1 / 28

OPLEIDING SCHERMLERAAR

OPLEIDING SCHERMLERAAR. Docenten. Hoofd opleiding KNAS/Docent/Leercoach Maître Ad van der Weg Hoofd ELO en Docent Expert Sabel Maître Frans Hoebrechts Opleider /Docent Expert Floret Maître Jeroen Divendal Opleider /Docent/Expert Degen Maître Leo Sannen. Praktijkbegeleiders

fiona
Download Presentation

OPLEIDING SCHERMLERAAR

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. OPLEIDING SCHERMLERAAR

  2. Docenten • Hoofd opleiding KNAS/Docent/LeercoachMaître Ad van der WegHoofd ELO en Docent Expert SabelMaître Frans HoebrechtsOpleider /Docent Expert FloretMaître Jeroen DivendalOpleider /Docent/Expert DegenMaître Leo Sannen

  3. Praktijkbegeleiders Maître Martin Ariaans Maître Rob Vonk Maître Bert van Til Maître Georges Dérop Maître Frans Posthuma Maître Dr. Andries TóthPrêvot Irma de Ridder Prêvot Lilian QuantLeon Pijnappel ELO Prêvot Eric BelPrêvot Chakib Zair Maître Robb v WindenMaître John Heerooms Maître Vic HartogPrêvot Rudolph Francis Prêvot Gilbert van ZeijlMoniteur Henk Smit Prêvot Bas TielemansMaître Eyad Said Sanne van den BergMaître Ad Mol

  4. expertise van buitenlandse coaches (met name voor nivo 4 en 5) ism KNAS topsport

  5. Visie op een even lang leren • De opleiding zal voortdurend geëvalueerd en verder ontwikkeld worden, en er zal met name aandacht worden besteed aan een visie op een leven lang leren. De taak van de docent is veelomvattend zo zal hij/zij mogelijk als expert, leercoach, praktijkbegeleider en als PvB (Proeve van bekwaamheid) Beoordelaar actief zijn

  6. Een aantal onderwerpen worden centraal georganiseerd. • Mentaal Coachen • Didactisch begeleiden • Didactiek • Kanjertraining • Sport / spel en trainingsvormen.

  7. Als de opleiders opgeleid zijn • Alle aspirant leraren van niveau 1 t/m 4 kunnen gaan shoppen bij de (evt.) dichtstbijzijnde opleider in de buurt. Indien zij een hoofdstuk afgesloten hebben dan wordt dat genoteerd door • de leercoach/ praktijkbegeleider incl. handtekening. (portfolio) Indien de cursist alles gedaan heeft (portfolio’s, certificaten en evt vrijstellingen) dan wordt er examen aangevraagd. 2 x per jaar wordt er een (her)examen afgenomen.

  8. zelfstandig leren. • cursus EHBO • Boeken • Anatomie • Fysiologie • Pedagogiek • Kennis wedstrijdreglement • Geschiedenis enz.

  9. Elektronisch leren (ELO) Maître Frans Hoeberechts Hfd ELO Leon Pijnappel plv. Hfd ELO

  10. Niveau 1= Opvang nieuwe leerlingen, ouders, basisbegrippen • Niveau 2 = Les onder begeleiding van een schermleraar op 1 of meerdere wapens. Niveau 3= (Het oude B-diploma). Je geeft zelfstandig les op alle wapens op recreatief niveau. Niveau 4 = Het oude C-diploma. Je hebt een uitstekende eigen vaardigheid op tenminste 1 wapen,en een goede eigen vaardigheid op de overige wapens. Je kunt leerlingen op regionaal en nationaal niveau trainen. Niveau 5= Als 4 maar nu kun je schermers begeleiden naar een internationaal niveau. (HBO niveau) Niveaus

  11. Toetsing/ examen • De toetsingcommissie: • 1: Hoofd Opleiding KNAS: • 2: Hoofd ELO KNAS • 3: • De commissie van beroep : • 1: Bestuurslid breedtesport KNAS • 2: Bestuurslid topsport KNAS • 3: Lid commissie breedtesport.

  12. Competentiegericht opleiden • De lerende staat centraal. Opleiders faciliteren het leren. De vraag is dus niet of de opleider ‘alles’ heeft kunnen behandelen maar of de lerende een stap verder is in zijn of haar ontwikkeling. Bij de visie op leren gaat de wat-vraag vooraf aan de hoe-vraag. De wat-vraag is door het invoeren van de kwalificatiestructuren sport en arbitrage beantwoord met competenties’.

  13. Competentie • een competentie is het geïntegreerde geheel van kennis, vaardigheden, attituden en persoonlijke eigenschappen van een individu dat in een bepaalde context leidt tot succesvol presteren. Kennis (inzicht) en vaardigheden zijn belangrijke onderdelen maar maken iemand nog niet competent.

