1 / 63

Oefenen met nieuwe kwaliteitscriteria door reviewen van plannen van aanpak

Oefenen met nieuwe kwaliteitscriteria door reviewen van plannen van aanpak. Probleemstelling, deelvragen, methodologie. Hogeschool Utrecht Institute for Business Economics Health Centre Hoenderdaal Driebergen-Rijsenburg 18 januari 2012

omar
Download Presentation

Oefenen met nieuwe kwaliteitscriteria door reviewen van plannen van aanpak

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Oefenen met nieuwe kwaliteitscriteria door reviewen van plannen van aanpak Probleemstelling, deelvragen, methodologie • Hogeschool UtrechtInstitute for Business Economics • Health Centre Hoenderdaal Driebergen-Rijsenburg18 januari 2012 • Dr. Daan AndriessenLector Intellectual CapitalHogeschoolInholland

  2. Agenda • Wat is onderzoek in de HBO bachelor? • Kwaliteitscriteria voor onderzoek • Oefenen met nieuwe kwaliteitscriteria door reviewen van plannen van aanpak

  3. Wat is onderzoek in de HBO bachelor?

  4. ‘Onderzoek is een doelbewust en methodisch zoeken naar nieuwe kennis in de vorm van antwoorden op tevoren gestelde vragen volgens een tevoren opgesteld plan’ (Verschuren, 1994). Formele definitie van onderzoek (1)

  5. Formele definitie van onderzoek (2) • Doelbewust: vanuit probleemveld, gericht op beantwoorden van probleemstelling en deelvragen • Methodisch: systematisch en volgens erkende methoden en wetensch. criteria te werk gaan • Vragen: ‘zonder vragen geen...’ • Plan: methodologie en onderzoekplan (acties, instrumenten, tijd en geld)

  6. Onderzoek op HBO bachelor niveau? • Nieuwe kennis= nieuw voor de wereld met bredere geldigheid dan het individuele geval • of • Nieuwe kennis= nieuw voor de opdrachtgever en relevant voor het individuele geval HBO Bachelor

  7. Oké, maar dat doen we toch al jaren? Wat is het verschil met bv. projectmanagement en projectonderwijs?

  8. De handelingscyclus (Van Strien, 1986) 1. Probleemkluwen 2. Probleemkeuze 3. Diagnose/analyse 4. Plan/ontwerp 5. Ingreep/ implementatie 6. Evaluatie Strien, P.J. van (1986) Praktijk als wetenschap. Methodologie van het sociaal-wetenschappelijk handelen. Assen: Van Gorcum, 1986

  9. De handelingscyclus bij praktijkgerichte vraagstukken OP BASIS VAN OP BASIS VAN OP BASIS VAN DIAGNOSE ONTWERP IMPLEMENTA-TIE EVALUATIE VOORSTEL VOOR VOORSTEL VOOR VOORSTEL VOOR

  10. De onderzoekscyclus Rapportage & Presentatie Doelstelling Probleemstelling Deelvragen 1e deel literatuur-studie Conclusies & Aanbevelingen 6 1 5 4 2 • Onderzoeksplan: • Methodologie • Tijdsplanning 3 Data analyse Data verzameling (waaronder nadere literatuurstudie) = Plan van Aanpak

  11. Onderzoek in HBO = handelingscyclus plus onderzoekscyclus (Leen, 2011) OP BASIS VAN OP BASIS VAN OP BASIS VAN 6 6 6 6 1 1 1 1 5 5 5 5 DIAGNOSE ONTWERP IMPLEMENTA-TIE EVALUATIE 4 4 4 4 2 2 2 2 3 3 3 3 VOORSTEL VOOR VOORSTEL VOOR VOORSTEL VOOR Onderzoekscyclus Onderzoekscyclus Onderzoekscyclus Onderzoekscyclus Leen, Jan (2011) Mondelinge communicatie

  12. Veel voorkomende combinaties (1) Hoe kan … verbeterd worden?(functie: ontwerpen) OP BASIS VAN 6 1 5 DIAGNOSE ONTWERP 4 2 3 VOORSTEL VOOR Onderzoekscyclus

  13. Veel voorkomende combinaties (2) Wat is het effect van …(functie: evalueren) OP BASIS VAN 6 1 5 IMPLEMENTA-TIE EVALUATIE 4 2 3 Onderzoekscyclus

  14. Veel voorkomende combinaties (3) Hoe goed is plan …?(functie: evalueren) OP BASIS VAN 6 1 5 ONTWERP IMPLEMENTA-TIE EVALUATIE 4 2 3 Onderzoekscyclus

