1 / 52

Massa-Extincties

Massa-Extincties. Sofie Van Den Audenaerde Jente Ottenburghs Jarl Bastianen. Extraterrestrische oorzaken voor de K-T extinctie. K-T extinctie : algemeen Meest recente van de vijf grote extincties Krijt – Tertiair grens = 65 MYA Extincties : Mariene reptielen

inge
Download Presentation

Massa-Extincties

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Massa-Extincties Sofie Van Den Audenaerde JenteOttenburghs JarlBastianen

  2. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • K-T extinctie : algemeen • Meestrecente van de vijfgroteextincties • Krijt – Tertiairgrens = 65 MYA • Extincties : • Marienereptielen • Vliegendereptielen • Dinosaurussen (beideorde’s) • Grootdeel van de marieneinvertebraten • (foraminifera, nannoplankton) • Overlevendetaxa : • Landplanten • Krokodillen , slangen,… • Zoogdieren • Veleandereinvertebraten

  3. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • Anderehypothesenvoor de K-T extincties: • Oceanografische, atmosferische of klimaats- veranderingen (?) • Magnetischeomkering • Supernova • …  geen consensus!

  4. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • Waaromzijnoorzakenzomoeilijkteachterhalen? • Biologischeveranderingen in het fossielenbestandmakengegevensmoeilijkerinterpreteerbaar: • Bijvoorbeeld: • In die K-T sedimentenvariërenstabiele O- en C-isotopen • Maarditkanookeenreflectiezijn van veranderingen in: • Saliniteit • Oxygenatie • Temperatuur • … •  moeilijkinterpreteerbaar!

  5. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • De hypothese van Alvarez et al: • Veranderingen in Iridium-concentratiesalsaanwijzingvooreenasteroide-inslag: • Ir = Platinum-groep element • Ir = normaalgezienveel minder voorkomend in de aardkorst en -bovenmanteldan in extraterrestrischmateriaal • Ir = van meteoritischstofwanneermeteorieten door de atmosfeer van de aardepasseren • Accumuleertdan in bodemlagen • Hoe zit het met Ir-concentraties op de K-T grens?

  6. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • Ir-concentraties op de K-T grens: • In twee sectiesgemeten (in kleilaagpelagischesedimenten): • Italië • Denemarken

  7. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • Watwordtwaargenomen in die pelagischesedimenten? • Anderesamenstelling foraminifera tussen K en T • Extinctie van de meestenannoplankton op die grens • Kleurverandering op overgang K en T (gepaardgaande met extincties) • Anderechemischesamenstelling in grenslaagdanzowel de laageronderals die erboven: • OnderandereeenveelhogereIr-concentratie!

  8. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • Irveranderingen: • Italië • 28 elementengetest: • Allen zelfdepatroon van abundantie • BehalveIr = 30 keerhogereconcentratiedan door toevalthv K-T grens • Patroon: • K = lage c • Begin T = enormeabruptestijging in c !!! • Verderop in T = terugdalennaarachtergrondconcentratie

  9. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • Irveranderingen: • Denemarken: • Laagheeftanderesoortensamenstelling (onderanderemeerbivalven) • MAAR : Patroon van Ir = welhetzelfde !!!

  10. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • WaaromzulkehogeconcentratieIrthv van die K-T grens? • 1. inslag van eenasteroide van >10 km doorsnede • Wereldwijd effect • Komt qua frequentie (waaropzulkeinslagenkunnenvoorkomen) overeen met de tijdstippen van de vijfgroteextincties • 2. Fysische/chemischeverandering in de oceaanwaardoorerenormehoeveelhedenIruitgeëxtraheerdwerden • MaardanmoetenergrotehoeveelhedenIr in het oceaanwatervoorgekomenhebben? …

  11. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • Hoge c Ir = van extraterrestrischeoorsprong!!! • Van een supernova? • Nee, want: • VerhoudingentussenIr en Puatomen • VerhoudingentussenverschillendeIratomen Verschillen van diegene die je zouverwachtenbijeen supernova (= van buitenonszonnestelsel)

  12. Extraterrestrischeoorzakenvoorde K-T extinctie • Hoge c Ir = van extraterrestrischeoorsprong!!! • Van eenasteroideinslag: • Enorme impact krater • Stof tot in de stratosfeer, rondom de heleaarde • Zonlichtzoverhinderd • Fotosynthesegeblokkeerd • Voedselketensingestort • Extincties!!!

