1 / 56

Grammatica van ML/MW

Grammatica van ML/MW. Causaal redeneren bij maatschappijleer. Anne Hemker / Gerard Ruijs 1 febr 2013 UvA /ILO. Grammatica van ML/MW Denkstappen die steeds worden gemaakt maar niet worden getraind Theorie over belang van vaardigheden Versimpelen!! Leerstof Verdiepen begrijpen

magnar
Download Presentation

Grammatica van ML/MW

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Grammatica van ML/MW Causaal redeneren bij maatschappijleer Anne Hemker/ Gerard Ruijs 1 febr 2013 UvA/ILO

  2. Grammatica van ML/MW • Denkstappen die steeds worden gemaakt maar niet worden getraind Theorie over belang van vaardigheden • Versimpelen!! Leerstof • Verdiepen begrijpen Voorbeelden ontleed/redeneer opdrachten in de klas • uitproberen Wie doet mee met een klein onderzoek? Opbouw workshop

  3. Kern: • ‘oorzaak gevolg’ redeneringen / correlaties • Vergelijken • Categoriseren • Inductie/deductie • Afwegen (mening vormen) Achter heel veel van de ML/MW inhouden schuilen dezelfde denkstappen:

  4. Maatschappelijke problemen • Wetenschappelijke theorieën • Over invloed media • Over ontstaan criminaliteit • Politieke visies/ideologieën • Samenlevingsmodellen • Oplossingen/beleid • Maar ook bij afwegen • van b.v. functies van straffen • van voor en nadelen ( van b.v. evenredige vertegenwoordiging) • van dilemma’s • Vormen eigen mening • Etcetc Zelfde denkstappen bij het ‘ontleden’ van:

  5. Overeenkomsten / verschillen .

  6. Wat is het probleem (beschrijven/in kaart brengen/categoriseren) • Bestaat het elders ook/niet? (vergelijken) • Wat is de oorzaak/zijn de oorzaken van het probleem/waar hangt het mee samen • Invalshoeken • Hoofd/kernconcepten • Hoe kunnen we dat onderzoeken? • De cyclus van waarneming (variabelen benoemen/operationaliseren)- hypothese - toetsbare voorspelling - experiment/waarneming - verificatie/falsificatie - theorie • Is er wat aan te doen? • b.v. lotsidee of b.v. privesfeer enerzijds of maakbaar anderzijds) • Wat is de gewenste situatie • Wat zijn mogelijke aanpakken/oplossingen/wat zijn onbedoelde gevolgen (dilemma) (vergelijken met andere landen/tijden) Denkstappen

  7. Door een begrip, maatschappelijk vraagstuk, theorie, beleid, … samen met de leerlingen te ontleden werken we aan diepgaander begrijpen. … en kunnen wij zelf nagaan of wij helder zijn in onze uitleg/ begeleiding. Zelf onderzoek doen? Meer werkvorm (om het te leren) Dan afvraagbaar op het examen Onze hypothese is …… t helpt leerlingen en docenten

  8. Het gaat om vaardigheden • ‘Kritisch leren denken: • Denkstappen kunnen volgen/ ontleden en systematisch tegendeel leren onderzoeken en afwegen >> • Argumentatievaardigheden; • Leren beoordelen van gegevens incl. ‘geletterdheid’ en ‘gecijferdheid’; • Problemen kunnen oplossen en alternatieven bedenken; • Controleerbaar maken: navolgbaar en onderscheiden beweringen vs conclusies onderzoek. • Etc … Het gaat om attitude doelen • Opendenkhouding stimuleren, nieuwsgierigheiden verwondering opwekken; • Bereidheid te betwijfelen en dus eigen standpunten formuleren en toetsenaan de werkelijkheid; • Kritischleren staan t.o.v. informatie = jezelf hinderen met kennis en vaardigheden ≠ scepsis; • Balans distantie en betrokkenheid; • Vertrouwenin mogelijkheden degelijk/goed onderzoek te doen /kennis genereren • Etc … het leren van die denkstappen is‘geen doel op zich’ Het gaat erom Ml/MW makkelijker/ betekenisvoller te maken

  9. Nu vaak:onderzoek los van MW/ML inhoud Domein A los van de anderedomeinen • In de eindtermen • In de schoolboeken • Bijvoorbeeldtheorieën wordenvaaknietuitgelegd • Wel het (statistische) verband: behandeldalsabstracte (macro theorieën) ( • moeten leerlingen maar geloven/uit hun hoofd leren) • Niet • in termen van het procesdaterachter zit • niet door vergelijken van theorieën • niet door operationaliseren/ • niet door onderzoeksgegevens

