1 / 37

INDELING DRUGS

INDELING DRUGS. CULTUUREIGEN DRUGS ------------------------------------ SOCIAAL -koffie -tabak “pill-shopping” -alcohol MEDICAMENTEN ------------------------------------------- IATROGEEN -kalmeermiddelen -slaapmiddelen -pijnstillers “ dealer”

finley
Download Presentation

INDELING DRUGS

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. INDELING DRUGS CULTUUREIGEN DRUGS ------------------------------------ SOCIAAL-koffie -tabak “pill-shopping” -alcohol MEDICAMENTEN ------------------------------------------- IATROGEEN -kalmeermiddelen -slaapmiddelen -pijnstillers “ dealer” -vermageringspillen -antihoestmiddelen NIET-CULTUUREIGEN DRUGS ---------------------------------- ILLEGAAL -cannabis -LSD -heroïne-cocaïne -designer drugs : ecstasy,….

  2. VERSLAVING : - overweldigend verlangen(addiction) - behoefte dosis verhogen - psycholog./ fysische afhankelijkh. - nadelen - individueel - maatschappelijk • GEWENNING: geen gedrevenheid, afhankelijkheid(habituation) weinig/geen dosisverhoging • DEPENDENCE: - drug related disabilities • MISBRUIK : - afhankelijkheid (DSM-IV)

  3. Misbruik van een middelA. Een patroon van het onaangepast gebruik van een middel dat leidt tot lijden of significante beperkingen, zoals in een periode van 12 maanden blijkt uit ten minste een (of meer) van de volgende : 1. herhaaldelijk gebruik van het middel met als gevolg dat het niet meer lukt om in belangrijke mate te voldoen aan verplichtingen op het werk/school of thuis (bijv. herhaaldelijk absent of slecht werk afleveren in samenhang met gebruik van het middel; met het middel samenhangende absentie, schorsing of verwijdering van school; verwaarlozing van de kinderen of het huishouden. 2. Herhaaldelijk gebruik van het middel in situaties waarin het fysiek gevaarlijk is (bijv. autorijden of bedienen van een machine als men onder invloed van het middel is). 3. Herhaaldelijk, in samenhang met het middel, in aanraking komen met justitie (bijv. aanhouding wegens verstoring van de openbare orde in samenhang met het middel) 4. Voortdurende gebruik van het middel ondanks aanhoudende of terugkerende problemen op sociaal of intermenselijk terrein veroorzaakt of verergerd door effecten van het middel (bijv. ruzie met echtgeno(o)t(e) over de gevolgen van intoxicatie, vechtpartijen) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- B. De verschijnselen hebben nooit voldaan aan de criteria van afhankelijkheid van een middel uit deze groep middelen

  4. AFHANKELIJKHEID VAN EEN MIDDELA. Ten minste drie van de volgende (binnen dezelfde periode van 12 maanden) : 1. Tolerantie (ten minste 1 van de volgende omschrijvingen) : - behoefte aan duidelijk grotere hoeveelheden van het middel om intoxicatie of het gewenste effect te bereiken - duidelijk verminder effect bij voortgezet gebruik van dezelfde hoeveelheid van het middel 2. Onthouding (ten minste 1 van de volgende omschrijvingen) : - het voor het middel karakteristieke onthoudingssyndroom (zie criteria A en B van de criteria voor de onthouding van een specifiek middel) - hetzelfde of verwant middel wordt gebruikt om onthoudingsverschijnselen te verlichten of te vermijden 3. Het middel wordt vaak in grotere hoeveelheden of gedurende een langere tijd gebruikt dan de betrokkene van plan was

