemt de vormen met ik, jij, hij en wij. → Welk woord verandert er nog meer als het onderwerp verandert? De persoonsvorm. Vandaag leren we persoonsvormen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd goed te schrijven.

  23. denkstappenkaart Iedereen krijgt een denkstappenkaart. Ik fiets naar school. 1. Welk woord in de zin is de persoonsvorm? Hoe vind je de persoonsvorm? Vraagproef, getalproef en tijdproef. 2. In welke tijd staat de zin? Tegenwoordige tijd. 3. Wat is het onderwerp in de zin? Vraag: Wie of wat doet iets. 4. Is dit enkelvoud of meervoud? 5. Welke vorm schrijf je dan? Ik-vorm

  24. Ik bak een taart • Welk woord in de zin is de persoonsvorm? Hoe vind je de persoonsvorm? Vraagproef, getalproef en tijdproef. bak 2. In welke tijd staat de zin? Tegenwoordige tijd 3. Wat is het onderwerp in de zin? Vraag: Wie of wat doet iets. ik 4. Is dit enkelvoud of meervoud? 5. Welke vorm schrijf je dan?

  25. Maak een zin met bellen. • Welk woord in de zin is de persoonsvorm? Hoe vind je de persoonsvorm? Vraagproef, getalproef en tijdproef. 2. In welke tijd staat de zin? 3. Wat is het onderwerp in de zin? Vraag: Wie of wat doet iets. 4. Is dit enkelvoud of meervoud? 5. Welke vorm schrijf je dan?

  26. Maak een zin met dreigen. • Welk woord in de zin is de persoonsvorm? Hoe vind je de persoonsvorm? Vraagproef, getalproef en tijdproef. 2. In welke tijd staat de zin? 3. Wat is het onderwerp in de zin? Vraag: Wie of wat doet iets. 4. Is dit enkelvoud of meervoud? 5. Welke vorm schrijf je dan?

  27. Maak een zin met eisen. • Welk woord in de zin is de persoonsvorm? Hoe vind je de persoonsvorm? Vraagproef, getalproef en tijdproef. 2. In welke tijd staat de zin? 3. Wat is het onderwerp in de zin? Vraag: Wie of wat doet iets. 4. Is dit enkelvoud of meervoud? 5. Welke vorm schrijf je dan?

  28. belonen

  29. benoemen

  30. dreigen

  31. drukken

  32. eisen

  33. Reflectie • Had je moeite met het zoeken van de persoonsvorm in de zin? • Wat was er moeilijk? • Welke manier heb je ervoor gebruikt? • Hoe zoek je het onderwerp? • Vind je het moeilijk om de persoonsvorm goed mee te schrijven? • Waar heb je moeite mee? • Helpt de denkstappenkaart bij het schrijven van persoonsvormen?

  34. Les 1.3 • Duitser • bacteriën • omstandigheden • risico’s • missie

  35. Les 3 lucht, liter • In het ankerverhaal staat dat Freek een drank had meegenomen naar het landje. → Welke drank had Freek meegenomen? Limonade → Met wie dronk hij deze op? Tobi → Wie kan het woord limonade in klankgroepen verdelen? → Waarop eindigde de eerste klankgroep? → Welke klank hoor je? Je hoort een ie, maar je schrijft een i

  36. oprichting → Welke klank hoor je anders dan je hem schrijft? Je hoort gt, maar je schrijft cht, net zoals bij lucht. Vandaag leer je woorden schrijven meti die klinkt als ie en woorden met cht die klinkt als gt.

  37. Woorden met cht Maak drie kolommen in je schrift en vul zo veel mogelijk woorden in elke rij. • Als er acht, echt en icht voorkomt in een woord schrijf je het meestal cht schrijft. → Schrijf in je schrift de zin: Als je acht, echt, ucht of icht hoort, schrijf je cht.

  38. Woorden met i die klinkt als ie Liter en gieter. → Verdeel beide woorden in klankgroepen. → Welke klank hoor je aan het eind van de eerste klankgroep? → Schrijf je in beide woorden dezelfde letter? Categorie 16 bestaat uit allemaal woorden waarbij je ie hoort, maar i schrijft.

  39. echtgenoot

  40. evenwicht

  41. voorlichting

  42. wellicht misschien

  43. dirigent

  44. dominee

  45. horizon

  46. kabinet

  47. kapitaal

  48. kardinaal

  49. linie

  50. minister

More Related