1 / 18

Populaties

Populaties. Paragraaf 5. Populatiegrootte. In een ecosysteem is een populatie van een bepaalde soort niet altijd even groot. Populatiegrootte wordt beïnvloedt door onder andere: - beschikbare hoeveelheid voedsel - aantal vijanden - uitbraak van ziekte - temperatuur van leefomgeving.

delora
Download Presentation

Populaties

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Populaties Paragraaf 5

  2. Populatiegrootte • In een ecosysteem is een populatie van een bepaalde soort niet altijd even groot. • Populatiegrootte wordt beïnvloedt door onder andere: - beschikbare hoeveelheid voedsel - aantal vijanden - uitbraak van ziekte - temperatuur van leefomgeving

  3. Anacapa reservaat Kreeftenvisserij toegestaan kreeft zee-egel reuzenkelp Door kreeftenvisserij beïnvloeden mensen de populatiegrootte van diverse soorten organismen.

  4. Aantal individuen per hectare Tijd in jaren De populatiegroottes van konijnen (prooidieren) en vossen (roofdieren) beïnvloeden elkaar.

  5. UITBRAAK VAN DE PEST Wereldbevolking in miljarden Tijd in jaren De wereldbevolking van de mens weergegeven in miljarden.

  6. Optimale omstandigheden • De populatiegrootte van een bepaalde soort in een ecosysteem is niet altijd hetzelfde. • Zowel biotische als abiotische factoren zijn van invloed op de grootte van een populatie. • Wanneer alle factoren de meest gunstige waarde hebben spreken we van optimale omstandigheden.

  7. In een broedmachine worden de optimale omstandigheden nagebootst, zodat de overlevingskansen van de kuikens zo groot mogelijk zijn.

  8. Biologisch evenwicht • Bij de meeste populaties schommelt de populatiegrootte. • De populatie wordt groter en kleiner rondom een evenwichtswaarde. • Deze schommelingen in populatiegrootte rondom de evenwichtswaarde noemen we het biologisch evenwicht.

  9. aantal individuen tijd populatiegrootte evenwichtswaarde

  10. Klimaat • Een aantal abiotische factoren spelen een belangrijke rol in de populatiegrootte. • Deze abiotische factoren (licht, wind, neerslag en temperatuur) noemen we samen het klimaat.

  11. Aanpassingen aan klimaat • Organismen zijn meestal goed aangepast aan het klimaat waarin ze leven. • Aanpassingen van organismen aan het klimaat zijn erfelijk bepaald. • Ondanks aanpassingen moeten organismen schommelingen in abiotische factoren kunnen verdragen. • De mate waarin schommelingen verdragen worden, is voor elk organisme beperkt.

  12. IJsberen • IJsberen zijn goed aangepast aan het milieu waarin ze leven. • Een dikke vacht van holle haren, een zwarte huid en een dikke onderhuidse vetlaag beschermen hen tegen de kou. • Door zwemvliezen tussen hun tenen kunnen ze beter zwemmen. • IJsberen gebruiken hun korte staart als roer tijdens het zwemmen.

  13. IJsberen jagen tussen het drijfijs op zeerobben. Door het broeikaseffect (klimaatverandering) is er steeds minder drijfijs rond de Noordpool en verandert de populatiegrootte van de ijsbeer.

  14. Optimumkromme • Voor alle levensprocessen (bijvoorbeeld voortplanting en voeden) zijn er optimale omstandigheden waarbij ze plaatsvinden. • Er zijn ook minimale en maximale waarden waarbij deze levensprocessen plaatsvinden. • Een grafiek die deze verbanden weergeeft noemen we een optimum-kromme.

  15. De optimumkromme verklaard De y-as toont de gevonden waarden voor het onderzochte organisme. Dit punt in de grafiek toont de minimale getolereerde waarde van de beïnvloedende factor. Op dit punt in de grafiek zijn de waarden van de beïnvloedende factor het gunstigst. Dit punt in de grafiek toont de maximale getolereerde waarde van de beïnvloedende factor. De x-as toont de waarden voor de beïnvloedende factor.

  16. Een optimumkromme voor de invloed van één milieufactor op de overlevingskans van één soort organisme.

  17. Een optimumkromme voor de invloed van één milieufactor op de overlevingskansen van vier verschillende soorten organismen (a, b,c en d).

More Related