1 / 28

B ovenschools Management

B ovenschools Management. Hoe het werkt Hoe het kan werken en of het werkt. Wat is bovenschools management. Structurele, professionele voorziening voor: bovenschoolse beleidsontwikkeling en- uitvoering bovenschoolse coördinatie en sturing. Positie van bovenschools management.

dinah
Download Presentation

B ovenschools Management

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Bovenschools Management Hoe het werkt Hoe het kan werken en of het werkt

  2. Wat is bovenschools management • Structurele, professionele voorziening voor: • bovenschoolse beleidsontwikkeling en- uitvoering • bovenschoolse coördinatie en sturing

  3. Positie van bovenschools management • Voorziening tussen het bevoegd gezag en schooldirectie • Neemt taken over van bestuur en schooldirecties en levert (als het goed is) meerwaarde voor beiden op

  4. Hoe komt het tot stand? • Vervangt de ”klassieke” taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen beide spelers • Keuze voor BM vanuit besturen • Keuze voor BM vanuit noodzaak tot bovenschoolse coördinatie • Combinatie met zwaartepunt komt vaak voor

  5. Vanuit besturingsfilosofie(De manier waarop het bestuur haar verantwoordelijkheid wil invullen) • Gebrek aan tijd bij bestuursleden (vrijwilligers) • Mogelijkheid voor bestuur op afstand of toezichthoudend bestuur • Gebrek aan deskundigheid • Behoefte aan effectiviteit/slagvaardigheid

  6. Vanuit managementfilosofie(manier waarop het management leiding wil geven aan organisatie) • Behoefte aan bovenschoolse coördinatie bijvoorbeeld m.b.t. personeelsbeleid, samenwerkingsverband, schoolbestuurlijk overleg e.d. • Behoefte aan (centrale) leiding

  7. De vormgeving • Er zijn altijd 2 krachten werkzaam • Vanuit kostenmotief • Verbijzondering van taken gericht op doelmatigheid en efficiency • Vanuit bestuursmotief • Organisatie gericht houden op doelgerichtheid en/of effectiviteit • Beide motieven werken in horizontale en verticale richting

  8. BSM is maatwerk Bestuursmotief Kostenmotief

  9. Vormgeven in 4 stappenStap1 • Vanuit het kostenmotief (efficiënte inzet van mensen en middelen) ontstaat verticale functiedifferentiatie (functies met niveauverschillen in verantwoordelijkheden en beloning) • Bij deze stap moeten de voordelen van doelmatige functieverdeling afgewogen worden tegen de kosten van het geheel en mogelijk verlies van managementfuncties op schoolniveau

  10. Stap 2 • Verbijzondering van taken vergt leiding • O.g.v. bestuursmotief zal steeds meer tijd gereserveerd moeten worden voor het leidinggeven, om verschillende niveaus aan elkaar te koppelen • Als verticaal onderscheid in verantwoordelijkheid wordt gemaakt, ontstaat hiërarchiering • Bij deze stap moeten voordelen van hiërarchiering worden afgewogen tegen grenzen van omspanning (span of control)

  11. Stap 3 • Kostenmotief kan ook horizontaal werken door gelijksoortige taken samen te voegen (specialisatie) • Binnen gedeelde managementfunctie kan men taken verdelen naar beleidsterrein of regio (taakdifferentiatie) • Bij deze stap moeten voordelen van horizontale differentiatie worden afgewogen tegen de kans op verdubbelingen in taken en verantwoordelijkheden

  12. Stap 4 • Bij horizontale differentiatie moet onderlinge afstemming van taken en functies gewaarborgd worden • Om samenhang te bevorderen zal men kleine eenheid (managementteam) moeten vormen voor de coördinatie • Voordelen van collegiale coördinatie (draagvlak en betrokkenheid) dienen afgewogen te worden tegen mogelijk nadelen (minder slag- en besluitvaardig)

  13. De modellen • Modellen op basis van maatwerk o.a. vanuit: • Besturingsfilosofie • Managementfilosofie • Specifieke situatie bestaande organisatie • Vaardigheden personeel • Op basis van • Kostenmotief • Bestuursmotief

