1 / 93

Scheidsrechterscursus

Scheidsrechterscursus. Module IV: Algemene voorzieningen + administratie. Departement Scheidsrechters. Inleiding. Het verschil tussen de officiële spelregels en het huishoudelijk reglement Waarom bestaan de “statuten”? www.basketbalvlaanderen.org. Inleiding. Voorbeelden van afwijkingen

accalia
Download Presentation

Scheidsrechterscursus

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Scheidsrechterscursus Module IV: Algemene voorzieningen + administratie. Departement Scheidsrechters

  2. Inleiding • Het verschil tussen de officiële spelregels en het huishoudelijk reglement • Waarom bestaan de “statuten”? • www.basketbalvlaanderen.org

  3. Inleiding • Voorbeelden van afwijkingen • borst- en rugnummering ( art. 293 ) • kleur van de truien ( art. 293 ) • afmetingen terrein • speeltijd • grootte van de bal • beginuur van de wedstrijd • geen verlenging in jeugdcompetitie

  4. Normale gang van zaken • Aankomst in de club • Aankomst scheidsrechters 30 minuten voor de wedstrijd (art. 216 ) • Afgevaardigde / kleedkamer ( art. 229 ) • Het wedstrijdblad ( art. 248 ) • inschrijving voorgift bij bekerwedstrijden

  5. ADMINISTRATIE WEDSTRIJDBLAD

  6. VERGUNNINGEN • Spelers • Coaches • Assistent – coaches • Terreinafgevaardigden • Tafelofficiëlen • Alle personen op de spelersbank • Scouter • Tolk • Manager • Dokter • Kinesist

  7. Vergunning Spelers Iedere speler MOET een vergunning hebben van zijn club Uitzondering:Bij tornooi of vriendenwedstrijd kan er een speler van een andere ploeg meespelen op voorwaarde dat hij in het bezit is van een toestemming van zijn oorspronkelijke club (art. 283.4)

  8. Vergunning Coach en Assistent • Zij moeten in het bezit zijn van ofwel : • een vergunning van de club • een technische vergunning A – B – C - Z A Nationale seniors heren en dames B Alle Landelijke afdelingen C Jeugdreeksen Z Seniors provinciaal + microben + premicroben

  9. Vergunning Terreinafgevaardigde Zij MOETEN in het bezit zijn van een vergunning van de club Vergunning Tafelofficiëlen Zij moeten in het bezit zijn van een vergunning van eender welke club Vergunning personen spelersbank Zij MOETEN in het bezit zijn van een vergunning van de club met uitzondering van de DOKTER en de KINESIST die in het bezit moeten zijn van een vergunning van eender welke club

  10. IDENTITEITSKAARTEN • Spelers • Coaches • Assistent – coaches • Terreinafgevaardigden • Tafelofficiëlen • Alle personen op de spelersbank Iedereen dient deze te tonen met uitzondering van de spelers JONGER DAN 15 JAAR

  11. MEDISCHE ATTESTEN ALLE spelers dienen in het bezit te zijn van een medisch attest Elk medisch getuigschrift is geldig op voorwaarde dat het dezelfde gegevens vermeldt als deze welke op het formulier van de Federatie opgenomen zijn.

  12. LIJST INGESCHREVEN SPELERS Wanneer een club meer dan één ploeg heeft van dezelfde categorie dienen zij in het bezit te zijn van een lijst met daarop de spelers die mogen aantreden met die betreffende ploeg. De deelname van spelers uit de andere ploeg(en) is beperkt. Deze lijst moet gecontroleerd worden bij wedstrijden die aanleiding geven tot stijgen en dalen en bij Bekerwedstrijden (art 217 pt d)

  13. Controle documenten ( art. 217 en 279 )

  14. ONTBREKENDE DOCUMENTEN

  15. ONTBREKENDE DOCUMENTEN • Wanneer de Bondsvergunning ontbreekt van een persoon ingeschreven op het wedstrijdblad : • Een medisch attest ontbreekt van een speler : • Een speler niet voorkomt op de spelerslijst : • Een persoon in het spelersbankgebied geen identiteitskaart kan voorleggen : ZAL MEN op de achterzijde van het wedstrijdblad laten noteren • Naam en voornaam • Geboortedatum en plaats • Handtekening WANNEER ALLE DOCUMENTEN ONTBREKEN ZAL ENKEL DE KAPITEIN OP DE ACHTERZIJDE VAN HET WEDSTRIJDBLAD ZIJN GEGEVENS NOTEREN