  13. Chicxulub impact gaatvoorafaande K-T grensmassa-extinctie • Asteroide impact hypothese: • Maar waar ligt nu die enorme krater? • Chicxulub krater in Yucatan (Mexico) • Maar komen de ouderdom en doorsnede van de krater overeen met de K-T grens massa-extinctie? • Om dit te testen  nieuwe boorkern in die krater : • Yaxcopoil-1 (Yax-1)

  14. Chicxulub impact gaatvoorafaande K-T grensmassa-extinctie • Ouderdom van Yax-1? • Gedateerd in opper Krijt, • maar VOOR de K-T grens !!! • Hoe is dit te verklaren: • 1. Deze sedimenten werden afgezet door backwash in de krater ná de Chicxulub impact • 2. De Chixculub impact speelde zich vóór de K-T grens af, en veroorzaakte de massa-extinctie dus NIET

  15. Chicxulub impact gaatvoorafaande K-T grensmassa-extinctie • Zijn die sedimenten afgezet door backwash en geeft dit zo een vertekend beeld bij de ouderdomsbepalingen? • Nee, want: • Backwash waardoor die sedimenten de reeds gevormde krater zouden opvullen impliceert: • Hoog-energetische stromingen voor erosie en transport van de partikels • Onder andere • de soortensamenstelling van foraminifera • De sedimenttypes • Het feit dat er aanwijzingen zijn van bioturbatie • in die lagen bewijzen het tegendeel; • De stroming die er toen heerste was zeer laag-energetisch

  16. Chicxulub impact gaatvoorafaande K-T grensmassa-extinctie • Verschillende argumenten: • Polariteit • keert pas een tijd ná de K-T grens terug om • Iridium analyse • In deze studie is er geen Ir-anomalie? • Foraminifera • Abrupte verandering soortensamenstelling op K-T grens maar ook erna? • MAAR vroeg T bevat hiaten! • Dus er ontbreekt een interval op de K-T grens

  17. Chicxulub impact gaatvoorafaande K-T grensmassa-extinctie • Hoewelerdushiaten in de beschikbaregegevenszijn, willen Kelleret al. tochbesluitendat de Chicxulubkraternogvóór de K-T grenswerdgevormd • Ditheeftverschillendeimplicatiesvoor het interpreteren van de K-T massa-extinctie • Een multiple impact scenario!

  18. Chicxulub impact gaatvoorafaande K-T grensmassa-extinctie • Multiple impact scenario: • Chicxulub impact op aarde ten tijde van het opperKrijt, maar vóór K-T grens • Andere impact kraters vóór K-T • Ir-anomaliën vóór K-T • Dit alles leidde tot: • Vulkanisme • Broeikas-effecten • Graduele afname van de soortendiversiteit • Maar nog geen massa-extincties!

  19. Chicxulub impact gaatvoorafaande K-T grensmassa-extinctie • Multiple-impact scenario: • Al deze factoren tesamen leidden tot biotische stress, omgevingsveranderingen,… • K-T massa-extinctie zou dus volgens Keller et al slechts de druppel zijn die de emmer deed overlopen; • Het definitief instorten van een gemeenschap die al zwaar onder druk stond vóór K-T; • En dus niet een abrupte catastrofe die een einde betekende voor een stabiele gemeenschap

  20. Overleving in de eerste uren van het Cenozoïcum (Tertiair): • Chicxulub impact  IR radiatie over hele aarde • Gedurende een aantal uur na de Chixculub impact • Door ballistisch terugkerende ejecta • Nog vóór de atmosferische verduistering • Hittegolf  Veroorzaakte wereldwijd branden • Differentiële overleving bij non-mariene vertebraten: • Waarom overleefden sommigen en anderen niet? • “Thermal sheltering hypothese” • Enkel dieren die konden schuilen voor de intense straling en hittegolf konden dit overleven

  21. Overleving in de eerste uren van het Cenozoïcum (Tertiair): • Welketaxakondenhiertegenbeschuttingvinden? • Diegenen die schuilden: • Aan de voet van eenenormeverticaleklif (onder het gebladerte van eenboszouonvoldoendezijn) • Onder de grond of in holen • Onder water

  22. Overleving in de eerste uren van het Cenozoïcum (Tertiair): • Temperatuur: • Hittegolf veroorzaakte temperatuursverhoging, maar niet zoveel dat dieren niet meer zouden kunnen ademen zonder schade aan hun weefsels • De straling zelf op hun huid zou letaal zijn, niet de temperatuursverhoging • Zuurstoftekort: • Zou geen effect hebben op dieren onder water, wel op bepaalde dieren die schuilden in holen