  5. AFHANKELIJKHEID VAN EEN MIDDELA. Ten minste drie van de volgende (binnen dezelfde periode van 12 maanden) : 4. Hardnekkige wens of één of meer weinig succesvolle pogingen om het gebruik van het middel in de hand te houden 5. Een groot deel van de tijd gaat op aan activiteiten om aan het middel te komen (bijv. grote afstanden afleggen, verschillende artsen bezoeken), het gebruik van het middel (bv. kettingroken), of aan het herstel van het gebruik ervan 6. Belangrijke sociale of beroepsmatige bezigheden of vrijetijdsbesteding worden gestaakt of beperkt als gevolg van het gebruik van het middel 7. Voortdurend gebruik van het middel ondanks de wetenschap dat men een hardnekkig of terugkerend sociaal, psychisch of lichamelijk probleem heeft dat veroorzaakt of verergerd wordt door het gebruik van het middel (bijv. ondanks een depressie cocaïne blijven gebruiken of ondanks een maagzweer alcohol blijven drinken)

  6. B. Specificaties 1. Met fysiologische afhankelijkheid : aanwijzingen voor tolerantie of onthouding (d.w.z. ofwel criterium 1 of 2 is aanwezig). 2. Zonder fysiologische afhankelijkheid : geen aanwijzingen voor tolerantie of onthouding (d.w.z. criterium 1 noch 2 is aanwezig)

  7. VORMEN • RECREATIONEEL : - WE, gezellig - hasj, ecstasy, alcohol,…. - toevallig,… • SITUATIONEEL : - in bepaalde situaties - angst, pijn moeheid,… aanzet tot misbruikt (BZD, amfet. analgetica…) • SYSTEMATISCH - INTENSIEF : chronisch, psychol. Behoeften • COMPULSIEF : - afhankelijkheid - zoeken, meer gebruik …...

  8. LEERPROCES • SOCIALE DRUK, NORMEN-AANBOD (thuis, media, reclame, groep,…) • PSYCHOLOGISCHE MOTIEVEN - geen duidel. persoonlijkheid - veel motieven • FARMAC. - NEUROFYS. FACTOREN - tolerantie (enzym) - fys. afhankelijkheid - abstinentiesyndroom - kruistolerantie - voor-/nadelen - polymisbruik - craving - hunkering (ps., fys.)

  9. VERSLAVINGSGESCHIEDENIS • PREDISPOSEREND _ GEBRUIK(genet., antecedenten, persoonlijkheid) • PRECIPITEREND _ MISBRUIK(path., stress, zelfmed. …….) • PERPETUEREND _ AFHANKELIJKHEID(chron. pijn, withdrawal, secund. depressie)

  10. Ons baserend op Girdano, Cote en Lisnow kunnen wij, uiteraard wat veralgemeend en vereenvoudigd, volgend illustratief schema samenstellen : N °/°° Effecten Tijd 1 0,2-0,3 lichte spierrelaxatie en betere stemming 2 uur 2 0,5-0,6 gevoel van relaxatie, warmte, lichte verhoging van reactietijd maar lichte 4 uur lichte vermindering van fijne spiercoördinatie 3 0,8-0,9 lichte verstoring van evenwicht, spraak, zicht en gehoor; euforie; afname van motorische coördinatie; 6 uur zin om meer te drinken 4 1,1-1,2 evenwicht en coördinatie moeilijker; verstoring van 8 uur mentale functies, o.a. oordeelvermogen en geheugen, ontremming 5 1,4-,15 duidelijke klinische dronkenschap 10 uur 3 zeer zware dronkenschap, minimaal bewust 4 meestaal bewusteloos, precoma 5 diepe coma 6 mogelijks dood door ademhalingsonderdrukking N : het aantal drinks; °/°° : alcoholemiewaarde, uitgedrukt promille; Tijd : tijd nodig vooraleer alle alcohol uit het lichaam is verdwenen

  11. ALCOHOLISME (2) • VELE GEBIEDEN : - cerebellum : mot. coördinatie - eufor., angst : limb. systeem - sedatie, verwarring : cortex - black out : hippocampus - dood : ademhal. centrum

