1 / 161

A. Algemene controlenormen en aanbevelingen B. Inbreng in natura C. Omzetting

UPDATING AUDITNORMEN: PERMANENTE OPDRACHTEN, INBRENG IN NATURA EN OMVORMING Hugo VAN PASSEL Bedrijfsrevisor 25 oktober 2002. A. Algemene controlenormen en aanbevelingen B. Inbreng in natura C. Omzetting.

kawena
Download Presentation

A. Algemene controlenormen en aanbevelingen B. Inbreng in natura C. Omzetting

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. UPDATING AUDITNORMEN:PERMANENTE OPDRACHTEN, INBRENG IN NATURA EN OMVORMINGHugo VAN PASSELBedrijfsrevisor 25 oktober 2002

  2. A. Algemene controlenormen en aanbevelingen B. Inbreng in natura C. Omzetting Hugo VAN PASSEL

  3. Algemene controlenormen enaanbevelingen • Updating controlenormen :  algemene controlenormen  aanbevelingen Hugo VAN PASSEL

  4. A.I.a. Algemene controlenormen : a.1. vooreerst enkele kleine aanpassingen a.2. updating projects Hugo VAN PASSEL

  5. A.I.b.Aanbevelingen : b.1. aanpassing nieuwe codering van het Wetboek van Vennootschappen + vormaanpassingen + inhoudelijke aanpassingen (overzicht) b.2. updating en maintenance project Hugo VAN PASSEL

  6. Europa ISA voor alle IAS / IFRS jaarrekeningen of dubbele verwijzing Hugo VAN PASSEL

  7. IFAC / FEE ISA 700 Project  naar een eenvormige verklaring bij de financiële staten qua inhoud en vorm Hugo VAN PASSEL

  8. IV. ISA’s: een bespreking Hugo VAN PASSEL

  9. Updating controlenormen Algemene controlenormen a.1. Enkele aanpassingen teneinde verschillen met ISA weg te werken: point 700 (2) de la norme ISA-700 : « The auditor should review and assess the conclusions drawn form the audit evidence obtained as the basis for the expression of an opinion on the financial statements. » point 700 (6) de la norme ISA-700 : « The Auditor’s report should have an appropriate title. It may be appropriate to use the term “Independent Auditor’ in the title to distinguish the auditor’s report from reports that might be issued by others, such as by officers of the entity, the board of directors, or from the reports of the other auditors who may not have to abide by the same ethical requirements as the independent auditor.» Hugo VAN PASSEL

  10. Updating controlenormen Algemene controlenormen a.1. Enkele aanpassingen teneinde verschillen met ISA weg te werken: Les adaptations proposées aux Normes générales de révision sont les suivantes : - ajouter un paragraphe 3.4.5 des normes belges, comme suit : « Le réviseur doit examiner et évaluer les conclusions découlant des éléments probants obtenus dans le cadre de sa mission d’audit en vue d’émettre son opinion sur les états financiers. »  - remplacer paragraphe 3.1.2 de ces normes, comme suit : « Le rapport de révision est nécessairement un rapport écrit. Son titre mentionne la qualité de commissaire et la qualité du destinataire principal du rapport » Hugo VAN PASSEL

  11. Updating controlenormen Algemene controlenormen a.1. Enkele aanpassingen teneinde verschillen met ISA weg te werken : La dernière modification consiste à remplacer dans le paragraphe 3.3.1 des Normes générales de révision l’ancienne dénomination de “IASC” par la nouvelle dénomination “IASB” (International Accounting Standards Board), ainsi que de remplacer l’ancienne dénomination de « IAPC » par la nouvelle dénomination “IAASB” (International Auditing and Assurance Standards Board). « Hugo VAN PASSEL

  12. Updating controlenormen Algemene controlenormen a.2. Toekomst / Updating project Bij de aanpassing van de aanbevelingen zal telkens de weerslag / het verband met de algemene controlenormen worden vastgelegd  conceptueel kader (?) Hugo VAN PASSEL

  13. Updating controlenormen Algemene controlenormen I.b.1.Updatingaanbevelingen : Aanpassing nieuwe codering wetboek • Vormaanpassingen: Deze vormaanpassingen worden uitgevoerd in samenwerking met universiteiten. De bedoeling is om deze aanpassingen te verwerken in het nieuwe Vademecum. Hugo VAN PASSEL

