1 / 8

La voix passive

La voix passive. De lijdende vorm. Regel. Irène eet de appel  de appel wordt opgegeten door Irène. Irène mange la pomme la pomme est mangée par Irène. De lijdende vorm wordt gevormd door être + volt.deelw .+ par (niet altijd). Let op! Être betekent dan niet zijn maar worden .

verda
Download Presentation

La voix passive

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. La voixpassive De lijdende vorm

  2. Regel • Irène eet de appel  de appel wordt opgegeten door Irène. • Irène mange la pomme la pomme est mangéepar Irène. • De lijdende vorm wordt gevormd door être + volt.deelw.+ par (niet altijd). • Let op! Être betekent dan niet zijn maar worden. • Kijk naar het schema:

  3. Comparaison (vergelijking) L’actif (de bedrijvende vorm) Le passif (de lijdende vorm) • Papa me réveillechaquematin. Vader maakt mij elke ochtend wakker. • Papa m’aréveillécematin. Vader heeft mij vanochtend wakker gemaakt. • Papa me réveillerachaquematinvader zal mij elke ochtend wakker maken. • Je suis réveillé(e) chaquematinpar papa. Ik word elke ochtend wakker gemaakt door vader. • J’aiétéréveillé(e) cematinpar papa. Ik werd vanmorgen wakker gemaakt door vader. • Je serairéveillé(e) chaquematinpar papa. Ik zal ieder ochtend wakker gemaakt door vader.

  4. D’autresexemples… • Le professeur a puni le garçon le garçon a été puni par le professeur. • Le directeur a invité la secrétaire  la secrétaire a été invitée par le directeur. • En 1998 la France a gagné la coupe du monde de football en 1998, la coupe du monde de football a été gagnée par la France.

  5. Attention! • Degene die de handeling uitvoert, wordt aangegeven met par (door).L'examen est craint par les élèves. Het examen wordt gevreesd door de leerlingen. • Maar degene die de handeling uitvoert, staat er niet altijd bij.Mon sac a été volé. - On a volé mon sac. (geen par)

  6. Suite.. • Omdat het hulpwerkwoord être is, wordt de accord-regel toegepast. • La salle a été ferméel'an dernier. De zaal is vorig jaar gesloten (geworden).

  7. Maintenant, onexerce au tableau! • Mettez à la formepassive: • La police a arrêté les manifestants. • Hier, on a volémonsac. • Lecambrioleur a tuélepropriétaire de la villa. • L’universitéferaune enquête sur letaux de chômage en France.

  8. Blijf oefenen! • Met Grandes Lignes digitaal (op mijn website) en Référence blz. 19.

More Related