1 / 10

A dynamic systems approach by Thelen and Smith: chapter 2

A dynamic systems approach by Thelen and Smith: chapter 2. Overzicht van theorieën over cognitieve ontwikkeling. Piaget Competence versus performance Nativisme Fodor: modulariteit hypothese Human information processing Connectionisme. Piaget . Piaget: Kwalitatief verschillende stadia

feivel
Download Presentation

A dynamic systems approach by Thelen and Smith: chapter 2

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. A dynamic systems approach by Thelen and Smith: chapter 2

  2. Overzicht van theorieën over cognitieve ontwikkeling • Piaget • Competence versus performance • Nativisme • Fodor: modulariteit hypothese • Human information processing • Connectionisme

  3. Piaget • Piaget: Kwalitatief verschillende stadia • T&S: Van veraf bekeken: lijkt okee Van dichtbij bekeken: theorie faalt Complexiteit van cognitieve ontwikkeling wordt niet verklaard Als de taken meer gevarieerd worden ontstaan instabiliteiten en contextafhankelijkheden

  4. Complexiteit cognitieve ontwikkeling: transitive inference making • Piaget: preschoolers kunnen dit niet • Bryant & Trabasso (197), Trabasso & Riley (1975): ze kunnen het wel

  5. Uit resultaten blijkt: • Preschoolers kunnen… … wel de afleidingen maken, net als volwassenen, maar ze kunnen de zinnen niet onthouden. Ze vergeten systematisch info …wel de seriatietaak mentaal, maar niet in de werkelijkheid … wel de afleidingen maken, maar hebben speciale instructie nodig In het dagelijks leven doen ze het nooit! Vgl lopen op tredmolen

  6. Competence versus performance: Gelman (1972), Donaldson (1978) • Afkomstig van Chomsky’s competence model • Performance is geen goede weergave van competence (vlg. andere taal,..) • T&S: theoretisch probleem. Ook hier weer ‘1-oorzaak-verklaring’. Maar: geen enkele competentie is op zichzelf, alleen, voldoende voor een bepaald domein.

  7. Connectionisme: een paar kenmerken • Geen onderscheid meer structuur - proces: alleen proces • Vergelijking met hersenen: • Kennis is verspreid over eenheden: activatiepatronen (ipv repr. unit). Vgl eenheden- neuronen • Plastisch: aanpassing van gewichten door interactie omg.

  8. Overeenkomsten connectionisme en DST • Regelgelijkend gedrag zonder regels • Kennis is een activatiepatroon over tijd, een proces. • Verklarende kracht: interacties verklaren veranderingen op macroniveau: view from above AND below MAAR: T&S: ‘alle connectionistische modellen falen als ontwikkelingstheorie’

  9. Beperkingen connectionisme • Biologisch niet plausibel: Heterogene structuur van de brein wordt niet in acht genomen • Alleen enkelvoudige problemen worden verklaard (versus diverse taken en interactie van heterogene systemen) • Doel is ‘hoe kom ik bij eindsituatie’ (versus hoe verloopt de ontwikkeling?) • Verkeerde vraag als uitgangspunt: stabiliteit van cognitie: act like representations

  10. Discussie • Van alle genoemde theoretische modellen/assumpties staat het connectionisme het dichtst bij DST • Kijken hoe je een einddoel bereikt is iets anders dan kijken naar ontwikkeling • Het heeft geen zin om je af te vragen of ontwikkeling continue of discontinue is.

More Related