1 / 25

De rol van de overheid m.b.t. de aanmoediging van technologische innovatie in Vlaanderen

De rol van de overheid m.b.t. de aanmoediging van technologische innovatie in Vlaanderen. Paul Zeeuwts Directievoorzitter IWT-Vlaanderen. Inhoud presentatie. Beknopte voorstelling IWT-Vlaanderen Rationale van overheidsinmenging inzake technologische innovatie

ila-barrett
Download Presentation

De rol van de overheid m.b.t. de aanmoediging van technologische innovatie in Vlaanderen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De rol van de overheid m.b.t. de aanmoediging van technologische innovatie in Vlaanderen Paul Zeeuwts Directievoorzitter IWT-Vlaanderen

  2. Inhoud presentatie • Beknopte voorstelling IWT-Vlaanderen • Rationale van overheidsinmenging inzake technologische innovatie 'Technologiebeleid vs. (Technologisch) Innovatiebeleid' • Het Vlaamse technologie- en innovatiebeleid • Het IWT als centrale actor van het Vlaams innovatiebeleid • Belangrijkste instrumenten van het IWT als hefboom voor een 'innovatiever' Vlaanderen • Uitbouw van een 'Vlaams Innovatienetwerk' • 'Subsidiariteit' & beperkingen van het beleid inzake subsidiëring: Vlaanderen vs. België en Europa • Internationale vergelijking

  3. 1. Het IWT in het kort Statuut: autonoom overheidsagentschap (onder de voogdij van Minister van Economie Van Mechelen) Sedert 1 feb. 2001: 'Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technoologie in Vlaanderen' (IWT-Vlaanderen) Missie: Enig loket voor het Technologisch Innovatiebeleid in Vlaanderen Promotie (technologische) innovatie door ondersteuning van zowel kenniscreatie als kennisdiffusie

  4. 1. Het IWT in het kort (2) • Basisfuncties: • Financiële ondersteuning • Adviesverlening • Coördinatie van kennisintermediairen • Beleidsondersteuning (studiedienst) • Personeel: Over de 100 VTE, waarvan ca. 50 adviseurs (Dr. Ir./Dr./Ir./Lic. of Dr. Econ.). • Budget: Ca. 6 mld. BEF/jaar

  5. 2. Rationale van het technologisch innovatiebeleid • Neo-klassieke theorie • Endogene groeitheorie • Innovatiesysteem-benadering • Nieuwe inzichten uit de neo-klassieke theorie: asymetrische informatiespreiding

  6. Rationale 1: neo-klassieke theorie • Eind jaren 1970 – begin jaren 1980 • Twee paradigma: • Technologie = exogene factor, is 'not manageable' • (Wetenschappelijke) kennis = 'publiek goed' • Technologische voorsprong slechts een 'toevallig' (exogeen) uitvloeisel van wetenschappelijk baanbrekende uitvindingen (die quasi publiek beschikbaar zijn) • Dit leidt tot rationale voor het Wetenschapsbeleid: overheid moet wetenschappelijk basisonderzoek financieren (marktfalen), technologische vooruitgang zal wel volgen !

  7. Rationale 2: endogene groeitheorie (1) • Vanaf begin jaren 1980 • Drie nieuwe basisprincipes: • Technologische kennis is GEEN zuiver 'publiek goed', want bron van concurrentievoordeel (verhoogde octrooiering in jaren '80) • Technologie is daarom ook groei-endogeen (economische agent integreert en baat technologische kennis uit voor eigen groei; Solow-residu) • Gebrek aan convergentie tussen high-tech en low-tech regio's verklaard door 'kennisspill-overs' van O&O-investeringen. Deze spill-overs ontmoedigen de actoren om in eigen O&O te investeren (liever overnemen dan zelf creëren, marktfaling)

  8. Rationale 2: Endogene groeitheorie (2) • Hieruit worden volgende lessen getrokken: • Alleen wetenschappelijk onderzoek steunen is onvoldoende voor veralgemeende technologische vooruitgang (kennis niet publiek beschikbaar) • O&O-subsidies door de overheid zijn nodig om onder-investering in O&O (wegens spill-overs) te compenseren (rechttrekking marktfaling) • Additionaliteitsprincipe: stimulerend effect op gedrag van actoren • Sociale return van O&O-investeringen: aanzienlijk groter dan private return van O&O-investeringen (positieve externaliteiten) • 1. en 2. leiden tot rationale voor het Technologiebeleid (O&O-financiering), naast wetenschapsbeleid.