  15. Veel voorkomende combinaties (4) Hoe kan … verbeterd worden en wat zijn daarvan de effecten?(functie: ontwerpen & evalueren) OP BASIS VAN OP BASIS VAN 6 1 5 DIAGNOSE ONTWERP IMPLEMENTA-TIE EVALUATIE 4 2 3 VOORSTEL VOOR Onderzoekscyclus

  16. Kwaliteitscriteria voor onderzoek

  17. Kwaliteitscriteria zijn hoeksteen bij afstuderen • Kwaliteitscriteria vertellen student aan welke eisen het eindproduct moet voldoen -> vooraf geven en mee laten oefenen • Student kan zich dan afvragen: wat moet ik allemaal doen in het onderzoek om deze kwaliteit te realiseren? • Docent kan criteria als leidraad gebruiken bij de begeleiding • Dezelfde kwaliteitscriteria worden gebruikt bij het beoordelen van het eindproduct

  18. Goede kwaliteitscriteria voldoen aan 3 eisen • Een kwaliteitscriterium heeft: • Een object (wat moet kwaliteit hebben? Bv. probleemstelling of literatuurstudie) • Een criterium (welke kwaliteit moet het hebben? Bv. relevant of functioneel) • Indicatoren (waaraan kan ik zien of er sprake is van kwaliteit?)

  19. Kwaliteitscriteria • Gebaseerd op het wetenschappelijke onderzoek van Heinze Oost (Oost, 1999; Oost & Markenhof, 2002) • Aangevuld met criteria voor praktijkgericht onderzoek (Andriessen & Van Weert 2008) • Getoetst aan en aangevuld met criteria NVAO (Rapport van Bevindingen NVAO-Commissie Onderzoek Hogeschool Inholland, 26 april 2010) • In handzaam formulier gezet door cluster Finance Inholland • Aangepast voor HU IBE

  20. NVAO heeft bij ons getoetst op: • theoretische vorming / onderbouw • overzicht en inzicht, het kunnen plaatsen van problemen in de context • reflectie (incl. zelfreflectie), kritische en objectiverende ingesteldheid, zin voor nuance • creativiteit en/of vermogen tot conceptualisering • vermogen om helder te communiceren • vermogen om efficiënt en resultaatgericht te werken

  21. Onderliggende criteria met indicatoren zijn beschikbaar

  22. 1. Inleiding en onderzoeksopzet • Probleemstelling en deelvragen zijn inhoudelijk verankerd, relevant, afgebakend, precies en functioneel. • De gebruikte methodologie is functioneel, betrouwbaar en relevant m.b.t. de afzonderlijke deelvragen.

  23. Probleemstelling • “Onderzoek begint met iemand die iets niet weet of snapt. Die vraag houdt hem bezig, ergert hem, prikkelt zijn nieuwsgierigheid. (…) De vraag is te moeilijk om snel even te beantwoorden. (…) Die moeilijk te beantwoorden vraag wordt de probleem-stelling genoemd.” (Oost en Markenhof, 2002) • Begripsverwarring: • Probleemstelling = vraagstelling = onderzoeksvraag = hoofdvraag • Veldprobleem ≠ probleemstelling • Doelstelling = einddoel van het onderzoek • Veldprobleem → doelstelling → probleemstelling → deelvragen • Een probleemstelling is een zin met een vraagteken!

  24. Van veldprobleem naar probleemstelling1 (1) • Veldprobleem = het probleem in de praktijk (vaak gegeven door opdrachtgever) • Problemen bestaan niet. Een situatie is pas een probleem als iemand dat ervan maakt (Vermaak, 2009) • Belangrijke vraag: wie bepaalt dat iets een probleem is? Veldprobleem Kennis-probleem Probleem-stelling 1) Andriessen, D. (2011) Veldprobleem, kennisprobleem, deelvragen, in: Van Aken en Andriessen, Handboek ontwerpgericht onderzoek, Den Haag: Boom Lemma

  25. Van veldprobleem naar probleemstelling (2) • Veldprobleem = een verschil tussen een bestaande en een gewenste situatie • Dit maakt een diagnose noodzakelijk: • Wat is de feitelijke situatie? Wat is de gewenste situatie? Wat is het gat tussen de feitelijke en de gewenste situatie? • Wat zijn de oorzaken van dit gat? Veldprobleem Kennis-probleem Probleem-stelling

  26. Van veldprobleem naar probleemstelling (3) • Veldprobleem oplossen vereist: • Mensen & Middelen • Tijd & Gelegenheid • Kennis • Student richt zich alleen op het aanleveren van (een deel van) de kennis • Kennisprobleem = het gat tussen de bestaande en de benodigde kennis om het probleem (deels) op te lossen Veldprobleem Kennis-probleem Probleem-stelling

