1 / 57

Joris Vandenberghe Psychiater Liaisonpsychiatrie, UPC KU Leuven – campus Gasthuisberg

Psychotherapie en Evidence- B(i)ased Psychiatrie: kansen, beperkingen en valkuilen. Joris Vandenberghe Psychiater Liaisonpsychiatrie, UPC KU Leuven – campus Gasthuisberg CGG Leuven – CGG-Vlaams-Brabant Oost. Tekst en referenties. Ppt op de website

suzy
Download Presentation

Joris Vandenberghe Psychiater Liaisonpsychiatrie, UPC KU Leuven – campus Gasthuisberg

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Psychotherapie en Evidence- B(i)ased Psychiatrie: kansen, beperkingen en valkuilen. Joris Vandenberghe Psychiater Liaisonpsychiatrie, UPC KU Leuven – campus Gasthuisberg CGG Leuven – CGG-Vlaams-Brabant Oost

  2. Tekst en referenties • Ppt op de website • Uitgebreide tekst in Tijdschrift voor Psychiatrie, 2008/6, Themanummer Evidence-Based Psychiatrie, 377-385: Grenzen aan evidence-b(i)ased psychiatrie? (gratis full text on line!)

  3. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • Vooroordelen over EBM • Gevaren van EBM • Kritische analyse van EBM • Evidence Based Psychiatrie (EBP) ? • Evidence based psychotherapie??

  4. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • En in het Nederlands ? • Historiek • Waarom EBM ? • Wat is EBM ?

  5. Bewijsgestuurde geneeskunde, geneeskunde gebaseerd op onderzoeksgegevens Wat is Evidence Based Medicine (EBM) ? Evidence (Van Dale): aanduiding, bewijs, getuigenis, duidelijkheid, zichtbaarheid Etymol.: < Lat: evidentia: duidelijke verschijning, klaarblijkelijkheid < ex (uit, geheel en al) + videre (zien) Verwant met weten, wijs.

  6. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • En in het Nederlands ? • Historiek • Waarom EBM ? • Wat is EBM ?

  7. Historiek Geneeskunde, ‘art of curing and caring’, met als basis: • Theoretisch en pathofysiologisch rationale • Klinische ervaring – ‘opinion-based’ • Niet gecontroleerd onderzoek (‘open studie’) Empirische toets ?

  8. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • En in het Nederlands ? • Historiek • Waarom EBM ? • Wat is EBM ?

  9. Waarom EBM? • Gerechtvaardigd wantrouwen tgo. subjectieve perceptie en oordeel • Kritische houding tgo. theoretisch en pathofysiologisch rationale • Toets aan de feiten ! • EBM als antwoord op veranderend spanningsveld Art / Science

  10. Waarom EBM? (vervolg) • Exponentiële toename klinische onderzoeksgegevens vereist strategie • Ethisch argument In GGZ: meer dan 5500 potentieel klinisch relevante artikelen per jaar …dus 15 artikelen per dag te lezen Klinische praktijk loopt achter op onderzoek Klinische praktijk is meer opinion dan evidence-based Gebruik van niet ondersteunde interventies Effectieve interventies te weinig gebruikt

  11. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • En in het Nederlands ? • Historiek • Waarom EBM ? • Wat is EBM ?

  12. Wat is EBM ? • EBM als praktijkvoering (klinisch algoritme) • EBM als beweging, organisatie • EBM als medische epistemologie: oordeel over aard, soorten, validiteit en fundering van kennis

  13. 1 Evidence based praktijk Van positivistisch optimisme naar integratieve benadering • 1992: “de-emphasizesintuition, unsystematic clinical experience and pathophysiological rationale…”(The EBM working group, JAMA) • 1995: EBM as a way to “close the gulf between good clinical research and good clinical practice.”(Rosenberg W, BMJ) • 1996: “integrating clinical experience, pathophysiological knowledge, and patient preferences…”(Sackett DL, BMJ)

  14. 1 Evidence based praktijk (vervolg) Beste beschikbareonderzoeks-gegevens Individuele klinische expertise Evidence based praktijk

  15. 1 Evidence based praktijk (vervolg) Definitie (Sackett, 2000): “The conscientious, explicit and judicious use of current best evidence in making decisions about the care of individual patients. This involves integrating individual clinical experience (and knowledge) with the best available external clinical evidence from systematic research.”