  9. Rationale 3: Innovatiesysteem-theorie(1) • Begin jaren 1990 (inzichten vanuit 'evolutionary economics', institutionele sociologie) • Kernprincipes: • Leereffecten: technologie is groei-endogeen en genereert concurrentievoordelen voor diegene die het beheerst (via leerproces) • Innovatie vereist meer kennis en kunde dan alleen inventie/technologie (cfr. Schumpeter) • Systeem-benadering: naast de individuele innovatieactoren zijn de wisselwerkingen tussen de actoren van groot belang

  10. Rationale 3: Innovatiesysteem-theorie(2) • 'Systeembenadering' = rationale voor nieuw beleid dat veel verder gaat dan enkel O&O-financiering: het (technologisch) innovatiebeleid • Beleidsaanpassingen op –minstens- 5 terreinen: • Naast technologiecreatie (O&O-steun) technologiediffusieook van groot belang • Niet-technologische aspecten (IPR, opleiding, marktinzichten, allianties en samenwerking, ...) ook essentiële kenniselementen • Verruiming van de doelgroepen: niet alleen de grote, O&O-intensieve bedrijven zijn volwaardige innovatieactoren (sensibilisering potentieel innoverende KMO's) • Innovatieproces = interactief proces. Nieuwe taak voor beleid: optimalisatie van de nodige interacties (al dan niet via financiering) • Naast marktfalen, ook bewust zijn van 'systeemfalen' en van 'overheidsfalen'

  11. Rationale 4: Asymetrische informatiespreiding • Eind jaren 1990 • Systeemfalen vereist reorganisatie van durfkapitaalmarkt: In sommige vormen van innovatiefinanciering (meer in het bijzonder de financiering van high-tech start-ups) met: • Hoge onzekerheid over het potentiële succes op langere termijn, en • Asymetrische verdeling van informatie over het innovatiepotentieel, Treedt een gebrek op aan privé-durfkapitaal • Nieuwe beleidsinitiatieven voor financiële ondersteuning innovatieve start-ups (pre-seed)

  12. IWT FWO Financieringsorganisaties Het IWT als centrale actor van het Vlaams innovatiebeleid Vlaamse Regering Internationale Organisaties Bedrijven VRWB VLIR KAWLSKA KAG AWI IWT Adviesorganen Beleidsvoorbereiding O&O dept. van bedrijven Universiteiten, Hogescholen Univ. interfacediensten, wetenschapsparken, incubatiediensten (spin-offs), ... Publiek Onderzoek Privé-onderzoek Universitaire brugorganisaties Sectorale Centra voor Collectief Onderzoek (43) (Semi-) Publieke onderzoeksinstellingen Wetenschappelijke instellingen (46) Internationale organisaties gevestigd in België/Vlaanderen (5) Non-Profit Private Instellingen (13) Organisaties voor Onderzoek & Technologie Bron: CAPRON H. en MEEUSEN W.(eds.), The National Innovation System of Belgium, 2000, p. 49 e.v.

  13. Belangrijkste instrumenten van het IWT als hefboom voor een 'innovatiever' Vlaanderen • Financiële steun naar O&O • Speciale projecttypes voor KMO's • Adviesverlening, contactpunt voor innovatie • Ondersteuning van de innovatiecapaciteit en kennistransfer: • Als financierder; • Als coördinator • Beleidsondersteuning (studiedienst)

  14. Financiële steun naar O&O • O&O ?: • Generisch / Strategisch Basis-Onderzoek (GBOU, Doctorale Specialisatiebeurzen, Post-Doc Onderzoeksmandaten) • Industrieel (basis-) Onderzoek (R&d) • Prototype/ Ontwikkeling (r&D) • Collectief onderzoek (o.m. collectieve sectoriële onderzoekscentra; bv. WTCM) • Kenmerken: • Projectmatig; • Technologisch innoverend + industrieel-economische valorisatiepotentieel; • 'Bottom-up' vs. 'Top-down' (themagebonden, steeds meer afgebouwd); • Specifieke producten voor KMO's.

