40 likes | 229 Views
Adjective = bijvoeglijk naamwoord (beschrijft zelfstandig naamwoord) Wordt ook gebruikt met de werkwoorden: look, feel , sound, taste of be . Adverb = bijwoord (beschrijft bijvoeglijk naamwoord of werkwoord)
E N D
Adjective = bijvoeglijk naamwoord (beschrijft zelfstandig naamwoord)Wordt ook gebruikt met de werkwoorden: look, feel, sound, taste ofbe. Adverb = bijwoord (beschrijft bijvoeglijk naamwoord of werkwoord) ‘Well’ wordt ook gebruikt als ‘gezond’: I’mnot feeling well (ik voel me niet zo lekker’. http://youtu.be/qtwA90x8iNQ
Someexamples Good beschrijft een persoon, plaats of ding beschrijven. Well gebruik je als het om een actie gaat. Zo gebruik je het woord ‘good’ goed: • That was a goodshow. • My daughtergoes to a goodschool. • My husbanddid a goodjob polishing the hardwoodfloors. Op deze manier gebruik je het woord ‘well’ juist: - My grandmacooksreallywell. - Jim singswell. - Catsseewellin the dark.
The contractordid a good jobonournewkitchen. Good zegt iets over het zelfstandig naamwoord ‘job’. The contractordesignedthe kitchenwell. Well zegt iets over het werkwoord ‘designed’. Grandma'scookingis good. Good zegt iets over ‘cooking’ (als zelfst.nw.). Grandmacookswell. Well zegt iets over het werkwoord ‘cooks’. Carol sang a good song. Good zegt iets over het zelfst.nw. ‘song’. Carol singswell. Well zegt iets over het werkwoord ‘sings’.
Well Well Good Well Good Well Good Good Good Well Well Good Well Good Good