1 / 47

H.8 Tijd van Burgers en Stoommachines

fifi
Download Presentation

H.8 Tijd van Burgers en Stoommachines

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


    1. H.8 – Tijd van Burgers en Stoommachines

    2. Opdracht 'placemat discussie'

    3. H.8.1 – De Industriële Revolutie Kenmerkend aspect: 'De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving' Begrippen: Industriële Revolutie Stoommachine Industriële samenleving

    4. Veranderingen in de landbouw Tegen het einde van de 18e eeuw was het grootste deel van de bevolking werkzaam in de landbouw. In Engeland slaagden de grootgrondbezitters erin om grote delen grond in eigendom te krijgen. Ze maken er daar grote efficiënte boerderijen van waardoor de omzet sterk steeg. Uitbreiding + verhoging opbrengst = meer voedsel. Positief effect voor algemene gezondheidssituatie ? bevolking Engeland groeide hier door fors. Door de verbeteringen in de landbouw waren steeds minder mensen nodig ??overschot arbeidskrachten dat op zoek was naar werk buiten de landbouw. Ze vinden werk in de net ontstane fabrieken, een nieuwe bevolkingsgroep is geboren: de arbeiders.

    5. Opdracht Industriële Revolutie Je werkt in tweetallen. Je krijgt een schema met drie kolommen. In de eerste kolom 'bekend' schrijf je wat je al weet over dit onderwerp. In de tweede kolom 'benieuwd' formuleer je vragen als 'wat weet je niet' of 'wat zou ik willen weten'. Na afloop van de les wissel je samen uit wat je te weten bent gekomen en vul je de derde kolom 'bewaard' in.

    6. Histoclip: 'De Industriële Revolutie' (14 min) Deze film ga je gebruiken om de derde kolom van je schema in te vullen Dus let goed op en maak desnoods aantekeningen! 'De Industriële Revolutie' NB: beperk je je alleen tot de informatie die betrekking heeft tot deze paragraaf.

    7. Waar ging het filmpje over? Tijdens het kijken van de film moest je de derde kolom 'bewaard' invullen over wat je te weten bent gekomen over de Industriële Revolutie. Een paar vragen: – Waarom werden de weefgetouwen verbeterd? – Waarom werd er een alternatief op het waterrad bedacht? – Waarom werd de locomotief uitgevonden?

    8. Aan de slag! Opdracht 1b, 12 en 13 blz. 223

    11. Op weg naar een nieuwe samenleving Door de Industrialisatie: – Voorsprong Engeland op industrieel gebied. – Engeland wordt grootste importerende en exporterende land ter wereld. Van een agrarische samenleving wordt Engeland een industriële samenleving. Vanaf 1850 tot na WOII is Engeland de eerste wereldmacht in de wereld.

    12. Great Exhibition – 1851

    13. H.8.2 – Het modern imperialisme Kenmerkend aspect: 'De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie' Begrippen: – imperialisme – modern imperialisme – nationalisme

    14. Wat is imperialisme? Het is het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld willen vergroten, bijvoorbeeld door handelsposten te vestigen en er invloed uit te oefenen op het lokaal bestuur. Modern imperialisme is een nieuwe fase is het imperialisme (vanaf 1850) waarbij de Europeanen steeds meer overzeese gebieden veroverden en tot kolonies maakten.

    15. Drie motieven voor het modern imperialisme: – Economische motieven: het vergroten van het afzetmarkt en het verkrijgen van goedkope grondstoffen. – Machtspolitieke motieven: het vergroten van macht en aanzien. – Culturele motieven: de superioriteit van het blanke ras verspreiden.

    16. Economische aspect van het imperialisme Door de verspreiding van de IR naar andere Europese landen verdween de afzetmarkt voor Britse producten langzaam maar zeker. Daarnaast ontstond er ook een tekort aan grondstoffen (katoen, goud, kopererts, rubber en jute). ?Twee redenen voor Europa de aandacht te verleggen naar haar overzeese gebieden.

    17. Imperialisme ? modern imperialisme Al snel volgden een aantal Europese landen het voorbeeld van Engeland Vooral Afrika en Azië werden het doelwit van de Europese mogendheden Het belangrijkste verschil tussen het imperialisme van vóór 1850 is dat Europa zich niet meer tot de kustgebieden van Afrika en Azië beperken... … vanaf 1850 trekken ze de binnenlanden in en gaan ze het lokaal bestuur overheersen.

    18. De wedloop om Azië

    19. De wedloop om Afrika

    20. Machtspolitieke motieven De gedachte dat een land op het wereldtoneel er alleen toe deed als het veel koloniën in handen had, begon veld te winnen: – Frankrijk – Duitsland – Italië Deze landen waren dus niet op zoek naar goedkope grondstoffen of een afzetmarkt...

