1 / 151

Cursus Onderluitenant Brandbestrijding Hulpverlening Hoofdstuk 13:

Hoofdstuk 13: inhoud. Evolutie inzake noodplanning in BelgiOrganisatie in andere landenOrganisatie noodplanning in Belgi - KB 16.02.'06Organisatie van de andere disciplinesCordinatie hulpverleningInterventieplannen

nardo
Download Presentation

Cursus Onderluitenant Brandbestrijding Hulpverlening Hoofdstuk 13:

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


    1. Cursus Onderluitenant Brandbestrijding & Hulpverlening Hoofdstuk 13: Onderwerpen: Noodplanning Organisatie rampenbestrijding Coördinatie hulpdiensten Preplanning Marc Vande Velde

    2. Hoofdstuk 13: inhoud Evolutie inzake noodplanning in België Organisatie in andere landen Organisatie noodplanning in België - KB 16.02.’06 Organisatie van de andere disciplines Coördinatie hulpverlening Interventieplannen & Preplanning Slachtofferhulp Opvang hulpverleners

    3. 1. Wettelijk kader noodplanning De Seveso-richtlijnen Het Samenwerkingsakkoord K.B. nood- & interventieplanning dd. 16.02.2006 & NPU-1 Infeite kan je een indeling maken in 3 periodes: - de pré-Seveso-periode - de Seveso-periode: totstandkoming wetgeving: vooral op grote industriële risico’s - de post-Seveso-periodeInfeite kan je een indeling maken in 3 periodes: - de pré-Seveso-periode - de Seveso-periode: totstandkoming wetgeving: vooral op grote industriële risico’s - de post-Seveso-periode

    4. De SEVESO-richtlijnen De aanleiding: 2 zware ongevallen... 1974: Flixborough (Verenigd Koninkrijk): 28 doden & talrijke gewonden op en rond het bedrijf met totale verwoesting vd installaties 1976: Meda-Seveso (Italië): ongecontroleerde chemische reactie bij de productie van herbiciden & pesticiden met vrijgave van kankerverwekkende dioxines in de ruime omgeving: evacuatie 600 personen - besmetting 2000 personen

    5. K.B. 16.02.2006 - Noodplanning Aanleiding: zwaar ongeval… Gasramp Fluxys in Ghislenghien 30 juli 2004 24 doden & 132 gewonden “Noodplanning”: de rampenplannen voor hulpverlening & alle andere plannen die in opdracht van de overheid worden opgesteld om een noodsituatie te beheersen. (art.1) - het multidisciplinair nood- & interventieplan (ANIP-BNIP) - het monodisciplinair interventieplan - het intern noodplan

    6. 2.De Seveso-richtlijnen De Seveso-richtlijnen De impact op de brandweer Infeite kan je een indeling maken in 3 periodes: - de pré-Seveso-periode - de Seveso-periode: totstandkoming wetgeving: vooral op grote industriële risico’s - de post-Seveso-periodeInfeite kan je een indeling maken in 3 periodes: - de pré-Seveso-periode - de Seveso-periode: totstandkoming wetgeving: vooral op grote industriële risico’s - de post-Seveso-periode

    7. De Seveso (1)-richtlijn: Richtlijn 82/501/EG van 24 juni 1982 Europese richtlijn: Legt verplichtingen op aan de exploitant van een industriële activiteit met risico op zwaar ongeval én aan de overheid met als doel: zware ongevallen voorkomen gevolgen van ongevallen te beperken voor mens & milieu

    8. De Seveso (2)-richtlijn: Richtlijn 1996/82/EG Vervangt de Seveso I richtlijn Zelfde doelstellingen als de Seveso I-richtlijn Ruimer toepassingsgebied: begrippen “lage drempel” & “hoge drempel” principe: hoe groter de hoeveelheid aan opgeslagen gevaarlijke stoffen, hoe groter het risico op een zwaar ongeval

    9. Richtlijn 2003/105/EG: Publicatie 16 dec 2003: Reactie op: Milieuramp Baia Mare 01-2000 (Roemenië) vervuiling rivieren door cyanide Vuurwerkramp Enschede (Nl) 05-2000 18 doden, > 400 woningen verwoest Explosie AZF Toulouse (F) 09-2001 meststoffenfabriek aan de stadsrand & snelweg 29 doden, > 1000 gewonden ? Uitbreiding toepassingsgebied Seveso 2 verplicht voor alle lidstaten tegen 1.07.2005

    10. De Sevesorichtlijn in België Omzetting in Belgisch recht van richtlijn 96/82/EG: samenwerkingsakkoord 21 juni 1999 : tussen Federale Staat & Gewesten ter “Beheersing van gevaren van zware ongevallen, waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn” federale staat bevoegd voor bescherming werknemers bevoegd voor coördinatie noodplanning Vlaams gewest bevoegd voor bescherming leefmilieu Waals gewest bevoegd voor omwonende bevolking Brussels hoofdstedelijk gewest Complexe staatsstructuur in België: Bevoegdheden: organisatie repressie - bestrijding: federaal organisatie preventie: gewesten Complexe staatsstructuur in België: Bevoegdheden: organisatie repressie - bestrijding: federaal organisatie preventie: gewesten

    11. Samenwerkingsakkoord 21.06.1999 van toepassing sinds 26 juni 2001 FOD WASO: coördinator in de samenwerking “Cel Veiligheidsrapportering” Federale Overheidsdienst - “FOD WASO” Werkgelegenheid, Arbeid & Sociaal Overleg belast met : toezicht op de risico-ondernemingen beoordeling veiligheidsrapporten (VR) via: - coördinerende diensten - beoordelingsdiensten - inspectiediensten FOD WASO - cel veiligheidsrapportering = coördinerende rol in de behandeling van de Seveso-dossiers FOD WASO - cel veiligheidsrapportering = coördinerende rol in de behandeling van de Seveso-dossiers

    12. Risicostudies Seveso-bedrijven Studies naar: - risico-identificatie - consequentie-analyse: wat als? - waarschijnlijkheid ongevallen Veiligheidsrapporten: onderdeel vd vergunningsaanvraag - OVR: omgevingsveiligheidsrapporten - SWA-VR: samenwerkingsakkoord VR-rapport - RVR: ruimtelijk veiligheidsrapport - MER: milieu-effect rapport

    13. Impact op de brandweer: 1 Voor 1982: pré-SEVESO-tijdperk: Strafwetboek: verplichting tot voorzorg & voorzichtigheid Gemeentewet: gemeente moet maatregelen treffen om rampen te voorkomen & te bestrijden Voorkomingsbeleid via voorafgaandelijk tussenkomstplan zie: - KB 8 nov 1967, art. 17 - KB 6 mei 1971 - MO 22 dec 1978 Verplichting brandweer om voorafgaande interventieplans op te maken voor gebouwen & installaties met zeer grote gevaren.

    14. Impact op de brandweer: 2 Het SEVESO-tijdperk: Seveso-richtlijnen & samenwerkingsakkoord Wet inzake risico’s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten (21 jan 1987) Opstellen rampenplan voor hulpverlening dr overheid (zie MO 11 juli 1990) Opstellen intern noodplan door bedrijf (zie ARAB art. 723 qq) Brandweer is mede-beoordelaar van de veiligheidsrapporten bij het uitbatingsdossier

    15. Impact op de brandweer: 3 Post-SEVESO-tijdperk: KB 16.02.2006 Nood- & interventieplanning: opstellen/meewerken ANIP & BNIP Opstellen monodisciplinair interventieplan taken: Dir-BW - Dir-CP-Ops- adviseurs… Lid van de Veiligheidscel - risico-anlyse - oefenbeleid... Landelijk model voor risico-analyse (in ontwerp) “Glimmer” Brandweer is spil in de rampenbestrijding...

