1 / 18

7/6/2011 De Factory , Schaarbeek Eric Spiessens, Groep ARCO

Is er een rol weggelegd voor de coöperatieve vennootschap in de zorgsector? En zo ja, onder welke voorwaarden?. 7/6/2011 De Factory , Schaarbeek Eric Spiessens, Groep ARCO. Van waar deze vraag?. Vergrijzing en toenemende zorgbehoeften Rol en financiële mogelijkheden van de overheid

dermot
Download Presentation

7/6/2011 De Factory , Schaarbeek Eric Spiessens, Groep ARCO

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Is er een rol weggelegd voor de coöperatieve vennootschap in de zorgsector?En zo ja, onder welke voorwaarden? 7/6/2011 De Factory, Schaarbeek Eric Spiessens, Groep ARCO

  2. Van waar deze vraag? • Vergrijzing en toenemende zorgbehoeften • Rol en financiële mogelijkheden van de overheid • Rol van het privaat initiatief, de concurrentie en de marktwerking in de zorg • Betrokkenheid van het individu, de families, de sociale organisaties bij financiering, organisatie en beheer van de zorgvoorzieningen

  3. Vb: Uitdagingen ouderenzorg • Meer aangepaste huisvesting voor senioren • Rusthuizen, serviceflats • aangepaste (sociale) (huur-)woningen in combinatie met nabijheid van zorg en diensten • Aangepaste eigen woningen (individueel, collectief) • Meer aangepaste zorgen en hulpmiddelen • zorg op maat (thuisvepleging, gezinszorg, oppas, boodschappen, vervoer …) • Tussenformules residentiële en ambulante zorg • Aangepaste hulpmiddelen ifv autonomie (personenalarm, domotica, mobiliteit, zelfzorgmiddelen…)

  4. Uitdagingen ouderenzorg (II) • Betaalbaar voor ouderen en overheidsbudget • Eigen middelen, eigen bijdrage • Investeringssubsidies, subsidies voor diensten of prestaties • Autonomie, • Eigen keuze, zelfredzaamheid, onderlinge hulp • relatie met mantelzorg en vrijwilligers (thuisomgeving) • Organiseerbaarheid • Nabijheid, schaalvoordeel, multi-dienstenaanbod, planning, efficiëntie… • Samenwerking dienst- en zorgverleners, medebewoners, familie, woningbeheerders

  5. “Marktevoluties” in de zorgsector • Rol van de overheid • Terugtrekkende overheid, onvoldoende middelen mobiliseerbaar • Commercialisering/privatisering van de zorg • ‘VZW ziekenhuis & Vrije beroepen’, Commerciële rusthuizen, ‘BVBA’ thuisverpleging, ‘NV’ dienstenchequebedrijf • Concurrentiebevorderende en concurrentiële initiatieven • Europese commissie en subsidieregelingen, situatie in buurlanden (vb. Nederland, Frankrijk) • Cliënt centraal (ifv. autonomie, keuzevrijheid, beheerder van financiële tussenkomst) • ‘99 – ‘08: privatiseren, vermarktenifv. kostenefficiëntie • ’09 - …: betrekken van privé ifv. financierbaarheid

  6. Positie individu versus dienstverleners • Individu versus dienstverlenende instantie Overheids-instelling Familie VZW Individu Commerciëelbedrijf Sociale omgeving

  7. Coöperatie als 3de weg • Tussen dienstverlenenden(aanbod) en individu (vraag) • Coöperatieve als: • Samenwerkingsverband, organisatievorm • Plaats voor medeverantwoordelijkheid, medezeggenschap • Financiële betrokkenheid Dienstverleners Personeel Cliënten Gebruikers Coöperatie Diensten-vzw’s Families Lokale overheden Sociale organisaties

