1 / 16

Vraagstukken oplossen met een vergelijking

Vraagstukken oplossen met een vergelijking. Verbetering oefeningen Werkboek p. 37 e.v. K.O.: het getal is x. O.V.: . A.: het getal is 60. K.O.: de getallen zijn x , x +1 en x +2. O.V.: . A.: de getallen zijn 72, 73 en 74. K.O.: Elise heeft x  Robbe: 2x en Charlotte: x +0,08.

mills
Download Presentation

Vraagstukken oplossen met een vergelijking

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Vraagstukken oplossen met een vergelijking Verbetering oefeningen Werkboek p. 37 e.v.

  2. K.O.: het getal is x O.V.: A.: het getal is 60.

  3. K.O.: de getallen zijn x, x +1 en x +2 O.V.: A.: de getallen zijn 72, 73 en 74.

  4. K.O.: Elise heeft x Robbe: 2x en Charlotte: x +0,08 O.V.: A.: Elise heeft € 6,52 , Robbe €13,04 en Charlotte € 6,60.

  5. K.O.: Jo: x Bert: x – 7 en Rob: x – 7 + 5 O.V.: A.: Jo heeft 25 stemmen, Bert: 18 en Rob: 23

  6. K.O.: de moeder is x jaar  Sarah: x jaar O.V.: A.: de moeder is 30 jaar en Sarah is 7 jaar.

  7. K.O.: dochter: x zoon: 2 x  Vader: 42 x O.V.: A.: De dochter is 4 jaar, zoon 8 jaar, vader 32 jaar.

  8. K.O.: het aantal jaren is x. vader is dan 40 + x  zoon is dan 11 + x O.V.: A.: Over 18 jaar is vader dubbel zo oud als zijn zoon.

  9. K.O.: Kaat is nu x jaar  Luna 2 x 3 jaar geleden: Kaat: x - 3  Luna: 2 x - 3 O.V.: A.: Kaat is nu 14 jaar.

  10. K.O.: Pieter is nu x jaar 2 jaar geleden: x - 2 4 jaar later: x + 4 O.V.: A.: Pieter is nu 11 jaar.

  11. K.O.: het bedrag (totaal) is x  de eerste:  de tweede:  de derde: 150 O.V.: A.: het bedrag is € 900.

  12. K.O.: de tweede krijgt x  de eerste krijgt x +120  de derde krijgt x + x +120 O.V.: A.: eerste krijgt € 622,50 ; de tweede € 502,50 en de derde € 1125.

  13. K.O.: Evert heeft x Jonas heeft 2x O.V.: EVERTJONAS A.: Evert heeft €1,60 en Jonas heeft €3,20.

  14. K.O.: er waren x leerlingen  536 -x leraars O.V.: A.: 475 leerlingen en 61 leraars kochten de krant.

  15. K.O.: x stukken van €0,20  98 -x stukken van €0,50 O.V.: A.: Er zijn 62 stukken van €0,20 en 36 stukken van €0,50.

More Related