1 / 42

Belastingrecht

Belastingrecht. Minor Financieel Advies en Ondersteuning , 2012-2013. Belastingrecht. Blok 1. Belastingrecht - literatuur. Inkomstenbelasting , theorieboek Inkomstenbelasting , werkboek Tip: Belastingalmanak van Elsevier. Agenda blok 1 belastingrecht. Week 1: H 1 en 2

vinny
Download Presentation

Belastingrecht

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Belastingrecht Minor FinancieelAdvies en Ondersteuning, 2012-2013

  2. Belastingrecht Blok 1

  3. Belastingrecht - literatuur • Inkomstenbelasting, theorieboek • Inkomstenbelasting, werkboek • Tip: Belastingalmanak van Elsevier

  4. Agenda blok 1 belastingrecht Week 1: H 1 en 2 Week 2: H 4 (4.19 t/m 4.46) en H11 Week 3: H 3 en 4 (4.1 t/m 4.19) Week 4: H 5 en 6 Week 5: H 7 en 9 Week 6: aangifteinkomstenbelasting Week 7: aangifteinkomstenbelasting en tentamentraining

  5. Hoofdstuk 4 Heffingsgrondslaguitwerk en woning (box 1)

  6. Box 1 inkomen • + Winst uit onderneming • + Belastbaar loon • + Belastbaar resultaat overige werkzaamheden • + Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen • + Belastbare inkomsten eigen woning • + Negatieve uitgaven inkomensvoorzieningen • + Negatieve persoonsgebonden uitgaven • - Aftrek geen/geringe eigen woningschuld • - uitgaven inkomensvoorziening • - Persoonsgebonden aftrek ------------------------------------------------------------------- +/+ • Inkomen uit werk en woning • Te verrekenen verlies uit werk en woning ------------------------------------------------------------------- -/- Belastbaar inkomen uit werk en woning

  7. Belastbaar loon • Wet LB -> belastbaar loon = loon verminderd met de reisaftrek • Wet IB -> loonbegrip gelijk aan dat in de LB, echter plus fooien en andere prestaties van derden (werkelijk genoten bedrag) • Alle ontvangen fooien moeten in de IB worden aangegeven • In de LB: werkgever betaalt lager bruto loon dan volgens cao of contract zou moeten -> verschil is fooi

  8. Voorbeeld fooien • CAO loon EUR 1.000 • Bruto loon EUR 900 • Fooi EUR 100 Loonheffing over EUR 900 + EUR 100 = EUR 1.000 Werkelijke fooien EUR 250 Voor IB: 900 + (250 – 100) = EUR 1.150

  9. Reisaftrek (1) • De enige aftrekpost voor belastbaar loon • Max EUR 1.989 per jaar • Openbaar vervoer! • Van toepassing op werknemers die geregeld binnen een tijdsbestek van 24 uur heen en weer reizen tussen woning en werkplek • Enkele reisafstand moet min 10 km zijn • Openbaarvervoerverklaring of een reisverklaring • Tenminste 1 x per week reizen tussen woon- en werkplaats (40-dagenregeling)

  10. Reisaftrek (2) • Werkgever mag ook de volledige kosten van openbaar vervoer onbelast vergoeden • Zo niet, dan reisaftrek • Hoogte van reisaftrek hangt af van het aantal gereiste kilometers

  11. Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (1) • Inkomsten die geen belastbaar loon vormen en ook geen winst uit onderneming • Soort van restcategorie • Behandeling lijkt op de behandeling van winst uit onderneming (wuo) • Voorbeelden: geven van lezingen, freelancewerkzaamheden, vervullen van een politieke functie (Gemeenteraad, wethouder), etc. • Geen dienstbetrekking

  12. Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (2) • Freelancer: • Opting-inregeling -> freelancer is pseudo werknemer -> LB • Pseudo ondernemer -> resultaat uit overige werkzaamheden

  13. Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden (3) • Voor de bepaling van het resultaat is aansluiting gezocht bij de fiscale behandeling van wuo • Echter geen: • FOR • Omzetting in BV • Ondernemersaftrek • Administratieplicht

  14. Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen • Pensioen en VUT vallen onder belastbaar loon • AOW, Anw, WIA, WW, IOAW, ZW en bijstandsuitkeringen vallen ook onder belastbaar loon • Overige periodieke uitkeringen vallen onder belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen -> lijfrenten, alimentatieuitkeringen e.d. • Partneralimentatie is belast, kinderalimentatie is onbelast • Kosten die zijn gemaakt tot verwerving, inning en behoud van periodieke uitkeringen en verstrekkingen, zijn aftrekbaar (bv advocaat- en proceskosten en incassokosten)

  15. Hoofdstuk 11 Voorwerp van de Loonbelasting

  16. Begrip Loon • Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten • Zeer ruim loonbegrip (ook tantiemes, bonussen, vakantiegeld, pensioen, wachtgeld, schadeloosstellingen, winstaandelen, belaste onkostenvergoedingen, fooien)

  17. aanspraken • Tot het loon behoren aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen -> aanspraken behoren tot het loon • Hoofdregel: aanspraak is belast en de latere uitkering is onbelast • Omkeerregel -> aanspraken zijn onbelast, uitkering is belast • Bekendste voorbeeld: pensioen, VUT e.d.