  14. Inhoudelijke aanpassingen 1.2.1.  De onafhankelijkheid van de revisor heeft een dubbel aspect : – een aspect van persoonlijke professionele ethiek, die bepaald wordt door de intellectuele houding en de integriteit van de revisor; – een objectief en maatschappelijk aspect dat o.m. afhankelijk is van de wijze waarop het beroep en de uitoefening ervan zijn georganiseerd. De onafhankelijkheid van de revisor is allereerst een fundamenteel kenmerk van zijn professionele integriteit. Het is een ingesteldheid die in wezen is gebouwd op het vertrouwen dat het maatschappelijk verkeer in hem stelt. Deze onafhankelijkheid is een professionele onafhankelijkheid, d.w.z. dat zij in nauw verband staat met de deskundigheid van de revisor : zijn deskundigheid is een noodzakelijke voorwaarde voor zijn onafhankelijkheid.De onafhankelijkheid van de revisor geldt zowel ten aanzien van zijn opdrachtgever (b.v. de algemene vergadering die hem benoemt tot commissaris), als van de directie van de onderneming, de werknemers en het maatschappelijk verkeer. Wanneer hij een verklaring over de jaarrekening aflevert, oefent hij een openbare functie uit en zijn mening kan niet beïnvloed worden door een of andere groep in het ondernemingsbestel of daarbuiten. Hugo VAN PASSEL

  15. Inhoudelijke aanpassingen 1.2.1.  De onafhankelijkheid van de revisor heeft een dubbel aspect : COMMENTAAR Dient dit punt over de onafhankelijkheid aangepast te worden om rekening te houden met de wet van 2 augustus 2002 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen  zo ja: changement de fond (rekening houden met de inwerkingtreding van deze wet). Hugo VAN PASSEL

  16. Inhoudelijke aanpassingen 3.11.1.  Voor zover het niet-naleven van de wetsvoorschriften van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen, alsmede van haar uitvoeringsbesluiten, het voorwerp uitmaakt van een strafrechtelijke sanctie, zal de bedrijfsrevisor terzake het principe van de relevantie restrictief interpreteren. Rekening houdend met het feit evenwel dat vaststellingen van ondergeschikt belang het meest voorkomen op het vlak van de formele aspecten van het boekhoudsysteem in complexe entiteiten, is het aangewezen dat de commissaris de draagwijdte van deze vermelding afzwakt door een gepaste commentaar. Voorbeelden daarvan zijn, het niet boeken, zonder uitstel, van de verplichtingen buiten balans in een commerciële of industriële onderneming, of het niet aanpassen van onjuistheden die niet van materieel belang zijn. 3.11.2.  Er zullen bezwaren moeten worden geuit indien de boekhouding niet overeenkomstig de Belgische boekhoudwet is georganiseerd of indien de jaarrekening deze wet niet naleeft. Hugo VAN PASSEL

  17. Inhoudelijke aanpassingen 3.11.3.  Krachtens de wettelijke principes van het boekhoudrecht zal men zich bij ontstentenis van wettelijke of reglementaire bepalingen richten naar het goed gebruik en onder meer naar de adviezen van de Commissie voor boekhoudkundige normen en naar de internationale standaarden voor de jaarrekening. 3.11.4.  Wanneer een afwijking krachtens de wet aan de onderneming wordt toegestaan, kan de revisor het nuttig oordelen om dit in zijn verslag te vermelden met verwijzing naar het voorwerp ervan. 3.11.5.  Overwegende dat art. 144,2° van het Wetboek van vennootschappen niet dezelfde draagwijdte heeft als artikel 148,2º W.Venn., werd de verklaring in verband met de geconsolideerde jaarrekening aangepast. Bijgevolg zijn paragraaf 3.11.1. tot en met 3.11.4. niet van toepassing. Hugo VAN PASSEL

  18. Inhoudelijke aanpassingen 3.11.5.  COMMENTAAR Overwegende dat art. 144 W. Venn. niet dezelfde draagwijdte heeft als artikel 148 2° W.Venn., werd de verklaring in verband met de geconsolideerde jaarrekening aangepast. Bijgevolg zijn paragraaf 3.11.1. tot en met 3.11.4. niet van toepassing. Discussie: vergelijk art. 144 2° en art. 148 2° (wat verschilt van het oude art. 75, 2° van het KB van 1990)  deze paragraaf heeft geen bestaansrecht meer. Hugo VAN PASSEL

  19. Inhoudelijke aanpassingen 3.14.   Het verslag van de commissaris bevat de vermeldingen die vereist zijn door het Wetboek van vennootschappen, wanneer de raad van bestuur een beslissing neemt of een verrichting doet waarbij een bestuurder een strijdig vermogensrechtelijk belang heeft (art. 523 W.Venn.) of die aanleiding kan geven dat een vermogensvoordeel wordt verleend aan een aandeelhouder die een beslissende invloed of een invloed van betekenis uitoefent op de aanwijzing van de bestuurders (art. 524 W.Venn.) (1) [1] Het artikel 524 is gewijzigd door de wet van 2 augustus 2002 (BS 22/08/2002). Art. 53 van voornoemde wet van 2 augustus 2002 verduidelijkt dat de bepalingen van art. 524 van het Wetboek van vennootschappen voor het eerst van toepassing voor de boekjaren die ingaan na 31 december 2003. Hugo VAN PASSEL

  20. Inhoudelijke aanpassingen 3.14. COMMENTAAR Wijziging om rekening te houden met het nieuwe artikel 524ter met betrekking tot belangenconflicten in de schoot van het directiecomité (wet van 02.08.2002)? Hugo VAN PASSEL