  27. Van veldprobleem naar probleemstelling (4) • Kennisprobleem is vaak heel groot • De student moet dus een keuze maken • Probleemstelling = de vraag die het deel van het kennisgat verwoordt dat in het onderzoek wordt opgevuld • Vereist: • Kennis van zaken (literatuurstudie) • Focus • Onderhandelen Veldprobleem Kennis-probleem Probleem-stelling kennis focus

  28. Kwaliteitscriteria probleemstelling • Functioneel • Inhoudelijk verankerd • Relevant • Afgebakend • Precies

  29. Een probleemstelling is functioneel Bron: Oost & Markenhof, 2002

  30. Een probleemstelling is functioneel (2) Bron: Oost & Markenhof, 2002

  31. Probleemstelling bepaalt het soort antwoord dat je zoekt

  32. Reviewen van 2 Plannen van Aanpak • Werkwijze teams Rechtenopbouw • Financiële prestatiemaat-staven binnen zorginstellingen  

  33. Doelstelling1   • “Het doel van dit onderzoek is ontdekken of er een uniforme werkwijze gehanteerd kan worden binnen de verschillende teams van Rechtenopbouw die verantwoordelijk zijn voor de processen van waardeoverdrachten, zodanig dat ze een team kunnen worden.” (p.2) • “Voor het realiseren van prestatiemanagement binnen zorginstellingen in de care sector zullen prestatie-indicatoren bepaald moeten worden”. (p.3) 1) NVAO: Wat willen we (laten) bereiken met dit project: onderzoeksdoelen?

  34. Functioneel: Maakt de scriptie duidelijk wat de onderzoeksfunctie van de probleemstelling is?Wat is de onderzoeksfunctie in scriptie 1 en 2?   “Wat zijn de verschillen en overeenkomsten binnen de diverse systemen van de teams Rechtenopbouw in Locatie A en locatie B en eventuele welke digitale systemen kunnen helpen bij het uniform werken.” (p.2) “ Welke financiële prestatiemaatstaven worden toegepast binnen zorginstellingen, hoe zijn de zij verankerd in de bedrijfsvoering, zijn de financiële prestatie-maatstaven toekomst-bestendig en welke ruimte voor verbetering is er op dit gebied mogelijk?” (p.3)

  35. Onderzoek in HBO = handelingscyclus plus onderzoekscyclus (Leen, 2011) OP BASIS VAN OP BASIS VAN OP BASIS VAN 6 6 6 6 1 1 1 1 5 5 5 5 DIAGNOSE ONTWERP IMPLEMENTA-TIE EVALUATIE 4 4 4 4 2 2 2 2 3 3 3 3 VOORSTEL VOOR VOORSTEL VOOR VOORSTEL VOOR Onderzoekscyclus Onderzoekscyclus Onderzoekscyclus Onderzoekscyclus Leen, Jan (2011) Mondelinge communicatie

  36. Functioneel bij HU IBE “Onderzoeksfunctie is ontwerpen/voorschrijven, d.w.z. de oplossing wordt als een advies voor de te nemen maatregelen of acties gegeven.”

  37. Functioneel: De deelvragen bepalen de onderzoekstructuur • De probleemstelling is uitgewerkt in deelvragen waarvan een deel theoretisch zijn en een deel empirisch • De deelvragen zijn volledig, dwz door de deelvragen te beantwoorden krijg je alle informatie die nodig is voor het beantwoorden van de probleemstelling • De logische volgorde klopt • Vraag 1 gaat vooraf aan vraag 2 als vraag 1 een antwoord oplevert dat nodig is om vraag 2 te beantwoorden • Samen vormen de deelvragen de onderzoeksstructuur • Met behulp van de deelvragen bepaal je de onderzoekstrategieën die je gaat gebruiken

  38. Iedere onderzoeksfunctie heeft een eigen onderzoekstructuur: DEFINIEREN • Beschrijvende deelvragen: • Wat zijn de kenmerken van A? • Wat zijn de kenmerken van de familie of klasse? • Vergelijkende deelvragen: • Wat zijn de overeenkomsten van A en B? • Wat zijn de verschillen tussen A en B?

  39. Iedere onderzoeksfunctie heeft een eigen onderzoekstructuur: VERGELIJKEN • Beschrijvende deelvragen: • Wat zijn de kenmerken van A? • Wat zijn de kenmerken van B? • Vergelijkende deelvragen: • Wat zijn de overeenkomsten van A en B? • Wat zijn de verschillen tussen A en B?