    21. Rivaliteit tussen Europese mogendheden Bijna alle Europese landen wilden een of meerdere gebieden in Afrika en/of Azië... … wat de spanningen tussen die landen deed toenemen. Het bekendste voorbeeld: Fashoda in 1898

    22. Culturele motieven In de 2e helft van de 19de eeuw raakten de Europeanen overtuigd van de eigen superioriteit. Alle gebieden in de wereld die nog in woeste natuurstaat verkeerden moesten snel overgenomen worden om er de westerse beschavingen bij te brengen. Dit verklaart de bestuursovername in de koloniën, het beschavingsoffensief en het verdrijven van 'wilden' als de Aboriginals. ? De inwoners werden als tweederangsburgers behandeld.

    23. Kongo Deze documentaire gaat over de periode 1850 – 1908 In die periode raakt Europa in de ban van de kolonisatie van Afrika België is in 1830 afhankelijk geworden en wil graag een graatje meepikken Vooral Leopold II zet zich daar in voor...

    24. Kijkvragen Scène 1: – Met welke voorwendselen rechtvaardigde Leopold II de kolonisatie van Kongo? - Waar was hij werkelijk op uit? Scène 2: - Verklaar de onverschilligheid van de Belgische politici ten opzichte van Kongo. Scène 3: - Wat is te zien van de Industriële Revolutie in Kongo? Noem een paar voorbeelden. Scène 4: - De publieke opinie was aanvankelijk positief tegenover het koloniaal bezit maar langzamerhand veranderde dat. Wat vormde het keerpunt en op welke manier bereikte dit de publieke opinie? - Wat was hiervan het gevolg?

    25. Aan de slag! Opdracht 2 blz 227

    26. H.8.3 – De sociale kwestie Kenmerkend aspect: 'Discussies over de 'sociale kwestie'

    27. Inleiding Anno 1800 Meer arbeiders dan werk Fabrikanten maken misbruik van deze situatie: – lange werkdagen – lage lonen – ongezonde werkomstandigheden Protesterende of stakende arbeiders werden ontslagen Politici voelden weinig voor ingrijpen: verantwoordelijkheid van fabrikanten en arbeiders onderling. Anno 2000 Hoe is het nu? – Mensen die ziek, oud, werkloos of arbeidsongeschikt zijn: uitkering – Kosten hiervan worden de samenleving als geheel gedragen: belastingen – Staken mag: vertegenwoordiging door vakbond ? Sociaal vangnet

    28. Slechte woonomstandigheden In alle gebieden met een opkomende industrie: sterke bevolkingsgroei. In Engeland: verdubbeling inwonertal tussen 1800-1850 Nog nooit eerder in de wereldgeschiedenis was urbanisatie in dit tempo en op deze schaal voorgekomen. Voor de grote aantallen mensen die zich in de nieuwe fabriekssteden vestigden = huizen gebouwd. Geld, kennis en tijd ontbraken = krottenwijken

    29. Slechte werkomstandigheden Vóór de Industriële Revolutie: een spinner of een wever kon werken wanneer het hem uitkwam. ? tijdens de Industriële Revolutie maakte de machine de dienst uit... Bij de meeste fabrikanten stonden het eigenbelang en het voortbestaan van de onderneming voorop = het behalen van een zo hoog mogelijk winst was doelstelling nr. 1 De kansen hierop werden groter als de arbeiders: – zo lang en zo hard mogelijk werkten – tegen een zo laag mogelijk loon – niet alleen mannen, maar ook vrouwen en kinderen werkten

    30. Opdracht Lees het stukje 'Engagement' op blz. 231: – Welke drie 'geëngageerden' worden in de tekst genoemd? – Schrijf voor elk groep op wat ze ondernamen om de situatie te veranderen.

    31. Categorie 1

    32. Categorie 2 Artsen als Michael Ward die ongelukken op het werk beschreven, vaak kinderen

    33. Categorie 3 Schrijvers als Charles Dickens die in zijn romans zijn afkeer van sociale onrechtvaardigheid en zijn sympathie voor de armen betoonde

    34. Sociale wetgeving (1) In Engeland werden in 1833 de Factory Acts aangenomen Deze wetten hadden betrekking op de veiligheid en op de werktijden van vrouwen en kinderen: – Arbeid >9 jaar: verboden – Arbeid 9 – 12 jaar: 9 uur per dag werken – Arbeid 13-19 jaar: 12 uur per dag – Arbeid >18 jaar: nachtarbeid verboden

