1 / 55

Seksueel overdraagbare aandoeningen: ver van mijn bed?

Seksueel overdraagbare aandoeningen: ver van mijn bed?. Eric Van Wijngaerden. SOA. Gans spectrum van virale, bacteriële, fungale en parasitaire aandoeningen Klassieke SOA vs andere infecties die occasioneel of overwegend seksueel worden overgedragen

zena
Download Presentation

Seksueel overdraagbare aandoeningen: ver van mijn bed?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Seksueel overdraagbare aandoeningen:ver van mijn bed? Eric Van Wijngaerden

  2. SOA • Gans spectrum van virale, bacteriële, fungale en parasitaire aandoeningen • Klassieke SOA vs andere infecties die occasioneel of overwegend seksueel worden overgedragen • Update vanuit het standpunt van de internist, voor de huisarts • Topics anno 2007

  3. SOA • Syfilis • Gonorrhoea • NB: • Lymphogranuloma venereum • HIV infectie

  4. Syfilis

  5. Syfilis • Systemische infectieziekte veroorzaakt door spirocheet: Treponema pallidum • Primaire, secundaire, tertiaire manifestaties en vaak latente infectie NB:congenitale syfilis • Extreem efficiënte overdracht vanuit ulceratieve letsels vol treponemen

  6. Evolutie epidemiologie België

  7. Primaire syfilis • Ulceratieve aandoening, DD • Herpes genitalis • Trauma • Chancroid • Lymphogranuloma venereum • Primoinfectie HIV • … • Incubatie mediaan 3 weken • Maar kan 3 dagen-3 maanden • Nuttig zo slechts eenmalig risico (dus vaak niet)

  8. Primaire syfilis

  9. Primaire syfilis • Pijnloos, geïndureerd, eerst papulair, snel geulcereerd, meestal solitair letsel: “harde sjanker” • Meest mucosaal, kan ook cutaan, op de plaats van inoculatie • Kan zeer klein zijn en gemist worden

  10. Secundaire syfilis

  11. Secundaire syfilis

  12. Latente syfilis • Serologisch bewijs, geen kliniek • Vroege latente (eerste 4, vooral eerste j) • Relaps en reinfectie mogelijk • Infectieus • Late latente • In principe “immuun” • In principe niet besmettelijk (maar…)

  13. Tertiaire syfilis (late syfilis) • Traag progressieve inflammatoire aandoening, extreem variabel • Neurosyfilis • Cardiovasculaire syfilis • Gummata • …

  14. Neurosyfilis

  15. Neurosyfilis

  16. Diagnose van syfilis • Kliniek primordiaal, anamnese van risicocontact • Direct onderzoek van exsudaat van “natte letsels”: donkerveld, fazecontrast • Serologie: meest gebruikt • Aspecifiek, non-treponemaal, reagines • Specifiek, treponemaal

  17. Syfilisserologie: aspecifieke testen • VDRL en RPR meest gebruikt • Zekere correlatie met “activiteit” van de ziekte: ook nuttig voor follow up • Kan nog neg zijn bij prim, hoogste in sec • zou moeten verdwijnen na behandeling • verdwijnt bij latente infectie soms spontaan • Vals positieve testen mogelijk: combineer met specifieke

  18. Syfilisserologie: specifieke testen • Antistoffen tegen T. pallidum antigeen • Specifieke Elisa nu meest gebruikt • Kan negatief zijn bij prim, vooral zo ook HIV • Blijft meestal levenslang positief: niet nuttig voor follow-up • Kan toch ook vals positief zijn (andere spirochetose, SLE…)

  19. Syfilisdiagnose

  20. Syfilis diagnose • Screen voor andere SOA, afhankelijk van contekst, ook follow up (HIV!) • Counseling, evtl gerichte vaccinaties • Contacten behandelen: geen notificatie, via index case NB: verplicht aan te geven aandoening

  21. Syfilis: behandeling • Primaire, secundaire, vroeg latente: • Penadur 2.4 ME IM eenmalig (zwanger: 3x) • Late latente, onvoldoende respons op voorgaande, neurosyfilis uitgesloten: • Penadur 2.4 ME IM 3 x met week interval • Tertiaire, neurosyfilis uitgesloten: • Penadur 3 x idem, initieel hospitalisatie, prednisolone 60 mg voor eerste

  22. Neurosyfilis: behandeling • Alle vormen, hospitalisatie: • Penicilline G 6 x 4 ME IV ged 10 dagen • Ceftriaxone: niet goed gedocumenteerd, noodoplossing • Geen perorale of IM therapie

  23. Syfilis en échte peni allergie • Vroeg doxycycline 200 mg PO x 14 d • Ceftriaxone 1 g IM x 10 d • Laat doxycycline 200 mg PO x 28 d • Ceftriaxone 1 g IM of IV x 14 d • Neuro: zeker geen doxycycline • Ceftriaxone 2 g IV x 10-14 d NB cave kruisallergie en ceftriaxone NB penicillinedesensitisatie te overwegen NB geen azitromycine voor syf