  21. A.1.b. Updating aanbevelingen I.b.2. Updating en maintenance project voorgesteld aan de Raad. - zekerheid van overeenstemming - duidelijk onderscheid SMART - eenvoudig in onderhoud Hugo VAN PASSEL

  22. Mission Statement van de Commissie Controlenormen van het IBR van 4 oktober 2002 Aanpassing van de normen en aanbevelingen van het IBR – ISAs 1. Opdracht De opdracht bestaat in de aanpassing van de bestaande normen en aanbevelingen van het IBR (cf. Vademecum 2001) aan de structuur van de ISAs. De aangepaste aanbevelingen zullen drie delen bevatten omschreven in punt 2. hieronder. Er wordt voorgesteld deze opdrachten toe te vertrouwen aan bedrijfsrevisoren. De Commissie Controlenormen zal deze werkzaamheden coördineren. Elke revisor toegewezen voor deze opdracht aanvaardt de volgende werkzaamheden : - voorbereiding van de omzetting van tenminste drie ISA’s ; elk toegewezen kantoor of elke revisor dient zijn beschikbare tijd mee te delen om desgevallend meer dan 3 normen aan te passen ; - voorbereiding van de omzetting van de ISAs in de twee landstalen (Frans-Nederlands) ; - voorbereiding van de omzetting van de ISAs met aanduiding van de passages van het geheel van de normen en aanbevelingen van het IBR die betrekking hebben op de behandelde ISA ; - het naleven van de termijn van drie maanden voor de voorbereiding van de normen van het IBR ; • deelneming aan de vergaderingen van het comité opgericht door het IBR met het oog op de follow-up van de werkzaamheden. Ter informatie, het IBR zal deze prestaties vergoeden à rato van € 50,00 per pagina (en per taal) van het gedrukte boek dat de nieuwe normen betreft. Hugo VAN PASSEL

  23. 2. Context 2.1. Inleiding De Commissie Controlenormen richtte reeds in 2001 haar activiteit op de internationale controlenormen van de International Federation of Accountants (IFAC) die nog niet in de Belgische context waren vertaald. De Commissie Controlenormen volgde de hervorming van de IAPC, door de algemene vergadering van de IFAC van november 2001 omgedoopt tot IAASB (International Auditing and Assurance Standards Board), op de voet. In 2001 en 2002 werden trouwens verschillende ontwerpen van normen ter raadpleging voorgelegd door de IFAC. Ter informatie : de IAASB onderzoekt de problematiek van de toepassing van de ISAs niet enkel op de controleopdrachten maar ook op de assurance engagements. In deze context stelt de Commissie Controlenormen voor om de eerstkomende aanbevelingen volgens onderstaand werkschema op te stellen : 1. een eerste deel zou een letterlijke vertaling naar het Nederlands en het Frans van de Engelstalige internationale controlenormen (ISA) bevatten ; 2. een tweede deel zou de verwijzingen naar de wetgevende of verordenende bepalingen van het Belgisch nationaal recht bevatten ; 3. een derde deel zou de gedrags- en interpretatielijnen van de norm bevatten, wat de toepassing van de norm moet vergemakkelijken, rekening houdend met de nationale kenmerken. Hugo VAN PASSEL

  24. 2.2. De Commissie Controlenormen : werkzaamheden in 2002 2. 2.1 Werkmethode De Commissie Controlenormen zal haar werkzaamheden in 2002 op basis van bovenstaand werkschema voortzetten. De Commissie blijft ook de internationale ontwikkelingen op het niveau van de IAASB en de Europese ontwikkelingen in het bijzonder op het niveau van het Committee on Auditing van de Europese Commissie volgen. De Raad van het IBR heeft in januari 2002 ingestemd met het voorstel van de Commissie Controlenormen om de eerstkomende aanbevelingen volgens hierboven omschreven werkschema op te stellen (cf. punt 2.1.). De bestaande aanbevelingen zullen eveneens volgens dit schema worden voorgesteld zodat in het bijzonder de Belgische aanbevelingen sneller zullen kunnen worden bijgewerkt in het licht van de toekomstige aanpassingen aan de ISAs. Er wordt voorgesteld om een beroep te doen op bedrijfsrevisoren voor de aanpassing van de aanbevelingen aan de ISAs. Er werd overigens een beroep gedaan op een universiteit voor het in overeenstemming brengen tegen eind september 2002 van de normen en aanbevelingen met het Wetboek van vennootschappen, onder de coördinatie van de Commissie Controlenormen en met de steun van het personeel van het IBR Hugo VAN PASSEL

  25. Zoals voorheen zullen de ontwerpen van normen en aanbevelingen voor advies worden overgemaakt aan de leden van het IBR na goedkeuring door de Raad van het IBR. De Hoge Raad voor de Economische Beroepen beschikt vervolgens over een periode van drie maanden om zijn advies uit te brengen vóór de definitieve goedkeuring door de Raad van het IBR. De aanpassingen qua inhoud van de normen en aanbevelingen ten opzichte van het Wetboek zullen gebeuren volgens deze procedure van adviesinwinning. De aanpassingen qua vorm (hernummering van de verwijzingen naar de vennootschappenwet door de verwijzingen naar het Wetboek van vennootschappen en aangepaste terminologie) zullen ter informatie worden meegedeeld aan de Hoge Raad voor de Economische Beroepen en overgemaakt aan de leden van het IBR. Hugo VAN PASSEL