    16. 3. Organisatie & planning in andere landen: Duitsland Nederland Groot-Brittanië Frankrijk

    17. 3.1. Duitsland : Bondsrepubliek Duitsland: federale staat Bundesländer : 16 deelstaten: ruime bevoegdheden oa. “Katastrophenschutz” (rampenbestrijding) Deelstaten verdeeld in “Landkreise” & gemeenten aansprakelijk voor brandweerzorg Brandweer: werking, bevelvoering & middelen zijn uniform geregeld “Fachdienste”: brand, berging, herstel, NBC, telecom... Reddingsdienst - Rettungsdienste (cfr Dr Med Hulp) Rode Kruis, Arbeiter-Samariter-Bund, Johaniter Unfallhulfe, Malteser.. Duitsland: 30 % beroeps 70 % vrijwilligersDuitsland: 30 % beroeps 70 % vrijwilligers

    18. 3.2. Nederland : Bestuurlijke verantwoordelijkheid: de Gemeente gemeentegrensoverschrijdend: commissaris vd Koningin Operationele verantwoordelijkheid: de parate hulpdiensten regionale ondersteuning: comdo, GS, rogs… Nederland heeft “Brandweerwet”& “Rampenwet” (1985) Territoriale congruentie: 25 HVL-regio’s - brandweer - GHOR: geneeskundige hulpverlening bij ongevallen & rampen - Politie gemeenschappelijke regionale meldkamers Handleiding “Maatramp” : risico-analyse NIBRA: Nederlands Instituut voor Brandweer & Rampenbestrijding

    19. Nederland rampenbestrijding “Routine” “GRIP”: Gecoördineerde Regionale Incident Procedures Fasering: GRIP 1 tot GRIP 4 GRIP 1: operationele gecoördineerde acties - geen bestuurlijke coördinatie GRIP 2: operationele & bestuurlijke coördinatie GRIP 3: bestuurlijke coördinatie olv de commissaris vd koningin GRIP 4: incident is regio- of provincieoverschrijdend

    20. 3.3. Groot-Brittanië : Staat: bevoegd voor regelgeving & normering opleiding, materieel, werving, inzetprocedures opleiding offrn: Fire Service College: Moreton-In-Marsch Counties: bevoegd voor brandweer & R-bestrijding Reserve: strijdkrachten

    21. 3.4. Frankrijk : Basis rampenbestrijding: wet 22 juli 1987 de gemeente het departement o.l.v. de prefect SDIS: service départemental d’incendie & secours CODIS: alarmcentrale de zone (7): o.l.v.een prefect de federale staat: Minister van Binnenlandse Zaken Disciplines: - rood: brandweer (bel “18”) 240.000 man - 85%=V - wit: SAMU (medische hulp) (bel “15”) - blauw: politie & gendarmerie (bel “17”) Plan “ORSEC”: organisation des secours nationaal - zonaal - departementaal - “Plan Rouge”

    22. 4. Noodplanning & -organisatie in België Het voorkomingsbeleid De begrippen “ramp” & “noodsituatie” Crisismanagement Structuur van de noodplanning Voorafgaande interventieplannen Coördinatie van de operaties De fasering in de rampenplanning de disciplines Dit alles aan de hand van een toespraak van Dhr Clymans in 1993!! Dit alles aan de hand van een toespraak van Dhr Clymans in 1993!!

    23. Het voorkomingsbeleid Hoog-technologische maatschappij: kwetsbaar & risicovol Voorkomen rampen blijft prioriteit via preventie Bij ramp: gevolgen beperken: - voor bedrijf & werknemers - voor omgeving & omwonenden - voor het leefmilieu ? Noodplanning & rampenplanning curatief - bouwstenen van de civiele bescherming

    24. Noodplanning - vereisten: Visie inzake “integrale veiligheid”: van pro-actie, preplanning tot preparatie vereist een landelijk model risicoanalyse (??) Aangepaste infrastructuur & middelen Duidelijke (nood-)plannen = afspraken Getrainde & gemotiveerde mensen Competenties & operationele ervaring dosis geluk...

    25. Noodplanning - basiswetgeving - 1 Wet 21 januari 1987 Preventie zware ongevallen voor bepaalde industriële activiteiten Van toepassing op aantal industriële bedrijven, met een activiteit of opslag waarvan de namen en de hoeveelheden worden vermeld in bijlagen van de wet. Meldingsdossier (kennisgeving of notificatie): K.B. 6 november 1987 (beschrijving, plannen, veiligheidsstudie, preventieve maatregelen, organisatie,..) Melding van zwaar ongeval

    26. Noodplanning - basiswetgeving - 2 K.B. 19 juni 1990 (opgeheven door KB 16.02.2006) Vaststelling van de wijze van opmaak van de rampenplannen. Rampenplan bevat: Procedure alarmering Wijze van optreden van de diensten Voorbereiding beschermingsmaatregelen Regeling coördinatie hulpdiensten Wijze van informatie bevolking Opgemaakt door gouverneur, begeleid door stuurgroep Goedgekeurd door Minister BiZa

    27. Noodplanning - basiswetgeving - 3 M.O. 11 juli 1990 (vervangen door NPU-1) In verband met de rampenplannen (Seveso) 1. Bepaling begrippen rampenplan voor hulpverlening voorafgaandelijk interventieplan interne noodplan 2. Structuur van de rampenplanning 2.1.Noodzaak voor algemeen rampenplan 2.2. Provinciale en gemeentelijke rampenplannen Begrippen: - Een rampenplan gedefinieerd als: “een plan met de hoofdlijnen van de handelswijze ingeval van ramp om de overheidscoördinatie van de hulpverlening door verschillende interventiediensten voor te bereiden, zodanig dat alle beschikbare en bereikbare middelen aan materieel en personeel op de meest doeltreffende wijze kunnen ingezet worden met het oog op de bescherming van de mens en zijn milieu tegen de nadelige gevolgen van het onheil”. Het R-plan moet naadloos aansluiten op het voorafg. Int-plan van de BW en het intern noodplan voor de bedrijven. - Een voorafgaandelijk interventieplan : een inlichtingendossier om een doeltreffende en snelle actie van de hulpdiensten bij het bestrijden van een brand of een ander schadegeval in een inrichting waar grote gevaren bestaan, in de hand te werken; - interne noodplan : een bedrijfsplan dat erop gericht moet zijn de ernst van de gevolgen van ongewenste gebeurtenissen te beperken en door het uitwerken van aangepaste materiële en organisatorische noodvoorzieningen aan de overheid een eerste dispositief te verschaffen in de rampenbestrijding de Structuur vd rampenplanning: Gezien een aantal hulpdiensten telkens betrokken zijn bij verschillende ongevallen en bijgevolg zoveel mogelijk volgens dezelfde procedures dienen ingezet te worden is het aangewezen een algemeen rampenplan voor alle noodsituaties op te maken ongeacht het type van het onheil, dat kan aangevuld worden met specifieke richtlijnen vr specif.situaties Dit heeft geleid tot de volgende structuur en hiërarchie van de rampenplannen: Algemeen Provinciaal R-plan Algemeen Gemeentelijk R-plan Plan voor specifieke toepassingen: luchtvaart, spoorweg, pipiline… Begrippen: - Een rampenplan gedefinieerd als: “een plan met de hoofdlijnen van de handelswijze ingeval van ramp om de overheidscoördinatie van de hulpverlening door verschillende interventiediensten voor te bereiden, zodanig dat alle beschikbare en bereikbare middelen aan materieel en personeel op de meest doeltreffende wijze kunnen ingezet worden met het oog op de bescherming van de mens en zijn milieu tegen de nadelige gevolgen van het onheil”. Het R-plan moet naadloos aansluiten op het voorafg. Int-plan van de BW en het intern noodplan voor de bedrijven. - Een voorafgaandelijk interventieplan : een inlichtingendossier om een doeltreffende en snelle actie van de hulpdiensten bij het bestrijden van een brand of een ander schadegeval in een inrichting waar grote gevaren bestaan, in de hand te werken; - interne noodplan : een bedrijfsplan dat erop gericht moet zijn de ernst van de gevolgen van ongewenste gebeurtenissen te beperken en door het uitwerken van aangepaste materiële en organisatorische noodvoorzieningen aan de overheid een eerste dispositief te verschaffen in de rampenbestrijding de Structuur vd rampenplanning: Gezien een aantal hulpdiensten telkens betrokken zijn bij verschillende ongevallen en bijgevolg zoveel mogelijk volgens dezelfde procedures dienen ingezet te worden is het aangewezen een algemeen rampenplan voor alle noodsituaties op te maken ongeacht het type van het onheil, dat kan aangevuld worden met specifieke richtlijnen vr specif.situatiesDit heeft geleid tot de volgende structuur en hiërarchie van de rampenplannen: Algemeen Provinciaal R-plan Algemeen Gemeentelijk R-plan Plan voor specifieke toepassingen: luchtvaart, spoorweg, pipiline…