  16. 1 Evidence based praktijk (vervolg) • Geheel van strategieën ( ~ informatietechnologie en klinische epidemiologie) die de clinicus up-to-date houden met de beste beschikbare ‘evidence’. • Een proces van levenslang leren waarbij de zorg voor patiënten de behoefte aan klinisch relevante informatie creëert

  17. 1 Evidence based praktijk (vervolg) Algoritme voor EBM KLINISCH PROBLEEM Evalueer resultaat Formuleer beantwoordbare vraag Pas evidence toe zoals/indien relevant Zoek ‘evidence’ Beoordeel evidence kritisch

  18. 1 Evidence based praktijk (vervolg) • Zijn de resultaten van de studie valide (methodologie) ? • Proefgroep, blindheid, randomisatie, beoordelingsinstrumenten, procedures, data-analyse,… • Zijn de resultaten relevant voor mijn patiënt ? • Is mijn patiënt vergelijkbaar met deze in de studie ? • Zijn de resultaten zowel klinisch als statistisch significant ? • Is de voorgestelde behandeling aanvaarbaar voor mijn patiënt? (voorkeur patiënt) Algoritme: de ‘evidence’ beoordelen

  19. Wat is EBM ? • EBM als praktijkvoering (klinisch algoritme) • EBM als beweging, organisatie • EBM als medische epistemologie: oordeel over aard, soorten, validiteit en fundering van kennis

  20. 2 EBM als beweging • Cochrane database, tijdschriften, verenigingen, structuren aan medische faculteiten • De ‘EBM industrie’ • Nieuwe vormen van authoriteit, expert opinion ? (Feinstein, 1997) • Sociologisch debat

  21. 3 EBM als epistemologie Specificiteit ? “ Unless EBM specifically tells us something about the relationship and priorities of the various forms of medical knowledge, it represents not a ‘new paradigm’ but rather a new name for a still nebulous process called clinical medicine.” (Tonelli, 1998)

  22. 3 EBM als epistemologie (vervolg) Neutrale, atheoretische en onbevangen toets aan de feiten ? Hiërarchie van evidence: • Een “evidence-based” klinische praktijkrichtlijn 2. Een systematisch overzicht van twee of meer gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT) 3. Eén enkele RCT 4. Goed opgezette niet-RCT(bv. case control, cohort) of “case-series” 5. Consensusverklaringen, autoriteiten, comités van experten, enz. ... Sackett 2000

  23. 3 EBM als epistemologie (vervolg) ONDERZOEKSDESIGN hoge interne validiteit ~ meer rigoureus GERANDOMIZEERDE TRIAL COHORT STUDIE CASE-CONTROL STUDIE CASE SERIE INDIVIDUELE GEVALSSTUDIE meer risico op bias

  24. 3 EBM als epistemologie (vervolg) De hiërarchie van evidence weerspiegelt… • … dat kwantitatief onderzoek belangrijker is (hoger gewaardeerd wordt) dan kwalitatief onderzoek • … het primaat van de kwantitatieve, experimentele, analytische methode voor EBM • Objectiveer-, meet-, kwantificeer- en generaliseerbaar • … dat interne validiteit belangrijker is (hoger gewaardeerd wordt) dan externe validiteit

  25. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • Vooroordelen over EBM • Gevaren van EBM • Kritische analyse van EBM • Evidence Based Psychiatrie (EBP) ? • Evidence based psychotherapie??

  26. Vooroordelen over EBM • Niet aangepast aan individuele patiënt. • Geen aandacht voor klinische ervaring. • Koude, onmenselijke, protocolmatige geneeskunde, kookboekgeneeskunde.

  27. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • Vooroordelen over EBM • Gevaren van EBM • Kritische analyse van EBM • Evidence Based Psychiatrie (EBP) ? • Evidence based psychotherapie??

  28. Gevaren van (onoordeelkundig gebruik) EBM (1) • Leidt tot dirigisme (top down), levert gezondheidszorg over aan economie en management(Berk, 1999). • Bemeesterend, controlerend Fundamentele onvoorspelbaarheid, authenticiteit, creativiteit, uniciteit

  29. Gevaren van (onoordeelkundig gebruik) EBM (2) • Reductionisme • Geneeskunde herleid tot wetenschap • Wetenschap herleid tot kwantitatief experimenteel onderzoek • Evidence is duur, macht voor wie geld heeft (Berk, 99: research orphans) • Gevaar van statistische methoden: ‘Met statistiek kan je alles bewijzen’. • Statistische significantie versus klinische relevantie • Subtiele manipulaties, evidence naar zijn hand zetten: ‘tautologie beoefenen’ • Schijn van zekerheid, valse zekerheden • Vertrouwen blijft basis

  30. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • Vooroordelen over EBM • Gevaren van EBM • Kritische analyse van EBM • Evidence Based Psychiatrie (EBP) ? • Evidence based psychotherapie??

