1 / 14

Woordenschat les 1.6

Woordenschat les 1.6. knippen. oefenen. meten. timmeren. d e telefoon. Thema werken De woorden die je vandaag leert:. knutselen. plakken. zagen. h et werktuig. de opdracht. uitvinden. verven. Thema werken: knutselen. Werken op school: de handvaardigheidsles. zagen.

Download Presentation

Woordenschat les 1.6

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Woordenschat les 1.6 knippen oefenen meten timmeren de telefoon Thema werken De woorden die je vandaag leert: knutselen plakken zagen het werktuig de opdracht uitvinden verven

  2. Thema werken: knutselen Werken op school: de handvaardigheidsles

  3. zagen Iets met een zaag in stukken delen.

  4. Het werktuig Een groot soort gereedschap. Voorbeelden hiervan zijn: een graafmachine en een zaagmachine.

  5. oefenen Dit doe je om iets te leren. Je doet de oefening steeds opnieuw.

  6. De telefoon Een apparaat waarmee je over een afstand met iemand kunt praten.

  7. knippen Met een schaar een snee in iets maken.

  8. knutselen Voor je plezier handvaardigheid doen. Voor je plezier dingen van papier, hout….enz. maken.

  9. meten Met een liniaal of meetlint kijken hoe groot iets is.

  10. De opdracht Een taak die je hebt gekregen. Deze taak moet je doen.

  11. plakken Iets vastmaken met lijm.

  12. timmeren Met een hamer en spijkers hout aan elkaar vastmaken.

  13. verven Met een kwast en verf iets een andere kleur geven.

  14. uitvinden Je komt iets te weten. Je bedenkt iets en maakt het, soms als eerste.

More Related