    28. Noodplanning - basiswetgeving - 4 K.B. 16.02.’06 inzake Nood- & interventieplanning Ministeriële omzendbrief NPU-1 Volgende M.O. (in voorbereiding) inhoud: bepalingen betreffende noodplanning nood- & interventieplannen overgangs- & slotbepalingen Begrippen: - Een rampenplan gedefinieerd als: “een plan met de hoofdlijnen van de handelswijze ingeval van ramp om de overheidscoördinatie van de hulpverlening door verschillende interventiediensten voor te bereiden, zodanig dat alle beschikbare en bereikbare middelen aan materieel en personeel op de meest doeltreffende wijze kunnen ingezet worden met het oog op de bescherming van de mens en zijn milieu tegen de nadelige gevolgen van het onheil”. Het R-plan moet naadloos aansluiten op het voorafg. Int-plan van de BW en het intern noodplan voor de bedrijven. - Een voorafgaandelijk interventieplan : een inlichtingendossier om een doeltreffende en snelle actie van de hulpdiensten bij het bestrijden van een brand of een ander schadegeval in een inrichting waar grote gevaren bestaan, in de hand te werken; - interne noodplan : een bedrijfsplan dat erop gericht moet zijn de ernst van de gevolgen van ongewenste gebeurtenissen te beperken en door het uitwerken van aangepaste materiële en organisatorische noodvoorzieningen aan de overheid een eerste dispositief te verschaffen in de rampenbestrijding de Structuur vd rampenplanning: Gezien een aantal hulpdiensten telkens betrokken zijn bij verschillende ongevallen en bijgevolg zoveel mogelijk volgens dezelfde procedures dienen ingezet te worden is het aangewezen een algemeen rampenplan voor alle noodsituaties op te maken ongeacht het type van het onheil, dat kan aangevuld worden met specifieke richtlijnen vr specif.situaties Dit heeft geleid tot de volgende structuur en hiërarchie van de rampenplannen: Algemeen Provinciaal R-plan Algemeen Gemeentelijk R-plan Plan voor specifieke toepassingen: luchtvaart, spoorweg, pipiline… Begrippen: - Een rampenplan gedefinieerd als: “een plan met de hoofdlijnen van de handelswijze ingeval van ramp om de overheidscoördinatie van de hulpverlening door verschillende interventiediensten voor te bereiden, zodanig dat alle beschikbare en bereikbare middelen aan materieel en personeel op de meest doeltreffende wijze kunnen ingezet worden met het oog op de bescherming van de mens en zijn milieu tegen de nadelige gevolgen van het onheil”. Het R-plan moet naadloos aansluiten op het voorafg. Int-plan van de BW en het intern noodplan voor de bedrijven. - Een voorafgaandelijk interventieplan : een inlichtingendossier om een doeltreffende en snelle actie van de hulpdiensten bij het bestrijden van een brand of een ander schadegeval in een inrichting waar grote gevaren bestaan, in de hand te werken; - interne noodplan : een bedrijfsplan dat erop gericht moet zijn de ernst van de gevolgen van ongewenste gebeurtenissen te beperken en door het uitwerken van aangepaste materiële en organisatorische noodvoorzieningen aan de overheid een eerste dispositief te verschaffen in de rampenbestrijding de Structuur vd rampenplanning: Gezien een aantal hulpdiensten telkens betrokken zijn bij verschillende ongevallen en bijgevolg zoveel mogelijk volgens dezelfde procedures dienen ingezet te worden is het aangewezen een algemeen rampenplan voor alle noodsituaties op te maken ongeacht het type van het onheil, dat kan aangevuld worden met specifieke richtlijnen vr specif.situatiesDit heeft geleid tot de volgende structuur en hiërarchie van de rampenplannen: Algemeen Provinciaal R-plan Algemeen Gemeentelijk R-plan Plan voor specifieke toepassingen: luchtvaart, spoorweg, pipiline…

    29. “ramp” & “noodsituatie” (oude definitie) “Rampspoedige gebeurtenis” natuurrampen (orkaan, aardbeving, overstroming..) “Catastrofe” technologische rampen (spoorwegongeval, vliegtuigramp, dijkbreuk..) “Schadegeval” incident dat de inzet van speciale middelen vereist (brand, ontploffing, verkeersongeval…) Essentie R-plan: afspraken wie doet wat?

    30. “NOODSITUATIE” - definitie nieuwe definitie “elke gebeurtenis die schadelijke gevolgen voor het maatschappelijk leven veroorzaakt of kan veroorzaken, - een ernstige verstoring van de openbare veiligheid; - een ernstige bedreiging van leven of gezondheid van personen en/of belangrijke materiële belangen; waarbij de coördinatie van de disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of om de schadelijke gevolgen te beperken”. (art. 6)

    31. “Noodsituatie” kenmerken : Onverwachte & uitzonderlijke gebeurtenis menselijke of natuurlijke oorzaak Materiële schade en/of slachtoffers dringend karakter wegens de dreiging Wanverhouding ernst & omvang v/h incident versus beschikbare middelen Chaos & stress (paniek…) een ramp schokt het vertrouwen v/d burger in de overheid

    32. Nood - & I-plan: waarom? Risico’s in de moderne maatschappij toenemende complexiteit maatschappij verdichting stedelijk & industrieel weefsel toenemende afhankelijkheid (communicatie & transport) dalende zelfredzaamheid mondige & kritische burger rol van de snelle media “ reality TV “ ? dit vereist voorbereiding op mogelijke incidenten

    33. Crisismanagement Noodplanning: - het globale kader - globale regeling & procedures Nood- & Interventieplan: - het actieplan - de concrete uitwerking

    34. “Noodplan” Wat? Geheel van afspraken - vooraf opgesteld - om: de hulpverlening aan de bevolking beter te organiseren kostbare tijd te willen bij crisis in te schatten in welke mate middelen moeten ingezet worden Doel? - preventieve maatregelen treffen - paraatheid garanderen - hulpverlening organiseren & coördineren - herstel verzekeren - nazorg bieden ? vertrouwen burger herstellen

    35. Structuur van de noodplanning: 3 bevoegdheidsniveaus: - de gemeente burgemeester - de provincie gouverneur - de federale staat (het rijk) minister Bi Za Elke gemeente & provincie moet een NIP opstellen (NIP: nood- & interventieplan - ANIP - BNIP)

    36. Geïntegreerde noodplanning : NIP Nood- & interventieplan ANIP Algemeen nood- & interventieplan BNIP Bijzonder nood- & interventieplan BNIP gelocaliseerd risico BNIP niet-gelocaliseerd risico Monodisciplinair interventieplan per discipline Intern noodplan per bedrijf

    37. Geïntegreerde noodplanning : Federale Nood- & Interventieplannen (A&B-NIP) de Minister van Binnenlandse Zaken Provinciaal Nood- & Interventieplannen (A&B) de Provinciegouverneur Gemeentelijk Nood- & Interventieplannen (A&B) de Burgemeester Monodisciplinaire interventieplannen Interne noodplannen de bedrijven (ondernemingen) Voorafgaandelijk Interventieplannen de Brandweer

    38. Nood- & Interventieplanning “NOODPLANNING”

    39. Multidisciplinair nood- & interventieplan (NIP) Regelt het multidisciplinair optreden (art. 3) ANIP: Algemeen Nood- & Interventieplan bevat de algemene richtlijnen & info voor het beheer van elke noodsituatie - gemeentelijk NIP - provinciaal NIP - federaal NIP BNIP: Bijzonder Nood- & interventieplan: is aanvullend op het ANIP voor specifieke risico’s, al dan niet gelokaliseerd

    40. Krachtlijnen v/h N-&I-plan: Brandweer heeft (meestal) de leiding Eerst omvang & ernst inschatten Overzicht verwerven Verwittigen autoriteiten (via HC 100) afkondiging noodplan plaats & aan- en afvoerwegen aantal slachtoffers (MIP) noodzakelijke versterkingen aanwezige gevaren Brandweer coördineert acties (CP-Ops) Opschaling vanuit dagelijkse praktijk

    41. Algemeen Nood- & Interventieplan: ANIP (art. 26) Minimale inhoud: Algemene info van de gemeente/de provincie zoals: overzicht betrokken functies inventaris belangrijkste risico’s lijst van de lokale/provinciale/federale diensten & hun inzetbare middelen lijst van de info-centra, van gespecialiseerde diensten & hun middelen Procedures i.v.m. alarmering van: bevoegde overheden & potentieel betrokken overheden disciplineverantwoordelijken & potentieel betrokken diensten Aan te wenden communicatiemiddelen & -schema’s Modaliteiten i.v.m. afkondiging & opschaling fases …

    42. Algemeen Nood- & Interventieplan: ANIP Minimale inhoud: vervolg Organisatie van de operationele & beleidscoördinatie Organisatie van de informatie aan bevolking & slachtoffers Modaliteiten i.v.m. oefenbeleid, inclusief de frequentie ervan Methodologie i.v.m. het actualiseren van het NIP Modaliteiten & middelen i.v.m. de evacuatie: vervoer, opvang, huisvesting van de geëvacueerden Modelberichten & modelformulieren: modelbericht afkondiging noodplan modelbericht einde noodplansituatie modelformulier logboek

    43. Bijzonder Nood- & Interventieplan: BNIP (art. 27) Minimale inhoud, aanvullend op het ANIP: Beschrijving van het risico (scenario’s) & de noodplanningszone De bijzondere interventiemiddelen Gegevens van personen, specifiek betrokken bij het risico Ongevallen- & interventieprocedures bij elk scenario Organisatie van de coördinatie van de operaties Beschermingsmaatregelen voor personen & goederen Mogelijke locaties van de CP-Ops Wijze & procedures i.v.m informeren hulpdiensten & bevolking Aanduiden van de discipline die de Dir-CP-Ops levert

    44. Bijzonder Nood- & Interventieplan: BNIP voor een gelokaliseerd risico: Art.27 Minimale aanvullende inhoud: Geografische situatie van de site, de inrichting Algemene gegevens over de inrichting, het risico: algemene info over de activiteit & de specifieke risico’s inventaris gevaarlijke stoffen/activiteiten lijst van verantwoordelijke personen & hun gegevens (bereikbaarheid) eigen hulp- & interventiemiddelen van de inrichting De noodplanningszones met inbegrip van: het instellen van perimeters relevante factoren (geografisch, demografisch, economisch…) andere risicovolle inrichtingen & activiteiten (domino-effecten)