  18. aandelenoptierechten • Methode om bepaalde werknemers te belonen • Vormt loon in natura • Belastingheffing vindt plaats op moment dat optierechten worden uitgeoefend of vervreemd • Het feitelijk behaalde voordeel is belast voor de Wet LB

  19. Vrijgesteld loon • Vrije vergoedingen en vrije verstrekkingen -> behoren niet tot het loon als ze naar maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren • Onbelaste uitkeringen / verstrekkingen -> schadevergoedingen prive-eigendom, eenmalige overlijdensuitkeringen, gelegenheidsgeschenken, inrichting van de werkruimte in de woning van de werknemer, • Verlofsparen en levensloopregeling

  20. Werknemer en tevens ab-houder • Fictieve dienstbetrekking • Gebruikloonregeling -> • Min EUR 41.000 bruto per jaar • Salaris van de best betaalde werknemer • 70% van het gebruikelijk loon

  21. Privegebruik auto van de zaak • Vorm van loon in natura • In beginsel 25% van de cataloguswaarde van de auto wordt bij het belastbaar loon opgeteld (bijtelling) • Afhankelijk van de CO2-uitstoor kan dit bijtellingspercentage lager zijn (0%, 14% of 20%) • Kilometergrens privekilometers -> 500 km • Minder dan 500 prive kilometers -> ‘verklaring geen prive gebruik auto’ van de Belastingdienst • Inhoudingsplichtige is de werkgever • Auto’s ouder dan 15 jaar -> WEV ipv cataloguswaarde

  22. Vrije vergoedingen en verstrekkingen (1) • Vrije vergoedingen -> vergoedingen voor zover zij geacht worden te strekken tot bestrijding van de kosten, lasten en afschrijvingen ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Het betreffen voordelen die naar maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren. • Onbelaste vergoedingen -> in geld • Onbelaste verstrekkingen -> in natura

  23. Vrije vergoedingen en verstrekkingen (2) • Benoemde vrije vergoedingen: • Consumpties tijdens werktijd • Werkkleding • Vakliteratuur • Representatiekosten • Cursussen, congressen, studiereizen e.d. • Muziekinstrumenten, gereedschap e.d. • Verhuizing • Opleiding/studie • Openbaar vervoer • Vaste reiskostenvergoeding

  24. Uitgezonderde vrije vergoedingen • Onbelaste vergoeding voor woon-werkverkeer (max EUR 0,19 per kilometer) • Bedrijfsfitness • Werkruimte thuis • Telefoon en internet • Persoonlijke verzorging • Personeelsverenigingen e.d. • Personeelsreizen, personeelsfestiviteiten e.d. • Huisvesting buiten de woonplaats ter zake vddb • Misdrijven

  25. Overigen • Vaste onbelaste onkostenvergoeding

  26. Hoofdstuk 4 Overige inkomsten box 1

  27. Belastbare inkomsten uit eigen woning • Voordelen uit eigen woning (EWF) vermeerderd met het voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning (KEW/SEW/BEW) en verminderd met de op de voordelen uit eigen woning drukkende aftrekbare kosten • Aftrekbare kosten -> rente en kosten die samenhangen met de financiering van de verwerving, het onderhoud of de verbetering van de eigen woning en periodieke betalingen ingevolge de rechten van erfpacht, opstal en beklemming

  28. Het begrip eigen woning • De eigen woning die anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat -> de hoofdwoning • Tweede woning -> box 3 • Bij twee woningen moet worden gekozen • Op eenmaal gedane keuze kan niet meer worden teruggekomen

  29. Bijzondere situaties van eigen woning • Bijzondere situaties waarbij EW-regeling van toepassing is voor een periode van 2 jaar: • Leegstaande woning ivm verkoop • Woning wordt verbouwd of is in aanbouw • Woning dient voor een partner als hoofdverblijf ivm scheiding • Verblijf in AWBZ-zorginstelling • De (dubbele) hypotheekrenteaftrek blijft van toepassing in box 1 • Geldt ook voor: tijdelijke uitzending naar buitenland en woning tijdelijk ter beschikking stellen aan derden, maar dan voor de werkelijke periode

  30. Eigenwoningforfait (EWF) • Uitgangspunt is WOZ-waarde • Tussen EUR 75.000 en EUR 1.040.000 -> 0,60% van de WOZ-waarde • Zie blz. 29 studiehulp • Fiscale partners mogen kiezen bij wie van hen het saldo van het EWF en de hypotheekrente geheel of gedeeltelijk wordt aangegeven • Elke verdeling is toegestaan, zolang 100% van het saldo wordt aangegeven

  31. Overige aandachtspunten bij eigen woning • Tijdelijke verhuur -> 70% van de huur vormt box 1 inkomen uit eigen woning • Kamerverhuurvrijstelling -> EUR 4.410 • EWF voor volledige woning • Rente voor volledige woning aftrekbaar • Toedeling EWF tussen partners (niet fiscaal partners)-> naar rato van eigendomsverhouding. Idem voor renteaftrek, naar rato van ieders aandeel in de schuld

