1 / 28

Puzzelreglement

Puzzelreglement. 2010. MAC "De Wâlden". www.macdewalden.nl MAC "De Wâlden" Drachten Info: (0512) 511521. Lees het reglement goed door, voordat u van start gaat. KLIK HIER VOOR VOLGENDE DIA. Het bestuur van MAC “De Wâlden” heet u hartelijk welkom bij deze uitleg van haar Puzzelreglement.

Download Presentation

Puzzelreglement

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Puzzelreglement 2010 MAC "De Wâlden" www.macdewalden.nl MAC "De Wâlden" Drachten Info: (0512) 511521 Lees het reglement goed door, voordat u van start gaat.

  2. KLIK HIER VOOR VOLGENDE DIA Het bestuur van MAC “De Wâlden” heet u hartelijk welkom bij deze uitleg van haar Puzzelreglement. Het bestuur hoopt u middels deze voorstelling inzicht te geven in wat u zoal bij een puzzelrit kunt verwachten. Mocht u na het bekijken van deze uitleg nog vragen hebben, neem dan gerust contact op met het bestuur. Tel.: (0512) 511521 Hoe werkt deze voorstelling: Na het bekijken van een dia kunt u verder gaan door op uw linker computermuisknop te drukken. Ook kunt u gebruik maken van het scrollwieltje van uw computermuis. Hiermede is het ook mogelijk om een vorige dia te bekijken. U kunt de uitleg ten alle tijden beëindigen door op de rechter computer- muisknop te drukken en vervolgens voorstelling beëindigen. Veel plezier met het bekijken van de uitleg.

  3. 1. 3e weg rechts U bent tijdens de rit verplicht alle geldende verkeersregels in acht te nemen. De rit gaat uitsluitend over voor het openbare rijverkeer openstaande wegen en parkeerterreinen, welke met een motorfiets en een personenauto kunnen en mogen worden bereden. Weg 1: mag niet geteld worden. U mag deze weg immers niet berijden! Weg 2: mag niet geteld worden. U moet een weg kunnen berijden met een motorfiets en een auto. Weg 3: Parkeerterrein is uw 1e weg.

  4. 2. 3e weg rechts Alleen wegen met een verhard wegdek mag u berijden en/of tellen. = onverhard wegdek (rest is asfalt) Weg 2: Deze weg gaat over in onverhard en mag niet geteld worden. Weg 3: Parkeerterrein is uw 1e weg. Weg 1: Dit is een onverharde en mag niet geteld worden.

  5. De gemiddelde snelheid is 24 km/uur. (Dit kan anders zijn. Zie altijd de kop van de routebeschrijving)

  6. ROUTEBESCHRIJVING Drie minuten voor uw officiële starttijd ontvangt u een in de Nederlandse taal gestelde routebeschrijving. Een routebeschrijving bestaat uit genummerde opdrachten (1, 2, 3, enz.), welke u zoveel mogelijk punt voor punt af moet werken en moeten leiden tot een niet gedwongen afslag. 3. 2e weg rechts 3. 2e weg rechts (hier niet uitvoeren, u gaat automatisch rechts) 3. 2e weg rechts (hier pas uitvoeren)

  7. Als u een opdracht krijgt, welke u niet kunt uitvoeren, rijdt u net zolang rechtdoor tot u een nieuwe opdracht krijgt die op een routecontrole is aangegeven. • Routeopdrachten, waarbij geen problemen voorkomen (dus altijd uitvoerbaar), zijn: • neutrale opdrachten (A, B, C, enz.); • bijvoorbeeld: B. op rotonde 2e weg R • opdrachten, waar tussen haakjes een straatnaam achter staat; • bijvoorbeeld: 10. asfaltweg R (Schoolweg) • opdrachten of delen van opdrachten welke onderstreept zijn. • bijvoorbeeld: 20. na kerk en boom R • De kerk is nu altijd goed.