  8. Coöperatie als 3de weg • Tussen organisaties en dienstverleners onderling Client • Coöperatieve als: • Samenwerkingsverband tussen dienstverleners en derden • Delen investeringskost, kostendeling, verhoogde efficiëntie, samenaankoop • Optimalisering aanbod Dienstverlener B Coöperatie Dienstverlener A Sociale organisaties

  9. Coöperatie als 3de weg • Tussen publieke/non-profit sector en private commerciële sector • Coöperatieve vennootschap: • Aanvullend op overheids- en VZW-sector • Alternatief voor commerciële sector • Vennootschap efficiënter dan VZW?? (eerder ideologisch debat) Non-profit Profit Vennootschappen Overheidsinstelling VZW CVBA BVBA NV

  10. VZW – Notforprofit Handelsactiviteiten = sporadisch Eigen bijdage Inrichters ‘Eigen’ vermogen = Beginvermogen, bestemde fondsen Reserves, overgedragen resultaat Kapitaals- en werkingssubsidies Giften Leningen, overheidswaarborg Positief resultaat Geen venn. Belasting Toevoeging aan reserves Reserves van VZW Vennootschap – For profit Handelsactiviteiten = regel Kostprijs + BTW Investeerders/aandeelhouders Eigen vermogen = Kapitaal, Reserves, Overgedragen resultaat Geen recurrente subsidies Geen giften Lening als financiële hefboom Winst Wel venn. Belasting Deels dividend deels reservering Reserves van aandeelhouders Coöperatie als 3de weg

  11. Coöperatief ondernemen is ondernemen • Nood aan (sociale) ondernemers • Business plan uitwerken (inkomsten en uitgaven, liquiditeit en solvabiliteit, groeiperspectieven… ) • Financiering rond krijgen (coöperateurs zijn investeerders) • Risico’s nemen en risico’s beheren (geld is van AH’s en banken) • Governance-structuur uitwerken (management, RVB, AV) • Vennootschapsbelasting (belastingen, notionele intrestaftrek, maar ook fiscale hefboom van schuld) • BTW (BTW-plicht, recuperatie van BTW)

  12. Businessmodel noodzakelijk Inkomsten • Bijdragen gebruikers (werkelijke kostprijs? marge?) • Tussenkomst van overheid via gebruiker (dienstencheques?, PAB?) • Tussenkomst via derde betaler (Vlaamse OH?, OCMW?, CM?...) • Per prestatie obv. reglementering? • Personeelssubsidie (enkel voor doelgroepwerknemers?) • Investeringssteun (voor zorginfrastructuren?) Uitgaven • Aankopen van goederen en diensten • Personeelskost (incl. overhead, administratie, boekhouding…) • kosten voor energie, mobiliteit, communicatie, werkplek • Investeringen in materieel vast actief (afschrijvingskost) • Financiële kosten

  13. Financiële knelpunten • Kapitaal als financieringsbron en vergoeding ervan • Sociaal kapitaal van cliënten, hun families, van sociale organisaties, evt. lokale overheden • Particulieren: bv. Max. 10 aandelen aan 250 EUR = 2.500 EUR • Koopkrachtige personen: bv. 10.000 à 25.000 EUR • Sociale investeerders: bv. 10.000 à 250.000 EUR • Beperkte doch correcte vergoeding van het kapitaal • minimum bv. 2% (inflatie) - maximum 6% (KB) • Korte termijn (2% - 4%) vs langere termijn (4 – 6%) • Dividendafstand mogelijk (specifieke aandelencategorie of naar zuster-VZW) • Dividendkapitalisatie mogelijk (div. omzetten in nieuwe aandelen) Niet duurder dan bankfinanciering; vergelijkbaar met korte- of lange termijnbelegging