  12. 2. Overzicht van alcoholgeïnduceerde problemen2.1. Neurologische complicaties van alcoholisme A. Stoornissen t.g.v. acute alcoholintoxicatie 1. Dronkenschap 2. “Pathologische intoxicatie” 3. Black-out 4. Alcoholisch coma B. Stoornissen t.g.v. acute withdrawal 1. Vroegtijdig ontwenningssyndroom (beven, hallucinosis, insult) 2. Laattijdig en majeur ontwenningssyndroom (delirium tremens) C. Nutritionele stoornissen van het zenuwstelsel t.g.v. alcoholisme 1. Wernick-Korsakoff-syndroom 2. Alcoholische polyneuropathie 3. Alcoholische cerebellaire degeneratie 4. Nutritionele optische neuritis 5. Pellagra

  13. 2. Overzicht van alcoholgeïnduceerde problemen2.1. Neurologische complicaties van alcoholisme D. Neurologische stoornissen met onduidelijke pathogenese, maar vooral voorkomend bij alcoholici 1. Centrale pontine myelinolysis 2. Marchiafava-Bignami-syndroom 3. Alcoholische dementie 4. Alcoholische myopathie 5. Fetaal alcoholsyndroom E. Neurologische stoornissen t.g.v. een alcoholische leverstoornis 1. Portosystemische encefalopathie 2. Ernstige chronische portosystemische encefalopathie

  14. 2.2. Internistische complicaties van alcoholisme A. Leverpathologie * Alcoholische hepatitis * Steatose * Cirrose B. Gastro-intestinale stoornissen * Slokdarm : - aerofagitis - Mallory-Weiss-syndroom * Maag : - gastritis - ulcus - Mallory-Weiss-syndroom * Dunne darm : absorptiestoornissen C. Metabole en endocrinologische stoornissen * Onder andere hypogonadisme en feminisatie bij alcoholisch leverlijden D. Hematologische afwijkingen * Onder andere megaloblastische anemie E. Cardiovasculaire afwijkingen * Cardiomyopathie

  15. HULPVERLENING • AANLOOP : - toeval, somat., psych., crisismoment - vroeg herkennen • VROEGE DETECTIE : - huisarts - klin. onderzoek - CAGE / AUDIT • MOTIVATIE • THERAPEUT. DOELEN - stop - gecontr. drinken - ambulant / hospitaal • ONTWENNING • NAZORG

  16. De CAGE-test 1. Have you ever felt to Cut down of drinking ? 2. Have you ever felt Annoyed by criticism of drinking ? 3. Have you ever had Guilty feelings about drinking ? 4. Have you ever taken a morning Eye opener ? Omdat de naam een acronym van een Engelse tekst is, wordt deze test hier in de originele versie weergegeven. Worden twee vragen met “ja” beantwoord, dan is er een serieus alcoholprobleem.

  17. De AUDIT-test 1. Hoe vaak drinkt u alcoholhoudende drank ?   nooit (0)  maandelijks of minder (1)  2 of 4 keer per maand (2)  2 of 3 keer per week (3)  4 of meer keer per week (4) 2. Hoeveel glazen alcohol drinkt u op een typische dag wanneer u drinkt ?   geen (0)  1 of 2 (1)  3 of 4 (2)  5 of 6 (3)  7 of 9 (4)  10 of meer (5)

  18. De AUDIT-test 3. Hoe vaak drinkt u 6 of meer glazen per gelegenheid ?   nooit (0)  minder dan maandelijks (1)  maandelijks (2)  wekelijks (3)  dagelijks of bijna dagelijks (4) 4. Hoe vaak heeft u in het afgelopen jaar opgemerkt dat u niet in staat  was het drinken te stoppen nadat u was begonnen met drinken ?  nooit (0)  minder dan maandelijks (1)  maandelijks (2)  wekelijks (3)  dagelijks of bijna dagelijks (4)

  19. De AUDIT-test 5. Hoe vaak heeft u in het afgelopen jaar t.g.v. uw drankgebruik nagelaten  te doen wat normaal van u werd verwacht ?  nooit (0)  minder dan maandelijks (1)  maandelijks (2)  wekelijks (3)  dagelijks of bijna dagelijks (4) 6. Hoe vaak heeft u in het afgelopen jaar de behoefte gehad om ‘s ochtends uw eerste alcoholhoudende drank te gebruiken om weer op gang te kunnen  komen na een sessie met overmatig drankgebruik ?  nooit (0)  minder dan maandelijks (1)  maandelijks (2)  wekelijks (3)  dagelijks of bijna dagelijks (4)

