1 / 131

Gemeenschappen

Gemeenschappen. Gemeenschapsstructuur. Gemeenschapsstructuur. Onder natuurlijke omstandigheden maken soorten deel uit van complexe gemeenschappen , d.w.z. populaties van verschillende soorten die met elkaar interageren tijdens dezelfde periode en op dezelfde plaats. Gemeenschapsstructuur.

jirair
Download Presentation

Gemeenschappen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Gemeenschappen

  2. Gemeenschapsstructuur

  3. Gemeenschapsstructuur Onder natuurlijke omstandigheden maken soorten deel uit van complexe gemeenschappen, d.w.z. populaties van verschillende soorten die met elkaar interageren tijdens dezelfde periode en op dezelfde plaats.

  4. Gemeenschapsstructuur Onder natuurlijke omstandigheden maken soorten deel uit van complexe gemeenschappen, d.w.z. populaties van verschillende soorten die met elkaar interageren tijdens dezelfde periode en op dezelfde plaats. Gemeenschappen vertonen kenmerken die we niet aan-treffen bij de afzonderlijke soorten waaruit ze zijn samen-gesteld.

  5. Gemeenschapsstructuur Onder natuurlijke omstandigheden maken soorten deel uit van complexe gemeenschappen, d.w.z. populaties van verschillende soorten die met elkaar interageren tijdens dezelfde periode en op dezelfde plaats. Gemeenschappen vertonen kenmerken die we niet aan-treffen bij de afzonderlijke soorten waaruit ze zijn samen-gesteld. Hun structuur en functioneren wordt bepaald door abio-tische en biotische factoren.

  6. Patronen van diversiteit

  7. Patronen van diversiteit

  8. Patronen van diversiteit

  9. Patronen van diversiteit Gemeenschapsecologen hanteren verschillende concepten om diversiteit te beschrijven en kwantificeren:

  10. Patronen van diversiteit Gemeenschapsecologen hanteren verschillende concepten om diversiteit te beschrijven en kwantificeren: α-diversiteit: diversiteit binnen een welbepaalde gemeen-schap, uitgedrukt als aantal soorten.

  11. Patronen van diversiteit Gemeenschapsecologen hanteren verschillende concepten om diversiteit te beschrijven en kwantificeren: α-diversiteit: diversiteit binnen een welbepaalde gemeen-schap, uitgedrukt als aantal soorten. β-diversiteit: verandering in diversiteit tussen gemeen-schappen, uitgedrukt als aantal unieke soorten.

  12. Patronen van diversiteit Gemeenschapsecologen hanteren verschillende concepten om diversiteit te beschrijven en kwantificeren: α-diversiteit: diversiteit binnen een welbepaalde gemeen-schap, uitgedrukt als aantal soorten. β-diversiteit: verandering in diversiteit tussen gemeen-schappen, uitgedrukt als aantal unieke soorten. γ-diversiteit: diversiteit over alle gemeenschappen in een regio, uitgedrukt als totaal aantal soorten.

  13. Patronen van diversiteit Strikt genomen houdt de term diversiteit tevens rekening met het relatieve ‘belang’ van elke soort in een gemeen-schap uitgedrukt als abundantie, productiviteit, grootte, etc.

  14. Patronen van diversiteit Strikt genomen houdt de term diversiteit tevens rekening met het relatieve ‘belang’ van elke soort in een gemeen-schap uitgedrukt als abundantie, productiviteit, grootte, etc. Mathematisch vertaald omvat diversiteit een combinatie van soortenrijkdom en eveness, het relatieve aandeel van elke soort in een gemeenschap.

  15. Patronen van diversiteit Strikt genomen houdt de term diversiteit tevens rekening met het relatieve ‘belang’ van elke soort in een gemeen-schap uitgedrukt als abundantie, productiviteit, grootte, etc. Mathematisch vertaald omvat diversiteit een combinatie van soortenrijkdom en eveness, het relatieve aandeel van elke soort in een gemeenschap.

  16. Patronen van diversiteit

  17. Eilandbiogeografie

  18. Eilandbiogeografie The ‘Equilibrium Theory of Island Biogeography’ (Robert MacArthur & Edward Wilson, 1967) .

  19. Eilandbiogeografie The ‘Equilibrium Theory of Island Biogeography’ (Robert MacArthur & Edward Wilson, 1967) . Gemiddeld lagere soortenrijkdom op eilanden t.o.v. ver-gelijkbare gebieden op het vasteland.

