1 / 15

Reliëf

Reliëf. Vanwaar komt het water??. Reliëf en afstromend water. Hoe kunnen we aan de hand van afstromend water hoogteverschillen en hellingsvlakken onderscheiden?. Hoogteverschil : groot , middelmatig of klein. Horizonlijn : Vlak, gebogen of getand. Helling : steil of zacht.

mandel
Download Presentation

Reliëf

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Reliëf

  2. Vanwaar komt het water??

  3. Reliëf en afstromend water Hoe kunnen we aan de hand van afstromend water hoogteverschillen en hellingsvlakken onderscheiden?

  4. Hoogteverschil: • groot, middelmatig • of klein • Horizonlijn: • Vlak, gebogen • of getand • Helling: • steil of zacht

  5. Horizonlijn groot / middelmatig / klein Helling steil / middelmatig / zacht Hoogteverschil groot / middelmatig / klein De 3H’s: vormen Het reliëf

  6. Water vloeit van bron naar monding • Bron altijd hoger dan monding • Van hogere hoogtelijn naar lager gelegen hoogtelijn

  7. Water stroomt recht naar beneden. • Water stroomt loodrecht op de hoogtelijnen. • De richting van stromend water is af te lezen op de hoogtelijnen. • Des te groter het verschil tussen 2 hoogtelijnen, des te sneller het water naar beneden vloeit.

  8. Valleien • Beide kanten van een vallei  dalwanden  hellings-vlakken (steil, gebogen of zwak hellend * Steil: hoogtelijnen dicht bij elkaar * Zwak: hoogtelijnen ver van elkaar • Soms tussen hellingsvlakken een kniklijn

  9. Valleien • Kniklijn = de steilte van de helling verandert • Vallei begrensd door waterscheidingskammen • Waterscheidingskam = grens tussen 2 stroombekken • Stroombekken = hoofdrivier + bijrivieren

  10. Dalen • Water  energie  insnijding van een rivier in landschap • Door insnijding ontstaan er valleien en dalen • Diepste delen van een dal = dallijn Indien rivier  dallijn Indien geen rivier  verbind laagste punten (hoogtelijnen) • 6 soorten dalen • Alluviale vlakte  afzettingsmateriaal na overstromingen

  11. Vlakdal en vlakbodemdal Kenmerken vlakdal: • Zachte hellende dalwanden • Dalbodem= alluviale vlakte • Rivier met meanders Kenmerken vlakbodemdal: - Dalwanden; zacht oplopend tot steil • Brede, vlakke dalbodem

  12. U-dal en V-dal Kenmerken V-dal: - Steile dalwanden komen samen in rivierbedding • Geen dalbodem • V-vormig dwarsprofiel Kenmerken U-dal of trogdal: • Hoge, zeer steile dalwanden • Vlakke dalbodem • U-vormig dwarsprofiel

  13. Kloofdal en boogdal Kenmerken boogdal: • Boogvormige dalwanden • steil bovenaan  zacht hellend onderaan • Dalbodem = alluviale vlakte Kenmerken kloofdal: • Nauw dal • Overwegend verticale dalwanden • Grote verticale erosie

  14. Oefening hellingsvlakken dalwanden hoogteverschil kniklijn

  15. Dallijn Waterscheidingskammen

More Related