  26. 2.2.2 Verloop van de werkzaamheden De agenda houdt rekening met de wens uitgedrukt door het Committee on Auditing van de Europese Commissie om de ISAs aan te wenden vanaf 2005, tegelijkertijd met de toepassing van de ISAs voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening van de genoteerde vennootschappen in de schoot van de Europese Unie. De jaarrekeningen die volgens de boekhoudprincipes IAS dienen te worden opgesteld zullen vergelijkend zijn voor 2004-2005. Het zou derhalve gewenst zijn dat de voor deze jaarrekening toe te passen controlenormen van kracht zouden zijn op 1 januari 2004. Het voorstel is om de overeenstemming met het Wetboek van vennootschappen uit te voeren tegelijkertijd met de aanpassing van alle normen en aanbevelingen aan de ISAs. Hugo VAN PASSEL

  27. Met betrekking tot de volledige aanpassing aan de structuur van de ISAs, kan de volgende werkwijze worden gevolgd : 1. Aanneming van de nieuwe aanbevelingen op basis van de ISAs die nog niet werden omgezet in België (werkzaamheden die werden uitgevoerd in de schoot van de Commissie Controlenormen tussen 2002 en eind 2003) • Mededelingen betreffende corporate governance – ISA 260 – Communications of audit matters with those charged with governance • Aanpassing van de algemene controlenormen aan § 2 van de norm ISA 700 betreffende het controleverslag (cf. studie van de FEE van 15 juni 2000 The Auditor’s Report, volgens hetwelk « de auditor de besluiten getrokken uit het bewijskrachtig controlemateriaal dat dient als staving van zijn tot uitdrukking gebrachte mening ten aanzien van de financiële staten,moet herzien en waarderen » (vrije vertaling) (invoeging van een § 3.3.3.bis in de algemene controlenormen) • Diensten van kantoren – ISA 402 – Audit Considerations relating to entities using service organizations • ISA 710 - Comparatives • ISA 810 – The examination of Prospective Financial Information • ISA 310 – Knowledge of the business (na aanpassing van de norm ISA 310 door de IFAC) Hugo VAN PASSEL

  28. 2. Aanpassing van de bestaande aanbevelingen (werkzaamheden uit te voeren onder coördinatie van de Commissie Controlenormen, door aangewezen bedrijfsrevisoren of kantoren tussen 2002 en eind 2003): • Fase 1 : aanpassing van een deel van de bestaande aanbevelingen (met uitzondering van deze waarvoor de ISAs nog worden herzien in de schoot van de IAASB) : ISAs 210, 220, 230, 240, 240A, 250, 400, 401, 402, 580, 600, 610, 620 ; • Fase 2 : aanpassing van de andere bestaande aanbevelingen (met uitzondering van deze waarvoor de ISAs nog worden herzien in de schoot van de IAASB) : ISAs 500, 501, 505, 510, 520, 530, 540, 550, 560, 570, 700, 700A, 710, 720, 800, 910, 920, 930 ; • Fase 3 : aanpassing van de bestaande normen en aanbevelingen ingevolge de aanpassingen van de ISAs die worden voorbereid in de schoot van de IFAC : ISAs 220, 401, 600 en 620 + ISAs 300, 310, 320. Na 1 januari 2004 : permanente aanpassing van de normen en aanbevelingen aan de nieuwe ISAs (door de Commissie Controlenormen) Hugo VAN PASSEL

  29. De aanpassing van alle Belgische normen en aanbevelingen aan de ISAs zal worden uitgevoerd rekening houdende met de algemene controlenormen. Deze zullen desgevallend worden aangepast. Een concordantietabel zal worden opgesteld. De Commissie Controlenormen stelt voor om het onderscheid te behouden tussen normen (verplichtend, eigen aan de nationale bepalingen) en aanbevelingen (ontstaan uit de ISAs, waarvan de revisoren kunnen afwijken op voorwaarde dat dit kan worden verantwoord). Het statuut van de normen en aanbevelingen zal dienen te worden herbekeken in het licht van de ontwikkelingen op Europees niveau en op het niveu van de IAASB. De Commissie Controlenormen wenst in deze fase de werkzaamheden van het in overeenstemming brengen van de aanbevelingen aan de hierboven beschreven ISAs verder te zetten. Rekening houdende met de strategie van de Europese Unie, wordt voorgesteld dat de normen en aanbevelingen geleidelijk zouden worden aangepast zodat de aanpassingen aan de structuur van de ISAs tegelijkertijd van kracht zouden worden op 1 januari 2004. Hugo VAN PASSEL