  23. Overleving in de eerste uren van het Cenozoïcum (Tertiair): • Schuilplekken: • Onder de grond: • Straling dringt niet diep in de bodem • In holen en dergelijke • Onder water: • Straling wordt verstrooid aan het wateroppervlak • Momenten dat dieren bovenkomen om adem te halen zijn niet langdurig genoeg om letaal te zijn

  24. Overleving in de eerste uren van het Cenozoïcum (Tertiair): • Wie overleeft dit ? • Kleine dieren: • Kunnen makkelijker schuilen • Hebben brede niche van voedselmogelijkheden • Hebben brede niche van habitatgebruik • Kunnen hun populatie heel snel laten toenemen (bv na bottleneck) • Koudbloedige dieren onder water: • Krokodillen • Amfibiën

  25. Overleving in de eerste uren van het Cenozoïcum (Tertiair): • Wie overleeft dit ? • Dieren die eieren leggen in het water • Dieren die hiberneren • Vogels: • Sommigen hebben dit overleefd, oa: • Duikende vogels • Vogels die in holen kunnen schuilen • Bias in fossil record! • Kustvogels  betere omgeving voor fossilisering • Wat met emoe’s, fazanten,…? • Volgens de thermal-sheltering hypothese zouden deze waarschijnlijk te groot geweest zijn om te kunnen schuilen???

  26. Overleving in de eerste uren van het Cenozoïcum (Tertiair): • Wieoverleeftdit? • Planten die vegetatievedelen (zaden) onder de grondhebben • Insecten die poppenondergrondshebben • … • Wieoverleeftditniet? • Onderanderedinosaurussen: • Geenduikende of holenbewonendeleefwijzen • Dusookgeenbeschuttingvoor IR radiatie

  27. Periodiciteit in extincties • David M. Raup & J. John Sepkoski (1984)‏ • Periodiciteit van 26 miljoenjaar • Colin Patterson & Andrew B. Smith (1987)‏ • Peridiociteit is taxonomisch artefact • Adam Lipowski (2005)‏ • Reden van periodiciteit

  28. Raup & Sepkoski • Extinctie = continuproces • Of episodisch? • Massa extinctie = op relatiefkortetermijntoename van risico op extinctie

  29. Raup & Sepkoski • Database met ongeveer 3500 families van marienedieren • Familiealstaxonomische unit? • Tijdschalen? • Odin • Harland

  30. Raup & Sepkoski • Stratigrafische units gebaseerd op faunale turn-over (extincties)‏ • Maarookextinctiestussengrenzen

  31. Raup & Sepkoski • Analyse • Fourier Analyse • NonparametrischeTesten • Best fit cycle

  32. Raup & Sepkoski • Conclusie • Periodiciteit van 26 miljoenjaar • Implicaties • Fysischeomgeving of extraterrestrischeoorzaken?

  33. Patterson & Smith • Periodiciteit is taxonomisch artefact • Monofyletischegroepenkunnenuitsterven, niet-monofyletischegroepenniet • Families alstaxonomische unit • Monofyletisch → uitsterven • Arbitraire cut-off → taxonomisch artefact

  34. Patterson & Smith • Zevencategoriën in database van Raup & Sepkoski: • Monofyletischegroepen • Monofyletischegroepen met foutedatering • Parafyletischegroepen • Polyfyletischegroepen • Non-monofyletischegroepen • Monotypischegroepen • Niet-mariene families

  35. Patterson & Smith • “Clade” en “Noise” componenten • Noise wordtveroorzaakt door verkeerdecategoriën • Echinodermata: parafylie • Vissen: monotypischegroepen • Beiden: foutedatering • Cladesalleengeplot → geenperiodiciteit

  36. Patterson & Smith • Conclusies • Raup & Sepkoski: 75% noise, 25% signaal • 5 van de 8 extinctiepieken → Noise • Geenperiodiciteit

  37. Patterson & Smith • Antwoord van Sepkoski (1987)‏ • Familie ≈ species • Familialediversiteitcorreleert met verwachtesoortendiversiteit • Niet-cladistischecladesvindenpatronen van diversiteit en extinctie (Monte Carlo simulaties)‏ • Meesteextinctiepiekenkomenovereen met gebeurtenissenuitbiostratigrafische studies • Cladistischeclassificatiegebaseerd op fylogenetischesymmetrie → extinctiesveranderensymmetrie

  38. Lipowski • Oorzaken van extincties? • Kritischesystemen • Externe stress op ecosysteem • Multispecies lattice model van eenecosysteem • Dynamiek van extincties • Mutatie • Competitie

  39. Lipowski • Het model • Voorbeeld: alle predators hetzelfde (m=1) en geenmutaties (p=0)‏ • Als r (update snelheid van prooi en predator) > 0,11 → Actievefase

  40. Lipowski • Multispecies coexistentie • Grote predator invadeertsysteem → afnameaantalsoorten → Predator zit zondervoedsel • Toenameaantalprooien • Multispecies coexistentie • ...