  14. Leerproces • Hoe leert men? Betekenisvol leren. Reflectie op praktijkervaringen zet aan tot het nadenken over de eigen attituden en eigenschappen. • Reflectie leidt tot een behoefte aan nieuwe kennis en vaardigheden. • Praktijkervaringen en reflectie vervullen daardoor belangrijke schakels in het leerproces. De lerende moet daadwerkelijk actie • ondernemen. Anders gezegd: er is pas sprake van leren als de hele cirkel doorlopen is.

  15. Opzet opleiding Het is de bedoeling dat cursisten de ‘leerstof’ krijgen die ze daadwerkelijk nodig hebben. Dit betekent dat het niet zinvol is en zelfs demotiverend kan zijn om stof aan te bieden die de cursist al beheerst of waar hij nog niet aan toe is. Het gaat om maatwerk. Dit maatwerk komt mede tot stand door aan te sluiten bij de vragen en ervaringen van cursisten.

  16. Praktijk • Vragen en ervaringen komen vaak voort uit de praktijk. Vandaar dat bij competentiegericht opleiden de praktijk een cruciale plaats inneemt. Door opdrachten in de praktijk uit te voeren, doen de cursisten gericht relevante ervaringen op. • Reflectie op die ervaringen zet de cursist aan zich verder te verdiepen in de theorie en om vaardigheden te oefenen. Bovendien geeft reflectie inzicht in eigen attituden en eigenschappen.

  17. Praktijk

  18. Begeleiding Reflectie=belangrijke schakel in het leerproces. Voor een permanent leerproces (ook na afronding van de opleiding) is het van belang te reflecteren op het eigen handelen. De begeleiding is hierop gericht.

  19. Workshops • De praktijkopdrachten worden ondersteund door workshops. De workshops zijn gericht op het uitwisselen van en reflecteren op ervaringen en op een verdere verdieping van kennis en oefening van de benodigde vaardigheden.

  20. Onderwijsomgeving Praktijkplekken nodig voor het uitvoeren van de opdrachten. Criteria. Veiligheid gewaarborgd (een klik hebben) De lerende moet de opdrachten in de juiste context kunnen uitvoeren, de feedback aansluiten bij de opleidingsdoelen, enz Dit stelt eisen aan de kwaliteitsbewaking door het opleidingsinstituut. Het vinden van goede praktijkplekken vraagt soms om creatieve oplossingen.

  21. Opleidingsmateriaal • Moet ondersteunend zijn aan het leerproces. • Praktijkopdrachten. • Bronnen’ (boeken, beeldmateriaal, websites, enzovoort) nodig waar voor verdere studie. • Internet. • Aan de hand van een (zelf)scan kan een cursist aan het denken worden gezet over de persoonlijke doelstellingen en het leerproces. Naast het materiaal voor de cursist hebben opleiders bij de omslag naar competentiegericht opleiden soms behoefte aan aanvullende informatie.

  22. Didactische kwaliteiten opleiders • Opleiders faciliteren het leren (competentieontwikkeling) door • Cursisten relevante ervaringen op te laten doen • Te laten reflecteren op het eigen leren en de benodigde kennis en vaardigheden aan te reiken. • Binnen de opleiding worden de volgende rollen onderscheiden: • praktijkbegeleider; • leercoach; • expert.

  23. Praktijkbegeleider • Begeleidt cursisten bij het uitvoeren van opdrachten in de praktijk. • Zorgt ervoor dat de praktijksituatie voldoet aan de eisen die de opdracht daaraan stelt. • Is het eerste aanspreekpunt voor de cursist in de praktijk (vereniging/sportlocatie). De begeleiding is afgestemd op de cursist en kan al naar gelang de opdracht en situatie verschillende vormen aannemen. Feedback maakt altijd deel uit van de begeleiding.

  24. Leercoach • Begeleiding is primair gericht op de voortgang van het leerproces. • Begin: Bespreken van de (zelf)scan • Einde: Het advies om de proeven van bekwaamheid af te leggen. • Helpt de cursist bij het (leren) reflecteren en de daaruit voortvloeiende keuzes voor het leerproces. Bij knelpunten in het leerproces is de leercoach de eerst aangewezen persoon voor de cursist.

  25. Expert/Docent • verzorgen van de workshops. • Door de keuze voor competentiegericht opleiden zullen hun didactische werkvormen een activerend karakter hebben. Door vragenderwijs les te geven prikkelen de experts de reflectie. Inhoudelijk zullen ze aansluiten bij de praktijkervaringen van de cursisten of input leveren voor de opdrachten.

  26. Aan het werk • Afspraken maken is afspraken nakomen • Maximale studietijd = 2 jaar • VRAGEN

More Related