1 / 52

Springcourse 2008

Springcourse 2008. college 1. Springcourse 2008 - 1. opzet: link met minor Maatwerk in Onderwijszorg begripsbepaling: gedragsproblemen gedragsstoornissen gedragsproblematiek curatief? preventief! inventarisatie (placemat): eigen ervaringen uitwisselen

taffy
Download Presentation

Springcourse 2008

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Springcourse 2008 college 1

  2. Springcourse 2008 - 1 • opzet: • link met minor Maatwerk in Onderwijszorg • begripsbepaling: • gedragsproblemen • gedragsstoornissen • gedragsproblematiek • curatief? • preventief! • inventarisatie (placemat): • eigen ervaringen • uitwisselen • onderwijszorg preventief: pedagogisch klimaat

  3. Springcourse 2008 - 1 • minor Maatwerk in Onderwijszorg • logopedie: signaleringsonderzoek • Nederlands: bronnenstudie / handelingsplan • rekenen: bronnenstudie / handelingsplan • pedagogiek: bronnenstudie / handelingsplan • verdiepend onderzoek • reflectief logboek • NB: MiO ↔ SLZ

  4. Springcourse 2008 - 1 • gedragsprobleem? / gedragsstoornis?

  5. Springcourse 2008 - 1

  6. Springcourse 2008 - 1 • curatieve aanpak – achteraf • preventieve aanpak: vooraf • placemat: • wat voorkomt gedragsproblematiek? • 8 minuten: schrijf op • 8 minuten: wissel uit en kom tot gezamenlijk ‘lijstje’ met 5 meest succesvolle aanpak • uitwisseling •  pedagogisch klimaat

  7. Springcourse 2008 - 1 • definitie pedagogisch klimaat? • een totaal aan aanwezige en bewust gecreëerde omgevingsfactoren dat inspeelt op het welbevinden van het kind waardoor het zich in meerdere of mindere mate kan ontwikkelen. bron: Meer dan onderwijs, Alkema et al.

  8. Springcourse 2008 - 1 • aspecten pedagogisch klimaat: • authenticiteit • inlevingsvermogen • aandacht • vertrouwen • gezag • respect

  9. Springcourse 2008 - 1 • beïnvloeden pedagogisch klimaat (Bos, 2003): • leeromgeving: ordelijk / functioneel • respect lk-ll • onderling respect leerlingen • zelfvertrouwen • omgangsregels • structuur • uitdagende leeromgeving • zelfstandigheid / verantwoordelijkheid

  10. Springcourse 2008 - 1 • Stevens: • relatie • autonomie • competentie

  11. Springcourse 2008 - 1 • succesvoorbeelden uit de onderwijspraktijk: • relatie • autonomie • competentie

  12. Springcourse 2008 - 1 • signaleren!!!! • hoe pak je dat aan? • wat is belangrijk? • let op concreet, waarneembaar gedrag; • geef geen waardeoordeel, maar beschrijf wat je ziet; • betrek de context, waarin het gedrag plaatsvindt, erbij; • laat meerdere docenten observeren • LVS?

  13. Springcourse 2008 - 1 • welke signaleringsinstrumenten zijn er? • EGGO – Eerste Genormeerde Gedrags Observatiekaart (PRAVOO) • VISEON (CITO) • Leefstijl • Zorgkast (www.siabo.nl) • …..

  14. Springcourse 2008 - 1 • gedragsproblemen • wiens probleem? • gevoel / verstand • objectief / subjectief • normaal / abnormaal • aangepast / niet aangepast • meetbaar maken: • frequentie • duur • omvang • gevolgen

  15. Springcourse 2008 - 1 GEDRAGSTHEORETISCHE BENADERING • gedragleerling: gedragsbeïnvloeding: • gewenstgedragversterken • positief gevolgenprettig • negatief onplezierigegebeurtenisverdwijnt • gewenstgedragversterken (maardananders…) • primair (levensbehoefte: snoep…) • secundair (sociaal: compliment, ietsleuks, feedback, …) • continu • onderbroken •  ratio (elke 3e keer) •  interval ( bep. tijd)

  16. Springcourse 2008 - 1 • gewenst gedrag versterken • mogelijke werkwijze • visualiseren • afsprakenkaart / contract • zelfmanagement • versterkersmenu (als  dan) • soorten versterkers: • sociaal • ruil • activiteiten • materieel

