Verliefdheid

1. Verliefdheid Enquête-uitslag Klas 4, Cartesius Lyceum 2006 & 2007

2. Dames Beste vrienden zijn niet meer nr.1. Blij. Bloemen. Brede schouders. Cadeaus. Chocolade. Geen eetlust. Geluk. Gezelligheid. Goed hart. Hartje. Hoe boos je ook op diegene bent – één blik kan het ijs al doen smelten. Hormonen. Jongens. Kriebels. Lieve blikken delen. Mooie jongen. Onnadenkendheid. Onwetendheid. Onzekerheid. Raar gedrag. Romantiek. Rood. Schamen. Seks. Slapeloze nachten. Stotteren. Teddybeer. Valentijnsdag. Vertrouwen. Voorbehoedsmiddelen. De ware. Heren Aandacht. Afspreken. Bij elkaar. Bij haar willen zijn. Bij mijn vriendin zijn. Blijheid. Cadeautjes. Dat ze in je hoofd blijft steken. Films. Gevoel. Geur. Gezelligheid. Goed praten. Hopeloos. Humor. Kriebels. Lachen. Lente. Liefde. Lol. Onzekerheid. Perversiteit. Prikkels. Romantiek. Samenwonen. Scheiden. Seks. Sms-jes. Tieten. Uitgaan, feesten. Valentijnsdag. Vertrouwen. Vlinders in buik. Voetbal. Voorbehoedsmiddelen. Zoenen. Zweedse vrouwen in bikini. Waaraan denk je?

3. Dames Blijven lachen. Geen honger. Harde hartkloppingen. Rood worden, blozen. Stralen. Vlinders in je buik. Heren Bloed stroomt sneller. Fitter. Iets van 5 cm wordt 20 cm. Kriebels in je buik. Slappe knieën. Stotteren. Vlinders in je buik. Lichamelijke verschijnselen

4. Dames Alleen denken aan hém. Alleen positieve dingen zien van degene op wie je verliefd bent. Alles gaat goed, niks maakt je meer uit. Denken hoe het is als je samen met hem bent. Er niet bij zijn met je hoofd. Je bent vaak vrolijk. Je denkt voortdurend aan hem. Je gaat je mooier voelen. Vlinders in je buik. Heren Afwezigheid/er niet bij zijn. Als je bij haar bent voel je je goed, en anders denk je alleen maar aan haar. Blijdschap. Je denkt de hele tijd aan haar. Je gaat over die chick denken. Je hoofd spint, rare dingen zeggen. Je kijkt alleen naar positieve kanten. Soort gebonden gevoel. Vrolijker. Geestelijkeverschijnselen

5. Dames Concentratieproblemen. Denken na voor wie jij valt. Flippen. Hele tijd denken aan diegene. Hoe je reageert op de buitenwereld. Je luistert meer naar je hart. Niet meer aanwezig. Speelt geen rol. Heren Als ze heel dom is en niks weet…. Andere gedachten gaan door je heen. Dagdromen. Geven seintjes aan het geslacht. Je denkt alleen aan diegene. Minder hersens = sneller verliefd. Of je niet teveel gaat houden van, anders kom je er niet van af. Stofjes worden hier aangemaakt. Zorgen voor blindheid bij verliefdheid. Rol van Hersenen

6. Dames Brengen verliefdheid tot stand of maken die heviger. Je krijgt er meer. Mate waarin je verliefd wordt en seksuele gevoelens krijgt. Slaan op tilt. Verlangen. Wild. Heren Aanleg voor verliefdheid. Beïnvloeden hersenen. Daar hebben meisjes meer van. Gaan sneller door je lichaam. Geven een geruststellend gevoel. Je gaat ze voelen en je wilt sneller meer. Krijg je extra veel als je verliefd bent. Maakt je geil van die ander. Maken je nog verliefder. Slaan op hol. Zorgen voor het goede gevoel. Rol van hormonen

7. Dames Belabberd. Geen eetlust. Huilen. Leeg. Niks maakt het meer goed. Niks, want IK maak ‘t altijd uit. Pijn, hoofdpijn. Verdrietig. Zeer kut. Heren Afwezig – niets meer willen. Huilen. Je voelt je kut. Je voelt je naar de klote. Kapot/beroerd. Leeg, hol van binnen. Liefdesverdriet-gevoel

8. Beweringen/ideeën