  20. Eilandbiogeografie planten Azoren vogels Azoren species-area verbanden vogels Solomon reptielen West-Indies

  21. Eilandbiogeografie broedvogels bosfragmenten zoogdierenbergketens species-area verbanden vissen woestijnbronnen invertebraten mosselbanken

  22. Eilandbiogeografie

  23. Eilandbiogeografie The ‘Equilibrium Theory of Island Biogeography’ (Robert MacArthur & Edward Wilson, 1967) . Gemiddeld lagere soortenrijkdom op eilanden t.o.v. ver-gelijkbare gebieden op het vasteland. Soortenrijkdom op oceanische eilanden vertoont een dyna-misch evenwicht tussen ratios van immigratie en emigratie.

  24. Eilandbiogeografie

  25. Eilandbiogeografie

  26. Eilandbiogeografie

  27. Functioneren van gemeenschappen

  28. Functioneren van gemeenschappen Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten).

  29. Functioneren van gemeenschappen Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten). Dominante soorten

  30. Functioneren van gemeenschappen • Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten). • Dominante soorten • hoge abundantie of biomassa

  31. Functioneren van gemeenschappen • Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten). • Dominante soorten • hoge abundantie of biomassa • hoge impact op voorkomen of verspreiding van andere soorten en op abiotische variabelen

  32. Functioneren van gemeenschappen • Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten). • Dominante soorten • hoge abundantie of biomassa • hoge impact op voorkomen of verspreiding van andere soorten en op abiotische variabelen • hoog competitief vermogen

  33. Functioneren van gemeenschappen Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten). Keystone soorten

  34. Functioneren van gemeenschappen • Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten). • Keystone soorten • niet noodzakelijk hoge abundantie of biomassa

  35. Functioneren van gemeenschappen • Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten). • Keystone soorten • niet noodzakelijk hoge abundantie of biomassa • hoge impact via ecologische rol of niche

  36. Functioneren van gemeenschappen • Sommige soorten hebben een grote invloed op structuur of functioneren van gemeenschappen wegens hun aantal (dominante soorten) of sleutelrol (keystone soorten). • Keystone soorten • niet noodzakelijk hoge abundantie of biomassa • hoge impact via ecologische rol of niche • belang blijkt vooral na het verdwijnen

  37. Functioneren van gemeenschappen

  38. Functioneren van gemeenschappen

  39. Voedselketens en voedselwebben

  40. Voedselketens en voedselwebben Voedselrelatiesvormen een zeer belangrijke component in de structuur en dynamiek van gemeenschappen.

  41. Voedselketens en voedselwebben Voedselrelaties vormen een zeer belangrijke component in de structuur en dynamiek van gemeenschappen. Het complexe geheel van voedselrelaties wordt trofische gemeenschapsstructuur genoemd.

  42. Voedselketens en voedselwebben Voedselrelaties vormen een zeer belangrijke component in de structuur en dynamiek van gemeenschappen. Het complexe geheel van voedselrelaties wordt trofische gemeenschapsstructuur genoemd. Primaire producenten (autotrofen) capteren zonlicht en vormen via fotosynthese complexe organische moleculen uit H2O en CO2.

  43. Voedselketens en voedselwebben Voedselrelaties vormen een zeer belangrijke component in de structuur en dynamiek van gemeenschappen. Het complexe geheel van voedselrelaties wordt trofische gemeenschapsstructuur genoemd. Primaire producenten (autotrofen) capteren zonlicht en vormen via fotosynthese complexe organische moleculen uit H2O en CO2. Primaire consumenten (heterotrofen) prederen op auto-trofen, secundaire heterotrofen op primaire heterotrofen, etc. Naargelang het dieet onderscheiden we herbivoren, carnivoren, omnivoren, detrivoren en saprofieten.

  44. Voedselketens en voedselwebben Voedselketen: Lineaire energiestroom waarbij energie als voedsel meerdere trofische niveaus doorloopt.

  45. Voedselketens en voedselwebben

  46. Voedselketens en voedselwebben Voedselketen: Lineaire energiestroom waarbij energie als voedsel meerdere trofische niveaus doorloopt. Voedselweb: Naast directe interacties tussen trofische niveaus worden trofische gemeenschappen ook geken-merkt door indirecte interacties binnen trofische niveaus.

  47. Voedselketens en voedselwebben

  48. Voedselketens en voedselwebben Voedselketen: Lineaire energiestroom waarbij energie als voedsel meerdere trofische niveaus doorloopt. Voedselweb: Naast directe interacties tussen trofische niveaus worden trofische gemeenschappen ook geken-merkt door indirecte interacties binnen trofische niveaus. Bij elke overgang tussen trofische niveaus gaat ca. 90% van de energie opgeslagen in organische componenten verloren.

  49. Voedselketens en voedselwebben

  50. Voedselketens en voedselwebben Het aantal trofische niveaus in voedselketens is beperkt.

More Related