1 / 19

Maten Tijdmaten

Maten Tijdmaten. 1. Tijdmaten. Goed leren. uur. seconde. minuut. 60 x. 60 x. “Als de tijdmaat kleiner wordt, dan wordt het getal groter ”. “Als de tijdmaat groter wordt , dan wordt het getal kleiner ”. uur. seconde. minuut. 60 ÷. 60 ÷. Voorbeeld. uur. seconde. minuut.

wind
Download Presentation

Maten Tijdmaten

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. MatenTijdmaten 1

  2. Tijdmaten

  3. Goed leren uur seconde minuut 60 x 60 x “Als de tijdmaat kleinerwordt, dan wordt het getal groter” “Als de tijdmaat groterwordt, dan wordt het getal kleiner” uur seconde minuut 60 ÷ 60 ÷

  4. Voorbeeld uur seconde minuut 60 x 60 x “Als de tijdmaat kleinerwordt, dan wordt het getal groter” Vul in: 3,5 uur = ____ seconden. Tussen uur en seconde zitten twee stapgroottes van 60. De tijdmaat gaat omlaag, dan gaat het getal omhoog. Dus:. 3,5 x 60 x 60 = 12.600 seconden

  5. Voorbeeld uur seconde minuut 60 ÷ 60 ÷ “Als de tijdmaat groterwordt, dan wordt het getal kleiner” Vul in: 450 seconden = ____ minuut. Tussen seconden en minuten zit een stapgrootte van 60. De tijdmaat gaat omhoog, dan gaat het getal omlaag. Dus:. 450 ÷ 60 = 7,5 minuut

  6. Nog meer voorbeelden 2,5 • 60 = 150 256 ÷ 60 = 4,... 256 – 4 • 60 = 16 88.200 ÷ 60 = 1.470 88.200 ÷ 3.600 = 24,5 Of 1.470 ÷ 60 = 24,5 7 15 20 Controle berekening: 7 • 3.600 + 15 • 60 + 20 • 2,5 uur = minuten • 256 minuten = uur en minuten • 88.200 sec = minuten • 88.200 sec = uur • 26.120 sec = uur en minuten en seconden • 26.120 ÷ 3.600 = 7,… uren • Over 26.120 – 7 • 3.600 = 920 seconden • 920 ÷ 60 = 15,… minuten • Over 920 – 15 • 60 = 20 seconden

  7. Tijdmaten, anders weergegeven Uur • 1 uur = 60 minuten • 1 minuut = 60 seconden • 1 seconde = 1/60 minuut • 1 minuut = 1/60 uur • Een halfuur = minuten • Een kwartier = minuten • Een kwartier = seconden • Een etmaal = uur • Een week = dagen • Een week = uren • Een kwartaal = maanden • Een kwartaal = weken 60 Minuut 60 Seconde 30 15 900 24 7 168 3 13

  8. Een jaar heeft: dagen Behalve in een schrikkeljaar 366 dagen Jaren deelbaar door 4 (eeuwjaren alleen als ze deelbaar zijn door 400) Bijv. 1996, 2000, 2004, 2008, 2012, 2016 enz. kwartalen maanden weken 365 4 12 52

  9. Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 31 28 (schrikkeljaar 29) 31 30 31 30 31 31 30 31 30 31 De dagen van een maand Knokkelmethode!!

  10. Voorbeelden • Je leent op 19 mei een boek voor 28 dagen. • Wanneer moet je het terugbrengen? • Mei = 31 – 19 = 12 dagen • Juni = 28 -12 = 16 dagen  16 juni • Je leent op 17 juni een boek voor 19dagen. • Wanneer moet je het terugbrengen? • Juni = 30 – 17 = 13dagen • Juli = 19 -13 = 6 dagen  6 juli • Je hebt een boek 14 dagen geleend en moet het inleveren op 9 september. • Wanneer heb je het gehaald? • Sept = 9 dagen, over 14 – 9 = 5 dagen • Aug = 31 - 5 = 26  26 aug • Je hebt een boek 40 dagen geleend en moet het inleveren op 6 november. • Wanneer heb je het gehaald? • Nov en okt = 6 + 31= 37 dagen; 3 dagen over • Sep = 30 - 3= 27  27 sep