  20. De AUDIT-test 7. Hoe vaak heeft u zich in de afgelopen jaren schuldig gevoeld of met  zelfverwijten over uw drankgebruik gezeten ?  nooit (0)  minder dan maandelijks (1)  maandelijks (2)  wekelijks (3)  dagelijks of bijna dagelijks (4) 8. Hoe vaak kon u zich in het afgelopen jaar gebeurtenissen van de dag  daarvoor niet meer herinneren vanwege uw drankgebruik ?  nooit (0)  minder dan maandelijks (1)  maandelijks (2)  wekelijks (3)  dagelijks of bijna dagelijks (4)

  21. De AUDIT- test 9. Heeft u uzelf of iemand anders wel eens verwond als gevolg van  uw drankgebruik ?  nooit (0)  minder dan maandelijks (1)  maandelijks (2)  wekelijks (3)  dagelijks of bijna dagelijks (4) 10. Heeft een familielid, vriend of een dokter of een hulpverlener in de  gezondheidszorg ooit zijn bezorgdheid geuit over uw drankgebruik en u gesuggereerd uw drankgebruik te verminderen ?  nooit (0)  minder dan maandelijks (1)  maandelijks (2)  wekelijks (3)  dagelijks of bijna dagelijks (4) Een score van 8 of meer is een indicatie voor verder diagnostisch onderzoek.

  22. ONTWENNING • KLASSIEKE ONTHOUDINGSSYMPTOMEN - < 24 hr. na stop - na 7-10 dagen verdwenen - tremor, transpiratie, nausea, abd. krampen slaapstoornissen, hyperrefl., hoofdpijn hypertensie, angst, onrust • CONVULSIES : Grand Mal • DELIRIUM TREMENS desoriëntatie, halluc., agitatie, koorts

  23. NAZORG • PROBLEMEN : ontkenning : - niet weten - ontgoocheling, verlies -stress, frustratie -sociaal drinken ? craving : fysiol. : tremor, onlust psychol. Postacute withdrawal - drinken: concentr., geheugen - emotioneel : vlak - hyperemot. - slaapstoornissen - coördinatieproblemen

  24. AVERSIVA aangename effecten onaangenaam Alcohol Aversiva Apomorfine : brakenDisulfiram (antabuse) - acetaldehyde --> D - E - R flushing, nausea, braken, dyspnoe, palpitaties, hoofdpijnMetronidazole (Flagyl)

  25. DRUGS • PSYCHOLEPTICA : - narcotica, slaapmedicatie sedativa, alcohol, opiaten,… • PSYCHOANALEPTICA : - stimulantia, wekamines, amfetamines, cocaïne • PSYCHODYSLEPTICA : - hallucinogenen, cannabis, ecstasy

  26. OPIATEN • PIJNSTILLENDE MIDDELEN - opium - morfine, codeïne heroïne - synthetisch : (Dolantine, Palfium, Fortal, Valtran, Methadone,…) • WERKING : - analgesie, euforie - snel tolerantie, dosis  • TOXISCH : - coma, respiratoir, + - combinatie andere, vergissen • TOLERANTIE: snel : analgesie, euforie • ONTHOUDING : lich. afhankelijkheid snel na 8 - 12 u : tranen, neusloop, geeuwen, zweten 48-72 : beven, rusteloos, slaapstoornissen, kippenvel, misselijk, braken buikkrampen, spierkrampen 7-10 dagen (methadon, clonidine)

  27. AMFETAMINE • SPEED, PEP, DOPE, UPPERS • VERMAGERING, ACTIVATIE (beroep, dancing, drugs) • WERKING :  activerende neurtransmitt. - euforie, fit - sterk , slaap - moe eten  - zelfoverschatting, risico’s  • TOXICITEIT : - pols , ritmestoornissen, BD , tremor - prikkelbaar, agressief, uitputting - maniform, paranoïd - card. vasc. shock • TOLERANTIE : snel • ONTHOUDING : psychol. Ontwenning gejaagd, moe, futloos