  30. A.1.b. Updating aanbevelingen 1.b.2. Een eerste uitwerking ISA 260 Hugo VAN PASSEL

  31. AANBEVELING (Versie Raad 04.10.2002) “HET COMMUNICEREN VAN AUDITPUNTEN MET PERSONEN BELAST MET HET DEUGDELIJK BESTUUR” DEEL 1 : Vertaling ISA 260 “Communications on Audit Matters with those charged with Governance” Inleiding 1. Deze Internationale Auditnorm (ISA) heeft tot doel de grondslagen vast te stellen voor, en bijstand te verlenen over de communicatie van auditpunten tussen de auditor en de personen belast met het deugdelijk bestuur van een entiteit, naar aanleiding van de audit van de financiële staten. Deze communicatie heeft betrekking op auditpunten voorzover zij van belang zijn voor het deugdelijk bestuur zoals in deze ISA gedefinieerd. Deze ISA geeft geen aanwijzingen voor communicatie door de auditor met partijen buiten de entiteit, zoals bijvoorbeeld externe regelgevende of toezichthoudende instanties. 2. De auditor dient met de personen belast met het deugdelijk bestuur van een entiteit te communiceren over auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur en die voortvloeien uit zijn audit van de financiële staten. Hugo VAN PASSEL

  32. 3. In het kader van deze ISA wordt de term "deugdelijk bestuur" gebruikt om de rol te omschrijven van de personen aan wie het toezicht, de controle en de leiding van een entiteit werd toevertrouwd[1]. De personen belast met het deugdelijk bestuur zijn gewoonlijk verantwoording verschuldigd voor het verwezenlijken van de doelstellingen van de entiteit, evenals voor haar financiële rapportering en verslaggeving aan belanghebbende derden. Het management wordt enkel beschouwd als deel uitmakend van de personen belast met het deugdelijk bestuur indien het dergelijke functies uitoefent. 4. In het kader van deze ISA wordt met de term “auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur” de punten bedoeld die voortvloeien uit de audit van de financiële staten en die, naar het oordeel van de auditor, terzelfdertijd belangrijk èn relevant zijn voor de personen belast met het deugdelijk bestuur, meer bepaald bij hun toezicht op de financiële rapportering en het proces van openbaarmaking van informatie. Auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur betreffen uitsluitend de punten die ter kennis zijn gekomen van de auditor als gevolg van de uitvoering van zijn auditopdracht. Van de auditor wordt niet verwacht dat hij, in het kader van een audit overeenkomstig de ISA’s, procedures plant die specifiek gericht zijn op het identificeren van punten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur. [1]In vele landen werden principes voor deugdelijk bestuur ontwikkeld als referentiekader voor goed ondernemingsgedrag. Dergelijke principes inzake deugdelijk bestuur richten zich gewoonlijk op beursgenoteerde entiteiten, hoewel deze ook kunnen bijdragen tot een verbeterd bestuur in andere entiteitsvormen. Er bestaan verschillende modellen die deugdelijk bestuur op een adequate manier beschrijven. Bestuursstructuren en gebruiken variëren van land tot land. Een gemeenschappelijk uitgangspunt in deze modellen is dat de entiteit een bestuursstructuur dient te hebben die het bestuur toelaat een objectief oordeel te vormen over de activiteiten van de entiteit inclusief de financiële verslaggeving, onafhankelijk van het management van de entiteit. Hugo VAN PASSEL

  33. Relevante personen 5. De auditor dient te bepalen welke de relevante personen belast met het deugdelijk bestuur zijn, waarmee wordt gecommuniceerd over auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur van de entiteit . 6. De bestuursstructuur varieert van land tot land en weerspiegelt de culturele en wettelijke context. Zo is bijvoorbeeld in een aantal landen bij wet opgenomen dat de toezichthoudende en leidinggevende functie door verschillende organen of personen worden uitgeoefend, zoals door een toezichthoudend orgaan (geheel of hoofdzakelijk niet uitvoerend) en een bestuursorgaan (met uitvoerende bevoegdheden). In andere landen is bij wet voorzien dat een enkelvoudig orgaan de beide functies uitoefent, hoewel ook de mogelijkheid bestaat dat een auditcomité dit enkelvoudige bestuursorgaan assisteert in het kader van zijn bestuursverantwoordelijkheden inzake financiële verslaggeving. Hugo VAN PASSEL

  34. 7. De verscheidenheid in bestuursstructuren maakt het moeilijk in algemene bewoordingen te bepalen welke personen belast zijn met het deugdelijk bestuur, en met welke personen de auditor dient te communiceren over auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur van de entiteit. De auditor doet beroep op zijn professionele beoordeling om te bepalen welke de meest relevante personen zijn waarmee zal gecommuniceerd worden, rekening houdend met de bestuursstructuur, de bijzonderheden van de opdracht en de relevante wetgeving terzake. De auditor houdt bovendien rekening met de wettelijke bevoegdheden van deze personen. Bij entiteiten met toezichthoudende personen of auditcomités bijvoorbeeld, kunnen deze personen de relevante personen zijn. Echter in entiteiten waarbij een enkelvoudig orgaan een auditcomité heeft geïnstalleerd, kan de auditor afwegen of hij met het auditcomité dan wel met het voltallige orgaan zal communiceren, in functie van de graad van belangrijkheid van de auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur van de entiteit. Hugo VAN PASSEL