  31. Kritische analyse van EBM EBM pretendeert een neutrale methode te zijn, een onbevangen toets aan de feiten maar… • EBM spreekt een waardeoordeel uit over kennis (hanteert een bepaalde epistemologie) • EBM hanteert een impliciet mens- en werelbeeld • EBM baseert zich op een aantal (onbewezen) assumpties

  32. EBM als epistemologie Interne en externe validiteit • Interne validiteit: reproduceerbaarheid, rigoureuze methodologie, geen vertekeningen, verstorende factoren • Externe (ecologische) validiteit: generaliseerbaarheid • Overeenkomst tussen patiënt uit de studie en patiënt in uw therapieruimte ? (14%, Zimmerman 2002) • Overeenkomst tussen context van de studie en klinische context? • EBM kiest voor interne validiteit, generaliseerbaarheid moet indiv. arts beoordelen

  33. EBM als epistemologie (vervolg) Hoge interne validiteit heeft een prijs • Artificiële context (onderzoekscontext) context, sterk verschillend van de klinische context. • Informatieverlies • Meten interfereert met therapeutisch proces

  34. EBM als epistemologie (vervolg) Hoge interne validiteit heeft een prijs: informatieverlies • Men moet de veronderstelde effecten van de onderzochte interventie operationaliseren • en een – vaak kwantitatieve – onderzoeksmethode ~ onvermijdelijk informatie verloren, mogelijk ook over effecten die mijn patiënt juist interesseren (Biswas e.a. 2007). • Dus één aspect scherp in beeld brengen, maar ten koste van blikvernauwing (inzoomen).

  35. Beoordeling ‘outcome’ vanuit klinische waarneming VOORDELEN: • Geïndividualiseerde, ideografische beoordeling. • Totaalindruk in een betekenisvolle, symbolische en relationele context. • Verstehen, erklären en einfühlen (beleving). • Geen interferentie met therapeutisch proces. BEPERKINGEN: • Subjectieve perceptie en oordeel is vertekend (bias) en gekleurd: rol van verwachting, attributie, selectieve herinnering,… • Gesloten systeem: probleem voor generalisatie, communicatie en leren. • Problematische controle en vergelijking. Validiteit ?

  36. EBM als epistemologie (vervolg) Hoge interne validiteit heeft een prijs: artificiële context • impliciete premisse dat werkzaamheid in onderzoekscontext veralgemeend kan worden naar klinische context • Maw dat abstractie gemaakt kan worden van de invloed van context op werkzaamheid • Premisse die allesbehalve evident is, zeker niet in psychiatrie / psychotherapie: taal, betekenis en symbolische en relationele context van groot belang • Mate waarin effecten van interventies contextafhankelijk zijn, beperkt generaliseerbaarheid van bv. RCT-context naar klinische praktijk.

  37. EBM als epistemologie (vervolg) Hoge interne validiteit heeft een prijs: artificiële context • RCT: ander soort interactie en therapeutische relatie: dus denkbaar dat sterk contextafhankelijke interventies wel werken in de ene context (die van de kliniek), en niet of anders werken in de andere context (die van onderzoek).

  38. Begrippenkader en mensbeeld EBM as a way to “close the gulf between good clinical research and good clinical practice.”(Rosenberg W, BMJ, 1995) Risico: geneeskunde herleid tot empirisch klinisch onderzoek Stelling: kloof tussen geneeskunde (psychiatrie) en wetenschap is intrinsiek, onvermijdelijk en wenselijk

  39. Begrippenkader

  40. Begrippenkader (vervolg) • Tradities in kwalitatief onderzoek (Goering, 1996) • Fenomenologie • Etnografie • Psychologie • Kwalitatieve onderzoeksmethoden (Goering, 1996) • Gevalsstudies • Diepte-interviews, focus groepen • Participerende observatie

  41. Begrippenkader (vervolg) • Kwalitatief versus kwantitatief: verschillen zijn genuanceerder • Kwantitatief onderzoek: • Waardevoller? Beter, nauwkeuriger beeld van de werkelijkheid? • Valider? • Succesvoller? • Kwalitatief of kwantitatief: • Afhankelijk van onderzoeksobject en vraagstelling?

  42. Begrippenkader (vervolg) • Kwalitatief én kwantitatief: complementariteit ? • Verklaring voor weerstand tegen EBM, vooral in de psychiatrie. • Rijke traditie stiefmoederlijk behandeld door EBM. • ‘Waarom?’ in EBM. Verstehen. « Car il s’agit de savoir enfin ce que veut dire: être un homme. » • Plaats van betekenis, taal, intersubjectiviteit, communicatie ? • Objectiviteit van psychiatrische ziektebeelden ? • Besluit: niet geëxpliciteerde epistemologie, mens- en wereldbeeld.