  8. AFKORTINGEN In routeopdrachten kunnen alleen de volgende afkortingen gebruikt worden. 1e ( 2e ) = eerste (tweede) enz.; R = rechts; L = links; H = huisnummerbord; WW = wegwijzer welke verwijst naar één of meerdere woonplaatsen in Nederland; P = verkeerspaddenstoel welke verwijst naar één of meerdere woonplaatsen in Nederland; VRW = voorrangsweg, -splitsing of -kruising komende vanuit de richting, dat U voorrang moet verlenen. Andere afkortingen mogen niet worden gebruikt.

  9. A 2 5 Dit rechter bord is fout, De 5 niet noteren ROUTECONTROLES Zie voorbeeld bij de inschrijftafel. Alleen de controles die voor u rechts van de bereden weg of parkeerterrein staan, zijn voor u van belang. Wat moet u doen, als u een routecontrole passeert: 1. U schrijft alleen de letter of hetgetal dat in de linkerbovenhoek van het bord staat, in het eerstvolgende open vakje van de aan u meegegeven controlekaart. (Geen hokjes overslaan en kaart van links naar rechts invullen.) 2. U voert eventueel op het bord staande opdrachten eerst uit.

  10. Invullen controlekaart 2 A A 2 2 FOUT FOUT GOED

  11. Op een routecontrole kunnen herstelopdrachten staan en de volgende afkortingen bevatten. 1L(R) = eerste weg links (rechts) 2L(R) = tweede weg links (rechts) 3L(R) = derde weg links (rechts) 4L(R) = vierde weg links (rechts) EL(R) = einde weg links (rechts) HK = hier keren VRW = zie afkortingen routeopdrachten Rondje om getal of letter = verder gaan met de aangegeven opdracht

  12. A HK 1R • Bij dit voorbeeld moet u • eerst de letter A noteren in het eerstvolgende open vakje van uw • controlekaart • dan hier keren • dan 1e weg rechts • daarna verder gaan met opdracht 5 Opmerking: Het kan zijn dat u één of meer opdrachten moet overslaan, dit geeft niets.U moet in de route blijven.

  13. ANDERE CONTROLES Blauwe vlag = startvlag. Witte vlag = tijdcontrole. Oranje vlag = bemande controle. Gele vlag = finishvlag. Bij een bemande controle moet u altijd stoppen en om een opdracht vragen.

  14. WELKE WEGEN MOET U ALS NIET AANWEZIG BESCHOUWEN • wegen voorzien van een verkeersbord aanduidende doodlopende weg; • zichtbaar doodlopende wegen en wegen voorzien van een bord met de • tekst DLW; • kennelijke particuliere in- en uitritten (meestal voorzien van groene • brievenbus); • onverharde wegen (ook bijvoorbeeld klinkerweg overgaand in zandweg). DLW

  15. ORIËNTERINGSPUNTEN (punten die u op moet zoeken) Oriënteringspunten zijn punten die in de routebeschrijving zijn genoemd en dienen altijd vaste punten te zijn welke zich rechts van de as van de bereden weg en/of rechts voor U bevinden. Wegen mogen zich zowel links als rechts van de bereden weg bevinden. 6. voor schrikhek R U moet de laatste mogelijkheid nemen om voor een rechter schrikhek rechts te gaan. Goed is door 2e weg rechts te gaan. 7. voor schrikhek weg R Goed is door 1e weg rechts te gaan. (Omdat weg genoemd is moet u zodra u een schrikhek ziet de 1e mogelijkheid nemen.)

  16. Oriënteringspunten moeten in volgorde van de opdracht worden bereikt en moeten na elkaar komen. 8. na boom en bank R Doordat de takken van de boom over de bank hangen komen de gevraagde oriënteringspunten niet na elkaar. Dus eerst alleen de boom aannemen en op zoek naar een andere bank. Goed is door 3e weg rechts te gaan.

  17. Niet toegestaan zijn: Voorbeeld: 9. na “BRINK” R - achterwaartse oriënteringspunten. Niet uitvoeren bij 1e weg omdat de tekst BRINK achterwaarts is. Goed is 3e weg rechts. Wel kan bij de 1e weg uitgevoerd worden: 9a. “Brink” R omdat dan alleen de weg oriënteringspunt is. - oriënteringspunten, die zich in een opstal of bouwsel bevinden. - oriënteringspunten, die in de vorige of dezelfde opdracht al als oriënteringspunt zijn gebruikt. Voorbeeld: 10. na viersprong 1e weg L 11. 2e weg R Bij opdracht 11 niet de weg tellen waar u bij opdracht 10 links ging. Wel mag u een weg van de viersprong tellen.