  35. 8. Indien de bestuursstructuur van de entiteit niet duidelijk is gedefinieerd, of indien de personen belast met het deugdelijk bestuur niet duidelijk kunnen geïdentificeerd worden, uitgaande van de omstandigheden van de opdracht, zal de auditor afspraken maken met de entiteit, over de personen waarmee zal worden gecommuniceerd over auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur van de entiteit. Als voorbeelden kunnen worden genoemd sommige eenpersoonsvennootschappen, sommige non-profit organisaties en sommige overheidsinstanties. Hugo VAN PASSEL

  36. 9. Om misverstanden te voorkomen kan in een opdrachtbevestigingsbrief worden verduidelijkt dat de auditor alleen zal communiceren over die punten van belang voor het deugdelijk bestuur die na de uitvoering van de audit ter kennis komen, en dat het niet vereist is dat de auditor bijkomende auditprocedures ontwerpt die specifiek gericht zijn op het identificeren van auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur. De opdrachtbevestigingsbrief kan ook : • de vorm beschrijven die elke communicatie dient aan te nemen ivm. de auditpunten van belang voor het deugdelijk bestuur ; • de relevante personen identificeren waarmee over deze punten wordt gecommuniceerd; • de geringste bijzondere auditpunten identificeren die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur waarover een akkoord bereikt is dat ze zullen gecommuniceerd worden. 10. Door het ontwikkelen van een constructieve werkrelatie tussen de auditor en de personen belast met het deugdelijk bestuur wordt de effectiviteit van de communicatie vergroot. Bij het totstandbrengen van deze werkrelatie blijft evenwel de houding van de auditor inzake onafhankelijkheid en objectiviteit behouden. Hugo VAN PASSEL

  37. Te communiceren auditpunten van belang voor het deugdelijk bestuur 11. De auditor neemt de auditpunten in aanmerking die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur die resulteren uit de audit van de financiële staten en communiceert deze met de personen belast met het deugdelijk bestuur. Deze punten zijn gewoonlijk de volgende : • De algemene benadering en reikwijdte van de audit met inbegrip van de verwachte beperkingen daarvan, of van bijkomende vereisten; • De keuze van of wijzigingen in significante beleidsvoering en gebruiken inzake accounting die van materieel belang (kunnen) zijn voor de financiële staten van de entiteit; • Het mogelijke effect op de financiële staten van alle significante risico's en onzekerheden, zoals hangende rechtszaken, die in de financiële staten dienen te worden toegelicht; • De correcties naar aanleiding van de audit die een significante invloed (kunnen) hebben op de financiële staten van de entiteit, ongeacht of zij reeds door de entiteit zijn aangebracht; • De onzekerheden van materieel belang met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die gerede twijfel kunnen doen ontstaan over de continuïteit van de activiteiten van de entiteit ; • Het verschil van mening met het management over punten die, individueel of gezamenlijk, van significant belang kunnen zijn voor de financiële staten van de entiteit of voor de verklaring van de auditor. Tevens wordt gecommuniceerd over de vraag of het betrokken probleem opgelost is, en wat de significantie van het probleem is; • De verwachte aanpassingen in de verklaring van de auditor; Hugo VAN PASSEL

  38. Andere punten die de aandacht vragen van de personen belast met het deugdelijk bestuur, zoals materiële tekortkomingen in het systeem van interne controle, vragen aangaande de integriteit van het management en aangaande fraude waarbij het management van de entiteit is betrokken;. • Andere in de opdrachtbevestigingsbrief overeengekomen punten. 12. Als onderdeel van de communicatie door de auditor worden de personen belast met het deugdelijk bestuur geïnformeerd over het feit dat: • de communicatie van de auditor uitsluitend auditpunten van belang voor het deugdelijk bestuur bevat die door de auditor zijn vastgesteld als gevolg van de uitvoering van de auditopdracht ; • een audit van de financiële staten niet is gericht op het ontdekken van alle punten die relevant kunnen zijn voor de personen belast met het deugdelijk bestuur. Derhalve stelt de audit gewoonlijk niet al deze punten vast. Hugo VAN PASSEL

  39. Tijdstip van de communicatie 13. De auditor dient tijdig te communiceren over auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur. Dit stelt de personen belast met het deugdelijk bestuur in staat om gepaste maatregelen te treffen. 14. Teneinde tijdig de communicatie tot stand te brengen bespreekt de auditor met de personen belast met het deugdelijk bestuur de uitgangspunten en de tijdstippen van dit overleg. In bepaalde gevallen kan de auditor een punt eerder bespreken dan was overeengekomen, als de aard van dit punt dit vereist. Hugo VAN PASSEL