  10. leerlingen zitten boordevol ‘’gezonde misverstanden’’: ook die is te ‘’ontleden’’ leerlingen komen met informele kennis binnen; met pre- en misconcepties: • vaak opgebouwd uit oorzaak gevolg veronderstellingen • met onkundig vergelijken • gebaseerd op affecties/’ervaringen’ /horen zeggen/ • gelinkt aan identiteit Schoolse kennis raakt vaak de informele kennis niet: • dan geen ‘’constructieve frictie’’ en verandert er weinig in het denken van leerlingen • voor conceptual change (leren)moeten wij constructieve frictie organiseren

  11. Vgl. Comtes drie stadia van kennis Ontwikkeling leerling herkenbaar in de drie stadia … • Geloof - aannemen: pre/misconcepties/ ‘gezonde misverstanden’/ ‘schoenveterdenken’ (bijv. criminaliteit of bij allochtonenprobleem) • Metafysichdenken - veronderstellen: speculatie (bijv. brute moord M Vaatstra = allochtoon) • Positieve stadium - weten/ kunnen: ‘Erklären’: meer statistiek/ empirie/ kwantitatief onderzoek en ‘Verstehen’: meer begrijpen/ doorzien/ kwalitatief onderzoek

  12. Nu naar een voorbeeld/vraagstuk/context • Want de bedoeling is dat leerlingen daar kritisch naar leren kijken • Met concepten/inhouden en met vaardigheden naar een context leren kijken

  13. Context/casus/vraagstuk

  14. .

  15. ANOMIE THEORIEWAAROM VERSCHILLEN SAMENLEVINGEN IN DE MATE VAN CRIMINEEL GEDRAG?? .

  16. Anomie theorie: naar voorbeelden/empirie

  17. Op deze casus • Zijn ook andere theorieën toepasbaar • Kennis/vaardigheden van interpreteren van statstieken • etc

  18. Denkschema visies politieke partijenvergelijkbaar

  19. Hulpmiddelenomtheoriebeter te begrijpen Colemansboat’

  20. . .

  21. Weber’s boot

  22. Arabischelente?

  23. 4 boten voor de bindingstheorie • Affectieve bindingen • Economische bindingen • Cognitieve bindingen • Ideologische bindingen • Van welke boten kan de overheid de richting bijsturen?? • En hoe zit de anomie theorie nu in elkaar (covariatie) • 2 ‘’als dan’’redeneringen: als die samengaan dan….. • Ongelijkheid zelf is niet de verklarende variabele • Dan nog ontstaat begrip pas door het kennen van het mechanisme ‘’onder water’’ en niet alleen door het macro verband te kunnen reproduceren

  24. Voorbeeld cultivatie theoriehttp://desterke.wordpress.com/2008/10/14/cultivatietheorie/

  25. Voorbeelden • Leg het verschil uit tussen preventie en repressie met behulp van 2 verschillende Colemans boten. • Maak voor elk soort binding een uitleg met een colemans boot • Ontleed de usesandgratifications theorie met een colemans boot

  26. Nog een ander instrument om leerlingen te trainen in denken in oorzaken en samenhang • een figuur/diagram/model, waarmee je complexere processen inzichtelijk zou kunnen maken • leerlingen kunnen leren denken met meerdere variabelen • NB hoe komt het dat bij geschiedenis zoveel onderzoek wordt gedaan het leerredenement van het causaal leren redeneren, en er bij MW in Ned nog gedacht wordt dat het wel zonder kan??

  27. Voorbeelden: maakeendiamant • Over de factoren die eenrolspelenbij het later uithuisgaan van studenten: waaromblijvenzelangerthuiswonen • Of • Maakeendiamant over de verandering van een bevels- naareenonderhandelingshuishouding • Of • Waaromturksekinderen in Zwedenmeerkansmaken op eenhogeopleidingdan in Duitsland of in Nederland

  28. Jullie opdracht vandaag • Hierbij 9 oorzaken voor een moeizame integratie • Leg ze in een logisch verband • In tijd • Direct • Bovenaan het

  29. De verklaringvolgensScheffer

  30. Oorzaken/effectenbeleidskeuzen m.b.t. integratieTurken en Marokkanen in Ned.

  31. Meerwaarde? Ervaringen?

  32. Aanbod: toepassen eigen lessen ism Anne en Gerard • Zoeken (2 – 5) docenten die willen werken met aantal besproken ‘tools’ en willen komend half jaar (tot zomer 2013) meewerken aan onderzoek • Hypothese onderzoek: expliciet aandacht voor causaliteit/verbanden/denkstappen in lessen (mbv deze visuele tools) traint de lln beter en maakt leeresultaat beter… • Publicatie resultaten • Mail naar • annehemker@gmail.com • G.J.F.Ruijs@uva.nl

  33. Voorbeelden van lessen • http://www.essener.nl/downloads/Onderzoek%20doen_%2020474%20EXKAT%20Deel%201%20Onderzoek.pdf • Beschrijfeenomgekeerdcausaalverbandtussenburengerucht en ongelukkigzijnm.b.v. de coleman’s boot

  34. SE Vraag 6v • 2p 20. Leg uit dat je op grond van de cultivatietheorie kan argumenteren dat • uitzenden van bepaalde programma´s minder wenselijk is.