  28. COCAINE • COCAPLANT- poeder : gesnoven : na 30’ piekeffect IV : opgelost : na 1’ piekeffect roken : (crack), na seconden • WERKING : - euforie, high (DA-systeem) - alertheid,”veel energie” • TOLERANTIE : snel • TOXICITEIT : - hoge dosis : angst, agitatie, paniek, paranoid - fysisch : hartritme , convulsies--> fataal - neustussenschot, lippen, longen, IV • ONTWENNING : “Crash” depressie, slaapstoorn., apathie

  29. LSD • WAARNEMING, GEVOELENS ANDERS • WERKING : LSD trip : - high na 40-60’ 6-12 hr - f van vorige ervaring, persoon Sensorieel : scherper, vervorming (kleur, vorm) • TOXICITEIT : - bad trip - LSD : 8-12 hr - flash-back; halluc., paranod, gedragsstoornissen weken - maanden - lichamelijke stoornissen (temp., hart,…)

  30. CANNABIS • INDISCHE HENNEP marihuana : blaren, bloemtoppen gedroogd hasjiesj : harsachtig extract actief product : delta 9 tetrahydrocannabinol roken - slikken • WERKING : - ?, DA of BZD receptoren - roken : na 10’ piek na 20-30’ , duur 2-3 hr - opstapeling in vetweefsel : trage excretie (8 dagen in urine te vinden) - subjectief : f v. context, leven euforisch, ontspannen • TOXICITEIT : - activatie aanleg psychose - paniekerig, hallucinaties, paranoid - hoofdpijn, spasme, misselijk… • ONTWENNING : weinig, flash back (trage excretie)

  31. ECSTASY • AFGELEID VAN AMFETAMINE stimulerend en hallucinogeen • WERKING : amf. effect : na 20-60’ - uren duren euforie, moe  (dance drug) nadien depressiviteit perceptieveranderingen fysiologisch : zweten, eetlust , hartritme  • TOXICITEIT : amf. effect : - euforie, agr., overschatting - paniek, paranoid - uitputting LSD effect • ONTWENNING : psych. afhankelijkheid

  32. Neurologische Complicaties B1 (thiamine) tekort + - Nl biochem./reversibel structureel Irreversibel Oftalm : nystagmus Motor : ataxie di-enceph.lesie Apath., confusioneel amnest.syndroom Wernicke Korsakoff

  33. Alcoholisme Matig Riskant M 21 dr < week Vr 14 dr < week Alcoholist ? Soc.Drinken ----- zwaar soc.drinken Grote groep ---- Controleverlies > Goed Continu drinken Beginnend afhank. Craving/drang ! Preventie

  34. Alcoholisme : Moeilijke Gevoelens Ontkenning Angst, spanning projectie Pijn, verdriet pseudo sterk Verwijten, conflicten schuld (doing) “ik” Minimaliseren schaamte (being) achterdochtig Trots, agr.afwijzen agressief depressief

  35. Gebruik Afhankelijkheid Leerproces - sociale druk, normen, aanbod - psycholog. factoren (nevenpersoonlijkheid) - farmacol., Neurofys.factoren * tolerantie (metabol., farmacologie) * fys.afhank. - Lich - psych. - Kruistolerantie - Genot zoeken (onset effect) Craving (hunkering) - psychisch - fysisch Piekeffect (snelheid, absorptie, BH B passage) - halfwaarde tijd

  36. Omgeving Persoon sociale factoren psychol.factoren biolog.factoren Experimenteren (recreat.) system.gebruik (beginnende behoefte, nood) afhankel. -Controle verlies -Compulsief (moeten, nood) -zelf Continuerend

  37. Klinische problemen bij “middelen misbruik” • Stoornis in gebruik : misbruik afhankelijkheid (psych., fys.) • Stoornis door middel : acute intoxicatie onthouding • Secundaire stoornissen delirium, amnesie, dementie paranoïde beelden,… • Drug specifiek : misbruik, intoxicatie afhankelijkheid

More Related