1 / 14

Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten

Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten. Paus heeft alle macht. Tot de 13 de eeuw God wil maar één heerser over de samenleving: de paus De paus staat boven de vorsten. De vorst. Vorst: staatshoofd, baas van een land taak: land besturen en vechten tegen ongelovigen

yessica
Download Presentation

Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten

  2. Paus heeft alle macht • Tot de 13 de eeuw • God wil maar één heerser over de samenleving: de paus • De paus staat boven de vorsten

  3. De vorst • Vorst: staatshoofd, baas van een land • taak: land besturen en vechten tegen ongelovigen • Kon afgezet worden door de paus

  4. Wat wilden de vorsten • De vorsten wilden een verdeling van de macht: • De paus is de baas over alle godsdienstige zaken • De vorsten de baas van de staat (bestuur van het land, rechtspraak en oorlogvoering)

  5. scheiding • Scheiding tussen de kerk en staat • Ook wel secularisatie genoemd

  6. Het absolutisme • Vanaf late middeleeuwen (na ±1000 na Chr.) • De macht van de vorsten nam toe • De paus had niet genoeg macht meer om de vorsten af te zetten

  7. autocratie • Er ontstaat een autocratie • Autocratie: een regering van één man • De vorst bezit alle macht in de staat • De vorst hoeft geen verantwoording af te leggen • Deze regeringsvorm heet: het absolutisme

  8. Het absolutisme • Autocratie: een regering van één man • De vorst bezit alle macht in de staat • De vorst hoeft geen verantwoording af te leggen • Deze regeringsvorm heet: het absolutisme

  9. Samenwerking • De vorsten en de kerk werkten in de praktijk nog wel samen • Dit om beiden machtig en sterk te blijven

  10. De zonnekoning • Lodewijk XIV • Droit divin (Goddelijk recht) • De staat dat ben ik (Hij beslist over alles)

  11. Nederland en Engeland zijn anders • In deze landen bestaat al een parlement • Parlement = volksvertegen-woordiging • Adel, geestelijkheid en de bourgeoisie (rijke burgers)

  12. Het parlement stelt minder voor • Vorsten kregen steeds meer macht • De vorst kon bepalen waarneer het parlement bijeenkomt • De vorst kan de adviezen van het parlement naast zich neerleggen

  13. Nederland en Engeland zijn anders • Deze landen hadden heen koningen met een absoluut gezag • Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

More Related