  14. Managementteam(Model Loon op Zand) • Gebaseerd op taakdifferentiatie • Niet-hiërarchische verhoudingen • Collegiale samenwerking aan bovenschoolse taken en verantwoordelijk voor eigen school

  15. Clustermodel • Clusters van scholen met in ieder cluster 1 integrale clusterdirecteur • Op de scholen locatieleiders die hiërarchisch ondergeschikt zijn aan clusterdirecteur • Binnen clustermodel zijn varianten mogelijk

  16. Beheersdirecteur • Functiedifferentiatie in een hiërarchische verhouding • locatie- of teamleider is onderwijskundig leider, verantwoordelijk voor uitvoerende taken en personeelsbeleid • Hierboven staat beheersdirecteur die over financieel-materiële zaken gaat en bovenschools personeelsbeleid

  17. Algemeen directeur (AD) • Hiërarchische verhoudingen • Schooldirecteur valt onder verantwoordelijkheid van AD • Beide op hun niveau verantwoordelijk voor alle beleidsterreinen

  18. Bestuur Staf MT Bestuur Directeur Directeur Directeur Model met ma na ge mentteam (Loon op Zand) Beheersdirecteur Schooldirecteur De modellen schematisch

  19. Modellen (vervolg) • Er zijn meer modellen mogelijk • Er zijn ook modellen die uitgaan van een directeurenadviescommissie bijv. 2 directeuren bovenschools, rest op locatie en variaties daarop • Ieder model kan weer gevarieerd worden ingevuld • De specifieke organisatievraag is bepalend voor modelkeuze • Op basis van organisatiekundige principes • Er is relatie tussen minimum schaalgrootte en de werking van Bovenschools Management

  20. Bekostigingsmogelijkheden • Volledige bekostiging door het bestuur uit de algemene middelen • Volledige bekostiging door de scholen uit de formatierekeneenheden • Volledige bekostiging uit de Stimuleringsbijdrage Bestuurlijke Krachtenbundeling • Volledige bekostiging uit het schoolbudget • Een mix uit vorenstaande mogelijkheden • De Algemeen Directeur(en) volledig opnemen in de formatieplannen en de goedkoopste leerkracht financieren met geld

  21. Voorkeur: Mix • Vanuit principe dat BSM niet alleen voordelig is voor het bestuur • Voordelen moeten voor alle betrokkenen duidelijk zijn • Zoveel mogelijk draagvlak

  22. Voorbeeld bekostigingINKOMSTEN SCHOLEN 2003-2004.In onderstaand tabel worden de inkomsten weergegeven van een 13-tal scholen in formatierekeneenheden

  23. Inkomsten schoolbudget Ook de inkomsten van het schoolbudget zijn van belang. Uitgangspunt in deze berekening is dat 15% van het budget structureel gebruikt wordt voor financiering van een vorm van bovenschools management. Deze 15% is dan ook in de modellen meegenomen. Hieronder een overzicht van de inkomsten van het schoolbudget. * Onderdeel A = normale vergoeding = aantal leerlingen x Euro 202.42 * Onderdeel B = Schoolgewicht = berekend schoolgewicht -/- 9% aantal leerlingen * Onderdeel C = kleine scholen = Euro 3.894,19 -/- 26,86 * aantal leerlingen

  24. 3 Berekende modellen • Een AD, schaal DC, fre verbruik 284, salariskosten € 75.000 Alle (7) scholen houden een directeur en een adjunct directeur • 2 AD, 13 scholen, op scholen integrale directeur, geen adjuncten • 1 AD, drie meerscholig directeuren, locatieleiders op de scholen (modellen worden uitgereikt)

  25. Functionele posities in BM Wat zijn de feitelijke posities tegen de achtergrond van de vraagstelling vooraf?

  26. Hoe werkt het in de praktijk(Voorbeeld)

  27. Wat zijn valkuilen? • Onvoldoende draagvlak • Managers niet op hun taak berekend (onvoldoende competent, onvoldoende gemotiveerd, slechte communicatie e.d.) • En verder?........

More Related