250 likes | 369 Views
de Hebreeën-brief (2). donderdag 21 februari 2013 bespreking vanaf Hebreeen 1 1. Hebreeën 1. 1 Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon,. Hebreeën 1.
E N D
de Hebreeën-brief (2) donderdag 21 februari 2013 bespreking vanaf Hebreeen 11
Hebreeën 1 1Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon,
Hebreeën 1 1Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon,
4 immers, zij zijn ISRAELIETEN, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften; 5HUNNER ZIJN DE VADEREN en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, die is boven alles, God, te prijzen tot in de aeonen! Amen. -Romeinen 9-
Hebreeën 1 1Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken hadinde profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, profeet = mond
Hebreeën 1 1Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten,heeft Hij nu in het laatst der dagentot ons gesproken in de Zoon,
4Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, -Galaten 4-
Hebreeën 1 1Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten,heeft Hij nu in het laatst der dagentot ons gesproken in de Zoon,
18EEN PROFEET ZAL IK HUN VERWEKKEN uit het midden van hun broederen, zoals gij (=Mozes) zijt; Ik zal mijn woorden in zijn mond leggen, en hij zal alles tot hen zeggen, wat Ik hem gebied. -Deuteronomium 18-
Hebreeën 1 1 2 die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft.
Hebreeën 1 2 2die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen,door wie Hij ook de wereld geschapen heeft. de aeonen maakt
8maar van de Zoon: Uw troon, o God, is TOT IN DE AEON VAN DE AEON en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap. -Hebreeën 1-
Hebreeën 1 3 3 Deze, de afstraling zijner heerlijkheiden de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, (....)
6Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, tot verlichting van de kennisvan DE HEERLIJKHEID GODS IN HET AANGEZICHT VAN CHRISTUS. -2Korinthe 4-
Hebreeën 1 4 3Deze, de afstraling zijner heerlijkheiden de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht,(....) aanname, onder-stelling
Hebreeën 1 5 3Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, (....) = God
Hebreeën 1 6 3(....)heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, Lett. reiniging van zonden doende
14hoeveel te meer zal HET BLOED VAN CHRISTUS, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft-, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen? -Hebreeën 9-
Hebreeën 1 7 3(....)heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben,Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, = is gezeten
1De hoofdzaak van ons onderwerp is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is ter rechterzijde van de troon der majesteit in de hemelen... -Hebreeën 8-
Hebreeën 1 4zoveel machtiger geworden dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen heeft. lett. beter 13 x in de Hebreeën-brief
Hebreeën 1 4zoveel machtiger geworden dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen heeft.
Hebreeën 1 5 Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn.
Hebreeën 1 5Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd:Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn.
7 Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. 8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit. -Psalm 2-