  40. Vormen van communicatie 15. De communicatie van de auditor met de personen belast met het deugdelijk bestuur kan zowel mondeling als schriftelijk worden gevoerd. De keuze die de auditor maakt voor mondeling dan wel schriftelijk overleg wordt beïnvloed door o.m. de volgende factoren • De omvang, de bedrijfsstructuur, de juridische structuur en de overlegstructuren van de geauditeerde entiteit; • De aard, de gevoeligheid en de significantie van de te comuniceren auditpunten van belang voor het deugdelijk bestuur; • De gemaakte afspraken omtrent de periodieke vergaderingen of de rapportage over auditpunten van belang voor het deugdelijk bestuur; • Het volume van het continu in contact en dialoog blijven van de auditor met de personen belast met het deugdelijk bestuur. Hugo VAN PASSEL

  41. 16. Wanneer auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur mondeling worden besproken, legt de auditor deze documentatie in zijn dossier vast, evenals de reacties die zijn ontstaan op deze punten. Dit zal vaak de vorm aannemen van een copij van de notulen van de discussie van de auditor met de personen belast met het deugdelijk bestuur. Afhankelijk van de aard, de gevoeligheid en de significantie van het punt kan het in bepaalde gevallen worden aanbevolen dat de auditor de met de personen belast met het deugdelijk bestuur mondeling besproken auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur schriftelijk bevestigt. 17. Gewoonlijk bespreekt de auditor auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur in eerste instantie met het management van de entiteit. Uitzondering hierop vormen die punten die betrekking hebben op de bekwaamheid of de integriteit van het management van de entiteit. Deze eerste discussies met het management van de entiteit zijn van groot belang teneinde feiten en kwesties op te helderen en om het management van de entiteit de opportuniteit te geven om bijkomende informatie te verschaffen. Indien het management ermee instemt een punt die van belang is voor het deugdelijk bestuur te bespreken met de personen belast met het deugdelijk bestuur, behoeft de auditor de communicatie niet te herhalen, op voorwaarde dat de auditor ervan overtuigd is dat dergelijke communicatie op effectieve en op gepaste wijze is gevoerd. Hugo VAN PASSEL

  42. Overige punten 18. Indien de auditor een aanpassing van de auditorsverklaring met betrekking tot de financiële staten noodzakelijk acht, zoals beschreven in ISA 700 ("De verklaring van de auditor bij de financiële staten"), kan de communicatie tussen de auditor en de personen belast met het deugdelijk bestuur niet gezien worden als een substituut. 19. De auditor onderzoekt of auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur die in het verleden zijn gecommuniceerd, van invloed kunnen zijn op de financiële staten van het huidige verslagjaar. De auditor overweegt of het punt nog steeds een punt is van belang voor het deugdelijk bestuur en of over het punt moet worden gecommuniceerd met de personen belast met het deugdelijk bestuur. Hugo VAN PASSEL

  43. Geheimhouding 20. De deontologische code van de nationale accountancy-beroepsinstituten, de wet of andere regelgeving kunnen de plicht tot geheimhouding opleggen die de communicatie beperkt die de auditor voert inzake auditpunten die van belang zijn voor het deugdelijk bestuur. De auditor dient naar de deontologische code, wetten of andere regelgeving te verwijzen alvorens hij de communicatie aanvat met de personen belast met het deugdelijk bestuur. De situaties van conflict tussen de deontologische en wettelijke verplichtingen van respectievelijk geheimhouding en verslaggeving kunnen in een aantal gevallen complex zijn. In dit geval kan de auditor er goed aan doen bijkomend juridisch advies in te winnen. Hugo VAN PASSEL

  44. Wet- en regelgeving 21. De voorschriften van nationale accountancy-beroepsinstituten, wettelijke bepalingen of andere regelgeving kunnen de auditor de verplichting opleggen te communiceren over onderwerpen die betrekking hebben op het deugdelijk bestuur. Deze aanvullende vereisten inzake communicatie worden niet in deze ISA behandeld; zij kunnen desalniettemin wel een invloed uitoefenen op de inhoud, de vorm en het tijdstip van de communicatie met de personen belast met het deugdelijk bestuur. Datum van inwerkingtreding 22. Deze ISA is van toepassing op de audit van de financiële staten van boekjaren die beëindigd worden op 31/12/2000 of op een latere datum. Hugo VAN PASSEL

  45. Specifieke overheidsaspecten 1. Alhoewel de basisprincipes van deze ISA ook van toepassing zijn op de audit van de financiële staten in de overheidssector kunnen in wettelijke bepalingen voorschriften voor de auditor zijn opgenomen, waarin de aard, de inhoud en de wijze van de communicatie met de personen belast met het deugdelijk bestuur worden vastgelegd. 2. Voor audits in de overheidssector kan het scala van punten dat van belang kan zijn voor het bestuursorgaan uitgebreider zijn dan de verschillende in deze ISA besproken soorten punten die direct verband houden met de audit van de financiële staten. Het mandaat betreffende auditopdrachten in de overheidssector kan voorschriften bevatten die de auditor verplichten te rapporteren over de onder zijn aandacht gekomen punten in verband met : • het naleven van vereisten van wet- of andere regelgeving, of vereisten opgelegd door de voogdij-overheden; • de toereikendheid van de boekhoudkundige en administratieve organisatie en van het systeem van interne controle; • de economische rationaliteit, doelmatigheid en doeltreffendheid van programma's, projecten en activiteiten. Hugo VAN PASSEL