  32. Voordeel uit kapitaalverzekering (1) • KEW in box 1, overige kapitaalverzekeringen in box 3 • KEW indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: • Uitkering kan uitsluitend worden aangewend voor aflossing eigenwoningschuld (EWS) • Premiebetaling minimaal 15/20 jaar • Premie binnen verhouding 1:10 • Polis geeft recht op eenmalige uitkering • Polis is afgesloten bij professionele levensverzekeraar

  33. Voordeel uit kapitaalverzekering (2) • Rentebestanddeel eenmalige uitkering onbelast voor zover de uitkering: • Niet hoger is dan EUR 34.900 bij min. 15 jaar premie betaling • Niet hoger is dan EUR 154.000 bij min. 20 jaar premie betaling • Vrijstelling geldt ook indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan maar de eigen woning wordt verkocht of men emigreert • Als meer wordt uitgekeerd dan de vrijstelling, is het rentebestanddeel in het meerdere belast (hoef je niet te kunnen berekenen)

  34. Voordeel uit kapitaalverzekering (3) • Men kan slechts een maal in het leven gebruik maken van de wettelijke vrijstelling • De vrijstelling kan wel in fasen worden opgesoupeerd • Fiscaal partners hebben samen een dubbele vrijstelling • SEW en BES gelijk gesteld aan KEW

  35. Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve • Bijleenregeling -> overwaarde (vervreemdingssaldo) die gerealiseerd is, dient te worden aangewend voor de aankoop van een nieuwe woning • Eigenwoningreserve = overwaarde minus kosten gemaakt bij de verkoop (makelaarskosten e.d.) • Ter grootte van de eigenwoningreserve wordt geen hypotheekrenteaftrek verkregen • EWR blijft 3 jaar in stand, daarna is deze ‘vervlogen’

  36. Voorbeeld eWR Verkoopopbrengst oude woning 350.000 Hypothecaire geldlening 250.000 –Overwaarde 100.000 Koopprijs nieuwe woning 400.000 Eigen geld 100.000 – Oude hypothecaire geldlening 250.000 – Bijleenbedrag 50.000 Aftrek hypotheekrente voor maximaal 300.000 (bijleenbedrag + oude hypothecaire geldlening)

  37. Aftrekbare kosten eigen woning (1) • Rente en kosten van (hypothecaire) geldleningen ter financiering van de aankoop, onderhoud of verbetering van de eigen woning (EWS) • Periodieke betalingen inzake de rechten van erfpacht, opstal of beklemming • Rente van schulden die zijn aangegaan ter afkoop van de hiervoor genoemde rechten Voorbeelden: afsluitprovisie, taxatiekosten ivm geldlening, kosten van notaris ivm geldlening, boeterente, etc.

  38. Aftrekbare kosten eigen woning (2) • Renteaftrek voor max 30 jaar • Voor bestaande schulden op 01-01-2001 begint de termijn vanaf dat moment te lopen • Voor nieuwe leningen vanaf datum afsluiting • Niet aftrekbare kosten: • Rente van bijleenhypotheken(financiering van de rente van de EWS) • Taxatiekosten ivm aankoop woning • Notariskosten ivm transport • Makelaarskosten • Overdrachtsbelasting • Verhuiskosten • Aanlegkosten van een tuin

  39. Aftrek wegens geen of geringe eWS • Aftrekpost is gelijk aan verschil EWF en aftrekbare kosten • Geen EWS dan wel een geringe • Maatregel ter stimulering van aflossen EWS

  40. Uitgaven voor inkomensvoorzieningen • Lijfrenten, andere periodieke uitkeringen en verstrekkingen en WAZ-uitkeringen • Betaalde premies mogen in aftrek worden gebracht: • Lijfrenten ter compensatie van pensioentekort • Lijfrente voor meerderjarig invalide (klein)kind (onbeperkt) • Periodieke uitkeringen en verstrekkingen inzake invaliditeit, ziekte of ongeval • Lijfrente = een aanspraak ogv een overeenkomst van levensverzekering op vaste en gelijkmatige uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden en welke aanspraak niet kan worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven of tot voorwerp van zekerheid kan dienen

  41. Aftrekbare lijfrentepremie • Jaarruimte en reserveringsruimte (inhaalruimte) • Aantonen pensioentekort dmv jaarruimteberekening • 17% x PG – F – 7,5 x A (zie blz. 30 studiehulp) • PG = inkomen – 11.829 • F = afdracht FOR • A = pensioenaangroei • Reserveringsruimte -> de niet-benutte jaarruimten van de afgelopen 7 jaar • Max. 17% van de premiegrondslag van het betreffende jaar • 6.989 of bij ouder dan 55 jaar 13.802

  42. Voorbeeld jaarruimte Inkomen Gerda 50.000Pensioenaangroei 150 Dotatie FOR 2.000 Jaarruimte: 17% x (50.000 – 11.829) – 2.000 – (7,5 x 150) = 6.489 – 2.000 – 1.125 = 3.364

More Related