  43. Beoordeling ‘outcome’ vanuit effectonderzoek Komt onze waarneming wel overeen met de werkelijkheid ? = wetenschappelijke vraag ! Onvermijdelijk spanningsveld: verschillende methode, doel (en belang) GEVOLGEN: • De objectiverende waarneming is een interventie op zich. • De gecontroleerde observatie vereist een andere setting dan de therapie setting: standaardiseren. • Gewenste effect (outcome) moet worden geoperationaliseerd. • Onderzoeksmethode moet worden gekozen: kwantitatief of kwalitatief ?

  44. Dogma’s en assumpties in EBM • Het primaat van de kwantitatieve, experimentele, analytische methode 2. Het dogma van de interne validiteit in EBM,de assumptie dat er een lineair verband is tussen werkzaamheid, doeltreffendheid en efficiëntie 3. De hiërarchie van onderzoek, RCT als gouden standaard 4. Toepassing van EBM resulteert in een betere gezondheidszorg dan ‘traditionele geneeskunde’ • De assumpties van de statistiek (normaalverdeling, homogeniteit) • De assumptie dat het zoeken van evidence volgens het EBM-algoritme reproduceerbaar is

  45. Dogma’s en assumpties in EBM (vervolg) 1. Het primaat van de kwantitatieve, experimentele, analytische methode • Objectiveer-, meet-, kwantificeer- en generaliseerbaar 2. Het dogma van de interne validiteit in EBM • Interne validiteit: reproduceerbaarheid, rigoureuze methodologie, geen vertekeningen, verstorende factoren • Externe (ecologische) validiteit: generaliseerbaarheid • EBM kiest voor interne validiteit, generaliseerbaarheid moet indiv. arts beoordelen • Overeenkomst tussen patiënt uit de studie en patiënt in uw therapieruimte?

  46. Dogma’s en assumpties in EBM (vervolg) 2. Het dogma van de interne validiteit in EBM (vervolg) • EBM veronderstelt een lineair verband tussen (niet bevestigd door evidence: Hampton 1998): werkzaamheid(efficacy) Werkt het (intrinsiek, beter dan placebo)? experimenteel, klinische studie, RCT doeltreffendheid (effectiveness) Werkt het in de praktijk? quasi-experimenteel, syst. naturalistische observatie efficiëntie (efficiency) Werkt het bij deze patiënt? outcome monitoring • Besluit: werkzaamheid is (slechts) noodzakelijk vertrekpunt • Volstaat rigoureuze methodologie om interne validiteit te garanderen? • Publicatie-bias; gesponsord onderzoek meer kans op gunstig resultaat (Cho 1996) • Inbreng van de sociologie: cultuur, taal, context (Berkwits 1998)

  47. Dogma’s en assumpties in EBM (vervolg) 3. De hiërarchie van onderzoek, RCT als gouden standaard. RCT als gouden standaard. • Oorsprong in de landbouwwetenschappen. Voorwaarden van RCT (Black, 98). • Is RCT geschikt voor klinisch onderzoek ? • Alternatieven De EBM hiërarchie. • Theoretisch rationale, but where is the evidence? • Assumptie: zwakkere methodologie leidt tot overschatting effect (Norman, 1999) NEJM June 22, 2000 Lipsey 1993 (14 000 indiv. studies) 4. Toepassing van EBM resulteert in een betere gezondheidszorg. • Theoretisch rationale, but where is the evidence? (Norman, 1999)

  48. Dogma’s en assumpties in EBM (vervolg) 5. De assumpties van de statistiek (normaalverdeling, homogeniteit). • Homogeniteit veronderstelt valide diagnosen. Probleem in de psychiatrie: DSM (Van der Kolk), ontbreken van etiologisch – pathogenetische as (Van Praag) • Psychotherapie-onderzoek: ‘Drug metaphor model’ • Randomisatie (Tonelli, 1998): assumptie dat variatie (kwalitatieve verschillen) niet klinisch relevant zijn. 6. De assumptie dat het zoeken van evidence volgens het EBM-algoritme reproduceerbaar is(McKibbon 1990)

  49. Overzicht • Evidence Based Medicine (EBM): wat en hoe? • Vooroordelen over EBM • Gevaren van EBM • Kritische analyse van EBM • Evidence Based Psychiatrie (EBP) ? • Evidence based psychotherapie??

More Related