  17. Springcourse 2008 - 1 • verminderenongewenstgedrag door uitdoving: • versterkengewenstgedrag • negerenongewenstgedrag • verminderenongewenstgedrag door straf: • wegnemenplezierigegevolgen • respons – cost (bepaald gedrag kost je iets, daarmee raak je iets kwijt) • time-out • toedienenvervelendegevolgen • materieel • sociaal • activiteit • fysiek

  18. Springcourse 2008 - 1 PAUZE

  19. JE HOORT ERBIJ!Een spel ter bevordering van de integratie en acceptatie van leerlingen met autisme in het basis- en voortgezetonderwijs

  20. Springcourse 2008 - 1 • autisme • ervaringen? • voorkennis? • opzet: • kommerbijspel • dvd: de zusvan Einstein • ppt. leerling met Asperger

  21. Een uitgave van het Landelijk Netwerk Autisme (LNA) en het Steunpunt Autisme noord Nederland van de Koninklijke Effatha Guyot GroepBewerking : Sylvia Hasper en Désirée NobelsIllustraties : AuticomicsGebaseerd op:Het ‘Kommerbijspel’ dat in 2004 is ontwikkeld door het G.On.-team BuS.O. Sint-Gregorius, Gentbrugge, België

  22. De doelgroep • Leerlingen van groep 7/8 van de basisschool • Leerlingen in het 1e jaar van het voortgezetonderwijs • Tijdens of na het volgen van de cursus ‘autisme in de klas’ • In het schoolteam tijdens een studiebijeenkomst of thematische team vergadering

  23. Doelstellingen • Bevorderen van de acceptatie en/of integratie van de leerling met autisme in het basisonderwijs en voortgezetonderwijs. • Informatie verstrekken over een bepaalde handicap of stoornis. In dit specifieke geval: informatie verstrekken over leerlingen met autisme. Bijkomende doelstellingen: • Kennis maken metautisme spectrum stoornissen (ASS) • Kennis maken met de eigenheid van leerlingen met een ASS • Bewustwording van anders zijn • Kunnen discussiëren over de aangeboden onderwerpen • Leren rekening te houden met de leerling met een ASS • Handreikingen aanbieden om een leerling met een ASS te helpen

  24. Spelers • Je hoort erbij’ kan worden gespeeld met een groep van minimaal vijf en maximaal tien spelers. Een spelleider (leerkracht of begeleider) houdt de handleiding met de antwoorden bij de hand en bewaakt het groepsproces.

  25. De duur van het spel • Tijdens één lesuur • Over meerdere lesuren of dagen verspreid afhankelijke van het aantal doelgroepen

  26. Spelregels • In een kring aan een tafel • Kaartjes op kleur op stapeltjes • Gooien met de kleuren dobbelsteen • Beantwoordt de vraag die correspondeert met de kleur van de dobbelsteen. • Als je wit gooit mag je zelf een categorie kiezen In dit spel vallen geen punten te behalen

  27. De vragen De vijf categorieën vragen/opdrachten en hun kleuren zijn: Kennisvragen - Oranje Doe-opdrachten - Geel Stellingen - Groen Multiple choice-vragen - Rood Situaties - Blauw

  28. Belangrijk om te weten • De spelleider heeft de handleiding bij de hand met alle antwoorden en achtergrond informatie • Multiple choice (rode kaartjes): De spelleider heeft de antwoorden op papier • Discussiepunten (groene kaartjes): de leerlingen zijn er mee eens of niet, maar moeten telkens een gemotiveerd antwoord geven. • Doe-opdrachten (gele kaartjes): sommige opdrachten worden alleen uitgevoerd door de leerling die de dobbelsteen geworpen heeft, andere opdrachten worden door de hele groep uitgevoerd. • Kennisvragen (oranje kaartjes): De spelleider heeft de antwoorden op papier. • Situaties (blauwekaartjes): hier geven de leerlingen eigen antwoorden.

  29. Evaluatie Twee manieren om te evalueren De discussiestoelMogelijke verwerkingsvragen/stellingen: • Wat hebben we geleerd? • Wie wil iets vertellen over het spel? • Wat deed je het liefst tijdens het spel? • Waarom? • Ik kijk nu anders naar een leerling met autisme. Leg uit waarom. Flappen evaluatie • Hoe sta je nu tegenover autisme in het algemeen? • Zal je houding veranderen ten opzichte van een leerling met een stoornis of handicap in je klas? Hoe? • Wat leerde je uit deze activiteit? • Welke info die je nu kreeg, zou iedereen hier op school moeten krijgen? • Wat betekent autisme nu voor jullie? Waarom? • Welke extra inspanningen gaan jullie nu doen om beter contact te krijgen met de leerling met autisme die in de klas zit?