  11. MatenSnelheidsmaten 11

  12. Snelheidsmaten 120 ÷ 3,6 = 33,3 m/s • 1 m/s = 3,6 km/h • 1 km/h = 1 ÷ 3,6 = 0,278 m/s • Reken 120 km/h om naar m/s. • a) Met het omrekenschema: • 120 km/h = m/s • b) Met een meer logische berekening: • 120 km/h betekent: 120 km afleggen in 1 uur • Afstand in m: 120 km = • Tijd in s: 1h = • Snelheid in m/s = 3,6 km/h 120.000 m 60 • 60 = 3.600 s 120.000 ÷ 3.600 = 33,3 m/s Snelheid = afstand ÷ tijd

  13. Snelheidsmaten 10 • 3,6 = 36,0 m/s • 1 m/s = 3,6 km/h • 1 km/h = 1 ÷ 3,6 = 0,278 m/s • Reken 10 m/s om naar km/h. • a) Met het omrekenschema: • 10 m/s = km/h • b) Met een meer logische berekening: • 10 m/s betekent: 10 m afleggen in 1 sec • Afstand in km: 10 m = • Tijd in h: 1 s = • Snelheid in km/h= 3,6 km/h 0,010 km 1 ÷ 60 ÷ 60 = 0,00027778 h 0,010 ÷ 0,00027778 = 36,0 km/h Snelheid = afstand ÷ tijd

  14. Snelheid = afstand ÷ tijd VoorbeeldHet wereldrecord op de marathon (42 km en 195 m) is 2:03:38 h. Bereken de snelheid van Patrick Makauin m/s en in km/h. In m/s: Afstand in m = 42.195 m Tijd in s = 2• 3.600 + 3 • 60 + 38 = 7.200 + 180 + 38 = 7.418 s Snelheid in m/s = 42.195 ÷ 7.418 = 5,69 m/s In km/h: Snelheid in km/h = 5,69 • 3,6 = 20,48 km/h Of een logische berekening: Afstand in km = 42,195 km Tijd in uren = 2 + 3 ÷ 60 + 38 ÷ 3.600 = 2,060556 h Snelheid in km/h = 42,195 ÷ 2,060556 = 20,48 km/h

  15. Snelheid = afstand ÷ tijd VoorbeeldHet wereldrecord op de 100 m is 9,58 s. Bereken de snelheid van Usain Bolt in m/s en in km/h. In m/s: Afstand in m = 100 m Tijd in s = 9,58 s Snelheid in m/s = 100 ÷ 9,58 = 10,44 m/s In km/h: Snelheid in km/h = 10,44 • 3,6 = 37,58 km/h Of een logische berekening: Afstand in km = 0,1 km Tijd in uren = 9,58 ÷ 3.600 = 0,002661 h Snelheid in km/h = 0,1 ÷ 0,002661 = 37,58 km/h

  16. MatenMaat in de praktijk 16

  17. Meten met maten Welke maten worden gehanteerd bij de volgende grootheden? • De inhoud van een fles limonade. • De gemiddelde snelheid per uur van een wandelaar. • Het gewicht van een pak meel. • De lichaamstemperatuur. • Het geheugen van een iPad. • De maat van fietsbanden. • De lengte van een volwassen persoon. • De duur van een speelfilm. • De velgen van de banden van een auto. • De hoogte van een deur. • Het gewicht van een kippenei. • De hoogte van een etage van een woning. • De diameter van een vaas. • De inhoud van een container. • liter l • km per uur km/h • kilogram of gram kg of g • graden Celsius C • bytes of gigabyte B of GB • inches of centimeter in of cm • meter m • minuten min • inch in • meter m • gram g • meter m • centimeter cm • kubieke meter of liter m3 of l

  18. te maken opgaven werkschrift Bestudeer: De aantekeningen (de gemaakte voorbeelden) Maak: Opdrachten xx, xx, xx, xx, xx, xx

  19. Te maken opgaven Ik wil nog even oefenen Maak: Opdrachten xx, xx, xx, xx, xx, xx Ik kan het wel Maak: Opdrachten xx, xx, xx, xx, xx, xx Voor mij is dit erg gemakkelijk Maak: Opdrachten xx, xx, xx, xx, xx, xx

More Related