  46. 3. Voor de auditors in de publieke sector kan de schriftelijke rapportage van de auditor van overheidsorganisaties openbaar worden gemaakt. De auditor van de overheid dient om die reden zich ervan bewust te zijn dat zijn schriftelijke rapportage kan worden verspreid onder een breder publiek dan uitsluitend onder de personen belast met het deugdelijk bestuur in de entiteit Hugo VAN PASSEL

  47. DEEL 2 : Verwijzing naar de specifieke wettelijke en reglementaire bepalingen in het Belgisch recht Het onderhavige gedeelte van de aanbeveling betreft die aspecten die eigen zijn aan het Belgische recht. Artikel 4, 4° van de Wet van 2 augustus 2002[1] wijzigt artikel 133 van het Wetboek van vennootschappen in deze zin: “Onverminderd de verbodsbepalingen die voortvloeien uit het in het negende lid bedoelde koninklijke besluit, mogen de commissarissen en de personen met wie zij een arbeidsovereenkomst hebben gesloten of met wie zij beroepshalve in samenwerkingsverband staan of de met de commissaris verbonden vennootschappen of personen zoals bepaald in artikel 11, geen andere diensten verrichten dan de opdrachten die krachtens de wet werden toevertrouwd aan de commissaris, voor zover het totale bedrag van de vergoedingen voor deze diensten hoger ligt dan de in artikel 134, § 1, bedoelde bezoldigingen. Deze bepaling is van toepassing op de genoteerde vennootschappen als gedefinieerd in artikel 4 en op de ondernemingen die deel uitmaken van een groep die verplicht is geconsolideerde jaarrekeningen op te stellen en te publiceren. [1]Wet van 2 augustus houdende wijziging van het Wetboek van vennootschappen alsook van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschap-pen en tot reglementering van de openbare overname-aanbiedingen, BS 22.08.2002 (pp.36555-36565). Hugo VAN PASSEL

  48. Van het bijkomend verbod bedoeld in het vorig lid kan worden afgeweken in drie gevallen : 1. Na een gunstige beslissing van het auditcomité, wanneer de statuten van de betrokken onderneming voorzien in de oprichting binnen de raad van bestuur van een dergelijk comité dat met name belast is met een permanent toezicht op de afgewerkte dossiers van de commissaris”; 2. Als de commissaris vooraf een positief advies heeft gekregen van het comité voor advies en controle dat krachtens het laatste lid is opgericht ; 3. Als binnen de vennootschap een college van van elkaar onafhankelijke commissarissen is opgericht.” Hugo VAN PASSEL

  49. Deze bepaling kent een een verplichte bevoegdheid toe aan de auditcomités die tot stand zouden kunnen gebracht worden met t oepassing van artikel 522 van het Wetboek van vennootschappen. Het auditcomité zal, overeenkomstig de internationaal algemeen aanvaarde doctrine, ook meerdere andere bevoegdheden hebben. Enkele van deze bevoegdheden worden vermeld in het eerste gedeelte van deze aanbeveling. Deze bevoegdheden zullen normaliter gedefinieerd worden in de beslissing van het bestuursorgaan dat overgaat tot het oprichten van dit comité. 3. Artikel 30 van de Wet van 2 augustus 2002 vervolledigt artikel 522, §1, van het Wetboek van vennootschappen : “De raad van bestuur kan in zijn midden en onder zijn aansprakelijkheid een of meer adviserende comités oprichten. Hij omschrijft hun samenstelling en hun opdrachten”. Deze bepaling maakt het met name mogelijk om auditcomités, vergoedingscomités of benoemingscomités op te richten. Hugo VAN PASSEL

  50. 4. Men dient ook rekening te houden met de aanbeveling van de Europese Commissie van 16 mei 2002 betreffende de “Onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant in de EU : basisbeginselen” [1] [1] De aanbeveling van de Europese Commissie van 16 mei 2002 (PB L 191/22 d.d. 19.07.2002) zal omgezet worden in België via het Koninklijk Besluit ter uitvoering van artikel 133, nieuwe alinea 5, van het Wetboek van vennootschappen geïntroduceerd door artikel 4 van de wet van 2 augustus 2002 (nog niet in werking getreden) met betrekking tot de prestaties van niet-audit-dienstverleningen die incompatibel zijn met de onafhankelijkheid van de commissaris, alsook door de gedragslijnen die zullen worden aangenomen door de Raad van het IBR voor het beheel van de aspecten die door de Europese aanbeveling geviseerd worden. Hugo VAN PASSEL

More Related