  15. Speciale Projecttypes voor KMO's • KMO = : • < 200 werknemers; • jaaromzet < 15 mln ECU / 600 mio BEF; • Max. voor 30% gecontroleerd door niet-KMO. • voor hen soepelere modaliteiten: • voorbespreking • beperktere projectaanvraag (documenten) • snellere procedure • speciale projecttypes (KMO-Innovatiestudies en KMO-Innovatieprojecten) (recente hervorming en stroomlijning)

  16. Evaluatieprocedure • ontvankelijkheidsanalyse binnen 14 dagen • grondige bespreking tussen aanvrager(s) en adviseurs • raadpleging externe expertencollege • Eindbeslissing: raad van bestuur • tijdsduur : max. 75 werkdagen na ontvankelijkheid • In de loop van project: opvolging

  17. Ondersteunen van de innovatiecapaciteit & kennistransfer als financierder • HoBU-projecten: projecten van technologieverspreiding uitgevoerd door Vlaamse hogescholen, vnl. ter ondersteuning van KMO's (gebruikerscommissies) • TAD's van de collectieve centra : expertadvies op korte termijn in traditionele sectoren • Projecten van innovatiestimulering (begeleiding) • financiering van clusters en aanverwante intiatieven • (Binnen O&O-steun: bevordering van samenwerking en interactie van bedrijven onderling en van samenwerking met kennisinstituten)

  18. Adviesverlening, contactpunt • betrokkenheid IWT bij de Europese programma's (bijstand bij opstellen van projectaanvragen en vertegenwoordiging in programma-comités) • stimuleren van KMO's om deel te nemen aan Europese projecten, bijv. CRAFT-actie • bevorderen van technologietransfer, bijv. tussen ondernemingen binnen Europa ('Innovation Relay Centers', VIA), door deelname aan beurzen e.d. • Adviesverlening inzake Intellectuele Eigendomsrechten (octrooien)

  19. Ondersteunen van de innovatiecapaciteit en kennistransfer als coördinator • uitbouw van een 'Vlaams Innovatienetwerk', door coördinatie van de organisaties/intermediairen inzake (technologische) innovatie • 'Doen-doen'-gedachte ! • Steun met voorwaarde van samenwerking en doorverwijzing • Coördinatieplatformen • (Elektronisch) Innovatienetwerk : netwerk tussen intermediairen voor beantwoorden van vragen van bedrijven

  20. Beleidsondersteuning • Samentelling van input & output-indicatoren over de innovatie-performantie van Vlaanderen (enquêtes) • Studies rond het 'Vlaams Innovatiesysteem' • Vb. O&O-subsidies: additionaliteit vs. substitutie ? • 'Ad hoc'-beleidsstudies (vb. Lucht- en Ruimtevaart, deelname aan Airbus 380)

  21. 4. Beperkende factoren & Subsidiariteit (1) • Vlaams beleid beperkte manoeuvreerruimte wegens 'interactie' met andere bevoegde niveau's/organen: • World Trade Organization & GATT-akkoorden leggen eigen beperkende maatregelen (zie bv. overheidssteun naar luchtvaartssector – Airbus) • Europees niveau: EC-Kaderregeling voor O&O-steun van lidstaten

  22. 4. Beperkende factoren & Subsidiariteit (2) • Europa: • R&D-kaderprogramma's Europese Commissie • EUREKA (multilateraal, Vlaamse steun door het IWT) • ESA (multilateraal) • CERN, EMBL, ESFR, ... (multilateraal) • Federaal België / Gewesten: onduidelijke afbakening, in sommige gevallen specifiek samenwerkingssakkoord nodig Federaal: vooral deelname België internationale ruimtevaart (vnl. ESA): ca. 6 mld. BEF/jaar

  23. Overheidsbudgetten voor O&O: Vlaanderen internationaal vergeleken

  24. O&O-performantie van Vlaanderen in internationale context: de inputs

  25. O&O-performantie van Vlaanderen in internationale context: de outputs

More Related