    45. Monodisciplinair Interventieplan (*IP): Regelt de interventiemodaliteiten voor één discipline, in overeenstemming met het NIP In het *IP worden de afspraken vastgelegd i.v.m.: de alarmering & de opstart van het plan de opschaling & de versterkingen de taakverdeling & in te zetten middelen (1ste lijn, reserve…) de communicatie de bevelvoering & bevelsoverdracht in de verschillende fases vertegenwoordiging van D1 in CC & CP-Ops Interacties met andere disciplines (zie NPU-1)

    46. Fasering Noodplanning : (art.7) Gemeentelijke Fase: Ernstig uitzonderlijk lokaal incident Gecoördineerd lokaal optreden nodig Lokale middelen volstaan niet (versterking) Lokale coördinatie: CP-Ops & CC-GEM (G-CC) o.l.v. de burgemeester Provinciale Fase: Gemeentegrensoverschrijdend incident Gouverneur coördineert acties & beleid (Seveso, luchtvaart, overstromingen…) Federale Fase: Provinciegrensoverschrijdend incident volgens criteria KB 31.01.2003 art.4.1 (nationale coördinatie) Minister BiZa coördineert acties & beleid

    47. Voorafgaandelijk interventieplan Tactisch inlichtingendossier doel: snelle doeltreffende aanpak incident onderdelen: tactische info inlichtingen over de onderneming route naar de onderneming inplanting & indeling gebouwen: plannen belangrijkste risico’s & kritische factoren waterwinplaatsen en bestrijdingsmiddelen eventueel: middelen van de bedrijfsbrandweer probleem: geen standaardisatie!

    48. Intern noodplan onderneming Actieplan, opgesteld door het bedrijf, gericht op het beperken v/d gevolgen v/e incident door het treffen van noodmaatregelen organisatorisch: - alarmprocedures - interne bevelvoering - info-verstrekking operationeel: - ongevalsscenario’s - uitrusting & middelen - ontruimingsplan - medische voorziening ? zie art. 723 qq ARAB & art. 5 KB 16.02.2006 &NPU-1

    49. De coördinatie: Hst V Coördinatie v/d beleidsmaatregelen: Coördinatiecomité (CC-Gem of CC-Prov) coördinatie beleidsbeslissingen Geïnstalleerd door gouverneur of burgemeester Samenstelling en plaats samenkomst: opgenomen in het ANIP Operationele coördinatie: Commandopost (CP-Ops): coördinatie terreinacties Opgericht door verantwoordelijke discipline 1 nabij het rampterrein onder leiding van de Dir-CP-Ops Voortdurend in verbinding met coördinatiecomité

    50. De coördinatie: CP-Ops Commandopost-operaties CC Coördinatiecomité CC-Gem Gemeentelijk Coördinatiecomité GCC Gemeentelijk crisiscentrum (= de locatie) CC-Prov Provinciaal Coördinatiecomité PCC Provinciaal crisiscentrum (= de locatie) CGCCR Coördinatie- & crisiscentrum van de Regering VMP Vooruitgeschoven medische post

    51. De Operationele Commandopost CP-Ops = Communicatieknoop: ? disciplines op terrein ? autoriteiten in CC Opdrachten: o.l.v. brandweerofficier info verzamelen over de ramp overleggen met disciplines: aanpak + coördinatie acties beslissen i.v.m. acties op terrein bepalen v.d. zonering rampterrein: IOD - VMP Way in/out parking vtgn

    52. Het Coördinatiecomité: CC CC = beleidscentrum - crisiscentrum bij ramp Opdrachten CC: Beslissen: * evacueren? Schuilgaan? * opeisingen? Bijstand? * problemen, dilemma’s CP-Ops Communiceren: * info bevolking * info slachtoffers & familie * info pers

    53. Coördinatie- & Crisiscentrum van de Regering C.G.C.C.R. Opgericht bij KB van 18 april 1988 (na Tsjernobyl, Mont Louis, Heyzeldrama...) wat: - wachtdienst t.b.v. de regering - info verzamelen, analyseren & verstrekken - infrastructuur ter beschikking stellen voor CC - noodmaatregelen treffen/uitlokken - samenhangende info verstrekken (op vraag) - advies & maatregelen voorstellen aan CC doel: - snel & gecoördineerd beleidsoptreden bij belangrijke noodsituaties - eenheid in bevel & info-verstrekking - coördinatie van de verschillende instanties

    54. De “100”-hulpcentrales: Opgericht bij KB van 2 april 1965 in het kader van de dringende medische hulpverlening 1987: oproepnummer “900” wordt “100” “100” voor brandweer & dringende medische hulp “101” voor dringende politiehulp Evolutie naar 1 meldkamer “112” per provincie 2007: evolutie naar gezamenlijke multi-disciplinaire meldkamers onder ASTRID-technologie HC-100 als informatiedraaischijf zie ook KB 16.02.2006 hst VI

    55. De veiligheidscellen : art. 29 Hebben een “permanente structuur” “denk- & doe-cel” Doen o.a. voorafgaandelijke werk Noodplanning Uitvoeren risicoanalyse Noodplan opstellen & afspraken vastleggen Up to date houden van het NIP (lokaal - provinciaal) Evaluatie van noodsituaties Organiseren & evalueren van oefeningen Organiseren voorafgaandelijke info i.v.m. noodplanning Vormen crisisstaf bij crisis & adviseren beleid

    56. 5. Organisatie andere hulpdiensten Dringende Medische Hulp (DMH) Rode Kruis Civiele Bescherming Politie Leger

    57. Multidisciplinaire hulpverlening “Discipline” = een functioneel geheel van opdrachten die door verschillende tussenkomende diensten worden uitgevoerd. (zie art. 1 KB 16.02.2006) Welke diensten? Reeds werkzaam in de dagelijkse hulpverlening Er is sprake van 5 functionele disciplines Discipline 1 tot 4 zijn operationele disciplines Voor elk van deze disciplines moet een monodisciplinair interventieplan worden opgesteld.

    58. De disciplines: Operationele disciplines: Discipline 1 hulpverleningsoperaties Discipline 2 medische, sanitaire & psychosociale hulp Discipline 3 politie Discipline 4 logistiek Niet-operationele discipline: Discipline 5 informatie

    59. De Disciplines :

    60. Operationele coördinatie : Disciplineverantwoordelijken: Dir-CP-Ops Directeur van de commandopost operaties Dir-Bw Directeur brandweer Dir-Med Directeur medische hulpverlening Dir-Pol Directeur politie Dir-Log Directeur logistiek Dir-Info Directeur informatie (niet-operationeel)

    61. 5.0. Discipline 1 - Hulpverleningsoperaties De opdrachten i.v.m. de hulpverleningsoperaties: art.10 de noodsituatie beheersen & de eraan verbonden risico’s uitschakelen; personen opsporen, bevrijden, helpen, redden & in veiligheid brengen & hun goederen beschermen; personen & goederen opeisen; De taken van discipline 1 worden uitgevoerd door: de openbare brandweerdiensten; de operationele eenheden van de civiele bescherming; Taakverdeling BW-CB: conform KB 7 april 2003

    62. Discipline 1 - Hulpverleningsoperaties Leiding van de hulpverleningsoperaties: directeur brandweer - Dir-Bw = brandweerofficier, op de plaats van de interventie, met de hoogste graad Ten behoeve van de operationele coördinatie wordt een operationele commandopost (CP-Ops) opgericht. De operationele coördinatie berust bij de directeur van de CP-Ops - Dir CP-Ops = brandweerofficier, op de plaats van de interventie, met de hoogste graad, tenzij de bestuurlijke overheid beslist een andere discipline aan te duiden Dir-Bw & Dir-CP-Ops moeten met elkaar afstemmen: wie doet wat?

    63. Opdrachten D 1 - “Hulpoperaties” “De rode kolom” Hoe??? Principes vastgelegd in Monodisciplinair Plan Brandweer Interventieplan (BIP) nog op te stellen (under construction …) Principe van “Actiekaarten” ???

    64. Opdrachten D 1 - “Hulpoperaties” Bestrijden van de ramp: blussen, afschermen... Redden van personen, dieren & goederen Bepalen van de gevarenzone Leiden interventies: oprichten + bemannen CP-Ops coördineren acties Middelen: * pers. & mat. Brandweer * pers. & mat. Civ. Bescherming * specialisten * andere diensten : leger...