  41. Massa-extincties en Macroevolutie • David Jablonski (2001) • Lessons from the past: evolutionary impacts of mass extinctions. • David Jablonski (2005) • Mass extinctions and macroevolution.

  42. Evolutionaire Gevolgen van Massa-extincties • Verlies van soorten: • Marginaal en dominant • Belangrijke effecten lage extinctieratio’s onbelangrijk: • Vb. Abundantie, Species Richness,… • Overleving • Brede verspreiding op clade-niveau • Onafhankelijk van aanpassingen aan omgeving • T.o.v. hedendaags soortenverlies • Veel grotere aantallen • Verschil in soorten die uitsterven: • NU: Soortenarme clades en geografisch beperkte soorten • Big Five: Eerder at random

  43. Evolutionaire Gevolgen van Massa-extincties • Ruimtelijke patronen: • Verschillen: • Extinctie-intensiteit • Verspreiding • Verband exctinctie- en invasieratio’s? • Afwezig • Drempelwaarde: • Onderlinge relatie verdwijnt • Massa-extinctiewaarden bereikt  zowel kwalitatief als kwantitatief verlies bepalend • Biotische homogenisatie: • Eliminatie endemische soorten  meer wijdverspreide soorten • Expansie ruimte  meer endemische taxa

  44. Evolutionaire Gevolgen van Massa-extincties • Steeds voldoende overlevende taxa • Continuïteit en creativiteit: • Onafgebroken continuïteit • Vb. Paleozoische achteruitgang Trilobieten • Continuïteit met kenteringen • Vb. Ecologische expansie Angiospermen • Overleving zonder herstel (“Deadcladewalking”) • Vb. Orde Spiriferoida (Brachiopoden) • Onverstoorde variatie • Vb. Radiatie zoogdieren

  45. Evolutionaire Gevolgen van Massa-extincties • Voorspelbaarheid • Verwacht het onverwachte • Tijdschaal • Eerst verarming milieu en homogenisatie • Dan pas evolutionaire respons • Clades: verschillende duur herstelperiode • Geografie • Selectiviteit tijdens extinctie • Afwisseling na de extinctie

  46. Evolutionaire Gevolgen van Massa-extincties • Conclusie: • Massa-extincties vinden plaats • Overleving onafhankelijk van biologisch succes • Extinctie promoot biotische afwisseling • Evoltionaire respons traag op menselijke tijdschaal

  47. Massa-extincties en Macro-Evolutie • Intensiteit: • Exacte grootte en tijdspanne ongekend: gaten in fossiele data • Taxonomische standaardisatie : ↓ intensiteit • Kleine extinctiegolven: • Eerder variaties in overleving ipv extinctiemomenten

  48. Massa-extincties en Macro-Evolutie • Selectiviteit: • Onafhankelijk van: • Overleving op organisme-, soort- en clade-niveau • Afhankelijk van: • Niet opbouwende selectiviteit: • Niet strikt random, ≠ onafhankelijke oorzaken • Willekeurige ipv tegengestelde overleving • Wijdverspreide geografische distributie

  49. Massa-extincties en Macro-Evolutie • Herstel massa-extinctie: • Slachtoffers (soorten die uitsterven) • Overlevers(soorten die overleven): • Winnaars: soorten die abundant worden/blijven • Verliezers: soorten die marginaal worden/blijven • Hersteltijd > Duur Extinctie • Regionale verschillen Mollusca

  50. Massa-extincties en Macro-Evolutie • Hiërarchie massa-extinctie: • Intense verandering richting selectie • Geen bedreiging voor de huidige visie op evolutie • Overleving op genus-niveau onafhankelijk van abundantie • Vb. Mariene bivalven bij Krijt/Tertiair-overgang • Verspreiding genera ≠ Verspreinding/tolerantie soorten

More Related