Overerving:

1. Overerving: It’s a kind of magic…

2. Principes van OO: • Overerving • Encapsulatie • Polymorphisme = (deel van het) OO. paradigma

3. Principes van OO: • Overerving

4. Principes van OO: • Overerving Een nieuwe klasse maken door een reeds bestaande klasse aan te passen.

5. Principes van OO: • Overerving Een nieuwe klasse maken door een reeds bestaande klasse aan te passen. Bvb. een nieuwe Button klasse maken die geel en rode Buttons aanmaakt.

6. Principes van OO: • Overerving Een nieuwe klasse maken door een reeds bestaande klasse aan te passen. Of: een nieuwe GSMControle klasse maken die een nieuw type GSM aanstuurt.

7. Principes van OO: • Overerving Nieuwe klasse = “subclass” Bestaande klasse = “superclass”

8. Principes van OO: • Overerving Nieuwe klasse = “subclass” Bestaande klasse = “superclass” public class Klasse1 extends Klasse2 {}

9. Principes van OO: • Overerving Nieuwe klasse = “subclass” Bestaande klasse = “superclass” public class GRKnop extends Button {} Vb:

10. Overerving: principe • De nieuwe klasse begint met dezelfde attributen en methoden als de superklasse; dus alsof je alles van de superklasse nog eens hebt overgeschreven.

11. Overerving: principe • De nieuwe klasse begint met dezelfde attributen en methoden als de superklasse; dus alsof je alles van de superklasse nog eens hebt overgeschreven. • Je kunt dan aanpassingen gaan maken om je nieuwe klasse te bouwen (zie volgende slide).

12. Overerving: principe • De nieuwe klasse begint met dezelfde attributen en methoden als de superklasse; dus alsof je alles van de superklasse nog eens hebt overgeschreven. • Je kunt dan aanpassingen gaan maken om je nieuwe klasse te bouwen (zie volgende slide). • Voorbeeld.

13. Uitzondering: • Constructoren worden niet overgeërfd.

14. Uitzondering: • Constructoren worden niet overgeërfd. • Je kunt wel de constructoren van de superklasse aanroepen vanuit de subklasse (via super( ) ).

15. Wat mag?

16. Wat mag? • Je kunt nieuwe attributen toevoegen

17. Wat mag? • Je kunt nieuwe attributen toevoegen • Je kunt constructoren toevoegen

18. Wat mag? • Je kunt nieuwe attributen toevoegen • Je kunt constructoren toevoegen • Je kunt nieuwe methoden toevoegen

19. Wat mag? • Je kunt nieuwe attributen toevoegen • Je kunt constructoren toevoegen • Je kunt nieuwe methoden toevoegen • Je kunt bestaande methoden iets anders laten doen

20. Wat mag niet? • Je kunt geen overgeërfde attributen weglaten.

21. Wat mag niet? • Je kunt geen overgeërfde attributen weglaten. • Je kunt geen overgeërfde methoden weglaten.

22. Wat mag niet? • Je kunt geen overgeërfde attributen weglaten. • Je kunt geen overgeërfde methoden weglaten. Maw. je kunt enkel extra elementen toevoegen of overgeërfde methoden iets anders laten doen.

23. Hoe doe je het?

24. Hoe doe je het? • Om elementen te houden zoals ze zijn, doe je niets.

25. Hoe doe je het? • Om elementen te houden zoals ze zijn, doe je niets. • Als je iets wil bijvoegen of veranderen aan de oude klasse, dan moet je (enkel) dit typen in de nieuwe klasse.

26. Hoe doe je het? • Om elementen te houden zoals ze zijn, doe je niets. • Als je iets wil bijvoegen of veranderen aan de oude klasse, dan moet je (enkel) dit typen in de nieuwe klasse. • Voorbeeld.

27. Overervingsmodel Java • De klasse Applet en haar basisklassen (= superklassen) • De klasse Object

28. Constructoren: super( )

29. Constructoren: super( ) • Constructoren van de superklasse worden niet overgeërfd.

30. Constructoren: super( ) • Constructoren van de superklasse worden niet overgeërfd. • Men kan constructoren van de superklasse aanroepen vanuit constructoren van de subklasse, via super( ).

31. Constructoren: super( ) • Constructoren van de superklasse worden niet overgeërfd. • Men kan constructoren van de superklasse aanroepen vanuit constructoren van de subklasse, via super( ). • super( ) moet, indien het gebruikt wordt, als eerst regel staan (zoals ook bij this( ) ). (voorbeeld GRTextField)

32. Constructoren: super( ) • Als super() niet gebruikt wordt, dan roept Java automatisch de default constructor van de superklasse aan om haar datamembers te initialiseren.

33. Constructoren: super( ) • Als super() niet gebruikt wordt, dan roept Java automatisch de default constructor van de superklasse aan om haar datamembers te initialiseren. • Gevaar: dit compileert niet als de basisklasse geen default (of automatische default) constructor heeft (wanneer is dit?).

34. Klassendiagram • p 238 boek • p 290 boek

35. Methoden: overriding = een bestaande methode in de superklasse iets anders laten doen in de subklasse.

36. Methoden: overriding = een bestaande methode in de superklasse iets anders laten doen in de subklasse. • p 293 zie boek

37. Methoden: overriding = een bestaande methode in de superklasse iets anders laten doen in de subklasse. • p 293 zie boek • Adhv oefening Cirkel -> Ring

38. Typecasting tussen klassen • Referentie: • Houdt bij over welk object het gaat • Bepaalt welke methods en attributen dit object kan gebruiken.