    65. De diverse functies, die moeten ingevuld worden door D1: De Dir-CP-Ops* De Dir-Bw in de Cp-Ops & op het Rampterrein De Adj-Dir-Bw in de CP-Ops De Adviseur Bw in het CC De Adj-Adviseur Bw bij het CC De secretaris CP-Ops* (verslaggever - houdt het logboek bij) Adviseur veiligheid* in de CP-Ops (*): Bw levert deze functie, tenzij bevoegde overheid anders beslist

    66. Organisatie interventieterrein: KB hfdst 7 “Noodplanningszone” versus “Interventiezone” Noodplanningszone: i.f.v. een bijzonder risico (een bedrijf) zone waarin maatregelen op voorhand bepaald zijn in een BNIP Interventiezone: i.f.v. een concreet incident, i.f.v. meteo afgebakende zone, waarin concrete maatregelen worden genomen ‘rode zone’, afgebakend door uitsluitingsperimeter ‘oranje zone’, afgebakend door de isolatieperimeter ‘gele zone’, afgebakend door de ontradingsperimeter “way-in & way-out”

    68. 5.1. Discipline 2 - “Medische, sanitaire & psychosociale hulpverlening” “De witte kolom” art. 11 Volgens de principes van het MIP - Medisch InterventiePlan Operationeel o.l.v. de Dir-Med Beleidsmatig o.l.v. de gezondheidsinspecteur Psychosociale nazorg door PSM (psychosociaal manager) - PSYP Taken: Medische keten oprichten Toedienen van zorgen aan slachtoffers: medisch, sanitair & psychosociaal Vervoer van slachtoffers Maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid

    69. Dringende Medische Hulp Principes “Groep van Gent” (maart 1991) (univ., Volksgezondheid, Rode Kruis, BiZa, defensie) Bij ramp: - vaste alarmprocedures & -drempels - taken & bevoegdheden - communicatie - eenvormige herkenning & identificatie - methode & opvatting inzake triage - regulatie & evacuatie van gewonden Alle medische & sanitaire worden gegroepeerd onder de naam “Dringende Medische Hulp “DMH” in een Medisch Interventieplan (MIP) Discipline 2 in de noodplanning

    70. Medische hulpverlening Basis: wet van 08 juli 1964 betreffende de dringende medische hulpverlening Dienst 100 “eenvormig oproepstelsel” Basis: wet van 22 februari 1994 MUG “medische - mobiele urgentiegroepen” Basis: KB Noodplanning 16 februari 2006 Medisch interventieplan (MIP) Principes v/d Rampengeneeskunde Vermijden verplaatsing ramp naar ziekenhuis Bij het takenpakket vd Brandweer moet ook de DMH vermeld worden. De dringende medische HVL wordt geregeld aan de hand van de wet van 8 juli 1964. Op jaarbasis verzorgt de BW meer dan 300.000 ambulanceritten per jaar! Volledigheidshalve moet dit item dan ook besproken worden. In de medische keten speelt het eenvormig oproepstelsel of “hulpcentrum 100” een zeer belangrijke rol. Regionaal gespreid zijn er medische of mobiele urgentieteam, verbonden aan de spoedongevallendienst van erkende ziekenhuizen. De MUG’s zorgen voor de verzorging, de stabilisatie en het transportgereed maken van ernstig gewonde slachtoffers. Nagenoeg elke provincie beschikt over en MIP of medisch rampenplan. De alarmdrempel voor dit R-plan is - 5 zwaar gekwetste slachtoffers bij een incident (effectief of vermoed). - 10 gewonden met ongekende ernstgraad - elke manifestatie die aanleiding kan geven tot vele slachtoffers of tot een massale evacuatie. Het medisch rampenplan is er vooral voor bedoeld om te vermijden dat de ramp zich verplaatst naar het ziekenhuis.Bij het takenpakket vd Brandweer moet ook de DMH vermeld worden. De dringende medische HVL wordt geregeld aan de hand van de wet van 8 juli 1964. Op jaarbasis verzorgt de BW meer dan 300.000 ambulanceritten per jaar! Volledigheidshalve moet dit item dan ook besproken worden. In de medische keten speelt het eenvormig oproepstelsel of “hulpcentrum 100” een zeer belangrijke rol. Regionaal gespreid zijn er medische of mobiele urgentieteam, verbonden aan de spoedongevallendienst van erkende ziekenhuizen. De MUG’s zorgen voor de verzorging, de stabilisatie en het transportgereed maken van ernstig gewonde slachtoffers. Nagenoeg elke provincie beschikt over en MIP of medisch rampenplan. De alarmdrempel voor dit R-plan is - 5 zwaar gekwetste slachtoffers bij een incident (effectief of vermoed). - 10 gewonden met ongekende ernstgraad - elke manifestatie die aanleiding kan geven tot vele slachtoffers of tot een massale evacuatie. Het medisch rampenplan is er vooral voor bedoeld om te vermijden dat de ramp zich verplaatst naar het ziekenhuis.

    71. Discipline 2: medische hulpverlening Opdrachten: coördineren van de medische hulp oproepen medische middelen (pers & mat) Oprichten van een VMP triage & verzorging van slachtoffers Regulatie van slachtoffers Opvang & psycho-sociale begeleiding van slachtoffers... Middelen: De provinciale rijksgezondheidsinspecteur Dir-Med & Adj-Dir-Med De medische keten: ziekenhuizen, Rode Kruis...

    72. Medisch Interventieplan MIP Hoofdopdrachten: Een bilan opmaken van het juiste aantal slachtoffers en hun pathologie; Deelnemen aan de evaluatie van de evoluerende risico's; De nodige medische middelen naar de plaats van de ramp laten aanvoeren; De medische hulpverlening in zijn geheel coördineren; Aan de slachtoffers de optimale zorgen verstrekken en hen voor evacuatie conditioneren; De slachtoffers verspreiden over de ziekenhuizen De hoofddoelstellingen van het medisch rampenplan zijn: - Een bilan opmaken vh juiste aantal slachtoffers en hun pathologie; - Deelnemen aan de evaluatie van de risico's; - De nodige medische middelen nr de plaats vd ramp laten aanvoeren; - De medische hulpverlening in zijn geheel coördineren; - Aan de slachtoffers de optimale zorgen verstrekken en hen transport gereed maken; - De slachtoffers verspreiden over de ziekenhuizen in de regio; Daartoe zij een reeks functies en middelen voorzien zoals: - de DMH of directeur medische hulpoperaties - De Triage-arts, de Regulator, de officier wagenparkbeheer… - De VMP of Vooruitgeschoven Medische Post, waar de slachtoffers getrieerd worden en de eerste zorgen toegediend krijgen.De hoofddoelstellingen van het medisch rampenplan zijn: - Een bilan opmaken vh juiste aantal slachtoffers en hun pathologie; - Deelnemen aan de evaluatie van de risico's; - De nodige medische middelen nr de plaats vd ramp laten aanvoeren; - De medische hulpverlening in zijn geheel coördineren; - Aan de slachtoffers de optimale zorgen verstrekken en hen transport gereed maken; - De slachtoffers verspreiden over de ziekenhuizen in de regio; Daartoe zij een reeks functies en middelen voorzien zoals: - de DMH of directeur medische hulpoperaties - De Triage-arts, de Regulator, de officier wagenparkbeheer… - De VMP of Vooruitgeschoven Medische Post, waar de slachtoffers getrieerd worden en de eerste zorgen toegediend krijgen.

    73. Discipline 2: medische hulpverlening Coördinatie Medische Hulp: via MIP - Rol en taak HC-”100” - onder leiding van de Federale Gezondheidsinspecteur Dr. Wim HAENEN (beleidsadvisering in het CC) - op het terrein: o.l.v. een arts: Dir-Med: Directeur Med. Hulp bijgestaan door een Adj-Dir-Med (verpleger) in CP-Ops - Slachtofferopvang: conform PSIP met de PSM: psycho-sociaal manager herkenning: kazuivels

    74. Medisch Interventieplan MIP Afkondiging door HC 100 Ziekenwagens + MUG + DMH Functie van aantal slachtoffers: MIP A : - 5 zwaargewonden - vanaf 10 gewonden ernst ??? MIP B : - 20 tot 40 gewonden MIP C : - meer dan 40 gewonden (gele) tent volksgezondheid: 1 per provincie

    75. Medische hulpverlening- triage Indeling slachtoffers volgens ernstgraad door Triage-arts (Tri) in de VMP (vooruitgeschoven medische hulppost) - ROOD T1: onmiddellijke verzorging noodzakelijk - GEEL T2: uitgestelde behandeling mogelijk - GROEN T3: minimale verzorging vereist - WIT T4: afwachtende behandeling - ZWART -- : overleden slachtoffer ? mortuarium

    76. Medische hulpverlening- regulatie Regulatie (REG): afvoer van slachtoffers naar ziekenhuizen: door arts-regulator (REG) rekening houdende met: - ernstgraad & pathologie van elk slachtoffer - beschikbare transportcapaciteit - behandelingscapaciteit van de ziekenhuizen

    77. De medische hulpverlening

    78. Het Rode Kruis: Nationale hulpdienst Oproepnummer: 105 Opdrachten: zie conventie Volksgezondheid 1970 - sanitaire hulp aan de bevolking - voorlichting & opleiding EHBO - oprichting geneeskundige groepen (GGG) provincie/gewest - opleiding ambulanciers & ziekenhuishelpers - sociale hulpverlening (gezinshulp) - opvang geëvacueerde bevolking bij ramp - psycho-sociale hulp aan slachtoffers D.S.I.