  16. ONTBREKENDE DOCUMENTEN UITZONDERING WANNEER IEMAND VAN DE PLOEGBEGELEIDERS GEEN BONDSVERGUNNING KAN VOORLEGGEN ZAL DE SCHEIDSRECHTER HEM VERBIEDEN PLAATS TE NEMEN OP DE SPELERSBANK

  17. Normale gang van zaken • Aankomst op het terrein • Kennismaking met tafelofficials • Controle terrein ( lijnen, baskets ) • Controle benodigdheden wedstrijdtafel ( spelregels + art. 245 ) • De bal( len ) • Keuze van de baskets / opwarming van de ploegen

  18. Vrije worp gebied

  19. Borden

  20. Basketsteunen

  21. Bescherming van het bord

  22. Basket = ring + net

  23. Normale gang van zaken • De wedstrijd • Taak van de aantekenaar • Taak van de tijdopnemer • Taak van de 24’’-operator • Taak van de 1ste scheidsrechter / 2de scheidsrechter

  24. De scheidsrechters • Scheidsrechters moeten een tenue dragen dat bestaat uit: • Zwarte basketbalschoenen • Zwarte sokken • Lange zwarte broek • Scheidsrechtersshirt • Er kan niet genoeg de nadruk op worden gelegd dat beide scheidsrechters voor een bepaalde wedstrijd op geen enkele wijze gebonden mogen zijn aan de partijen.

  25. De scheidsrechters • Ook een goed fluitje is van belang:Uw fluitsignaal moet: • Kort • Krachtig • Duidelijk • Overtuigend klinken

  26. Taken nadat een inbreuk is begaan • Nadat een overtreding of fout is begaan moet de scheidsrechter fluiten en tegelijk het juiste teken geven om de wedstrijdklok te laten stoppen, waarop de bal dood wordt. • De scheidsrechters moeten niet fluiten na een geslaagd velddoelpunt of een benutte vrije worp of op het moment dat de bal levend wordt.

  27. Tijd en plaats voor beslissingen • De scheidsrechters zijn bevoegd beslissingen te nemen betreffende overtredingen van de regels begaan binnen of buiten de grenslijnen, inclusief de jurytafel, de spelersbanken en de gebieden direct achter de lijnen. • Geen van de scheidsrechters heeft de bevoegdheid beslissingen van de ander, genomen in het kader van diens bevoegdheid zoals omschreven in deze regels, te negeren of in twijfel te trekken.

  28. Tijd en plaats voor beslissingen • De bevoegdheden beginnen zodra scheidsrechters op het speelveld aanwezig zijn, 20 min. voor het geplande aanvangstijdstip, en eindigen op het moment dat de speeltijd verstreken is, vastgesteld door de scheidsrechters. • De goedkeuring en het ondertekenen van het wedstrijdformulier aan het einde van de wedstrijd door de hoofdscheidsrechter beëindigt de relatie van de scheidsrechters met de wedstrijd.

  29. Plichten en bevoegdhedenvan de hoofdscheidsrechter • De hoofdscheidsrechter moet al het materiaal dat gebruikt wordt tijdens de wedstrijd, inspecteren en goedkeuren. • Hij mag geen van de spelers toestaan voorwerpen te dragen die een verwonding kunnen veroorzaken. • De hoofdscheidsrechter gooit de bal op in het midden bij het begin van de 1ste periode en laat de inworp uitvoeren bij het begin van alle andere periodes.. • Hij kan bepalen dat een ploeg de wedstrijd verliest in het geval dat de ploeg weigert te spelen nadat hij opdracht heeft gegeven om te spelen, of in het geval als de ploeg door diens handelswijze voorkomt dat de wedstrijd gespeeld kan worden.