  30. Veel succes met het spel!!

  31. De zus van Einstein • 'De zus van Einstein' is een voorlichtingsvideo over autisme voor kinderen van ong. 10 - 14 jaar. Voor broertjes, zusjes, klasgenoten, buurtkinderen, clubgenoten, etc. Maar ook voor 'grote mensen' is deze film een eye-opener gebleken. • "Ik weet niet hoe ik moet troosten, kan iemand mij daar een handleiding voor geven?" Dat vraagt Ivo zich af in de video wanneer hij uitlegt hoe hij autisme ervaart. • Er komen kinderen met autisme aan het woord en kinderen uit hun omgeving zoals een broer, een klasgenote en een vriend. Niet alleen studiebollen maar ook eigentijdse tieners. Kinderen met autisme zijn immers niet allemaal hetzelfde!.

  32. Ik ben speciaal Binnenkant, buitenkant, iedereen is uniek

  33. Iedereen heeft kenmerken • Innerlijke kenmerken: dat is je karakter vb: - nieuwsgierig - actief - eenzaam

  34. Uiterlijke kenmerken: hoe je er uit ziet vb: - de kleur van je ogen - je haarkleur - je huidskleur - je lengte

  35. Anderszijn • Soms werkt ons lichaam niet helemaal goed. Dit kan komen door: • - een ziekte • - een stoornis • - een handicap

  36. Er zijn verschillen tussen die drie • Ziekte : wanneer wij ziek zijn werkt ons lichaam minder goed. • Stoornis: Soms werkt iets niet of minder goed in ons lichaam dat niet genezen kan worden. • Handicap: Dingen die je niet goed kunt in het dagelijks leven, doordat de stoornis heel erg is.

  37. Handicap • Wie een handicap heeft, kan niet alles in het dagelijks leven. • Wie een handicap heeft kan sommige dingen niet of minder goed, maar andere dingen juist weer wel Vb: iemand die blind is kan heel goed horen.

  38. Verschillende soorten handicaps • Een handicap aan: • Je ogen • Je oren • Je spieren • Je hersenen

  39. Hulpmiddelen • Soms heeft een gehandicapt iemand een hulpmiddel nodig.

  40. Autisme Autisme is een stoornis in de hersenen. Autisten hebben vooral problemen met: • Omgaan met anderen • Communicatie • Soepel denken en doen

  41. waarnemen verwerken versturen waarnemen verwerken versturen hersenen • Normaal: • Autisme:

  42. DUS Bij mensen met autisme gaat het mis bij het verwerken van de informatie die binnenkomt. Doordat het verwerken mis gaat,gaat het versturen ook mis.

  43. IK BEN B Ik ben anders dan jullie. Ik zie er anders uit, net als iedereen Ik heb een ander karakter net als iedereen. EN……………………………………………

  44. IK HEB AUTISME!!!!!!!!!!!! IK BEN DUS SPECIAAL!!!!! EIGENLIJK BEN IK DUS EEN BEETJE GEHANDICAPT. IK HEB HULP NODIG.

  45. TALENTEN IK KAN HEEL VEEL DINGEN GOED ZOALS: • LEREN • LEZEN • FANTASEREN

  46. Sommige dingen kan ik minder goed: • Omgaan met anderen. • Ik begrijp dingen soms verkeerd. • Ik weet niet goed hoe ik vrienden moet maken. • Dingen doen met anderen. • Ik word bang als er geen bekenden in de buurt zijn.

  47. Moeilijkheden met communicatie • Als er teveel door elkaar heen gepraat wordt, raak ik in de war. • Wat anderen zeggen begrijp ik soms verkeerd • Ik vind het moeilijk om hulp te vragen • Ik begrijp niet altijd een grap of plagerijtje. • Ik vind het moeilijk om duidelijk te maken dat ik iets niet begrijp. • Ik schrik soms van harde geluiden

  48. Moeilijkheden in soepel denken en doen • Als iets plotseling verandert raak ik in de war • Ik weet niet goed hoe ik mij moet gedragen in een nieuwe situatie • Ik vind het moeilijk wanneer iemand aan mijn spullen komt • Ik vind het moeilijk wanneer iets niet gaat zoals ik gedacht had

  49. HELP MIJ ALSJEBLIEFT • Als iemand mij pest haal dan de juf. • Als iemand mij pest zeg dan dat ze moeten ophouden. • Laat mij uitpraten als ik iets vertel, praat niet door mij heen. • Blijf van mij en mijn spullen af. • Als ik alleen aan het spelen ben laat mij dan met rust en lach mij niet uit. Waarom??????

More Related