    79. Het Rode Kruis: Middelen bij ramp: - provinciale SIT-team(s) - centrale meldkamer (Antwerpen - Belgiëlei) - ziekenwagens, vrachtwagens, minibusjes - commando- & transmissiewagens - GGG of elementen ervan (Gewestelijke Geneeskundige Groep) - noodtent(en) & mobiele keukens - logistieke eenheden of elementen ervan

    80. D.S.I. Dienst Dringende Sociale Interventie Ondersteunend aan medische discipline & brandweer Richt zich vooral op niet-gekwetste slachtoffers: - opvang, registratie & logement slachtoffers - informatie aan familieleden van slachtoffers - Info-centrum: - verzamelen info slachtoffers - onthaal verwanten van slachtoffers - verstrekken van info over slachtoffers - Onthaalcentrum: - opvang & identificatie niet-gewonden - begeleiding en hulp aan getroffenen - herbergen getroffenen: opvangcentra - Begeleidingscentrum: - begeleiding slachtoffers & familie ook samenwerking met DVI: Ante-Mortem info bij families

    81. Discipline 4 - “Logistiek” art. 13 Volgens de principes van het LIP - Logistiek InterventiePlan Operationeel o.l.v. de Dir-Log Taken: Versterking inzake personeel & materieel - gespecialiseerde middelen Technische middelen leveren voor de communicatie: ts. disciplines, met de CP-Ops en met het CC Bevoorrading van levensmiddelen & drinkwater aan hulpdiensten & slachtoffers Diverse werken uitvoeren Wie? Brandweer, CB, leger, privé, opvorderingen...

    82. De Civiele Bescherming: Federale dienst o.l.v. de Minister Binnenlandse Zaken taken: Hulp bieden aan de bevolking bij ramp Versterking aan de hulp- & veiligheidsdiensten met bijzondere interventiemiddelen Middelen: - bij overstromingen: autopompen, pompen, zandzakken - bij zware verontreiniging: afdamming, absorptiemiddelen - inzet bij nucleaire besmetting: decontaminatiewagens

    83. De Civiele Bescherming: “Permanente eenheden” of “mobiele kolonnes” Liedekerke I MCM Ghlin III MCM Crisnée V MCM Brasschaat VI MCM Neufchâteau “grote wacht” Jabbeke “grote wacht” Beroepspersoneel (4 ploegen), aangevuld met vrijwilligers

    84. FOD Binnenlandse Zaken

    85. HIN - Hoger Instituut voor Noodplanning Opgericht KB 29.7.’91 Locatie: Kon.School Civiele Bescherming te Florival Taak: - organiseren van opleiding noodplanning - bevorderen uitwisseling expertise noodplanning ts overheid & exploitanten Seveso-bedrijven - informeren v/d disciplines i.v.m. risico’s

    86. Discipline 3 - “Politie” “De Blauwe kolom” Volgens de principes van het PIP - Politie InterventiePlan conform de wet van 7 dec 1998: organisatie geïntegreerde politie - 2 niveaus Operationeel o.l.v. de Dir-Pol Taken: Openbare orde handhaven & herstellen Toegangs- & evacuatiewegen vrijhouden - hulpdiensten begeleiden Perimeters installeren, afbakenen, bewaken - toegangscontrole Evacuatie bevolking & toezien op schuilmaatregelen Bijstand aan het gerechtelijk onderzoek Identificatie van slachtoffers (& overledenen)

    87. De politiediensten: Grondig hervormd: - betere samenwerking - meer efficiëntie Wet op de geïntegreerde politie Integratie van politie & rijkswacht tot: Federale politie sinds 1.1.’01 i.p.v. Rijkswacht - onder gezag van Minister Binnenlandse Zaken & Justitie Lokale politie, samenwerkend in 196 politiezones - onder gezag burgemeester(s), korpschef & gouverneur - verzekeren de basispolitiezorg

    88. De politiediensten: Lokale politie: opdrachten: 6 pijlers wijkwerking onthaal interventie slachtofferbejegening lokale opsporing & onderzoek handhaving openbare orde

    89. De politiediensten: Federale politie o.l.v. commissaris-generaal 5 algemene directies: - Bestuurlijke politie - Gerechtelijke politie - Operationele steun - Personeel - Middelen Taken: ordehandhaving voetbal, zware criminaliteit, gespecialiseerde taken & ondersteuning Per gerechtelijk arrondissement: Dirco:Directeur Coördinator Dirju: Gerechtelijk Directeur

    90. De politiediensten:

    91. Politie : D.V.I. D.V.I. Slachtoffer identificatie Disaster Victim Identification Vergelijking info vermiste personen (Ante-Mortem) met kenmerken van niet-geïndentificeerde lichamen (Post-Mortem) o.a. samenwerking met DSI voor ante-mortem info

    92. Het Leger: Inzet leger bij rampen: geregeld bij KB ‘34 en MO ‘71 Aanvraag: via gouverneur aan provinciecommandant uitzonderlijk via burgemeester of BW-offr, schriftelijk (of achteraf schriftelijk te bevestigen) - aard & omvang ramp & aard & omvang nodige middelen - opdrachten: aard - plaats -urgentiegraad -duur van inzet - autoriteit die inzet zal vergoeden & identiteit aanvrager

    93. Het Leger: middelen Machten: - landmacht - zeemacht - luchtmacht Middelen: personeel & materieel (wateroverlast, bosbrand) - ziekenwagens, decontaminatie-units & mobiele hospitalen - vrachtwagens, sneeuwruimers, depannagevoertuigen - stroomgroepen, radio-verbindingen, veldkeukens - helicopters, vaartuigen, vliegtuigen...

    94. 6. Coördinatie Hulpdiensten verloop van een tussenkomst preplanning coördinatie via : - SOP’s: standaard operatie procedures - ICS: incident commando systeem - VTP: voorafgaande tussenkomstplannen

    95. Verloop v/d interventie bij brand: Vaak problematisch !!! Melding: weinig betrouwbare info Uitruk: - opdrachten à ploegen - raadpleging dossiers Ter plaatse: - Chaos, verwarring paniek.. - Spontane info - Commentaar… - Tijdsdruk “reflexief handelen” ?Bevelvoering: rustig & vastberaden nuttige instrumenten = preplanning & preparatie

    96. Verloop v/d interventie : 1ste acties: reflexief & in zekere chaos ? Zo snel mogelijk: - organisatie & structuur - doelgericht & adequaat handelen via: - standaard operatie procedures SOP’s - incident commando systeem ICS - voorafgaand tussenkomstplan VTP

    97. Verloop v/d interventie bij brand: de uitruk het verzamelen van info beslissen - prioriteiten stellen de verkenning & redding de brandbestrijding defensief offensief de berging & nablussing evaluatie & D-briefing “interventie = ? SOP’s”

    98. Tactische prioriteiten : Tactische prioriteiten bij interventie: 1. Verkenning & redding 2. Incidentbestrijding: - brand - verkeersongeval… 3. Opruiming, berging, salvage: schadebeperking ? Tactische prioriteiten & kritische factoren bepalen samen het aanvalsplan

    99. Standaard Operatie Procedures SOP’s SOP’s of “maneuvers” zelfde bevel ? zelfde actie met zelfde middelen ? zelfde resultaat ICS: incident commando systeem Bevelvoering via koppeling van SOP’s aan elkaar Grootschalig incident: gebruik van VTP met toepassing van SOP’s & ICS Peilers van de Preplanning: SOP’s - ICS - VTP

    100. SOP’s : waarom? Snelheid van handelen Risico’s in de moderne maatschappij toenemende complexiteit maatschappij verdichting stedelijk & industrieel weefsel toenemende afhankelijkheid (communicatie & transport) toenemende techniciteit zorg voor het milieu mondige & kritische burger & rol vd snelle media “ reality TV “ ? belang goede voorbereiding op mogelijke incidenten

    101. Standaard Operatie Procedures (SOP’s) = Gestandaardiseerde manier van optreden: WAT ? Duidelijk afgelijnd onderdeel NOODZAAK ? MODEL ? onbestaande KENMERKEN : geschreven officieel algemeen toegepast verplicht flexibel

    102. Standaard Operatie Procedures (SOP’s) WELKE SOP’s? beschrijvende & uitvoerende Basisbevelvoering wijze van delegatie van (deel-)taken communicatie / dispatching arbeidsveiligheid aflegsysteem taakverdeling voertuigen uitrukprocedures …

    103. SOP’s : voordelen Bevelvoerder houdt de “handen vrij” voor kerntaken Duidelijk - eenheid in bevel - vlotte uitvoering Bevel & iedereen weet wat er moet gebeuren Geeft structuur, twijfel & aarzeling wordt voorkomen Improvisatie & ongecontroleerd reflexief handelen worden beperkt Objectief & doordacht (uitgetest & geoefend) Evaluatie is achteraf mogelijk: heeft de SOP goed gewerkt?