  14. Financiële knelpunten • Kapitaal, doch geen speculatie of maximalisering winst • Statutaire bepalingen rond coöperatieve aandelen: • Nominale waarde als referentie • (Deel van de) reserves blijven van vennootschap • Enkel uittreding mogelijk, geen verkoop aan derden (tenzij vennoot) • Toetreding nieuwe vennoten onder controle Raad van Bestuur • Aandeelhoudersovereenkomst • Afspraken over vergoeding van kapitaal/aandelencategorieën • Welke stakeholders worden betrokken in kapitaal • Afspraken over businessmodel & financieel plan • Afspraken over governancemodel (bv. samenstelling Raad van bestuur)

  15. Financiële knelpunten Financiële knelpunten • Giften niet evident • Mogelijke oplossing: • Giften verzamelen via VZW • VZW neemt deel van kapitaal van vennootschap, evt. in aandelencategorie zonder of met beperkt dividend • VZW neemt bepaalde taken van CVBA over • Subsidies niet evident • Decretale basis nodig: • Erkenningsvoorwaarden (vgl. erkende coöperatieve) • Tussenkomst van de Vlaamse overheid in kostprijs zorgverlening (via bvb. derde betalersregeling, assistentiebudget, kapitaalssubsidies bij vastgoed)

  16. Financiële knelpunten • Fiscaliteit, bijzondere aandacht • Vennootschapsbelasting: 34 % op winst • Roerende Voorheffing: 15 % op dividenden, 15 % op intresten Doch: • Dividenden aan particulieren van erkende coöperatieve: • Dividend tot 180 EUR pp geen RV, geen personenbelasting • aftrekbaar van belastbare basis in vennootschapsbelasting • Andere dividenden 15 % RV (na evt. winstbelasting) • Werken met aandeelhoudersleningen: • aftrekbare financiële kosten (indien marktconform) in venn.bel. • 15 % RV voor ontvanger van intresten • Notionele intrestaftrek • Fictieve rente voor risicokapitaal aftrekbaar van belastbare basis

  17. Structuur eigen vermogen • Kapitaal • Beperkt startkapitaal mogelijk (min 18.500 EUR) (beperking financiële risico’s) • Deel vast kapitaal – deel variabel kapitaal (voor vennoten die wensen uit te treden) • Steeds kapitaalsverhogingen mogelijk ifv. groei (bijstorting of nieuwe vennoten) • Vennoten kunnen jaarlijks of na x- jaar uittreden (Statuten!) • ≠ categorieën, nominale waardes en evt. minimum of maximumbedragen mogelijk • kleine aandeelhouders - grote aandeelhouders • langetermijnaandeelhouders – kortetermijnaandeelhouders(statuten!) Vb: cat A particulieren max. 2.500 EUR 3% jaarlijks uitreden cat B sociale organisaties min. 25.000 EUR 5% 7 jaar blijven • Overgedragen winst/reserves • Vennoten hebben ofwel geen recht hebben op reserves (nominale waarde • Ofwel (een beperkt) recht op reserves (ingehouden winst) ifv. beoogd langetermijnrendement voor structurele aandeelhouders (statuten!)

  18. Coöperatie: maatschappelijk en financieel draagvlak voor meer en betere zorg • Diverse stakeholders betrekken bij coöperatie via diverse categorieën van coöperatieve aandelen: coöperateurs investeren mee • Cliënten/zorgbehoevenden en hun families • Personeel • Lokale overheden, sociale organisaties, omwonenden • Grote aantallen aandeelhouders (brede lagen van bevolking) • Diverse financiële engagementen mogelijk • Grote bedragen, kleine (gelimiteerde) bedragen • Kortetermijnengagement – en langetermijnengagement • Verschillende (financiële) rechten mogelijk (dividenden, uitstapmogelijkheden) • Betrokkenheid bij beleid: coöperateurs beslissen mee • Alle aandeelhouders hebben stemrecht op Algemene Vergadering • Grotere en ‘initiatiefnemende’ aandeelhouders leveren bestuurder(s) in Raad van Bestuur • Stemrecht van grote aandeelhouders op AV wordt begrensd

More Related