  18. Teksten moeten op uw routebeschrijving altijd in “HOOFDLETTERS” en tussen aanhalingstekens staan. De tekst moet altijd op één vast voorwerp staan, bijvoorbeeld op één bord of plank. De tekst die u zoekt, mag zowel hoofdletters als kleine letters of een combinatie hiervan zijn. 12. na “FLES” R Goed is door 3e weg rechts te gaan. Bij de 1e weg bent u nog niet na een tekst. Bij de 2e weg staat de tekst op twee borden, moet op één bord of plank staan.

  19. Voorwerpen zijn vaste objecten. Bijvoorbeeld: bruggen , kerken , scholen , bomen en beelden. Motorfiets moet vast staan

  20. Afbeeldingen zijn gelijk aan de werkelijke voorwerpen, bijvoorbeeld: na school rechts (links) kan zowel eenschoolgebouw als een afbeelding van een school vissen zijn.

  21. Wegenkunnen naar naam worden aangeduid bijvoorbeeld "Schoolweg", waarbij het straatnaambord in de betreffende weg moet staan. Een weg kan niet naar naam worden aangeduid als de weg meer dan één naam heeft. 13. “Schoolweg” L Goed is door 3e weg links te gaan. (Zie ook dia 16) Bij de 1e weg staat het straatnaambord niet in de weg. De 2e weg heeft twee namen.

  22. Een weg kan ook naar soort wegdek worden aangeduid zoals asfaltweg of klinkerweg. Als het wegdek zichtbaar uit meer dan één soort bestaat, bijvoorbeeld asfalt overgaand in klinkers, kan men deze weg niet aanduiden naar soort. = klinkers (rest is asfalt) 14. klinkerweg R Hier niet uitvoeren, weg gaat over van asfalt in klinkers. Goed is door 2e weg rechts te gaan..

  23. Onder einde weg wordt verstaan een samenkomst van drie wegen, waarbij de linker- en rechterweg in elkaars verlengde liggen en waar men niet rechtdoor kan rijden. 15. einde weg L Dit is geen einde weg, er is nog een mogelijkheid om rechtdoor te rijden. Dit is geen einde weg, er is nog een mogelijkheid om rechtdoor te rijden. Zowel in linker als rechter tekening is goed door 2e weg L te gaan.

  24. STRAFPUNTEN • Voor elke gemiste of foute routecontrole krijgt u 30 strafpunten; • Voor elke minuut dat u te vroeg of te laat bent bij tijdcontrole of finish, • krijgt u 1 strafpunt; • U mag maximaal 60 minuten (t.o.v. de officiële tijd) te laat aan de finish • komen.

  25. Nog wat voorbeelden: 16. 2e viersprong R 1e situatie geen viersprong, linkerweg mag niet geteld worden (is verboden voor motorvoertuigen). 2e situatie geen viersprong, linkerweg mag niet geteld worden (niet vrij toegankelijk). Na de brug heeft u bij de klinkerweg uw 1e viersprong bereikt. Na de brug heeft u bij de voorrangsweg uw 2e viersprong bereikt. Hier opdracht uitvoeren.

  26. 18. voorrangsweg R Een voorrangsweg (voluit geschreven) is alleen herkenbaar aan het verkeersbord B1. Goed is door 2e weg rechts te gaan. TIP! Lees altijd zeer goed wat er in de routebeschrijving staat (er is een verschil tussen VRW en voorrangsweg).

  27. 19. na 2e brug R Ondanks de DLW mag de 1e brug geteld worden. Goed is door 2e weg rechts te gaan.

  28. 20. na 2e weg, 3e weg L Goed is door eerst 2 wegen aan de rechterzijde te tellen. Daarna opnieuw gaan tellen (wegen aan de linkerzijde) om links te gaan. Goed is 3e weg links. (De 2e weg en de 3e weg zijn niet dezelfde weg.) KLIK ESC VOOR AFSLUITING

More Related