  40. Iedere onderzoeksfunctie heeft een eigen onderzoekstructuur: EVALUEREN • Beschrijvende deelvragen: • Wat zijn de kenmerken van A? • Wat zijn de kenmerken van de norm? • Vergelijkende deelvragen: • Wat zijn de overeenkomsten van A en de norm? • Wat zijn de verschillen tussen A en de norm? OP BASIS VAN IMPLEMENTA-TIE EVALUATIE

  41. Iedere onderzoeksfunctie heeft een eigen onderzoekstructuur:ONTWERPEN DIAGNOSE ONTWERP Ontwerpende deelvragen: • Welke oplossingen zijn er bekend? • Welke eisen stellen we aan de oplossing? Vergelijkende deelvragen: • Wat zijn de overeenkomsten van de oplossing en de eisen? • Wat zijn de verschillen tussen de oplossing en de eisen? Verklarende deelvragen: • Wat maakt dat de oplossing gaat bijdragen aan het wegnemen van het probleem? Beschrijvende deelvragen: • Wat zijn de kenmerken van situatie A? • Wat zijn de kenmerken van de norm? Vergelijkende deelvragen: • Wat zijn de overeenkomsten van A en de norm? • Wat zijn de verschillen tussen A en de norm? Verklarende deelvragen: • Wat maakt dat er verschillen zijn tussen A en de norm? Evalueren Evalueren

  42. De onderzoeksstructuur van Is de probleemstelling uitgewerkt in deelvragen waarvan een deel theoretisch is en een deel empirisch? Vormen de deelvragen samen een onderzoekstructuur die past bij de onderzoeksfunctie? • Welke rol speelt de financiële functie bij zorginstellingen? • Welke financiële prestatiemaatstaven worden toegepast binnen zorginstellingen en in hoeverre zijn zij verankerd in de bedrijfsvoering? • Aan welke criteria moeten financiële prestatiemaatstaven voldoen om toekomstbestendig te zijn? • Welke ruimte voor verbetering is er op het gebied van financiële maatstaven mogelijk en hoe kan deze ingevuld worden?

  43. De onderzoeksstructuur van Is de probleemstelling uitgewerkt in deelvragen waarvan een deel theoretisch is en een deel empirisch? Vormen de deelvragen samen een onderzoekstructuur die past bij de onderzoeksfunctie? • Hoe verloopt het proces van waardeoverdracht momenteel binnen de verschillende teams? • Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de diverse systemen die worden gebruikt door deze teams en wat is de beste wijze van uniformeren van deze systemen (wordt de systeemgelijkstelling of systeemintegratie gerealiseerd )? • Welke systemen zijn er nodig om deze systeemgelijkstelling/integratie te faciliteren? • Wat is de toegevoegde waarde van de eenwording van de verschillende teams? • Wat verandert er concreet aan de te verrichten werkzaamheden en hoe zullen deze eruit zien? • Hoe kijken de medewerkers naar het uniform werken?

  44. Probleemstelling is inhoudelijk verankerd • Uitleg wordt gegeven over: • Het kennisgebied waarop het onderzoek betrekking heeft (bv. ondernemerschap, zakelijke dienstverlening) • Het thema waar het onderzoek over gaat(bv. acquisitie bij Private Banking, solvabiliteitsregelgeving de verzekeringsbranche) • Hoe het thema aansluit bij de problematiek van organisatie waarin het onderzoek plaats vindt en de context (sociaal, maatschappelijk, cultureel, economisch, internationaal) • PvA 1 en 2?

  45. Een probleemstelling is relevant • Probleemstelling: • Heeft betrekking op een problematische situatie in de beroepspraktijk • Kan bij beantwoording een bijdrage leveren aan oplossing van de problematische situatie • Is nog niet beantwoord • Is geaccepteerd door de klant PvA 1 en 2?

  46. Probleemstelling is afgebakend • Aannemelijk wordt gemaakt dat de probleemstelling een optimaal bereik heeft. • Vraag moet qua complexiteit op hbo-niveau zijn • Beantwoorden van de vraag moet voldoende werk opleveren gedurende de onderzoeksperiode, rekening houdend met: • Beschikbaarheid van informatie • Aantal betrokken stakeholders, afdelingen, processen • Beantwoorden van de vraag moet haalbaar zijn in de onderzoeksperiode gegeven bovenstaande factoren • PvA 1 en 2?

  47. Een probleemstelling is precies • Wat is het domein? • Waar gaat de vraag over? • Wat zijn de centrale begrippen en zijn ze goed gedefinieerd? • Welke begrippen worden gebruikt om iets over het domein te zeggen? • Hoe goed gedefinieerd zijn die? • Wat is de eventuele relatie tussen de centrale begrippen en is die te onderzoeken?

  48. Een probleemstelling is precies • Wat is het domein? • Financiële prestatiemaatstaven bij zorginstellingen • Wat zijn de centrale begrippen en zijn ze goed gedefinieerd? • verankerd in de bedrijfsvoering, • toekomstbestendig • ruimte voor verbetering • Wat is de eventuele relatie tussen de centrale begrippen en is die te onderzoeken? • zijn de FP’s verankerd in de bedrijfsvoering en toekomstbestendig en is er ruimte voor verbetering

More Related