  24. …neurosyfilis uitgesloten? • Lumbaalpunctie: • Neuro of oftalmo symptomen • Therapiefalen: RPR niet factor 4 gedaald na 6 m • Vroeg latent en RPR >32? • Vroeg latent en HIV pos met CD4 < 350? • Laat latent en RPR >32 • Laat latent en HIV pos met CD4 < 350 • Tertiair • Zo indicatie voor LP en geweigerd, behandel als neurosyfilis

  25. Gonorrhoea

  26. Gonorrhoea • Gramnegatieve diplokok: Neisseria gonorrhoeae • Efficiënte transmissie genitaal en anaal, wat minder bij fellatio • Incubatie: dagen (soms tot paar weken) • Locale infectie, enkel op slijmvlies thv inoculatieplaats, met of zonder lokale complicaties • Gedissemineerde infectie zeldzamer

  27. Epidemiologie: USA

  28. Epidemiologie België: WIV • Tijdens peilperiode 2005: 47 gevallen • 41 mannen, 6 vrouwen (hetero) • 30 MSM • 8 hetero • 3 ongekend

  29. Gonorrhoea • Mucopurulente urethritis, cervicitis:

  30. Gedissemineerde infectie

  31. Diagnose • Klinisch beeld: vaak behandeling op kliniek • Expositie-anamnese • Gramkleuring (niet voor pharynx/rectum) • Kweek (Thayer-Martin en verwanten, bloedkweek bij vermoeden diss) • Gevoeligheidsbepaling • DNA testen NB: denk aan andere SOA, volg op, partners…

  32. Fluoroquinoloneresistentie

  33. FQ resistentie België • Referentielabo: krijgt 50% van de gevallen • Referentiebias mogelijk, kan maximaal resistentie “verdubbelen” • Vaak therapie zonder kweek • MSM versus hetero

  34. AB resistentie % in België

  35. Gono: behandeling lokale infectie • Meestal empirisch ingesteld • Geen empirisch fluoroquinolone! • Ceftriaxone 125-(1000) mg IM eenmalig • Spectinomycine 2 g IM eenmalig (niet voor farynx) • (Azitromycine 2 g PO eenmalig) • Vrees snelle resistentieontwikkeling • Tolerantie • Duurste

  36. Gono: behandeling diss infectie • Ceftriaxone 1 g IM of IV x 7 dagen • Eens antibiogram gekend: gericht

  37. Gonokokkeninfectie • Steeds ook behandelen voor niet-gonokokkenuretritis, tenzij uitgesloten: • Azitromycine 1 g PO eenmalig • Doxycycline 2 x 100 mg x 7 dagen • (FQ PO x 7 dagen) • Eenmalige behandeling voor SOA te verkiezen: therapietrouw • Partner(s) niet vergeten, cave ping pong! • Evtl PDPT

  38. Lymfogranuloma venereum

  39. LGV • Chlamydia trachomatis, LGV serovars L1-3 • Endemisch in tropengebieden • Lang alleen gezien in Tropen of bij eenzame toeristen terug van Tropen • Outbreaksituatie enkel bij MSM in West Europa, oa 2003 Amsterdam en Rotterdam, sinds 2004 ook Antwerpen

  40. LGV • Uitgebreidheid van het probleem moeilijk in te schatten • Zeker onvolledige registratie • Moeilijke diagnose: syndromale behandeling • (Nagenoeg) uitsluitend MSM, onbeschermde anorectale blootstelling, meestal specifieke settings • Meeste HIV geinfecteerd (onder andere)

  41. LGV: kliniek in onze setting • Niet klassieke “etterige lymfadenitis” • Wel diep anorectaal ulcus met prominente pijnklachten, bloeding/slijm, tenesme, met of zonder koorts/AAT • Kan zonder behandeling zeer lang aanslepen, lokaal destructief met chronische verwikkelingen • geen antwoord op klassieke AB of behandeling fissuur…

  42. LGV diagnose en therapie • Zekerheidsdiagnose moeilijk • PCR • Serologie C. trachomatis, serovar L1-3 • In praktijk kliniek plus setting plus uitsluiten andere (maar cave dubbel!) plus aspecifieke C. trachomatis-serologie • Doxycycline 2 x 100 mg/d x 21 dagen

  43. HIV infectie • Waar behandeling beschikbaar meer en meer karakter van “chronische ziekte” ipv fatale ziekte • Mortaliteit in ons land drastisch verminderd: minder zichtbaar • Blijvende immigratie uit landen waar prevalentie nog stijgt • Condoom-moeheid…

  44. Nieuwe HIV infectie in België + 50% tussen 1997 en 2005

  45. Nieuwe HIV infectie in België

  46. Nieuwe HIV infectie in België

  47. Nieuwe HIV infectie in België • Risicogroepen blijven zelfde • Vrouwen en mannen uit hoge prevalentie gebieden, vooral Subsaharisch Afrika • Homomannen: de tweede golf • Denk er aan en test met consent!

More Related