    35. Sociale wetgeving (2) In Nederland werd in 1860 een parlementaire enquête geopend naar de arbeidsomstandigheden in de industrie Het gevolg hiervan was de Kinderwet van Van Houten in 1874 (die het werken onder de 12 jaar verbood). In 1886 en 1887 volgde opnieuw een parlementaire enquête naar arbeidsomstandigheden. Als gevolg hiervan werd in 1900 de Arbeidswet en de Leerplichtwet aangenomen

    36. Albert Hahn

    37. H.8.4 – Liberalisme en Socialisme Kenmerkend aspect: 'De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme'. Begrippen: – politieke stromingen – burgerij – liberalisme – socialisme

    38. Liberalisme Het liberalisme vindt zijn oorsprong in de Verlichting en de Franse Revolutie. Adam Smith (1723-1790) wordt gezien als de grondlegger van het liberalisme. Uitgangspunten: –?De overheid moet zo min mogelijk ingrijpen in de economie – Ieder mens moet de mogelijkheid om zich op basis van zijn talenten omhoog te werken – Iedereen is voor de wet gelijk – Het gezag moet uitgeoefend worden door verantwoordelijke burgers (parlementaire stelsel) – Vrijheid van godsdienst en van meningsuiting

    39. 1815 – 1848: de Restauratie 1815: Congres van Wenen = de evenwicht der machten moet weer hersteld worden na de 20 jaar lange hegemonie van één heerser (Napoleon) Al snel komen de oude vorsten weer aan de macht in de landen die door Frankrijk waren bezet, werd de staat almachtig en werden revolutiepogingen de kop ingedrukt 1848: revolutiegolf door heel Europa (Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Nederland, België en Italië). Doel van deze opstanden: een liberaal politieke systeem en een liberale grondwet. ? denk aan Thorbecke en de grondwet van 1848.

    41. Het Socialisme Ook de socialisten hadden meegedaan aan de protesten in 1848 In datzelfde jaar kwam Het Communistisch Manifest uit, geschreven door Karl Marx en Friedrich Engels: 'Proletariers aller landen, verenigt U' ? Nederlandse socialistische politieke partijen: PvdA en SP ? 'Sociale' politieke partijen: D66 en GroenLinks

    42. De rest van deze paragraaf hebben wij adhv opdracht 12, 14 en 15 behandeld

    43. H.8.5 – Emancipatiebewegingen Kenmerkend aspect: 'De opkomst van emancipatiebewegingen' Begrippen: – Emancipatiebeweging – Confessionelen – Feminisme

    44. Beschavingsoffensief Tijdens de beginfase van de IR verslechterden de leef- en werkomstandigheden van de arbeidersklasse Pas na lange tijd verbeterden deze: Dankzij acties van de arbeiders zelf ? vakbonden En acties van de hoge burgerij Die raakte ervan overtuigd dat de situatie van andere groepen in de samenleving moest verbeteren: arbeid, inkomen maar ook ‘beschaven’: Onderwijs moest beter Sociale woningbouw Georganiseerde feesten (eenheid en saamhorigheid) Offensief tegen drankmisbruik en prostitutie

    45. Opkomst van het feminisme (1) Arbeidersvrouwen moesten werken in de fabrieken maar niet de vrouwen uit de gegoede burgerij: - zij verrichten geen betaald werken - vulden hun dagen met lezen, musiceren, borduren en wachten op een bruidegom In deze kring groeide in de 2e helft van de 19e eeuw onvrede over de ondergeschikte positie van de vrouwen ? Lezen bron 47 blz. 240

    46. Opkomst van het feminisme (2) Overal in de westerse wereld ontstond na 1870 een beweging die opkwam voor de rechten van vrouwen: het feminisme. Doel: het verwerven van kiesrecht want alleen op die manier konden de vrouwen invloed uitoefenen op de inhoud van wetten.

    47. Opkomst van de confessionelen Net als vrouwen werden ook de katholieken in Nederland lange tijd achtergesteld... 1848: herziening grondwet ? vrijheid van godsdienst ? vrijheid van onderwijs Van de vrijheid van onderwijs was eigenlijk geen sprake… de ergernis aan de kant van de confessionelen groeide. Ze voelde zich weer achtergesteld... 1878: Begin van de schoolstrijd die tot 1917 zal duren ? De confessionelen wilden dat de overheid geen onderscheid zou maken in de financiering van openbaar en religieus onderwijs ? De confessionelen probeerden ervoor te zorgen dat bijzonder onderwijs op dezelfde manier gefinancierd zou worden. 1887: na uitbreiding van de kieswet kwam bij de eerstvolgende verkiezingen voor het eerst een confessioneel coalitiekabinet gekozen die zich sterk voor deze kwestie zou maken. ? Confessionele partijen van nu: CDA, CU en SGP

More Related