  30. Plichten en bevoegdhedenvan de hoofdscheidsrechter • Hij kan een wedstrijd stoppen als de omstandigheden het vereisen. • Aan het einde van de wedstrijd en op ieder moment dat hij dit nodig oordeelt moet hij het scoreformulier nauwkeurig controleren en de stand goedkeuren. • Het is steeds de hoofdscheidsrechter die de definitieve beslissing moet nemen telkens wanneer dit noodzakelijk blijkt of wanneer er onenigheid is tussen de officials. • De hoofdscheidsrechter is bevoegd te beslissen in alle gevallen waarin deze regels niet voorzien.

  31. Scheidsrechter gekwetst • Indien een scheidsrechter gekwetst geraakt of niet in staat is binnen 5 minuten na het ongeval zijn taak te hervatten, moet de wedstrijd worden hervat. De andere scheidsrechter dient de wedstrijd alleen ten einde te voeren, tenzij het mogelijk is de gekwetste scheidsrechter door een bevoegde andere scheidsrechter te vervangen. Na overleg met de commissaris, indien aanwezig, beslist de overgebleven scheidsrechter (deze wordt automatisch eerste scheidsrechter) omtrent de vervanging.

  32. Tijdwaarnemer • Hij houdt de speeltijd en perioden van onderbreking daarvan bij. • De tijdwaarnemer moet de ploegen en de scheidsrechters meer dan drie minuten voor de aanvang van de eerste en derde periode in kennis (laten) stellen. • Voor een belaste time-out moet de tijdwaarnemer een time-out klok aanzetten en dient hij het signaal te gebruiken nadat 50 seconden van de time-out verstreken zijn. • De tijdwaarnemer moet met een erg luid signaal het verstrijken van de speeltijd van iedere periode of verlenging aangeven. Indien het signaal van de tijdwaarnemer weigert of niet gehoord wordt, moet de tijdwaarnemer andere middelen gebruiken om de hoofdscheidsrechter onmiddellijk te waarschuwen.

  33. 24” operator • Zet apparaat in gang bij balbezit op het terrein. • Stopt apparaat bij fluitsignaal en wanneer de bal de ring raakt bij een doelpoging

  34. 24” operator Reset • Wanneer de bal de ring raakt bij een doelpoging, terug in gang wanneer eerste speler op terrein balbezit heeft • Wanneer de andere ploeg balbezit op het terrein verwerft • Wanneer fout gefloten wordt. Pas resetten na aanduidingen van de scheidsrechter ! • Voor overtreding zoals voetbal (scheidsrechter geeft teken) • Voor spelonderbreking niet veroorzaakt door ploeg in balbezit

  35. 24” operator Niet Resetten: • Voor overtreding zoals bal buiten • Voor spelonderbreking veroorzaakt door ploeg in balbezit • Voor dubbelfout waarbij ploeg in balbezit mag inwerpen • Voor sprongbalsituatie waarbij ploeg in balbezit mag inwerpen

  36. Scorer en assistent-scorer • Wedstrijdblad: • Namen en nummers • Fouten • Aantal per speler • Ploegfouten • Time-outs • Lopende score • Vervangingen: De scorer mag zijn signaal alleen dan geven als de bal dood is en voordat de bal weer levend wordt. Het signaal van de scorer onderbreekt noch de wedstrijdklok noch de wedstrijd. Ook maakt dit signaal de bal niet dood.

  37. Vrije worp 2 punten 3 punten einde periode einde wedstrijd De lopende score

  38. Noteren van time-outs en ploegfouten BC Clubke 1234 6 2 x x x x x x x - 7 9 x x

  39. Fouten Hoe worden fouten genoteerd ? • Persoonlijke fout « P » • Onsportieve fout « U » • Diskwalificerende fout « D » • Technische fout speler « T » • Technische fout coach « C » • Technische fout vervanger of ploegbegeleider « B » • Vechten* « F »

  40. Fouten Al deze aanduidingen van de Technische fout gelden eveneens als deze gefloten worden tijdens onderbrekingen ( vóór de wedstrijd, tussen periodes, tijdens de rust of vóór een verlenging ). Als deze gefloten wordt tegen een speler dan wordt deze genoteerd achter de naam van de in overtreding zijnde speler en telt deze mee voor de ploegfouten. Wordt ze echter gefloten tegen de Coach, Assistent coach of ploegbegeleider dan komt deze ten laste van de Coach en telt niet mee voor de ploegfouten.