  35. Proeve van antwoordmodel: kunnen we vragenzoformuleren/instructie + lesmateriaalzoaanpassendatleerlingenzelfgaandenken in variabelenbijeentheorie; van vergelijken van effecten: als variable X danmeerkans op effect Y: kunnen we gaanbeoordelen op het inzicht op het diepereonder water poroces • De cultivatietheorie: onderscheidt drie? variabelen • - de mate van TV kijken (hoe geoperationaliseerd?) • + de mate van videospelletjes doen maakt • - de kans op verwarren van fictie en werkelijkheid (idem) • - waardoor de kans op verandering van gedrag (idem?) • http://desterke.wordpress.com/2008/10/14/cultivatietheorie/ • De cultivatietheorie stelt dat de kans datmensen die veel t.v. kijken vaker de werkelijkheid op televisie verwarren met de ‘echte werkelijkheid’ dan mensen die weinig t.v. kijken. • Mensen die heel veel kijken naar extreem gewelddadige programma’s lopen meer kans te gaan denken dat de samenleving extreem gewelddadig is daardoor neemt de kans toe dat zij zich daardoor ook meer gewelddadig gaan gedragen. (is dit aangetoond? Met significante verschillen…..??) Dat zou een argument kunnen zijn om extreem gewelddadige tv programma’s maar niet uit te zenden ook al is de kans klein.

  36. Opgave SE 5H ML . In het NRC van 6 oktober 2012 staat een verslag van een onderzoek dat Turkse kinderen in Zweden en Frankrijk beduidend minder kans hebben op voortijdig schoolverlaten en meer kans hebben op het afronden van een hogere opleiding dan in Nederland of Duitsland. 3pt 12.Leg uit op welke manier deze verschillen tussen de landen gevolgen kunnen hebben voor de mate in cohesie in een land. Maak in je antwoord gebruik van de begrippen cognitieve bindingen en economische bindingen

  37. Betrouwbaarheid/validiteit • In Zweden gaan zes keer zoveel kinderen van Turkse gastarbeiders naar het hoger onderwijs als in Duitsland. Het gaat om kinderen met dezelfde achtergrond (opleiding etc), in veel gevallen kwamen hun ouders uit dezelfde streek. • De manier waarop het onderwijs in die landen is georganiseerd heeft een groot effect op het succes, of het falen, van de migrantenkinderen.(Bijvoorbeeld vroege selectie/splitsing VMBO niveau Havo VWO in Ned heeft nadelig effect). • Het is een van de conclusies uit een grootscheeps Europese onderzoek naar 'de tweede generatie'. De school- en arbeidsloopbanen van tienduizend jonge volwassenen werden vergeleken. Ze kwamen uit dezelfde etnische groepen, maar woonden in acht verschillende landen: Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Zweden, Zwitserland en Oostenrijk.

  38. vervolg • In Zweden gaat minder dan 10 procent van de tweede generatie Turkse jongeren zonder diploma van school. Bijna 30 procent gaat naar het hbo of naar de universiteit. In Duitsland bereikt maar 5 procent van de tweede generatie Turkse jongeren een hogeschool of universiteit. In Duitsland valt een derde zonder diploma uit, net als in België trouwens. • Nederland is een middenmoter: ruim een kwart van de Turkse jongeren valt uit. Ruim een kwart studeert aan een hogeschool of universiteit • In de Volkskrant van 17 oktober 2012 stond een berichtje dat de crisis jonge migranten hard treft in Nederland: de werkloosheid stijgt in die groep veel harder dan onder autochtone jongeren. Opgaven • 3pt13. welke variabelen zijn in het onderzoek betrokken? • 3pt 14. leg uit op welke manier de onderzoekers hebben gezorgd voor betrouwbare en valide gegevens

  39. Een schets van een lessen’reeksje’’

  40. Les aandacht richten

  41. Lessen belang van onderzoek/betrouwbare gegevens/belangen onderscheiden > leren betwijfelennderscheidenbelangen

  42. Causaal redeneren/correlatieleren betwijfelen

  43. Voorbeelden van nuttig SW onderzoek

  44. Causaal redeneren/correlatieVariabelen

  45. Toepassen op bestaande kennis/theorieën

  46. Gaarne • feed back • bruikbare bronnen • les ideeën • werkvormen • etc

More Related