1 / 18

Paragraaf 4.6

Paragraaf 4.6. Verzuiling en ontzuiling in N ederland. Verzuiling. Er was verzuiling in Nederland: Mensen hoorden bij een groep In NL: 4 groepen: Katholiek Protestants Socialistisch De rest/ liberaal. Voorbeeld van verzuiling:. Als je katholiek was:

gage-myers
Download Presentation

Paragraaf 4.6

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Paragraaf 4.6 Verzuiling en ontzuiling in Nederland

  2. Verzuiling • Er was verzuiling in Nederland: • Mensen hoorden bij een groep • In NL: 4 groepen: • Katholiek • Protestants • Socialistisch • De rest/ liberaal.

  3. Voorbeeld van verzuiling: • Als je katholiek was: • Je ging naar een katholieke school • Katholieke voetbalvereniging • Katholieke krant • Katholieke radiozender • Katholieke vakbond • Katholieke politieke partij • Katholieke dokter • Katholieke winkels • Zo ook voor protestanten en socialisten en de rest

  4. Een samenleving met verzuiling is lastig: er is geen contact tussen de verschillende groepen. • Een kind groeide op met het idee dat de andere groepen niet deugden. Je mocht er niet mee omgaan!!

  5. Politiek • De politieke leiders van deze zuilen hadden wel contact met elkaar. • De partijen moesten wel samenwerken, want geen enkele partij had de meerderheid in de Tweede Kamer. • Om het land te regeren moesten dus meerdere partijen samenwerken.

  6. Doorbraak • Sommige partijen wilden wel samenwerken. • Zij wilden juist de verzuiling laten verdwijnen. • Zij hoopten op een doorbraak. • De socialistische SDAP werd juist nu de PvdA genoemd om zo ook de christelijke kiezers te trekken. • Maar bij de eerste verkiezingen na de oorlog bleven veel mensen toch hun eigen partij/zuil trouw.

  7. Samenwerken voor de wederopbouw • Dus na de oorlog ging de verzuiling gewoon door. • De kerk had nog steeds veel invloed op mensen. • Als je arm was, kreeg je geld van de kerk. • Men luisterde goed naar wat de kerk je vertelde.

  8. Maar door de oorlog moest Nederland weer opgebouwd worden. • Dat kan alleen met samenwerking. • De eerste regeringen na de oorlog werden rooms-rode coalities genoemd. • Katholieke en socialistische partijen werken dan samen.

  9. Tot 1958 zaten er vaak 4 partijen in de coalities • KVP ( katholiek) • PvdA ( socialistisch) • CHU en ARP ( protestant)

  10. Welvaart • Na de oorlog werden er veel kinderen geboren = babyboom. • De welvaart steeg. • Men was beter opgeleid. • Men kreeg meer vakantiedagen en geld.

  11. Ook de overheid kreeg meer geld binnen via belastingen. • Nederland werd een verzorgingsstaat. • Er komt meer sociale zekerheid: • Uitkeringen, pensioenen en hulp voor mensen de niet voor zichzelf kunnen zorgen.

  12. De overheid zorgt voor hen en dus hoeven ze geen hulp van de kerk te krijgen. • Mensen hebben hun kerk minder nodig.

  13. Ontkerkelijking • Er kwam ontkerkelijking door: • Hoger opleidingsniveau • Verstedelijking ( =steden groeien) • Tv en radio • Verzorgingsstaat • Mensen gaan weg bij hun kerk.

  14. Vooral jongeren luisterden niet meer naar de kerk. • Ze luisterden ook minder naar hun ouders en overheid. • Ze willen zelf zaken kiezen en invloed hebben. • De jongeren lieten de verzuiling snel los.

  15. Ontzuiling • Door stijgende welvaart en onderwijs gingen minder mensen naar de kerk. • Ontzuiling: • Mensen kregen meer contact met mensen uit andere zuilen. • Dit kwam omdat ze op tv en radio ook programma’s van andere zuilen zagen.

  16. Verzuilde organisaties verdwenen. • Aparte katholieke en protestante vakbonden verdwenen en er kwam 1 vakbond voor terug. • KVP, CHU en ARP gingen samenwerken als CDA. • De verzuiling is verleden tijd.

  17. Kranten uit die tijd bestaan nog steeds, maar worden door iedereen gelezen. • De zuilen bestaan niet meer, maar kranten en tv oproepen nog wel. • Er zijn ook nog wel bijzondere scholen ( = katholiek/ protestants) • Maar daar is iedereen welkom. • Het individu is nu belangrijker dan de groep.

  18. einde

More Related