    104. SOP’s : bedenkingen Soms helemaal niet toepasbaar uitzonderlijke situaties mogen het logisch & helder denken niet vervangen mogen niet leiden tot verstarring & verlamming creativiteit moet blijven!! Het ontbreekt aan structuur & eenvormigheid inzake SOP’s

    105. Opstellen van SOP’s : Wie? Wat? een leidraad, geen dwangbuis Hoe? Evalueren van SOP’s via training & interventies

    106. SOP’s : inhoud: Onderwerp doelstelling doelgroep verantwoording & argumentatie taakverdeling & verantwoordelijken bondige procedure of beschrijving eventueel: bijlagen (onderdelen & verwijzingen)

    107. SOP’s : hoe opstellen? Kort & bondig - helder Schrijf, herschrijf, schrap laat het herlezen & nazien door ervaren personeel bespreek & toets SOP met de betrokken doelgroep laat bezinken & evalueer hou het uiteindelijke doel steeds voor ogen

    108. SOP’s : evaluatie Is het onderwerp duidelijk afgelijnd? Zijn doelstelling & de doelgroep duidelijk? Draagt de SOP bij tot een betere werking & discipline? Makkelijk leesbaar - begrijpbaar? Procedure begrijpbaar & logisch? Zijn de gestelde problemen opgelost? Taakverdeling & verantwoordelijkheid duidelijk? Wordt de gestandaardiseerde lay-out toegepast?

    109. Incident Commando Systeem : Grote interventies worden geleid door meerdere bevelvoerders, onder toezicht & coördinatie van één Leider van de Operaties (LvO) ? Dir-BW ?éénhoofdige leiding ICS: aspecten: - informeren - delegeren - motiveren - coördineren - controleren

    110. Incident Commando Systeem : Onderdelen ICS: - het besluitvormingsproces - de bevelvoeringsprocedure - de communicatie - de bevelvoeringsstructuur & de coördinatie zorgen dat wat moet gebeuren, uitgevoerd wordt zorgen dat het maar één keer uitgevoerd wordt

    111. Het beslissingsproces : Autocratisch: LvO, zonder overleg Bureaucratisch: volgens strikte procedures democratisch: na raadpleging van CP-Ops, sectorofficieren, specialisten..

    112. Hiërarchie in de bevelvoering : Verticaal of horizontaal commando deeltaken in de bevelvoering: - Grootschalige bluswaterbevoorrading - Grootschalige inzet adembescherming - OGS: ongeval gevaarlijke stoffen - Veiligheid personeel “Safety Officer” - Verzamelen van complexe info (gevaar - GS) - Logistieke aspecten & versterkingen - CP-Ops: Dir CP-Ops

    113. Opschaling - versterking: Bij twijfel rond beheersbaarheid incident, tijdig opschalen Overdracht commando, slechts na briefing Bij versterking RV-punt vastleggen

    114. 7. Preplanning Preplanning: Onderdeel van de “Veiligheidsketen” proactie > preventie > preparatie > uitvoering > evaluatie (nazorg) interventiezorg (zie wet civiele veiligheid dd. 15 mei 2007 - art. 11)

    115. Preplanning “Proactie”: alle maatregelen om risico’s te inventariseren en te analyseren (B). Wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid (NL) “Voorkomen is beter dan genezen” “Preventie”: alle maatregelen om risico’s te beperken & om de gevolgen ervan te minimaliseren (B & NL) “Preparatie”: alle maatregelen om te garanderen dat de dienst klaar is om het hoofd te bieden aan een reëel incident onderdelen: planvorming - organisatie rampenbestrijding - opleiding & oefenen

    116. Voorafgaande Tussenkomstplannen - VTP Algemene vereisten VTP Wanneer preplanning? Niveau van uitwerking Redactie VTP

    117. Voorafgaandelijk Tussenkomstplan Is een onderdeel van de preplanning Is een inlichtingendossier, opgesteld door de brandweer in samenwerking met de uitbater, om een doeltreffende en snelle interventie in de hand te werken. “voorafgaandelijk tussenkomstplan - VTP” “voorafgaandelijk interventieplan - VIP”

    118. Wettelijke achtergrond VTP:

    119. Voorafgaandelijk Tussenkomstplan Situering: - sluit aan bij het intern bedrijfsnoodplan - sluit aan bij het gemeentelijk nood- & interventieplan - moet ‘gelinkt’ worden aan de preventie & preparatie* - begeleidt de tussenkomst door het aanbieden van: - kennis omtrent de situatie - kennis omtrent de inzetprocedures - beslissingsondersteunende opties *: VTP’s moeten geoefend & getest worden

    120. VTP: vereisten Geïntegreerd in het opzet van de noodplanning aansluiten bij het bedrijfsnoodplan & rampenplan Gebruiksvriendelijk regenbestendig, A4 of A3, scheurvast Ondersteunend (niet dwingend, niet verstarrend) Snel & makkelijk raadpleegbaar: overzichtelijk logisch opgebouwd, beknopt & gestandaardiseerd De aangeboden info moet direct nuttig zijn enkel essentiële tactische info

    121. VTP: wanneer preplanning? Komen in aanmerking voor preplanning: - Vaste plaatsen: fabrieken, scholen, ziekenhuizen gebouwen die omwille van hun complexiteit, unieke structuur, gebruik, bezetting specifieke voorbereiding vragen - Identieke plaatsen: hoogbouw, tunnels, autowegen gebouwen of (infra-)structuren die omwille van gelijklopende structuur, bezetting of gebruik op een zelfde wijze kunnen benaderd worden - Specifieke scenario’s: O.G.S., trein- of vliegtuigongeval specifieke incidenten die speciale interventietechnieken vragen, maar die niet plaatsgebonden zijn

    122. VTP: voor welke objecten? Criteria: ? risico-analyse!! - de populatie: overdag, ‘s nachts, patiënten, kinderen, ouderen... - de omvang vh object: bezettingsgraad, hoogte, uitgestrektheid - bijzondere waarde voor de maatschappij: nutsleidingen, historisch, grote tewerkstelling, vitale functies… - gebouwen met complexiteit, problematische structuur of ligging: gevangenissen, havens, gezondheidsinstellingen, ambassades - groot brandrisico: grote brandbelasting met uitbreidingskansen, intern & extern - aanwezigheid van gevaarlijke stoffen met gevaar voor omgeving en omwonenden - bijzondere gevaren of risico’s

    123. VTP: prioriteitenstelling: ? Risico- inventarisatie & -analyse Vele objecten komen in aanmerking ?? mankracht - steeds een VTP voor: verzorgingsinstellingen, winkelcentra, scholen, musea, luchthavens, nutsvoorzieningen, kerken, SEVESO-bedrijven = verplicht… - in dalende volgorde van belang: - potentieel groot aantal slachtoffers - ramp heeft mogelijks grote impact op omgeving & op milieu - mogelijks grote materiële & financiële schade voor omgeving - mogelijks grote materiële & financiële schade voor bedrijf

    124. VTP: niveau van uitwerking: Inlichtingendossier, opgemaakt door brandweer doel: snelle & doeltreffende aanpak incident onderdelen: tactische info inlichtingen over de onderneming kaart met route naar de onderneming & toegankelijkheid grondplans: inplanting & indeling gebouwen (bouwlagen) belangrijkste risico’s & kritische factoren: inzetprocedures waterwinplaatsen en bestrijdingsmiddelen eventueel: middelen van de bedrijfsbrandweer legende & symbolen ? zie M.O. 11 juli 1990 probleem: geen standaardisatie!