  41. Vijf fouten • Een speler die 5 fouten heeft begaan, hetzij technische of persoonlijke, moet daarvan op de hoogte worden gesteld, en moet onmiddellijk het speelveld verlaten en vervangen worden binnen 30 seconden. • Een fout begaan door een speler die reeds zijn 5de fout begaan had, wordt aan de coach belast en een ‘B’ zal worden genoteerd op het wedstrijdformulier.

  42. Ploegfouten - Bestraffing • Definitie: Een ploeg krijgt te maken met de ploegfoutenregel nadat deze vier (4) ploegfouten in een periode heeft begaan. • Alle ploegfouten die plaatsvinden tijdens een onderbreking van de wedstrijd worden beschouwd als te behoren bij de periode of verlenging die daar op volgt.  • Alle ploegfouten die plaatsvinden tijdens verlengingen, worden beschouwd als te behoren bij de vierde periode.

  43. Ploegfouten - Bestraffing • Regel: Indien een ploeg zich in de situatie bevindt dat de ploegfoutenregel toegepast moet worden, moeten alle volgende spelersfouten begaan tegen een speler die niet bezig was met een doelpoging worden bestraft met twee vrije worpen in plaats van balbezit voor een inworp.Indien een persoonlijke fout wordt begaan door een speler van de ploeg die een levende bal in bezit heeft of die recht heeft op een inworp, dan wordt die fout niet bestraft met twee vrije worpen. (“aanvallende fout”)

  44. Fouten en bijhorende straffen

  45. Fouten in speciale situaties • Elke fout moet opgetekend worden en alle straffen moeten bepaald worden. De volgorde waarin de fouten begaan zijn, moet vastgesteld worden. • Alle gelijke straffen tegen beide ploegen en alle straffen ten gevolge van een dubbelfout dienen gebruikt te worden om elkaar op te heffen. Nadat de gelijke straffen zijn weggestreept, wordt wat overblijft uitgevoerd. • Het recht op balbezit als onderdeel van de laatste straf welke nog steeds uitgevoerd moet worden heft alle eerdere rechten op balbezit op.

  46. Fouten in speciale situaties • Vanaf het moment dat de bal levend wordt bij de eerste of enige vrije worp of bij een inworp voor de uitvoering van een straf kan die straf niet meer worden gebruikt om de bestraffing van een andere fout op te heffen. • De resterende straffen worden uitgevoerd in de volgorde waarin de bijbehorende fouten plaatsvonden.

  47. Vrije worpen: Wanneer een persoonlijke fout gefloten wordt en de straf is het toekennen van vrije worp(en): • Moet de speler tegen wie de fout is begaan de vrije worp(en) nemen. • Indien er een wissel is aangevraagd voor deze speler dan moet hij eerst de vrije worp(en) nemen voordat hij vervangen mag worden. • Indien de aangewezen speler het veld moet verlaten wegens letstel, vijf fouten of uitsluiting, dan is het zijn vervanger die de vrije worp(en) moet nemen. Wanneer er geen vervanger beschikbaar is, mag om het even welke ploegmaat de vrije worp(en) nemen.

  48. Vrije worpen: De speler die de vrije worp(en) moet nemen: • Moet een plaats innemen vlak achter de vrije worplijn en binnen de halve cirkel. • Het staat hem vrij gelijk welke manier van werpen te gebruiken, mits hij op zo'n wijze schiet dat de bal , zonder de grond te raken,van boven door de basket gaat of de bal de ring raakt.

  49. Vrije worpen: De speler die de vrije worp(en) moet nemen: • Moet binnen de 5 sec. nadat de bal hem door één van de scheidsrechters ter beschikking is gesteld een doelpoging ondernemen. • Mag de vrije worplijn of het veld voorbij de vrije worplijn niet aanraken, voordat de bal door de basket is gegaan of de ring geraakt heeft. • De nemer van de vrije worp is in overtreding als hij een schijnbeweging maakt gedurende het nemen van de vrije worp.

  50. Maximaal vijf spelers (max. 3 verdedigers en max. 2 aanvallers) mogen de voor hen bestemde plaatsen langs het vrije worpgebied innemen, welke één meter diep worden beschouwd. Spelers mogen enkel de plaatsen innemen die voor hen bestemd zijn. De spelers in de plaatsen langs het vrije worpgebied:

More Related