    125. VTP’s : actuele situatie Weinig mankracht - weinig preplanning bij de brandweer één VTP opmaken vergt 70 à 145 u manuren!! Er is geen algemeen geldende opmaakprocedure Er is geen algemeen geldende lay out (wijze van opmaak) Er zijn geen algemeen geldende criteria: voor welk object? Geen afstemming met andere brandweerdiensten ? problemen bij de versterkingen 70 % van de dossiers zitten in de X & Y korpsen

    126. VTP: uitwerking Titelblad : 2de blad : 3de blad : 4de blad : 5de blad : volgende : laatste blad : naam van de instelling & contactgegevens adres - dossiernummer (activiteit) liggingsplan inplantingsplan - toegangen - hydranten.. Grondplan(-s) (gevarenzones, gasafsluiters…) kelderplan brandmeldpaneel - RWA - sprinkler... info betreffende specifieke risico’s…….. Legende symbolen

    127. VTP: uitwerking Voor complexe gebouwen zonder nachtpermanentie: - toegang via “sleutelkluis-systeem” - interventieplan opsplitsen in: - compacte & overzichtelijke 1ste actiefiche A3 - uitgebreid interventiedossier met alle plans

    128. VTP: uitwerking VTP vereist optimale samenwerking met de betrokken onderneming VTP’s moeten bekrachtigd worden dr bedrijf & brandweer VTP’s moeten regelmatig geactualiseerd worden VTP’s moeten getoetst, geëvalueerd & getraind worden VTP’s moeten door de overheid goedgekeurd worden (?) VTP’s moeten na gebruik - zo nodig - vervangen worden

    129. 8. Omgaan met slachtoffers bij ramp Begrip “ramp” Soorten slachtoffers Noden van slachtoffers Reacties van slachtoffers Hulp aan slachtoffers Rode Kruis: DSI

    130. “RAMP” definitie Onverwachte & uitzonderlijke gebeurtenis met verstoring van de algemene veiligheid met materiële schade en/of slachtoffers met dringend karakter wegens dreiging met wanverhouding ernst & omvang v/h incident versus beschikbare middelen Chaos & stress (paniek…) een ramp schokt het vertrouwen v/d burger in de overheid, slachtoffer ervaart “geweld & “verlies” ?? machteloosheid - ontwrichting - vertwijfeling

    131. Slachtoffers: wie? Doden: blijven in 1ste instantie ter plaatse, nadien: mortuarium Gekwetsen: gaan in de keten vd. dringende medische hulpverlening Niet-gekwetsen: geëvacueerden, familie... worden vaak (in 1ste instantie) aan hun lot overgelaten

    132. Slachtoffers: noden Materiële noden gewonden: (medische) verzorging paniek & chaos: structuur & veiligheid Nood aan informatie Wat is er gebeurd? Wat gaat er gebeuren? Waar zijn de slachtoffers? Toestand slachtoffers? Emotionele reacties & noden Reacties zijn zeer uiteenlopend: “normale reactie op een abnormale gebeurtenis”

    133. Slachtoffers: emotionele reacties Ongeloof & verbijstering slachtoffer is verdoofd & begrijpt niet wat er gebeurd is “Tunnelzicht” slachtoffer sluit zich af voor wat er rond hem/haar gebeurt Boosheid woede, irritatie, wrevel, ook tegenover hulpverleners Lichamelijke reacties hoofdpijn, misselijkheid, hartkloppingen, bewusteloosheid Verwarring t.g.v. van chaos: onlogische, ongecontroleerde reacties

    134. Hulp aan slachtoffers: Richtlijnen: - Breng slachtoffers in veiligheid & verleen (medische) zorg - Toon onvoorwaardelijk respect voor elk slachtoffer - Praat met het slachtoffer, niet over het slachtoffer - Wees eerlijk, zeg de waarheid - Slachtoffers zijn geen “hulpeloze wezens” - Slachtoffers kunnen boos tot agressief reageren - dring je niet op, laat slachtoffers “in hun waarde” - Slachtoffers moeten vragen kunnen stellen & gevoelens kunnen uiten: “actief luisteren” (inleving)

    135. Schokkende ervaringen: Reacties op schokkende ervaringen: - “Herbeleving” kan leiden kan leiden tot uitputting: lichamelijk geestelijk - “ Vermijding” gebeuren wordt “weggedrukt”, maar leeft in het onderbewustzijn verder: met heftige emotionele reacties Nazorg : via huisarts, centrum slachtofferhulp, centrum voor crisispsychologie

    136. Schokkende ervaringen: Gezonde verwerking: via “ONVEE” - “Onmiddellijk”: Hulpverlening start onmiddellijk na het incident - “Nabijheid”: Hulpverlening start nabij het rampterrein, in contact met lotgenoten: zorg bieden & info uitwisselen - “Verwachting”: Slachtoffer & omgeving hebben verwachtingen, deze moeten in overleg kunnen ingelost worden: actief luisteren - “Eenvoud”: Eerste interventie: zo eenvoudig mogelijk: steun & ondersteuning, structuur bieden & informatie - “Eenheid”: Eenduidige & coherente begeleiding: houvast bieden aan slachtoffers

    137. Rode Kruis: DSI Zie Deel 5: andere diensten discipline 2 - Rode Kruis Taken DSI : - Opvang niet-gekwetste slachtoffers: “onthaalcentrum” - Verzamelen van info over de ramp & de slachtoffers oprichting “infocentrum” - Begeleiden van slachtoffers: materieel & praktisch psychologisch steun

    138. 9. Opvang hulpverleners Post-traumatische stress Interventie - CIMS - debriefing FIST Brandweervak is vaak “confronterend”: - gevaarlijke situaties - schokkende ervaringen De hulpverlener blijft “een mens”

    139. Posttraumatische stress : Post traumatische stress (PTS): effecten: - diverse gradaties in gezondheidsklachten ziekteverzuim, lagere productiviteit, hoge medische kosten - diverse gradaties in gedragswijzigingen irritaties, verstrooidheid, woede, isolement, scheiding, zelfmoord… ? chronische effecten die werknemer ongeschikt maken Post Traumatic Stress Disorder (PTSD) in 20 % van de gevallen!! Belang van preventieve & adequate benadering

    140. PTSD: aandachtspunten: Factoren die kunnen leiden tot PTSD: - inadequate aanpak: alleen medicatie... - gebrek aan erkenning door de omgeving: werk & privé - gebrek aan informatie: over de feiten, over de reacties - gebrek aan “ritueel”: aandacht, rouwproces, herdenking - slechte psycho-sociale integratie: werk & privé - reeds bestaande psychologische problemen: premorbiditeit

    141. Preventieve acties: - Primaire preventie: voor “het probleem” zich stelt - Secundaire preventie: begeleiding na schokkende ervaring - Tertiaire aanpak: het curatieve (nazorg) na schokkende ervaringen De organisatie gaat naar het slachtoffer: “actieve outreach” Houding: “dit is een normale reactie op een abnormale situatie” Focussen op “groepsbenadering” (Debriefings) Uitdrukken van gevoelens bespreekbaar maken & aanmoedigen Vermijden van medicatie, ziekteverzuim & opname ziekenhuis verbintenissen (engagementen) op lange termijn aangaan: FIST Opleiding, sensibilisering & netwerking bij het personeel: FIST Mensgerichte “vertrouwenspersonen” binnen de organisatie

    142. Behandeling PTSD: Principes “behandeling” PTSD: - aanvaarding van angstaanjagende & verpletterende ervaring - controle & beheersing van de stressreacties biologisch & fysiologisch - herstel van de solide sociale relaties & persoonlijke efficiëntie “van het verleden terug naar het heden”

    143. Het hulpverleningsnetwerk :

    144. Preventieve acties: Stressbeheersing via gezonde levenswijze: “een gezonde geest in een gezond lichaam” - mentale weerbaarheid: voldoende training, rust & ontspanning - fysieke weerbaarheid: gezonde voeding, nachtrust, sport Sensibilisering & vorming van het personeel Erkenning van de schokkende ervaring: ? Debriefing ? zie: de onmiddellijke interventie Toelaten emoties te uiten: ? Debriefing met betrokkenen Individuele gesprekken (behandeling - curatief) Latere interventies

    145. Behandelingsfasen :

    146. De onmiddellijke interventie: ‘Tunnelzicht’ veroorzaakt vervorming van de waarneming ? pro-actieve benadering: informatie verstrekken: debriefing Reconstructie van incident & interventie: wie deed wat & wanneer? Neutraliseren van ongepaste & ongelegen reacties Ingaan op gevoelens en emoties

    147. Critical Incident Stress Management : Critical Incident Stress Management: CISM Beheer van traumatische stress (Dr. Mitchell VS 1974) = Programma ter voorkoming & vermindering van negatieve psychologische reacties: via opleiding via “interventies” Critical Incident Stress Debriefing CISD : belangrijk onderdeel van CISM

    148. Critical Incident Stress Debriefing : CISD is gericht op: - maximaal informeren van de intervenanten “normale reactie op abnormale gebeurtenissen” - het voorkomen van professionele uitputting “burnout” - helpen van intervenanten in de bescherming van hun gezondheid (mentaal & fysiek) hun job, hun gezin - het voorkomen van PTSD CISD: Binnen de 24 - 72 uur na de interventie vertrouwelijk & besloten karakter

    149. Critical Incident Stress Debriefing : Verloopt in 7 fasen: - Inleiding: intro met doel & algemeen kader van specifieke CISD ? vertrouwen - De feiten: de puzzel van het verloop van de interventie wordt samengelegd met alle deelnemers - De gedachten & gevoelens: teamleden vertolken hun gedachten tijdens hun acties - Reactiefase: aandacht voor emotionele aspecten tijdens de interventie; gevoelens - Symptomenfase: teamleden beschrijven fysieke & emotionele ervaringen bij de acties - Voorbereidingsfase: verstrekken van relevante informatie om het beheer van stress te bevorderen - “Wederbegin”-fase: de discussie wordt gesloten, een toekomstgericht : actieplan wordt opgesteld - groepscohesie nastreven

    150. CISD: 7 fasen:

    151. Conclusie...

More Related